Jef Turf. Een politieke identiteit van een communist (Susan De Coninck) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Bijlage 1: Organigram
Bijlage 2: Structuur van de K.P.B.[574]
Lid
Iemand wordt lid van de partij, als hij het programma, de statuten en de beslissingen van de partij aanvaardt, actief meewerkt in één van de partijorganisaties en regelmatig zijn lidgeld betaalt. Zijn opname gebeurt door de groepsvergadering waar hij dient voorgedragen te worden door twee partijleden. Hij mag geen lid zijn van een andere partij. Een lid heeft rechten en plichten. Tot de plichten behoort het zich onderwerpen aan de partijtucht en aan de beslissingen van de eigen en van de hogere instanties. Het moet deze beslissing toepassen en de politiek van de partij overal verdedigen en verwezenlijken. Hij of zij moet actief deelnemen aan het leven en het werk van de partij en aangesloten zijn bij een syndicale organisatie of een andere massaorganisatie waar hij in dergelijk geval een voorbeeld moet zijn voor het te bereiken doel. Hij moet zijn politieke en theoretische kennis vergroten door gebruik te maken van elke gelegenheid tot studie ban de Marxistische-Leninistische theorie. Kritiek en autokritiek ontwikkelen met als voornaamste doel de gebreken op te sporen waardoor de partij schade lijdt, de oorzaken ervan nagaan en ze overwinnen. Hij moet de massa’s de politiek van de partij verklaren en er op waken dat tussen haar en de partij steeds nauwere banden worden gelegd. Tevens moet hij aantonen dat de communisten bekwaam zijn om oplossingen te vinden voor hun noden. Wat hun rechten betreft, mogen zij deelnemen aan onder andere het onderzoek van politieke en organisatorische problemen binnen hun organisatie. Vragen en suggesties mogen voorgelegd worden aan de vergadering van hun organisatie. Ze mogen hun leiding kiezen van hun organisatie, evenals de afgevaardigden voor het congres van de partij. Zij hebben het recht te discussiëren en zich vrij uit te spreken over de activiteitsverslagen van de partij op de partijvergaderingen. Steeds hebben ze het recht aanwezig te zijn op discussies waar hun activiteiten of hun gedragingen in vraag worden gesteld.
De groep of cel
Volgens de statuten van 1946 vormen de groepen de basis van de partijorganisatie. Een groep wordt samengesteld volgens de werkplaats, het beroep en de woonplaats van de leden. De groepen staan in voor het verspreiden en het verwezenlijken van de partijpolitiek, door middel van de voorbereiding van acties in de bedrijven en in de wijken, van de bestudering en de verdediging van de eisen van de werkers, van de aanknoping van contacten en acties met groeperingen van andere strekkingen, van de organisatie van conferenties en meetings, van de verspreiding van vlugschriften, folders en partijpers en van een systematische rekrutering en politieke opleiding van de leden.
De groep vergadert minstens twee maal per maand; de orde van de dag en het proces-verbaal van de vergaderingen werden door het groepscomité opgesteld. De groepen met meer dan tien leden worden verondersteld een comité te verkiezen, de groepen met minder dan tien leden een secretaris en een penningmeester. Het comité zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de vergaderingen en neemt de initiatieven binnen de dagelijkse werking. De secretaris en de leden van het comité kunnen door de groepsvergadering uit het ambt ontzet worden, en zijn zowel verantwoordelijk ten opzichte van de groep als tegenover de hogere partij-instanties.
In de statuten van 1951 worden de groepen omgedoopt tot cellen, terwijl de frequentie van de vergaderingen verminderd wordt naar één per maand.
De Sectie
De secties omvatten het grondgebied van één of meerdere gemeenten; de grenzen worden bepaald door het federaal comité. Net zoals de cellen staan de secties in voor de verspreiding en de verwezenlijking van de partijpolitiek. Ze zorgen bovendien voor de coördinatie en de leiding van de cellen die ze groeperen. De sectie vergadert minstens één maal per twee maanden en verkiest het sectiecomité, dat op zijn beurt de sectiesecretaris aanduidt.
