Historische situering en analyse van politieke aspecten in het oeuvre van de negentiende-eeuwse Gentse volkszanger Karel Waeri. (Tineke Bruyneel)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

INLEIDING

 

Tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw onderging België, in navolging van Groot-Brittannië, een diepgaande modernisering van zijn industrieel apparaat. Een technologische innovatiegolf maakte dat de Belgische steenkoolmijnen, hoogovens, glasblazerijen, wol-, katoen- en linnenbedrijven tot de modernste van het Europese vasteland gingen behoren. Het jonge industriële België was de grote trots van de toenmalige ondernemers. Dit was één zijde van de medaille. De andere zijde was heel wat minder rooskleurig maar was jammer genoeg realiteit voor de grote meerderheid van de Belgische bevolking. Veel mensen leefden als fabrieksarbeiders in de grote steden, opeengepakt in de grauwe wijken van de stad waar de sanitaire voorzieningen bijna onbestaande waren. De huisjes waren uiterst klein en bouwvallig. Bovendien zorgde epidemieën, die ontstonden door een slechte hygiëne regelmatig voor grote drama’s. In de fabrieken zwoegden mannen, vrouwen en kinderen soms tot zestien uur per dag en dit alles tegen een hongerloontje. De kloof tussen arm en rijk was groot…

Ondanks die moeilijke leef- en werkomstandigheden leefde er binnen het proletariaat een kleurrijke arbeiderscultuur die de mensen even hun zorgen deed vergeten.

In deze thesis staat een belangrijk aspect van de arbeiderscultuur centraal, namelijk het lied, en meer bepaald de liederen van de Gentse volkszanger Karel Waeri. Deze werd geboren in 1842 in een typische arbeidersbuurt in Gent. Hij was een kind van het volk en maakte als volkszanger de woelige periode mee waarin de arbeidersklasse zich langzaam maar zeker bewust werd van haar onderdrukte positie. In deze periode kan men ook de opkomst van de socialistische beweging situeren die zich het lot van het volk aantrok en trachtte er iets aan te veranderen. Karel Waeri schreef en zong zijn liederen dus binnen het klimaat van de sociale strijd: betogingen en stakingen waren aan de orde van de dag. Waeri bleek vanaf 1885 ook sterk verweven te zijn met de socialistische partij. Het is dit hele politieke aspect in het oeuvre van Karel Waeri dat erg interessant is. Waeri was een man van het volk en zijn liedjes geven politieke gebeurtenissen dan ook weer vanuit die positie. Wel mag men niet vergeten dat Waeri, zoals gezegd, nauwe banden had met de opkomende socialistische beweging en dan ook heel vaak de ideeën van de socialisten vertolkte.

In deze thesis heb ik een aantal liederen van Waeri in hun historisch kader geplaatst en geanalyseerd. De liederen zijn afkomstig uit de Verzameling der volledige kluchtige en politieke liederen van Karel Waeri, den Gentschen “Béranger”, uitgegeven door de zoon van Waeri in 1899. De bundel bevat een 230- tal liederen van de hand van Karel Waeri. De thema’s van de liedjes zijn zeer uiteenlopend maar ik heb me dus beperkt tot de politieke liederen, waarvan er in de bundel zo’n 40 te vinden zijn. Uiteindelijk heb ik besloten ook binnen die politieke liederen een selectie te maken en heb ik me beperkt tot liederen die op één of andere manier met de sociale strijd te maken hebben. Dit om een overzichtelijk geheel te bekomen. De liedjes zijn in hun historische context geplaatst aan de hand van literatuur.

De eerste drie hoofdstukken van deze thesis zijn eerder als inleiding bedoeld. Het eerste hoofdstuk handelt over de negentiende volkszangers in het algemeen. Wie waren deze volkszangers, voor wie en waarover zongen ze, wat waren hun functies?

Een tweede hoofdstuk geeft informatie over het leven en oeuvre van Waeri. De arbeiderscultuur is het onderwerp van het derde inleidende hoofdstuk. In een vierde deel komen dan de liederen van Waeri aan bod. Ik heb aandacht besteed aan het bewustmakend element dat aanwezig is in de liedjes. Hoe trachtte Waeri het volk aan te sporen zich te verzetten tegen de uitbuiting en in opstand te komen?