De Federatie
Het federaal congres is samengesteld uit afgevaardigden van de secties, en vergadert minimaal één keer per jaar. Het federaal comité is verplicht een buitengewoon congres bijeen te roepen wanneer organisaties, die tenminste één derde van de leden groeperen, erop aandringen. Het federaal comité wordt zoals gebruikelijk door het federaal congres verkozen en vergadert minstens twee keer per maand. Het federaal comité benoemt onder zijn leden één secretaris of een driekoppig secretariaat, die reeds minstens twee jaar partijlid zijn en waarvan de verkiezing door het Politiek Bureau moet bekrachtigd worden. Net zoals het sectiecomité is het federaal comité zowel ten opzichte van het federaal congres als van de centrale partijorganen verantwoordelijk. De door het federaal comité genomen beslissingen zijn bindend voor de secties en de groepen die van de federatie deel uitmaken. Het federaal congres verkiest bovendien een controlecommissie die instaat voor het toezicht op de financiële en organisatorische toestand van de organisaties van de federatie.
Deze structuur wordt in 1951 uitgebreid: het federaal comité vergadert nog slechts één maal om de twee maanden, maar verkiest binnen zijn eigen rangen een federaal bureau, dat het dagelijks bestuur van de federatie waarneemt en verantwoordelijk is voor de relaties met de secties van de federaties en minstens tweemaal per maand vergadert. In 1954 wordt het bestaan van de federale bureaus facultatief, terwijl het federaal comité minstens één maal per maand vergadert.
Het Congres
Het congres, dat normalerwijze om de twee jaar samengeroepen wordt, neemt voor alle leden bindende beslissingen en verkiest het Centraal Comité en de Centrale Controlecommissie. De afgevaardigden worden op het niveau van de federale congressen aangeduid. Indien organisaties, die meer dan één derde van de leden groeperen het voorstellen, kunnen buitengewone congressen samengeroepen worden. De orde van de dag wordt voorgesteld door het Centraal Comité, maar vastgesteld door het Congres zelf. De leden van het Centraal Comité die geen afgevaardigden zijn, hebben slechts een consultatieve stem.Vanaf 1951 wordt uitdrukkelijk vermeld, dat een congres maximum één jaar kan uitgesteld worden indien een tweederde meerderheid van het Centraal Comité daartoe beslist.
De Centrale Partijdirectie
Tussen twee congressen door, neemt het Centraal Comité de leiding van de partij over. Het C.K. staat onder meer in voor het vastleggen van gemeenschappelijke acties met andere organisaties, voor het vastleggen van de lidgelden en voor het nemen van disciplinaire maatregelen. Bovendien verkiest het C.C. binnen eigen rangen het Politiek Bureau en het Secretariaat, en duidt de directeurs van de centrale organen aan (pers). Het C.C. is verantwoordelijk voor het congres, en vergadert minstens één maal per trimester.
Het Politiek Bureau, dat verantwoordelijk is voor het Centraal Comité, staat in voor de leiding van de partij op basis van de door het congres genomen beslissingen, voor het samenroepen en voorbereiden van de vergaderingen van het Centraal Comité en voor het leiden en controleren van de centrale partijpers en –uitgeverijen, van de parlementaire fractie en van alle andere centrale instellingen van de partij. Het Secretariaat, dat door het Centraal Comité verkozen wordt uit de leden van het Politiek Bureau, is op haar beurt verantwoordelijk voor de voorbereiding van de dagorde van het Politiek Bureau en voor de controle op de lagere instanties. Het Secretariaat is zowel voor het Centraal Comité als voor het Politiek Bureau verantwoordelijk.
De Mandatarissen
De mandatarissen voor wetgevende en provinciale verkiezingen worden door het Centraal Comité gekozen op voorstel van de respectievelijke federaties. Voor de gemeenteraadsverkiezingen worden de kandidaturen bepaald door de federale comités op voorstel van de secties, hoewel ook hier een bekrachtiging van het Centraal Comité vereist is.
Het mandaat van de communistische verkozenen behoort toe aan de partij. Wanneer een verkozene inbreuk pleegt op de beslissingen van de partij, kan het Centraal Comité eisen dat hij zijn mandaat ter beschikking van de partij stelt. De communistische leden van deliberatieve vergaderingen zijn gegroepeerd in fracties. De activiteiten van de gemeenteraadsfracties worden gecontroleerd door de federaties, deze van de provincieraadsfracties door de centrale partijdirectie in samenwerking met de federale comités van eenzelfde provincie en deze van de parlementaire fractie door de Centrale partijdirectie. De communistische mandatarissen storten alle met het mandaat in verband staande inkomsten in de partijkas, waarna de centrale partijdirectie de vergoeding van de mandatarissen individueel bepaalt.
De Commissies
Het congres heeft de bevoegdheid een aantal commissies te vormen en te verkiezen. De bekendste van deze commissies is de Centrale (Politieke) Controlecommissie, die instaat voor de strijd tegen alle mogelijke tekortkomingen van de partijdiscipline en heeft zelfs de bevoegdheid om enquêtes uit te voeren inzake het doen en laten van de partijleden. Ze is verantwoordelijk voor het Centraal Comité, kan disciplinaire maatregelen voorstellen en de uitsluiting van een lid verwezenlijken.
Het Centraal Comité benoemt vanaf 1946 een Vlaamse en een Waalse commissie, die tot doel heeft de respectievelijk problemen van Vlaanderen en Wallonië te bestuderen. Deze commissies leggen hun adviezen voor aan de leidende organen van de partij en kunnen, mits toestemming van het Centraal Comité of van het Politieke Bureau, in contact treden met Vlaamse of Waalse organisaties. In de statuten van 1951 wordt van deze commissies die als het ware de voortzetting vormen van de “Vlaamsche Communistische Partij” en dus een voortzetting zijn van de federalistische staatsopvatting van de K.P.B., geen melding meer gemaakt. Deze verdwijning past in het kader van de unitaire opvatting, die vanaf het begin van de jaren 1950 terrein wint in communistische middens, en vooral vanaf 1953 duidelijk tot uiting komt.
Bijlage 3: Ledentallen van de K.P.B.
Bron: Gotovitch José, Qu'est-ce que le Parti communiste de Belgique. A quoi a-t-il servi? In: Brood & Rozen, nr. 4, 1997, p.21.
Bijlage 4: Verkiezingsuitslagen
Bron: WITTE E., CRAEYBECKX J. en MEYNEN A., Politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1990, p. 396.
Bijlage 5: De vragenlijsten van de afgenomen interviews
Deze vragenlijsten worden in bijlage geplaatst omwille van het feit dat de interviews niet werden getranscribeerd. Op deze manier kan aangegeven worden wat er op de CD-ROM staat qua informatie. Door de interviews op deze manier door te geven heb ik de bedoeling een authentieke bron door te geven. In de loop van het onderzoek bleek dat vele mensen uit de K.P.B. reeds verschillende malen werden geïnterviewd in het kader van een licentiaatverhandeling. Deze werden meestal niet getranscribeerd of ze waren van heel slechte kwaliteit omdat een familielid, die niet bekend was met de materie die opdracht had volbracht. Op die manier gaat veel informatie verloren. De leden en militanten van de partij leven vaak nog maar al vele grote namen zijn overleden, waarna hun archiefmateriaal vaak verloren ging omdat nabestaanden het historisch nut niet inzagen. Het nadeel van de bronnen op dit nieuwe medium te plaatsen, is de beperkte levensduur van circa 10 jaar. Ze kan natuurlijk steeds hernieuwd worden. Het is echter een enorme opdracht 12 uren en 30 minuten interview volledig uit te typen. In de beperkte tijd die me nog restte kon ik dit niet meer volbrengen. De interviews konden naar mijn mening slechts opgesteld worden naarmate mijn informatie volledig was, wat op het einde van het onderzoek moet gesitueerd worden.
1 Interview met Jef Turf op 26.10.2001 over de periode voor 1960
Dit is een eerste interview dat vooral het doel had kennis te maken. Op dat ogenblik was ik druk bezig het archiefmateriaal door te nemen. Over de beginperiode was er echter weinig tot niets te vinden, waardoor het een moeilijk voor te bereiden gesprek was. De informatie moest vooral komen van Turf, waarop ik dan verder kon ingaan.
U bent afkomstig uit een christelijk gezin, waren uw ouders militant lid van een partij en welke was dit?
Was u lid van een bepaalde jeugdbeweging?
Had u vanaf uw jeugd bepaalde politieke interesses? Was u geëngageerd in een bepaalde beweging of groepering?
Wat heeft u gestudeerd, waar en waarom?
Op de universiteit komt u terecht in een studentenclub, de W.W.K., wat hield dit in? Had u nog andere hobby’s tijdens uw studies?
Kwam u op de universiteit in contact met linkse studenten?
Vanaf wanneer ontwikkelde u interesse voor Marx? Wat was de aanleiding hiertoe?
Wanneer bent u lid geworden van de K.P.B. en wat was uw motivatie?
In een bepaald interview spreekt u van een geloofscrisis, wat was de aanleiding hiertoe?
Wanneer u in Dourbes werkt op het K.M.I., werd u naar eigen zeggen bespioneerd? Waarom en wat gebeurde er precies?
Wat was uw functie tijdens te staking te Couvin? Hoe kwam men op uw persoon als verdachte in verband met de sabotage? Wat was uw eerste indruk om een actie mee te maken in K.P.B.-gezelschap?
Waarom kiest men voor u in 1963 als partijvrijgestelde? Welke kwaliteiten had u en wat had u te bieden aan de partij?
Hoe bent u terecht gekomen in de federatie Gent?
2 Interview met Jef Turf op 3.04.2002 over het vorige gesprek en de periode 1960-1970
U werd onder andere geïnspireerd door professor Montague, specialist in biotechnologie. Hoe kwam u met hem in contact en welke band heeft hij met het communisme?
Wie waren de twee partijleden die u voordroegen voor uw lidmaatschap en waarom zij?
In 1957 wordt u verkozen voor het C.C. Wie bracht u op het idee om uzelf voor te dragen? Had u zelf ambities om hogerop in de partij te raken? Kreeg u hiervoor steun vanuit de Gentse federatie, van wie?
In hoeverre was u zelf bekend buiten de Gentse federatie? Was het oog van de partijleiding al op u gevallen?
In welke zin heeft u ervaring met de schrik van Europa en Amerika voor de medewerking van communistische intellectuelen aan het atoomarsenaal van Rusland? Wat heeft dit maken met de stage te Grenoble?
Wanneer en met wie bent u getrouwd. In welke context heeft u haar leren kennen, was ze een partijgenote. Hoeveel kinderen hebt u? Wanneer bent u gescheiden en heeft u een relatie aangegaan met mevrouw Mets? Deze was de vrouw van een partijgenoot. In hoeverre bent u het krediet van militanten en leiding verloren, of had de kwestie weinig invloed op uw werk voor de K.P.B.?
Via uw werk in Dourbes komen we weer terecht bij de maatschappelijke problematiek. Daardoor vindt u aansluiting bij het B.U.V.V. Heeft dit uw engagement voor de K.P.B. sterker gemaakt? In hoeverre was u betrokken bij de organisatie, het bestuur?
Op het K.M.I. kreeg u problemen met uw collega Waroquet. Wie was dit, welke problemen waren er, welk doel had die spionage? Hoe is dit afgelopen?
De reportage over u bij het K.M.I. was bedoeld als portret van u en uw activiteiten. Had u ooit aan hen vermeld dat u uw onderzoeksresultaten zou vrijgeven? Had u dit al gedaan in de lezingen die u gaf?
Voor de staking, tijdens uw werk op het K.M.I., had u reeds contacten met de arbeidersbeweging in Couvin?
In welke mate was u betrokken bij de plaatselijke federatie en ondernam u daar al acties? Welke functie had u daar?
Hoe gaat een stakerspiket in zijn werk? Wat moet er allemaal gebeuren? Welke taken had u? Was u er zich van bewust dat niet alle mensen dat apprecieerden?
Welk effect hadden de stakingen in Gent en de Antwerpse dokwerkersstaking van 1958 op uw keuze voor de K.P.B.?
In 1963 werd u vrijgestelde voor de K.P.B. Welke leden van de partijleiding, federatie, vrienden hebben u voorgesteld? Waarom werd u voorgesteld, voor uw activiteiten, verdiensten, als intellectueel? Net op dat ogenblik neemt de partij de stelling in dat ze intellectuelen nodig heeft voor de theorievorming.
Wat heeft u te maken met de artsenstakingen tegen de hervormingen die de regering Spaak-Lefèvre doorvoert naar aanleiding van de staking tegen de Eenheidswet?
Was het feit dat de K.P.B. de communautaire kwestie opnam in haar programma om hogerop te gaan belangrijk voor uw toetreding? Heeft u reeds van bij het begin vooral de Vlaamse regio en haar ontwikkeling voor ogen gehad?
In welke mate was deze kwestie volgens u een probleem, door de vele franstaligen, het feit dat veel mensen van de partijleiding afkomstig zijn van het Brusselse gewest? Hierdoor zijn er tegengestelde belangen binnen de partij. Wat vond u belangrijk en hoe wilde u deze belangen verwezenlijken? Had u al ideeën inzake de federalisering van de partij? Hoe zou deze er moeten uitzien?
In 1961 gaat het plan Renard van start, waarbij de federalisering gekoppeld wordt aan de noodzakelijke hervormingen in de economie. Daardoor moeten de Vlamingen het cultuurflamingantisme laten vallen. Bent u het hiermee eens?
Welke rol heeft u gespeeld tijdens de Leuvense kwestie. Van Martens en Merckx komt er zeer negatieve kritiek op de K.P.B. Toch schreef u positieve dingen over de revolte. Kunt u dit duiden?
U legt eveneens het verband tussen de studenten en de nood aan intellectuelen bij de arbeidersbeweging. Betekende de uitloop van deze kwestie en de stichting van AMADA geen grote ontgoocheling voor u?
In 1963 worden de vier officiële leiders van de Pekinggezinde oppositie uit de partij gezet omwille van de aanhoudende schending van statuten en regels van het democratisch centralisme. Hoe heeft u dit gepercipieerd?
Om die reden werden nog leden uit de partij gezet. Iemand zoals Calliauw en u zelf werden daarom uit de partij gezet. Hoe dacht u er over voor het u overkwam en nadien?
De geschiedenis van de partij bestaat uit blijvende opposities. Er is de groep Jacquemotte vs Van Overstraeten, de grippisten vs de stalinisten en de stalinisten vs de eurocommunisten. De laatste twee heeft u meegemaakt, hoe heeft u dit ervaren?
In 1963 start men met het systeem van de eenheidslijsten. Welke houding nam u daar tegenover aan. Zijn de problemen met Debrouwere hierdoor ontstaan?
Vanaf wanneer komt u op in de verkiezingen en op welke plaats?
3 Interview met Jef Turf op 10.04.2002 over de periode 1970-1980
In het kader van de vredesbeweging die actie voert rond een beter statuut voor de gewetensbezwaarden neemt u deel aan een hongerstaking. Kunt u daar iets meer over vertellen?
Heeft u deelgenomen aan delegaties naar het buitenland?
De aanval op Tsjecho-Slowakije in 1968 werd eerst veroordeeld, later komt men daarop terug. Hoe heeft u daar op gereageerd? Is dat geen moment waarop je wil afhaken?
Hoe werd de oppositie concreet aangepakt, kon er iets aan gedaan worden? U ontslaat bijvoorbeeld Karel Maes voor de afdeling St Niklaas.
Hoe verklaart u de blindheid voor de realiteit in de socialistische landen van de oppositie?
Hoe kwam u er toe om zelf over te gaan tot bijna stalinistische methodes zoals bij Karel Maes?
Kunt u een definitie geven van wat u zelf onder democratisch centralisme verstaat?
Vindt u van u zelf dat u heeft gepoogd via compromissen uw doel te bereiken?
Wanneer ontstaat de V.G.R., is dit nieuw naar aanleiding van de beginnende federalisering van de partij, zoals de functie van Nationaal Secretaris?
Waarom duurt het zo lang vooraleer de partijleiding omtrent een bepaald geval zijn mening communiceert?
Calliauw werd veroordeeld naar aanleiding van zijn uitingen in de pers, wachtte u daarom zo lang eer u de pers sprak naar aanleiding van uw ontslag?
Hoe is de frontvormingspolitiek ontstaan?
Welke problemen waren er om de christen-democraten als partner te nemen?
Was u geïnspireerd door het maatschappijbeeld van Gramsci?
Hoe stond u ten opzichte van de inval in Afghanistan? De partijleiding reageert zwak, waarop er nog groot protest van Luik volgt. Dit maakt duidelijk dat het eurocommunisme nog ver weg is.
Hoe heeft u de mijnsluitingen van 1970 en 1980 gepercipieerd? Moesten ze open blijven, leek dit niet onmogelijk? Waarover ging de strijd volgens u?
Kunt u vertellen welke rol u heeft gespeeld tijdens de dokwerkersstaking? Waardoor komen deze mensen u tijdens uw ontslag ter hulp?
Wat voor rol speelde u bij de staking rond Fabelta?
Welke rol speelde u in de staking in A.C.E.C.?
Vanaf wanneer bent u journalist geworden op de Rode Vaan, hoofdredacteur, politiek directeur?
Van wie kwam het voorstel tot vernieuwing van de Rode Vaan?
Er komt kritiek op de Rode Vaan, het is geen tijdschrift meer van communisten. Wat denkt u daar van?
Wie werft Jan Turf aan, was het u zelf of Jan Debrouwere?
Hoe was uw ervaring als directeur van het Huis van de Pers?
In hoeverre heeft u te maken met de oprichting van het V.M.T.?
Was u zelf belangrijk als boegbeeld in Gent voor de aantrekking van intellectuelen als Doom en Raes?
Wat was uw functie binnen IMAVO en welk doel had deze organisatie?
Welke band heeft u met het FMF?
Wat hield uw werk in voor de commissie cultureel beleid? Wat houdt de functie vertegenwoordiger van het PB in voor deze commissies?
Er komt kritiek van Rosine Lewin dat u te veel aandacht heeft voor de intellectuelen. Ook basismilitanten moeten nog steeds een plaats in de partijkaders kunnen krijgen. Hoe staat u daar tegen over?
U signaleert op een bepaald ogenblik problemen in de partij door te veel afwezigen op het CC. Kunt u hier wat meer uitleg bij geven?
Waarom heeft u Een politieke identiteit voor communisten geschreven? Was dat onder invloed van Carillo, had u zo veel invloed, het werd uitgegeven door een christelijke uitgeverij.
Is het gerealiseerde socialisme voor u de enige vorm van waarachtige democratie?
Waarom heeft u Communist geschreven, was dit op aanvraag?
Enkele vragen over de oorlog in Vietnam. Speelde het voor u een rol dat de onafhankelijkheidsstrijd gestreden werd door een Kommunistische Partij? Heeft dit te maken met de strijd van de K.P.B. voor de onafhankelijkheid van de kolonies? Welke rol heeft u gespeeld in de vredesbeweging? Hoe staat u er tegenover dat André De Smet de partij verwijt enkel lippendienst bewezen te hebben aan de B.U.V.V. ?
Heeft u een actieve rol gespeeld om de Limburgse mijnen open te houden?
Welke functies hebben de delegaties naar het buitenland? Waarom gaat u vooral naar de DDR en de USSR? Was dat uw eigen voorkeur of werd dit opgelegd?
Welke rol speelt u in het comité België-DDR?
Betekende de Praagse Lente en de Sovjetinval ook voor u de doorslag naar een eigen weg of waren die ideeën reeds eerder aanwezig? Hoe heeft u zelf gestaan tegenover de weifelende houding van de partijleiding?
Op het einde van de jaren 1970 doet u een gooi naar de verkiezingen, u mislukt, Albert Debruyne wordt verkozen in de provincieraad. Wat was uw reactie?
Vanaf wanneer werkt u aan de amnestiekwestie, waarom?
Wat is uw mening over de intellectuelen binnen de K.P.B.?
4 Interview met Jef Turf op 24.04.2002 over de periode 1980-1988
Welke rol speelde u in het VAKA?
Van wie kwam de idee om naar de Ijzertoren te gaan?
Was u op het wereldcongres van de International Physicians for the Prevention of Nuclear War Registration in 1987?
Wanneer had u voor het eerst die ideeën rond het eurocommunisme? Vanaf 1954 of vanaf de publicatie van Carillo? Het is uiteindelijk Terfve die zich uitspreekt voor.
Waarin liggen de verschillen tussen de Gentse federatie en de partijleiding? Hoe komt het dat ze u verwijten dat u twee verschillende lijnen heeft gepropageerd? U krijgt ook problemen met Miel Dullaert, zelf een groot voorstander van het eurocommunisme.
In België komen er verschillende kerncentrales. Heeft u daar tegen actie gevoerd?
Waarom brengt u hulde aan de DDR als eurocommunist?
Waarom heeft de partij het zo moeilijk met de federalisering, de partij is een groot voorstander, maar wel de laatste die er toe overgaat? In 1986 krijgt Vlaanderen minder inspraak, wat dacht u daar van?
In hoeverre kan je spreken van een restauratiebeweging na de verkiezingsnederlaag van 1982 en wie waren ze?
In 1982 bent u niet langer kandidaat voor het Nationaal Secretariaat, waarom? Later krijgt u problemen met de ondemocratische werking van het NS, was dat vroeger ook al niet zo.
De scheiding tussen de Rode Vaan en de partij wordt u verweten, u wil niet in discussie gaan met mensen die anders denken dan u zelf. Wat vindt u daar van?
Wat is uw reactie op het document van Koen Raes?
In een brief van Patrick De Pauw aan u komt het verwijt dat de partijleiding niet luistert naar haar basis, bent u het hiermee eens?
Van wie kwam het idee van vrijwillig ontslag nemen uit de VGR in 1986? Wat was de reactie hier op?
Waarom wordt u via een speciale ingreep toch nog weerhouden als kandidaat voor het CC?
Er is kritiek op u als voorzitter van de commissie gezondheid, u bent nooit aanwezig. Is het gebruikelijk dat elke commissie een vertegenwoordiger heeft van het P.B. en dat deze niet echt deelneemt aan de commissie?
Er komen problemen met NV Volksuitgave, deze wordt te duur, waardoor u ermee in aanvaring komt. Waarom steunen Loose en Wolles u niet?
In 1986 wordt de Rode Vaan te duur, er is nood aan hervormingen, waarom dacht u dat men er een partijblad van wilde maken, zoiets is nooit gezegd geweest?
Heeft u na uw ontslag uit de partijleiding volledig uw carrière toegespitst op de Rode Vaan?
5 Standaard vragenlijst voor de interviews met de andere communisten
Waarom bent u zelf lid geworden van de partij?
In welke federatie en op welke gebieden was u actief binnen de partij?
Hoe heeft u Turf leren kennen?
Hoe kan iemand van katholieke afkomst kiezen voor de KPB, heeft u daarvoor een verklaring? Spelen de nieuwe partijlijnen van het elfde congres een rol?
Speelde het voor u een rol dat het marxisme zich als wetenschap poneert en via een wetenschappelijke analyse van de maatschappij deze wil veranderen?
Welke rol speelt Turf voor de federatie Gent? Hoe actief is hij, hoe wordt hij opgemerkt door de partijleiding?
Hoe en waarom worden mensen gevraagd toe te treden tot het CC? Waarom vraagt men dit aan Turf? Speelt het een rol dat hij gespecialiseerd is in kernenergie?
Na zijn werk in Dourbes en de staking tegen de Eenheidswet wordt hij gevraagd vrijgestelde te worden. Welke capaciteiten moet men daar voor hebben, waarom Turf? Was iedereen daarmee akkoord en van wie kwam het voorstel?
Tijdens de staking wordt hij opgepakt voor sabotage, gebeurde dit vaker bij communisten? Wie is volgens u verantwoordelijk voor deze actie? Turf spreekt van Gilson en Gladio.
Vanaf de jaren 1960 komt de communautaire kwestie op de agenda te staan. Binnen de partij zijn verschillende belangen gevestigd, laat dit zich gevoelen? Hoe stond Turf daar tegenover?
Welke rol speelde Turf tijdens de crisis aan de Leuvense universiteit? Waarom is de aansluiting met de studenten mislukt?
Hoe stond Turf tegenover de grippistische kwestie?
In hoeverre was Turf actief binnen het BUVV, wat werd er verwacht van vrijgestelden op dit gebied? Was het voor de commissies eerder opvolging dat verwacht werd?
Hoe wordt beslist wie en naar waar op delegatie mag? Wat was de functie van Turf binnen de organisatie België-DDR?
Waarom duurt het zo lang eer de partijleiding reageert op de inval in 1968, wat voor effect heeft de Luikse oppositie tegenover de afwijzing op Turf?
Turf krijgt het amnestiedossier in handen, waarom hij?
Wat was de houding van de KPB tegenover intellectuelen?Ziet u haar aansluiten bij de ideeën van Lenin, het staatsmonopoliekapitalisme of Gramsci?
Wanneer wordt Turf lid van het PB, NS, hoe gaat die doorstroming?
Welke rol speelde hij in het IMAVO en FMF?
Vanaf wanneer werd Turf beïnvloed door het eurocommunisme en wilde hij met de partij die richting uit?
Hoe is de blijvende trouw aan de USSR te verklaren?
Ook het eurocommunisme zorgt er voor dat de besluitvorming traag gaat, men gaat steeds op zoek naar een consensus. Hoe demotiverend werkt dit? Hoe gaat iemand als Turf daar mee om?
Beschouwt u Turf als flamingant?
In hoeverre zit Turf tussen hamer en sikkel?
Was Afghanistan geen teken dat de omvorming niet zou lukken? Waarom blijft Turf doorzetten?
Wanneer en waarom wordt Debrouwere door Turf vervangen als politiek directeur van de Rode Vaan? Welk effect had dit op hun relatie?
In welke mate speelt Turf een rol in het VMT?
Tijdens de verkiezingen van 1978 denkt men dat Turf electoraal kan doorbreken wat niet lukt, hoe neemt hij dit op?
Hoe zitten de commissies ineen, hoe gaat dit in zijn werk?
Hoe zit het met de problemen in de partij, omtrent het overwicht van het PB op het CC?
Waarom schreef Turf zijn werken, wat vond u er van en hoe werd er op gereageerd? Ik heb het over een politieke identiteit, communist en het verval.
Welke repercussie heeft de scheiding van Turf op zijn politieke carrière?
Wat denkt u over de heraansluitingen van Turf?
Waarom trekt Turf zich in 1982 terug uit het Nationaal Secretariaat?
Wat denkt u over de perikelen in de Rode Vaan die de aanleiding waren tot zijn ontslag?
Hoe reageert Turf op het ontslag van zijn zoon?
Turf trekt zich terug uit de VGR om een nieuwe groep de ruimte te geven, waarom gaan sommigen mee en anderen niet?
Op het volgende nationaal congres wordt het Vlaamse aandeel geringer, kan er gezegd worden dat Van Geyt meewerkt in de restauratie? Hoe komt Turf toch nog in het CC terecht? Wie heeft de petitie tegen hem opgestart?
Turf krijgt problemen met de nieuwe partijleiding omwille van de Rode Vaan, volgens sommigen veroorzaakt door zijn persoonlijkheid, wat denkt u daar van?
Was de schorsing legitiem volgens de statuten?
Wilde de partijleiding van de Rode Vaan een partijblad maken?
Diegenen die Turf ontslaan hebben, culmineerden ook functies zoals zij hem verwijten, hoe is dit te verklaren?
Bijlage 6: CD-ROM met interviews
1. Interview met Jef Turf op 26.10.2001 door Susan De Coninck
2. Interview met Jef Turf op 03.04.2002 door Susan De Coninck.
3. Interview met Jef Turf op 10.04.2002 door Susan de Coninck.
4. Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.
5. Interview met Jan Debrouwere op 24.04.2002 door Susan De Coninck.
6. Interview met Juul Verelst op 25.04.2002 door Susan De Coninck.
7. Interview met Ludo Loose op 2.05.2002 door Susan De Coninck.
8. Interview met Louis Van Geyt op 14.05.2002 door Susan De Coninck.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[574] Dit is gebaseerd op: BAERT W., Het kommunisme in het kiesarrondissement Ronse van 1945 tot 1988, Gent, niet uitgegeven licentiaatverhandeling, 1988-1989, pp. 6-10.
VAN LINT I., De Kommunistische Partij van België, een politieke analyse: 1947-1958, Brussel, niet uitgegeven licentiaatthesis, 1984-1985, pp. 73-80.