Het daaropvolgende deel behandelt de politieke eisen en sociale strijdpunten: de loting, de strijd voor algemeen stemrecht, de schoolstrijd en de achturendag komen aan bod. Deze eisen stonden hoog op de politieke agenda van de socialistische arbeidersbeweging. Het spreekt vanzelf dat de verbondenheid van Waeri met de socialisten hier zeer duidelijk tot uiting komt. Vraag is wel of Waeri over de hele lijn de ideeën van de socialisten vertolkt of dat hij zich toch ook onafhankelijk tegenover hen weet op te stellen.

Karel Waeri blijkt een veelzijdig volkszanger te zijn geweest. Hij zong niet alleen voor een arbeiderspubliek, maar ook voor de burgerij, op feesten, banketten en in lusthoven aan de stadsrand. Bij zo’n gelegenheden putte Waeri waarschijnlijk uit zijn uitgebreide verzameling kluchtige liederen. Het spreekt vanzelf dat hij op deze momenten moeilijk zijn onvrede met het lot van de arbeidersbevolking en zijn sympathieën voor de socialistische partij kon laten horen. Toch probeerde Waeri ook in deze liedjes, hoewel eerder impliciet en in beperkte mate, zijn ideeën hieromtrent te verwerken.

In verband met de liederen in het kader van de sociale strijd valt op dat Waeri enorm veel belang hechtte aan het eergevoel van het werkvolk. Waeri probeerde met zijn liedjes in te gaan tegen het minderwaardigheidsgevoel dat bij veel arbeiders leefde. Men moet dit bekijken binnen het kader van de sociale strijd. Mensen gaan pas in opstand komen tegen iets als ze zich zeker van hun stuk voelen, als ze beseffen dat de ellende die hen overkomt niet rechtvaardig is en als ze weten dat een mooiere toekomst in het verschiet ligt. We zien dan ook dat veel liedjes van Waeri een belangrijk bewustmakend element in zich dragen. Sommige liederen weerspiegelen de realiteit waarin de arbeiders zich bevinden en vertellen wat er oneerlijk aan is. De arbeiders waren zich immers niet altijd bewust dat bijvoorbeeld zoiets als kinderarbeid niet kan. Men mag ook niet vergeten dat de fysieke conditie van de arbeiders waarschijnlijk zeer slecht was en dat ze daardoor in een zekere lethargie vervielen. Het was dus nodig om het werkvolk precies uit te leggen wat hun situatie was en waarom ze ertegen moesten strijden. Waeri geeft in verschillende liedjes als het ware les. Daarnaast toonde Waeri ook de toekomst die bereikt kon worden. Een toekomst waarin iedereen vrij en gelijk zou zijn. Het was die toekomst waarvoor de arbeiders moesten vechten.

Rond de politieke eisen en sociale strijdpunten heeft Waeri heel wat liedjes geproduceerd. Een zeer groot aantal handelt over de strijd voor algemeen stemrecht. Het bleek dat Waeri in deze liedjes voornamelijk de ideeën van de socialistische beweging vertolkte. Waeri moet ongetwijfeld een belangrijk onderdeel geweest zijn van de grote propagandamachine van de BWP. Toch stond Waeri soms ook verrassend onafhankelijk tegenover die partij. Dit was meerbepaald het geval toen hij een kritisch lied schreef over het meervoudig stemrecht, dat tegen de propaganda van de socialistische partij in- ging. Toch volgde Waeri bijna altijd de socialistische ideeën. Dit deed hij ook in zijn liedjes over de loting. Deze droegen ook weer dat belangrijke bewustmakende element in zich. De achturendag werd door Waeri vooral bezongen in zijn typische 1 Mei liederen waarin solidariteit, broederlijkheid en hoop op een mooie toekomst centraal staan. In de liederen omtrent de schoolstrijd, nam Waeri duidelijk een liberaal standpunt in. Antiklerikalisme is bovendien een belangrijk aspect doorheen heel de bundel.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende