De houding van de Belgische dagbladpers tegenover de Israëlisch-Arabische oorlog van 1948.  (Wouter Van Der Spiegel)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

III. ANALYSE VAN DE HOUDING VAN DE BELGISCHE DAGBLADPERS TEGENOVER DE ISRAELISCH-ARABISCHE OORLOG VAN 1948/49.

 

Het is onze bedoeling in dit deel de houding van de Belgische kranten tegenover het conflict tussen Joden en Arabieren in 1948/49, meer bepaald van april 1948 tot en met februari 1949, na te gaan. We volgen hierbij de kwalitatieve methode diehoger reeds omschreven werd. Bij deze analyse hebben we noodzakelijkerwijs een structuur, een indeling moeten gebruiken. We hebben namelijk telkens de houding van alle kranten ten opzichte van enkele thema’s (het conflict, de betrokkenen, …) geanalyseerd. Dit vervormt het beeld van de houding van een krant in dit opzicht dat de commentaren uit elkaar getrokken worden en zo mogelijk een vertekend beeld opgehangen wordt omdat sommige stellingnamen enigszins uit hun context gerukt zijn. Maar deze structuur werd ons als het ware door de commentaren zelf aangereikt. Ze vloeit er uitvoort. Bij het herlezen van deze opiniërende artikels hebben we namelijk rubrieken aangelegd naar gelang er over andere onderwerpen geschreven werd. Bovendien brengt deze rubricering de (latente) houding van de krant tegenover een bepaald thema aan het licht. In één editoriaal valt het misschien niet op dat een krant zich eens negatief uitlaat over één of ander, maar als in elke commentaar één negatieve uitlating voorkomt, is het duidelijk dat die krant er een negatieve opinie op na houdt. Door de vergelijking met andere kranten komen de verschillende houdingen nog beter tot uiting.

 

Eerst wordt de houding nagegaan ten opzichte van het conflict zelf. Zien de kranten bepaalde oorzaken? Duiden ze een agressor aan? Wie achten ze sterkst? Welke vooruitzichten zien ze? Hoe staan ze tegenover het UNSCOP-delingsplan, het plan Bernadotte, het statuut van Jeruzalem, de moord op F. Bernadotte? Suggereren ze zelf oplossingen? De houding van de kranten ten opzichte van de oorlogsvoerders zal uit deze eerder technische aangelegenheden slechts onrechtstreeks blijken, via hun mening over een plan dat Israël of juist de Arabieren steunt. Of zijn er kranten die niet het gelijk of het ongelijk van de één of de ander zoeken, maar een vergelijk?

 

Daarna wordt de ingesteldheid van de dagbladen ten aanzien van de directe betrokkenen onderzocht: enerzijds Israël en de Joden, anderzijds de Arabieren in het algemeen en enkele afzonderlijke landen of personen en ook nog de “Palestijnse vluchtelingen”. Hier zal de houding van de dagbladen onmiddellijk blijken.

 

Tenslotte wordt de ingesteldheid bekeken tegenover enkele “buitenstaanders”: de grootmachten in het algemeen, Groot-Britannië, de VS, de USSR, het “christelijke” Westen, de UNO en België. Via de stellingnamen tegenover dezen of tegenover de politiek die ze voeren, zal de houding van de kranten ten opzichte van Israël en de Arabieren ook naar voor komen.

Zoals gezegd is dergelijke indeling altijd in enige mate kunstmatig, maar anderzijds ook onontbeerlijk.

 

 

HOOFDSTUK 1. HET CONFLICT

 

In dit deel wordt nagegaan welke – volgens de kranten – de oorzaken van dit conflict zijn, wie ze verantwoordelijk stellen voor de oorlog, welke partij ze sterkst achten, wie welke steun krijgt, welke prognoses ze maken, wat ze vinden van de vredesvoorstellen, of ze zelf oplossingen opperen, …

De houding van de kranten in deze eerder technische, zakelijke aangelegenheden blijkt slechts onrechtstreeks. Steunen ze een plan dat Israël of de Arabieren bevoordeelt, of trachten ze rekening te houden met de aanspraken van beide zijden?

 

1. Mogelijke oorzaken van het probleem.

 

De meeste kranten besteden weinig aandacht [284] aan de mogelijke oorzaken. Enkel “La Libre Belgique” en “De Nieuwe Gazet” gaan er dieper op in. Ook de “Rode Vaan” (RV), “La Dernière Heure” en de “Drapeau Rouge” besteden er soms eens aandacht aan. Maar “De Standaard”, “Volksgazet” en “Le Peuple” pikken daar zelden uitgebreid op in, terwijl “Gazet van Antwerpen” en “Le Soir” er omzeggens aan voorbij gaan.

Alles samen worden er nog veel verschillende verklaringen gegeven. De tegenstrijdige economische en strategische belangen van de grootmachten [285] worden door de meeste kranten [286] beschouwd als een oorzaak van het conflict, en vooral als reden van het aanslepen er van. In de kommunistische pers is het natuurlijk het Brits en Amerikaans imperialisme dat het moet ontgelden [287]. Zo bijvoorbeeld schrijft H. DETIERE begin juni 1948 in de “Drapeau Rouge”: “Il faut que cesse cette tuerie à laquelle poussent les impérialistes américains et britanniques pour écraser la Palestine” [288]

In «La Libre Belgique», en ook in «Volksgazet», wordt de nadruk gelegd op de tegenstrijdige beloften van Groot-Britannië (Hoesseini, MacMahon, Balfour) en de verkeerde interpretatie van de Balfourdeclaratie door de Joden [289]. Zo bijvoorbeeld lezen we in “La Libre Belgique” van 6 april 1948: “D’ailleurs les Juifs en sont arrivés très rapidement à solliciter les textes et à affirmer, en prenant leurs désirs pour la réalité que la promesse fait à Rothschild impliquait non pas l’établissement d’un Foyer Juif en Palestine, mais la création d’un Etat Juif comprenant toute la Palestine» [290]

Een andere belangrijke oorzaak wordt door “De Nieuwe Gazet”, “Volksgazet”, “La Libre Belgique” en “La Dernière Heure” gezien in “de tegenstrijdige Joodse en Palestijns Arabische nationale bewegingen, ideeën en passies” [291]. Maar op het waarom van deze tegenstelling wordt niet dieper ingegaan. Was ze noodzakelijk? De Joodse auteur A. KOESTLER schrijft op 14 juli ’48 in de “Volksgazet” en “Le Soir” immers: “Deze oorlog in Palestina is niet veroorzaakt door een onherstelbaar antagonisme tussen Joden en Arabieren, maar is kunstmatig en gewild” [292]. Volgens ons is KOESTLER hier echter de Joodse zaak aan het verdedigen: via die stelling rechtvaardigt hij de Joodse aanwezigheid ( = Israël) in Palestina, vermits die aanwezigheid eigenlijk toch niet de oorzaak van het probleem is.

Maar de tegenstelling kan niet geloochend worden. Deze tegengestelde nationale passies zijn de oorzaak of het resultaat van een ander probleem dat door “La Libre Belgique” en “Le Peuple” [293] gezocht wordt in de Joodse immigratie die de belangen van de “autochtone” bevolking zou schaden. In “La Libre Belgique” spreekt men zelfs van “l’invasion permise” [294].

Komt daar volgens “La Dernière Heure” nog bij dat de zionisten nogal inhalig te werk gaan bij die kolonisatie [295].

Enkel “De Standaard” en “La Dernière Heure” zien het ook ruimer en wijzen respectievelijk op het belang van de tegenstelling tussen de oude en de moderne wereld [296] en op het verschil in religie [297].

Chronologisch valt nog op te merken dat de meeste kranten (“De Standaard”, “De Nieuwe Gazet”, “Volksgazet”, “Rode Vaan”, “Le Soir”, “La Dernière Heure” en “Drapeau Rouge”) de oorzaken van dit conflict in de beginperiode (april-juni) belichten, wat ook logisch is. Sommige kranten (“Volksgazet”, “Rode Vaan”, “La Dernière Heure” en “Le Peuple”) komen er op het einde van de oorlog (januari) nog eens op terug, zonder echter andere oorzaken aan te halen.

Een duidelijke scheiding tussen de kranten valt hier niet te bespeuren. Dit is niet zo verwonderlijk omdat de oorzaken niet zo maar uit de lucht te grijpen zijn . Men kan wel één en ander verdraaien, of een bepaalde oorzaak benadrukken, zoals de twee kommunistische kranten die de schuld bijna uitsluitend op de “imperialistische” van Groot-Britannië en de VS schuiven.

 

2. Wie wordt als aanvaller aangewezen ?

 

Op deze vraag zijn er slechts twee kranten, namelijk “Gazet van Antwerpen” en “De Nieuwe Gazet”, die zich niet expliciet uitspreken. Alle andere kranten drukken hierover wel hun mening uit. Deze zaak is immers nogal geladen. De verantwoordelijke voor de oorlog aanwijzen, is de agressor aanwijzen. En deze heeft volgens de publieke opinie meestal ongelijk.

Een beetje onverwacht worden de Joden door twee katholieke kranten, “De Standaard” en “La Libre Belgique”, als de aanvallers bestempeld. Ze doen dit in vrij krasse taal: “De Joden zeggen dat de Arabieren Palestina gaan binnenvallen. Hitler zei hetzelfde van Polen, enkele dagen voor hijzelf Polen binnenviel… De Joden hebben het initiatief van de terreur aan zich getrokken” [298], “Leur patriotisme et leur nationalisme (van Stern en Irgun) étaient d’une conception telle que, fatalement, un jours ou l’autre l’état de guerre devait en découler” [299].

Ze doen dit ook door de invasie van de Arabische staten te vergoeilijken: «Moeten de Arabieren hun stam- en cultuurgenoten zo maar in stilte van hun land laten beroven?” [300], “Si le partage est la solution puisqu’il a été accepté par l’ONU et les Juifs, la Légion (Arabe) ne commettait pas un acte d’agression en entrant dans les secteurs arabes, à la prière instante de ses habitants” [301].

Door de andere kranten (“Volksgazet”, “Rode Vaan”, “Le Soir”, “La Dernière Heure”, “Le Peuple” en “Drapeau Rouge”) [302]worden de Arabische staten als agressor aangewezen. Meestal direct: “les Etats arabes, coupables d’agression” [303], «depuis l’attaque arabe» [304]; soms ook minder rechtstreeks door er op te wijzen dat de Joden zich enkel verdedigen «Israël, attaqué n’a mené d’abord qu’une guerre défensive” [305]. De beide kommunistische kranten beschrijven de aanvallende Arabische legers vaak als “het instrument van het imperialisme” [306]. Deze twee kranten gaan zelfs verder en laden de schuld voor deze oorlog op “de besluiteloosheid”, “de avonturenpolitiek” en “de belangen van de twee imperialistische grootmachten, Groot-Britannië en de VS” [307]. In het bijzonder de aarzelingen en de “diplomatieke pirouettes” van de VS worden op de korrel genomen [308]. En dit niet alleen door de “Rode Vaan” en de “Drapeau Rouge”, maar ook door “Le Soir” en “La Dernière Heure” [309] ! Terwijl de socialistische kranten dit niet aandurven of dit aspect uit het oog verloren zijn … [310] In de “Rode Vaan” en de “Drapeau Rouge” is het vooral Groot-Britannië dat het moet ontgelden: het Brits imperialisme wordt als “aanstoker” van oorlog in Palestina gebrandmerkt [311]. Ook “La Libre Belgique” heeft kritiek op de Britten, maar dan omdat ze hun Mandaat in Palestina opgegeven hebben [312] . Half juni 1948 slaagt mevr. CORY er in “La Libre Belgique” zelfs in de Sovjet-Unie verantwoordelijk te stellen voor het uitbreken van de oorlog: “Sachant quelle conséquence pourrait avoir une pareille décision (het delingsplan van 1947), la Russie appuya de tout son poids la malheureuse “recommandation” visant au partage de la Palestine. Cette recommandation provoqua non seulement la guerre en Terre Sainte, …» [313]

Het antwoord van de kranten op deze «schuldvraag» is duidelijk ideologisch gekleurd: volgens de socialistisch-kommunistische pers (en ook «Le Soir» en «La Dernière Heure») zijn de Arabieren (die nog als feodaal en reactionair beschouwd worden) verantwoordelijk voor de oorlog tegen de Joden (die onder invloed staan van de socialistisch-zionistische beweging). Terwijl volgens twee katholieke kranten de Joden de agressors zijn.

Hiermee staan we voor de moeilijke vraag: wie heeft eerst geslagen? De Arabieren zijn duidelijk op 15 mei 1948 Israël binnen gevallen. Maar was de uitroeping van de staat Israël geen vorm van geweld, geen fysiek maar psychisch of diplomatiek geweld? En was deze onafhankelijkheidsverklaring geen antwoord op de aanvallen tegen Joodse nederzettingen? En moet die Arabische agressie niet gezien worden als represaille op Joodse provocaties? We stellen hier enkel de vraag omdat de kranten het niet doen…

Chronologisch gezien is het wel opmerkelijk dat “De Standaard” en de twee kommunistische kranten reeds voor 15 mei 1948 een agressor aanduiden; respectievelijk de Joden en Groot-Britannië (of beter: Groot-Britannië via de Arabische Palestijnen). In de grond is dit echter niet zo eigenaardig, omdat er in Palestina inderdaad eigenlijk al een oorlogstoestand heerste van voor de inval der Arabische staten op 15 mei [314].

Ook hier zijn de meeste uitlatingen logischerwijs in het begin van het conflict (april, mei, juni) terug te vinden. Enkel “Volksgazet”, “Le Peuple” en de “Drapeau Rouge” laten zich hierover later nog eens uit (respect. op 23 nov. ’48, 9 en 25 jan. ’49 en 27 jan. ’49), zonder hierbij van hun oorspronkelijk oordeel af te wijken.

Tenslotte rijst ook nog de indruk dat deze “schuldvraag” in Vlaanderen en Wallonië anders beantwoord werd. Slechts twee Vlaamse kranten (“Volksgazet” en de “Rode Vaan”) achten de Arabieren schuldig, terwijl in Wallonië vier kranten (“Le Soir”, “La Dernière Heure”, “Le Peuple” en de “Drapeau Rouge”) van die mening zijn. Maar dit is waarschijnlijk eerder toeval vermits twee Vlaamse kranten (“Gazet van Antwerpen”“ en “De Nieuwe Gazet”) zich niet uitspreken. “Gazet van Antwerpen” schrijft hier effectief niets over, terwijl RIP in “De Nieuwe Gazet” meent dat beide zijden te geweldig zijn [315]. We zullen verder zien dat RIP meermaals tracht de partijdige visies te overstijgen. Het is niet altijd gemakkelijk geweest dit te verwerken omdat die neutrale houding niet erg opzienbarend is en er soms uit bestaat niets te zeggen…

 

3. De krachtenverhouding.

 

Alle kranten laten zich wel eens iets ontvallen over de krachtenverhouding, over wie van beide partijen militair sterkst staat. De houding van de kranten evolueert naar gelang het conflict vordert. Er zijn min of meer twee evolutieschema’s af te lijnen.

In “De Standaard”, “Gazet van Antwerpen”, “Le Soir”, “La Libre Belgique” en “La Dernière Heure» zijn drie fasen te onderscheiden: voor de inval van de legers der Arabische staten worden de Joden sterker beschouwd dan Arabische bevolking in Palestina [316] ; vanaf de inval der Arabische staten tot en met het eerste bestand wordt het Arabische kamp het sterkst geacht. Wel wordt er opgemerkt dat de Joden ook niet zwak zijn en dat ze hardnekkig weerstand bieden [317]. Na het bestand, soms pas in de herfst van 1948, wordt aanvaard dat de Israëli’s sterkst zijn [318].

In “De Nieuwe Gazet”, “Le Peuple” en de “Drapeau Rouge” zijn er slechts twee fazen. De eerste uit heet vorig schema is hier verdwenen. Vanaf het begin wordt het Arabische kamp als het sterkste beschouwd [319], maar wordt ook bijgevoegd dat de Joden zich moedig verdedigen [320]. Vanaf half juliconstateert men in deze kranten dan, soms ietwat verrast, dat de Joden de bovenhand halen [321].

Enkel in de “Volksgazet” worden de Joden van begin tot einde als de sterkste partij aanzien [322].

Opmerkelijk is ook nog dat de Joden meestal voorgesteld worden als een goed georganiseerd, degelijk uitgerust en bewapend, uitstekend voorbereid en getraind, modern leger [323].

Terwijl van de Arabieren meestal het beeld opgehangen wordt van een zeer talrijke maar slecht bewapende horde krijgers [324]. Dit is echter niet altijd het geval. Zo bijvoorbeeld gaat RIP eind april 1948 in “De Nieuwe Gazet” regelrecht in tegen deze voorstelling:”Het ziet er nu wel naar uit dat de modern uitgeruste Joden in Palestina zich zullen vergist hebben, mochten ze zich ingebeeld hebben dat ze slechts fantazias tegenover zich zouden vinden. Ook langs Arabische zijde rukken in kaki geklede en van moord- en vernielingstuig voorziene troepen op Palestina aan, in plaats van door sjeiks aangevoerde, in spookachtige burnoes en op paarden en kamelen gezeten horden van Mohammed” [325].

“De Standaard”” wijst er in november 1948, dit is na de Israëlische overwinningen, trouwens op dat “de Joden in het Nabije Oosten steeds een kleine minderheid zullen blijven. Hun organisatorische en militaire voorsprong zullen ze niet kunnen blijven behouden. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, waarbij ze de steun der machtige vrienden zullen moeten missen”[326].

In “Gazet van Antwerpen“ en “De Nieuwe Gazet” wordt (in 1948 reeds !) gewezen op de enorme troef die de Arabische landen in handen hebben via de olievelden [327].

Naast de mindere kwaliteit van de Arabische troepen wordt echter ook vaak de onderlinge verdeeldheid tussen de Arabische staten als een verzwakkende factor aangehaald [328].

Dit thema is ook nauw verbonden met de steun die de oorlogsvoerders krijgen. Dit aspect wordt hierna behandeld [329].

Over de vraag wie sterkst is, verschillen de kranten uiteindelijk weinig, vermits dit door de feiten wordt uitgewezen. Nochtans spreekt men zich hier eigenlijk ook – zij het onrechtstreeks – uit over wie de aanvaller is.Want er kan gemakshalve van uitgegaan dat de zwakste moeilijk de agressor kan zijn. In het begin van deze oorlog wordt dit principe consequent toegepast: de Arabische statenzijn sterkst, vallen Palestina binnen en worden dus meestal [330] ook als de agressor bestempeld. Na de eerste bestandsperiode verandert de krachtenverhouding en komt de Israëlische militaire superioriteit stilaan aan de dag. Maar Israël wordt door sommige kranten (“Le Soir”, “Le Peuple”, “Drapeau Rouge”) ondanks het feit dat ze zogenaamde Arabische delen van Palestina en zelfs de Sinaï binnenvallen, niet als agressor beschouwd. Zo bijvoorbeeld schrijft OBSERVER in “Le Soir” naar aanleiding van een Israëlische actie in de Sina¨: “Les délégués juifs, à supposer que le Conseil de Sécurité les invite à comparaître, pourront toujours invoquer le droit de la légitime défense et l’action des avions de bombardement égyptiens sur la capitale de leur pays» [331].

Men vindt dus eigenlijk dat Israël zich in staat van wettige zelfverdediging bevindt [332]. En later is de aanval de beste verdediging… De vraag kan hier dus gesteld worden of sommige kranten niet met twee maten en twee gewichten meten.

 

4. De steun aan de oorlogvoerende partijen.

 

Op de vraag “wie hulp krijgt van wie?” geven alle kranten terloops een antwoord. Het is normaal dat de kranten dit reeds van in het begin van de oorlog vermelden. Het is dan ook opmerkelijk dat vier kranten (“De Standaard”, “Gazet van Antwerpen“, “De Nieuwe Gazet” en “Le Peuple”) pas zeer laat (januari 1949) gewag maken van die steun.

De meeste dagbladen vermelden zowel de steun die Israël ontvangt, als die welke de Arabische staten krijgen. Twee kranten vermelden slechts de steun die één van beide partijen ontvangt: “De Standaard” vermeldt enkel de hulp aan Israël en “Rode Vaan” vernoemt slechts de steun van het Arabische kamp. Enkel de buitenlandse steun van de vijand aanduiden is een veelgebruikt middel om die tegenstrever in een slecht daglicht te plaatsen. Vooral “De Standaard”, “Gazet van Antwerpen” en “La Libre Belgique” benadrukken de militaire steun van heet Oostblok aan Israël [333]. En nemen het, zoals ook andere kranten, vooral Tsjechoslowakije kwalijk dat de wapentoevoer onderhouden bleef na het wapenembargo van de UNO [334]. Zo bijvoorbeeld staat begin februari 1949 in “La Libre Belgique” te lezen: “On ne peut perdre devue que c’est encore en violation des mêmes ordres de Conseil de Sécurité de ne pas fournir des armes aux belligérants qu’Israël, approvisionné en matériel de guerre par la Tchechoslovakie, put vaincre les armées arabes»[335].

Wel dient opgemerkt dat deze drie katholieke kranten ook de hulp van de VS aan Israël vermelden [336]. Maar hier wordt enkel de financiële en economische steun vermeld. Zo bijvoorbeeld schrijft A. CRAEYNEST begin januari 1949 in “Gazet van Antwerpen”: “De Joden weten goed genoeg dat zij de steun van Uncle Sam op het ogenblik moeilijk kunnen missen, zowel op economisch als diplomatiek plan”[337].

Terwijl “De Nieuwe Gazet”, “Volksgazet”, “Le Soir”, “La Dernière Heure” en “Le Peuple” énkel de Sovjethulp aan Israël vermelden [338]. Opmerkelijk hierbij is dat de Joodse journalist A. KOESTLER in “Volksgazet” en “Le Soir” [339] deze communistische hulp aan Israël niet als negatief ervaart, wat in andere kranten wel het geval is. Hij benadrukt dat het dankzij die steun is dat Israël overleefd heeft !

In “De Standaard”, “Gazet van Antwerpen” en “Le Soir” [340] wijst men ook nog op de steun van de Joden uit gans de wereld aan de Joodse staat. R. MOTZ schrijft in “Le Soir”: “Les combattants juifs sont soutenus en armes, en argent et en hommes par les 12 millions de Juifs répandus dans les 5 parties du monde” [341].

De Britse steun aan het Arabische kamp, en dan vooral aan Transjordanië, wordt door alle kranten, behalve door “De Standaard”, “De Nieuwe Gazet” en “Volksgazet” vermeld [342].

Vooral de twee kommunistische kranten onderstrepen dit goed. Zo bijvoorbeeld schrijft de «Drapeau Rouge» eind januari 1949: “En effet, le souvenir de l’agression contre Israël, qui n’eut pas eu lieu sans l’appui militaire et politique accordé par Londres aux pays arabes, est présente dans tous les esprits”[343].

De steun van de VS aan sommige Arabische landen wordt in drie kranten vermeld. “Volksgazet” beschouwt dit als een positief element in de strijd tegen de invloed van het communisme [344], terwijl dit voor de “Rode Vaan” en de “Drapeau Rouge”[345] eens te meer het bewijs is van de verderfelijke activiteiten van het Westers imperialisme.

Opmerkelijk is ook nog datverschillende kranten (“Volksgazet”, “Le Soir” en “La Libre Belgique”) [346] er op wijzen dat de Arabische landen geen internationale steun genieten. Zo bijvoorbeeld schrijft mevr. CORY in januari 1949 in “La Libre Belgique”: “Les Arabes ne jouissent nullement de pareils privilèges. On les laisse se débrouiller seuls. Aucune grande puissance ne les soutient ouvertement. Le peu qu’ils peuvent obtenir vient de l’Angleterre»[347]. De bedoeling hiervan kan zijn de Arabieren als de zwaksten voor te stellen en zo de sympathie op te wekken. De zwakste partij kan toch moeilijk de gevaarlijkste of de agressiefste zijn. Voortgaand op haar eerder pro-Arabische houding is dit waarschijnlijk het doel van “La Libre Belgique”. Terwijl we de indruk hebben dat de Joodse auteur A. KOESTLER in “Volksgazet” en “Le Soir” daarmee eerder tracht de Arabische staten onsympathiek voor te stellen: hun zaak wordt door niemand gesteund, ze zal dus wel verkeerd zijn …

Een gelijkaardige poging, in het voordeel van Israël dan, treffen we aan in de “Drapeau Rouge” [348]. Men suggereert er eind mei 1948 dat Israël het moeilijker heeft omdat zijn hulp van overal moet komen …

Hoewel het volgens de kranten enerzijds niet te loochenen is dat beide partijen buitenlandse militaire steun krijgen [349], is het anderzijds moeilijk uit te maken wie precies wie steunt en vooral hoe groot die steun is [350]. Hierdoor tracht men vooral te wijzen op de steun die de tegenstanders krijgen en dit verklaart ook de verdachtmakingen en de insinuaties. Zo schrijven de twee kommunistische kranten dat Britse officieren meestrijden aan de Arabische zijde [351], terwijl de katholieke “Gazet van Antwerpen” gewag maakt van “Sovjetsoldaten” en “communistische agenten” in Israël [352].

 

5. Prognoses en vooruitzichten.

 

Op basis van de krachtenverhouding en de hulptoevoer, trachten de kranten – vaak naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis- prognoses te maken. Alhoewel die voorspellingen dikwijls in vraagvorm geformuleerd zijn, soms gebaseerd zijn op geruchten, erg gediversifieerd zijn, meestal terloops vermeld worden en vaak snel door de feiten achterhaald zijn,kunnen ze ons toch iets leren over de houding, de sympathieën en antipathieën van die kranten. En ook over hoe men de situatie toen zag.

De meeste kranten zien de toekomst vrij somber in. Reeds voor het uitbreken van de eigenlijke, open oorlog op 15 mei 1948 zijn de commentaren in mineur: “In elk geval zou het voor hen (= de Joden) nog een harde en bittere strijd kunnen worden” [353], “Il apparaît inévitable que la Palestine soit pendant longtemps encore le théatre de scènes de violence…”[354].

Naar aanleiding van het eerste bestand van 11 juni tot 9 juli 1948 worden de vooruitzichten positiever in “De Standaard”, “Gazet van Antwerpen”, “Volksgazet”, “Le Soir” en “La Libre Belgique” [355]. Maar deze kranten staan alle, behalve “Volksgazet”, sceptisch tegenover dit bestand. Terecht wordt opgemerkt dat “beide partijen er vooral gebruik van zullen maken om even uit te blazen” [356]en dat “une fois cette période ecoulée, les hostilités reprendront comme auparavant” [357].

In vijf kranten (“De Standaard”, “De Nieuwe Gazet”, “Volksgazet”, “Le Soir” en “Drapeau Rouge”)[358] is men in de loop van deze periode [359] ook bevreesd dat dit conflict zich zal uitbreiden en zo een gevaar voor de wereldvrede inhoudt. De pas voorbije wereldoorlog en de Koude Oorlog spelen hierin waarschijnlijk een rol.

In de eerste helft van januari 1949 is er een plotse verslechtering in de vooruitzichten, door het Israëlisch-Brits conflict in verband met het neerhalen van vijf R.A.F.-vliegtuigen door Israël op 7 januari 1949 en door het moeizaam verloop van de Israëlisch-Egyptische besprekingen op Rhodos. Dit is het geval in “De Standaard”, “Gazet van Antwerpen”, “Volksgazet”, “Le Soir”, “La Libre Belgique” en “Le Peuple” [360].

Vanaf half januari 1949 zijn de verwachtingen terug rooskleuriger in “De Standaard”, “Volksgazet”, “Le Soir”, “La Libre Belgique”, “La Dernière Heure” en “Le Peuple” [361], omdat de dreiging van het Israëlisch-Brits conflict geweken is en omdat de onderhandelingen tussen Egypte en Israël goed lijken op te schieten. De andere kranten laten er zich niet over uit. Men is toch een beetje terughoudend omdat enkele kranten (namelijk “De Standaard” en “Gazet van Antwerpen“) in juli soms een beetje te optimistisch waren [362]. Ze hebben geleerd dat men in de internationale politiek en diplomatie niet te vlug mag victorie kraaien.

Naast deze chronologische evolutie is het moeilijk algemene krachtlijnen te ontdekken. In “De Standaard”, “Volksgazet” en “Le Soir” zijn veel optimistische prognoses te lezen, terwijl in “Volksgazet”, “La Libre Belgique” en ook in “Le Soir”veel negatieve verwachtingen te vinden zijn. In “Volksgazet” en “Le Soir” staan dus veel positieve én negatieve vooruitzichten, maar de negatieve zijn duidelijk overwegend. In deze beide kranten staan dus in het algemeen meer prognoses. Welke constataties we hier moeten (kunnen) uit af leiden is ons niet duidelijk.

In de twee communistische kranten en in “La Dernière Heure” staan er heel weinig vooruitzichten. Welke conclusies we daar kunnen aan vastknopen is ons ook niet duidelijk. Typisch is wel dat ook in de voorspellingen van de “Rode Vaan” en de “Drapeau Rouge” het Anglo-Amerikaans imperialisme er slecht uit komt.

 

6. Oplossingen.

 

Alle kranten geven wel enkele elementen aan die moeten in acht genomen worden op de weg die naar een vergelijkzou kunnen leiden. Ze spreken zich ook uit over de bemiddelingspogingen en sommige formuleren zelf ook enkele voorstellen die tot een oplossing zouden kunnen leiden.

De meeste kranten, enkel de twee kommunistische en “Le Peuple” spreken zich hier niet duidelijk over uit, vinden dat: de extremisten aan beide zijden zoveel mogelijk moeten aan banden gelegd worden [363], beide partijen (en vooral Israël) toegevingen moeten doen [364], de zwakste op militair vlak de wil van de sterkste niet mag ondergaan [365], want “cette paix forcée, la paix du plus fort, mènerait-elle à la paix véritable?” [366]. Men moet de Arabieren dus ontzien en een evenwichtige oplossing dient gevonden. De meeste kranten zien dit gevaar dus en waarschuwen er voor; vrij vroeg zelfs (mei-juni 1948). Ze laten zich hier dus niet in de eerste plaats leiden door hun sympathieën, maar door wijsheid en gezond verstand. Of is het uit sympathie met de zwaksten?

Dat ze met beide voeten in de realiteit staan en zich niet vermeien in het voorstellen van onrealistische vredesplannen, blijkt ook uit het feit dat zeven van de tien kranten (enkel de “Rode Vaan”, “De Nieuwe Gazet” en “La Dernière Heure” niet)[367] vanaf juni-juli 1948 stellen dat de Arabische staten zich zullen moeten neerleggen bij en uitgaan van het voldongen feit dat de staat Israël bestaat [368]. Zo bijvoorbeeld schrijft R. LACOSTE begin juni 1948 zelfs in “La Libre Belgique”: “Les Arabes, malgré toutes les justifications théorique qu’ils peuvent apporter à leur thèse, devront de leur côté accepter une situation de fait regrettable sans doute pour eux. Mais comme il est trop tard pour éliminer l’Etat sioniste, …»[369]. G.M. stelt vijf maand later in dezelfde krant wel dat «le fait accompli ne peut pas servir de base à des conclusions valables» [370], maar hij weet zelf dat zijn woorden een vrome wens zullen blijven.

Dit realisme blijkt ook uit het pleidooi van drie kranten, namelijk “De Standaard”, “Volksgazet” en “La Dernière Heure” [371], voor het (gewapenderhand) opleggen van een vrede, omdat anders “Klein-Azië een haard zal blijven van gewelddadig geschil, dat in zich de kiemen bergt van een ware internationale crisis”[372]. Enkel “Gazet van Antwerpen“ en ook “Volksgazet” [373] hielden in de eerste helft van juni 1948 staande dat “een oplossing slechts mogelijk is als beide partijen akkoord gaan. Een regeling van buiten opgedrongen heeft geen zin” [374] . Op één maand tijd is “Volksgazet” dus heel wat realistischer geworden, al dient aangestipt dat ze ook in juni reeds de mogelijkheid van het aanwenden van machtsmiddelen open gelaten of in het vooruitzicht gesteld hebben.

Tegenover dit zakelijk realisme staat een bijdrage in de religieuze kroniek van “La Libre Belgique”, waarin paus PIUS XII en kardinaal VAN ROEY hun vertrouwen stellen op het gebed als middel om de rust en de vrede in Palestina te doen terugkeren [375].

Over hoe die oplossing er in de grond moet uitzien, zijn alle kranten het in grote lijnen eens. Ze laten zich hierbij leiden door realiteitszin en voldongen feiten. De meeste stellen immers een deling van Palestina voor [376], want er zijn twee volkeren en door de oorlog is er reeds een feitelijke verdeling geschied. Of het om twee afzonderlijke staten of twee gemeenschappen in een federale staat moet gaan, stelt men niet duidelijk. “La Libre Belgique” en “De Nieuwe Gazet” [377] opteren wel duidelijk voor een unitaire staat, met twee volksdelen die absoluut gelijke rechten moeten hebben omdat dit democratischer is [378].

Hoe die oplossing of de formule van die verdeling er concreet moet uitzien, kunnen we min of meer afleiden uit de houding van de kranten tegenover het UNSCOP-delingsplan van november 1947 en het plan Bernadotte [379].

Het delingsplan werd door de twee kommunistische kranten [380] beschouwd als dé oplossing en ze betreuren dan ook ten zeerste dat het gekelderd werd door de imperialistische grootmachten. De redenen hiervan liggen voor de hand: hun belangen. Zo bijvoorbeeld ontleedt S. MIKOUNIS, een leider van de Palestijnse kommunistische partij, de toestand als volgt in de “Drapeau Rouge”: “La création en Palestine, d’Etats juif et arabe indépendants, pourrait être un obstacle sérieux pour l’impérialisme britannique; elle intensifierait la lutte des masses populaires dans les pays voisins pour leur complète indépendance. D’où la résistance acharnée de l’Angleterre aux décisions de l’ONU et le soutenu camouflé de l’impérialisme américain»[381].

De twee socialistische kranten en «Le Soir» zien in dat het plan niet volledig voldeed en dat het nu, na de oorlogsverrichtingen, moet aangepast worden. Maar ze betreuren vooral dat er geen gewapende internationale macht was om het te doen toepassen [382].

 

“De Nieuwe Gazet” vermeldt het UNSCOP-plan wel, maar spreekt er geen oordeel over uit [383]. Ook de andere liberale krant “La Dernière Heure” analyseert eind april 1948 het delingsplan vrij objectief, maar komt toch tot een negatieve slotsom, niet omdat dit voorstel de Joden zou bevoordelen, maar wel omdat “dit plan niet vrij was van bijbedoelingen en diplomatieke lichtzinnigheden” [384].

De drie katholieke kranten kanten zich tegen het delingsplan omdat het onuitvoerbaar is, geen definitieve oplossing biedt, de Arabieren benadeelt en onsamenhangend is [385]. R. LACOSTE schrijft bijvoorbeeld in “La Libre Belgique”: On constate à Londres que (l’expérience vient de le prouver clairement) le projet de partage, établi si péniblement, est incohérent. Il découpe absurdement le pays» [386] .

«De Standaard» vermeldt nog het veelzeggende feit dat «in ieder geval veel delegaties in de UNO op het laatste moment hun houding (tegenover het UNSCOP-plan) wijzigden. Die stemming droeg toen geheel de stempel van een sympathiebetuiging voor de VS, dat toen net zijn grootse plannen voor financiële en economische steun (het zogenaamde Marshallplan) had bekend gemaakt” [387]. De VS wordt dus enerzijds door de katholieke kranten verweten het delingsplan aanvankelijk toch niet toegepast te hebben…

Het voorstel van de VS om Palestina dan voorlopig onder UNO-voogdij te plaatsen[388], wordt door alle kranten die er commentaar op leveren (“Volksgazet”, “Rode Vaan” en “Le Soir”) afgekeurd [389].

Staan de kommunistische kranten positief, en de katholieke negatief tegenover het verdelingsplan, dan is dit tegenover het plan van F. BERNADOTTE (juni 1948) juist omgekeerd. Dit plan wordt door de twee kommunistische kranten ree”De Standaard” begin juli 1948 verworpen [390] omdat het Israël, dat daarbij de Negev zou verliezen, benadeelt en Groot-Britannië bevoordeelt doordat de bodemrijkdommen van de Negev onder controle van de “Britse vazal” ABDOELLAH zouden komen. En ook omdat dit plan zich verzet tegen de oprichting van een Arabische onafhankelijke staat op het overwegend Arabisch gebied in Palestina. Dit gebied zou namelijk toegekend worden aan de Arabische “agressors” [391].

Ook “Le Peuple” en «Le Soir» [392] spreken zich tegen het voorstel van BERNADOTTE uit[393]. “Volksgazet” haalt zowel positieve als negatieve elementen aan [394].

Van de katholieke kranten [395] is het vooral “La Libre Belgique” die het plan Bernadotte uitvoerig verdedigt. Zo bijvoorbeeld schrijft R. LACOSTE: “Le plan du comte Bernadotte qui voulait simplifier l’”tonnant et arbitraire découpage de la Palestine en un invraisemblable damier, avait pour effet d’échanger le Negeb contre la Galilée, ce qui avait pour résultat de constituer aux Juifs et aux Arabes des Etats d’un seul tenant” [396].

Ook de twee liberale kranten laten een lichte voorkeur blijken voor dit plan [397].

Opvallend is wel dat de meeste positieve uitlatingen over het plan-Bernadotte van juni 1948, vooral te vinden zijn in het najaar van 1948. Dit is des te eigenaardiger omdat Israël dan de Negev juist volledig in zijn macht heeft [398].

Voor de meeste kranten is het duidelijk dat de grootste problemen die een oplossing in de weg staan, de Negev, de Joodse immigratie en Jeruzalem zijn. De Palestijnse vluchtelingen zien zij dan blijkbaar nog niet als hét probleem.

Van de Joodse immigratie vinden vier kranten, weliswaar in verschillende gradatie, dat ze moet in de hand gehouden worden. “La Dernière Heure” vraagt Joodse gematigdheid [399], “Volksgazet” pleit voor een inwijking die evenredig is met de economische mogelijkheden van het land [400], “De Nieuwe Gazet” en “De Standaard” achten een beperking nodig[401].

Over de vraag aan wie de Negev moet toekomen, spreken de kranten zich meestal niet uit. Ze stellen het probleem, wijzend op de enorme bodemrijkdommen Soms wordt nog een bemerking toegevoegd, de één al partijdiger dan de andere. Zo merkt J. ANTOINE begin januari ’49 in “Le Peuple” op: “A vue de nez, il nous semble que le Negev est assez grand pour qu’on puisse donner à chacun une satisfaction acceptable” [402]. In «De Standaard» van 26 januari 1949 leest men: «Ook zonder de Neguev, vooral zonder de hele Neguev, valt er nog zeer veel op te bouwen in de nieuwe staat» [403].

Ook Jeruzalem, waar niet alleen de twee vijanden oog in oog met elkaar staan, maar waar zich ook nog de Heilige Plaatsen bevinden, is een uiterst delicaat punt. De meeste kranten duiden aan dat dit een twistpunt is tussen Joden en Arabieren, maar spreken zich niet duidelijk uit in het voordeel van één van beide [404]. Ze houden het bij de stelling dat Jeruzalem moet beschermd worden door een internationaal statuut. In dit kader krijgen de exclusieve aanspraken van de Joden op Jeruzalem wel enige vegen uit de pan, vooral van de katholieke kranten (“De Standaard”, “Gazet van Antwerpen” en “La Libre Belgique”)[405].

Vanaf september 1948, maar vooral in het begin van 1949 groeit de vrees in sommige kranten dat van die internationalisatie niets in huis zal komen [406]. In deze commentaren klinkt precies enige katholieke onverdraagzaamheid of toch zeker wantrouwen ten aanzien van de Joden door [407]. Zo bijvoorbeeld schrijft R. LACOSTE in “La Libre Belgique” van 23 september 1948: “ On est tres sceptique sur l’acception par les Juifs du caractère international de Jérusalem”[408].

En CARTON de WIART waarschuwt er voor dat de Joden enkel de internationalisatie van Oud-Jeruzalem, dat in handen van Transjordanië is, willen aanvaarden, maar niet die van gans Jeruzalem. Hij voegt er aan toe dat dit onaanvaardbaar en in de praktijk onhoudbaar zou zijn [409].

De katholieke kranten en vooral “La Libre Belgique” gaan dus uitgebreid op deze problematiek in, terwijl de twee kommunistische kranten en “Le Soir” er aan voorbij gaan. De andere kranten vermelden dit probleem even.

Door de uitzichtloosheid van het diplomatieke steekspel, dat trouwens nooit aan iedereen voldoening schenkt, laten sommige kranten er zich soms toe verleiden minder gangbare en meestal meer radicale oplossingen te suggereren. Zo laat “De Standaard” zich op 14 mei 1948 ontvallen dat “een volledige overwinning van één van beide partijen de rust zou kunnen doen weerkeren”[410]. De “Volksgazet” neemt dit eind 1948 ook in overweging, stelt zelfs dat Israël daartoe in staat zou zijn, maar merkt dan op dat dit nooit meer dan iets voorlopigs zou kunnen zijn [411]. MEMORATOR schrijft begin 1949 in “La Dernière Heure” [412]dat uit een groot Arabisch rijkvrede zou kunnen groeien in de Levant. Waarschijnlijk doordat hij meent dat de verhouding tussen Israël en de Arabische staten dan evenwichtiger zou zijn.

RIP schrijft in “De Nieuwe Gazet” dat het voor alle partijen gemakkelijker zou geweest zijn indien de Joden Madagascar als nieuw vaderland hadden aanvaard [413]. Een maand later merkt hij op dat toen de Joden toch Palestina hadden gekozen, ze er verstandiger aan hadden gedaan hun geleidelijke kolonisatie van Palestina verder te zetten, waardoor ze uiteindelijk wel zouden geslaagd zijn in hun opzet. “Maar ze hebben het hals over kop willen doen, door oorlogsgeweld tegen haar beveiligers zelve, en … waar staan ze nu met hun idealisme van alles of niets ?” [414].

Het radicaalste voorstel staat, volgens ons, in de vrije tribune van “Le Soir” van 10 juni 1948. R. MOTZ, toenmalig voorzitter van de liberale partij, stelt: “Il est possible qu’après ce qui c’est passé au cours des dernières semaines, le voisinage, la cohabitation des populations juives et arabes ne soient plus réalisables. Si ce déplorable état de choses devait s’imposer, il faudrait alors, dans l’intérêt de la paix, effectuer des déplacements de populations. Mais il est raisonnable, il est prudent, il est juste que soit organisé, en Palestine, un Etat israélite» [415] .

Waarschijnlijk bedoelt hij daarmee dat de Arabische bevolking die in de nieuwe staat Israël woont, moet verhuizen naar overwegend Arabische gebieden.

Ondanks deze soms vrij radicale voorstellen, zijn vijf kranten van vier verschillende ideologische groepen (!), nl. “De Standaard”, “Volksgazet”, “Le Soir”, “La Libre Belgique” en de “Drapeau Rouge” [416] het er uitdrukkelijk over eens dat op langere termijn samenwerking tussen beide partijen de enige, echte oplossing kan zijn. Want “de regering van Israël moet er op bedacht zijn dat op de duur een veilig bestaan van de nieuwe staat niet denkbaar is te midden van openlijk vijandige nabuurstaten” [417].

 

In “La Libre Belgique” en de “Drapeau Rouge”[418] benadrukt men bovendien dat deze samenwerking reeds mogelijk zou geweest zijn indien er geen buitenlandse inmenging was geweest. “La Libre Belgique” [419] ziet deze samenwerking echter in een Arabisch Palestina, terwijl de ”Drapeau Rouge” een Palestina met twee federale staten voor ogen heeft…[420].

 

In sommige standpunten spelen dus sympathieën van de kranten mee, bijvoorbeeld in verband met het UNSCOP-plan en het plan-Bernadotte. Onrechtstreeks blijkt hier dus dat de kommunistische kranten pro-Israël zijn, vermits het UNSCOP-plan vrij voordelig en het plan Bernadotte eerder nadelig voor Israël was; en de katholieke kranten eerder pro-Arabisch…

Andere stellingnamen worden bepaald door realiteitszin. Bijvoorbeeld: bij een oplossing uitgaan van de staat Israël, een opsplitsing doorvoeren, …

Op te merken valt ook nog dat de meeste kranten zich in het begin vooral bezig houden met globale vredesregelingen, terwijl ze zich later meer toeleggen op allerlei deelproblemen (de Negev, Jeruzalem).

 

7. Een incident: de moord op F. Bernadotte (17/9/48).

 

Dit incident wordt als voorbeeld genomen van een voorval dat tijdelijk veel stof doet oplaaien in de pers, maar dat eigenlijk niet veel aan de grond van de zaak verandert en na verloop van tijd terug verdwijnt uit de kranten. Deze incidenten zouden zware consequenties kunnen hebben, maar dit is meestal niet het geval…

Alle kranten die dit voorval bespreken [421], keuren die moord natuurlijk in de meest heftige bewoordingen af [422]: “een politieke misdaad” [423], “weerzinwekkend en tragisch” [424], “cet assassinat odieux et parfaitement absurde” [425]. Over de doden ook niets dan lof … [426]: “Een leven volledig in dienst van de mensheid, volledig ten bate van de vrede” [427], “Nous nous inclinons avec le plus profond respect devant cette grande figure”[428],…

Sommige kranten belichten ook enkele andere aspecten van deze daad. “De Standaard”, “Le Soir” en de “Drapeau Rouge” suggereren dat deze misdaad enkel het symptoom is van een mislukte politiek [429].

“De Standaard” [430] en “La Libre Belgique” stellen ook de staat Israël verantwoordelijk voor deze aanslag. Zo redeneert “La Libre Belgique” als volgt: “De Jérusalem on nous dit aujourd’hui: “C’est le crime d’aventuriers et de hors-de-la-loi exécrés par la nation entière». (Mais) C’est le destin de meurtriers d’être rejetés du sein des communautés qui armèrent leur bras» [431].

Begin oktober 1948 tracht XXX in diezelfde katholieke krant zelfs de schuld op de USSR af te schuiven: «Ne fut-il (= Stern) pas un simple exécutant? Qui s’élevait constamment contre les activités du comte Bernadotte? Qui soutenait secrètement les organisations terroristes juives? Qui, sinon les organisations communistes. Le but de cette politique soviétique est clair…» [432].

 

Ook hier zien we dus dat sommige kranten onrechtstreeks positie kiezen: de katholieke kranten stellen ook Israël verantwoordelijk, de afkeuring van de moord in de kommunistische pers is er beperkt, de katholieke “La Libre Belgique” tracht de communisten de schuld te geven,… Maar er zou allicht nog meer te doen zijn geweest in de Belgische pers over deze aanslag indien de Belgische staatsman Paul VAN ZEELAND [433] in 1948 die opdracht had toegewezen gekregen, waarvoor hij samen met Folke BERNADOTTE kandidaat was…[434]

 

Besluit bij hoofdstuk 1.

 

In dit hoofdstuk zijn we de houding van de kranten tegenover het conflict zelf nagegaan. Hoe analyseren de kranten het conflict?

Opvallend hierbij s dat de kranten vaak onrechtstreeks hun voorkeur laten blijken voor één van beide partijen. Bijvoorbeeld bij het ontleden van de oorzaken van het probleem en van de vredesplannen, bij het vermelden van de hulpbronnen, …

Sommige stellingnamen zijn bepaald door sympathieën, die vaak gebaseerd zijn op ideologische gronden, met name het aanduiden van de agressor, de alternatieve oplossingen,…

Andere stellingnamen zijn ingegeven oor de feiten en door realiteitszin, bijvoorbeeld de krachtenverhouding, de algemene lijnen om tot vrede te komen, …

Uit dit alles hebben we kunnen opmaken dat de “Rode Vaan”, “Volksgazet”, “Le Soir” en de “Drapeau Rouge” pro-Israël zijn. Terwijl “De Standaard”, “Gazet van Antwerpen” en “La Libre Belgique” eerder negatief staan tegenover Israël en gunstig ten opzichte van het Arabische kamp. Van “De Nieuwe Gazet”, “La Dernière Heure” en “Le Peuple” kunnen we

nog geen duidelijke partijkeuze opmerken. Dit wil echter niet zeggen dat ze geen visie hebben, maar nu eens staan ze gunstig tegenover de ene partij, en een andere maal tegenover de andere partij.RIP in “De Nieuwe Gazet” en in mindere mate MEMORATOR in “La Dernière Heure” doen soms pogingen om de onoverkomelijk kijkende tegenstelling te overbruggen en een genuanceerd oordeel uit te spreken.

 

Met andere woorden kunnen we dus voorlopig stellen dat de katholieke kranten eerder tegen Israël zijn en voor de Arabieren, en de linkse dagbladen de Israëlische zaak steunen en niet de Arabische. Terwijl de liberale pers eerder genuanceerd is. De houding van de Belgische kranten tegenover het Israëlisch-Arabisch conflict van 1948 is dan ook eerder ideologisch dan communautair bepaald.

In deze ideologische stellingname speelt de Koude Oorlogssfeer blijkbaar een belangrijke rol wantde niet-communistische kranten – de socialistische incluis – trachten overal waar mogelijk de rol van de VS en van Groot-Britannië in een gunstig daglicht te plaatsen, terwijl de USSR terloops enkele malen bekritiseerd wordt. In de kommunistische pers is het scenario juist omgekeerd…

De confrontatie van deze twee zienswijzen is uiterst verhelderend.

 

De zaken die hier besproken worden hangen nauw samen met de feitelijke werkelijkheid (bijvoorbeeld: de agressor, de krachtenverhouding, de vredesvoorstellen, de moord op F. Bernadotte) en in dat opzicht is er wel enige chronologische evolutie. Maar de grondhoudingen van de kranten zelf veranderen nauwelijks.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[284] Dit is niet ten opzichte van het ander buitenlandsnieuws in die kranten, maar in vergelijking met andere aspecten van het Israëlisch-Arabisch conflict.

[285] Zie ook p. 87 – 88.

[286] De Standaard, 16 mei ’48 p.3, 10 juni ’48, p.3; Gazet van Antwerpen, 16 nov. ’48 p.3; De Nieuwe Gazet, 26 mei ’48 p.1; Volksgazet, 5/6 mei ’48 p. 1/5, 27 jan. ’49 p.4; RV, 24/25 april ’48 p.3, 30 april ’48 p.3, 3 mei ’48 p.1, 15/16 mei ’48 p. 1/2, 27 nov. ’48 p.3, 11 jan. ’49 p.3; LS, 12 juni ’48 p.1; La Libre Belgique, 17 juni ’48 p.3, 2 sept. ’48 p.1; La Dernière Heure, 29 april ’48 p.3, 16 jan. ’49 p.2; Le Peuple, 8/9 aug. ’48 p.1, 9/10 jan. ’49 p.3; Drapeau Rouge, 1 juni ’48 p. 1/3, 20 okt. ’48 p.3.

[287] RV, 24/25 april ’48 p.3, 3 mei ’48 p.1, 4 mei ’48 p.4, 8/9 mei ’48 p.4; Drapeau Rouge, 15/16 mei ’48 p.3, 18 mei ’48 p.1/5, 1 juni ’48 p. 1/3, 2 juni ’48 p. 1/4.

[288] Drapeau Rouge, ‘ juni ’48, p.2. H. DETIERE, Pourquoi ils poussent à la guerre en Palestine.

[289] La Libre Belgique, 6 april ’48 p. 1/2, 20 mei ’48 p.1, 17 juni ’48 p.3; Volksgazet, 27 jan. ’49 p.4.

[290] La Libre Belgique, 6 april ’48, p. 1/2, R. LACOSTE, Le jugementde Salomon. L’Angleterre et la Palestine.

[291] De Nieuwe Gazet, 30 april ’48 p.1; Volksgazet, 5/6 mei ’48 p.4; La Libre Belgique, 2 sept. ’48 p.1; La Dernière Heure, 16 jan. ’49 p.2.

[292] Volksgazet, 14 juli ’48 p.2, A. KOESTLER, Geboorte ener natie, dl.4; LS, 14 juli ’48 p.1/2, A. KOESTLER, Naissance d’une nation.

[293] La Libre Belgique, 31 aug. ’48 p. 1/2; Le Peuple, 5 aug. ’48 p.1.

[294] La Libre Belgique, 23 nov. ’48 p. 1/2, G.M., Le conflit du droit et du fait accompli.

[295] La Dernière Heure, 19 mei ’48 p.2, MEMORATOR, L’actualité diplomatique: l’Etat d’Israël: «C’est précisement cette ambition qui se heurta à l’hostilité du monde arabe».

[296] De Standaard, 23 mei ’48 p.1/3, Op de uitkijk: twistappel.

[297] La Dernière Heure, 16 jan. ’48 p.2, MEMORATOR, La Palestine sur fond d’histoire: «Les historiens attribuent 3 causes principales à la question d’Orient: 1° le conflit religieux, 2° les rivalités entre Etats, 3° les rivalités des grandes puissances».

[298] De Standaard, 4 mei ’48 (!) p.3, Op de uitkijk: zenuwoorlog. Dit is dus nog voor het eigenlijk begin van de

oorlog !

[299] La Libre Belgique, 15 juli ’48 p. 1/2, R. FARRAN, Mémoire d’un officier britannique en Palestine.

[300] De Standaard, 4 mei ’48 (!) p.3, Op de uitkijk: zenuwoorlog.

[301] La Libre Belgique, 5 aug. ’48 p. 1/2, GLUBB PACHA, Un article sur le conflit palestinien.

[302] Volksgazet, 22 juni ’48 p. 2, 23 nov. ’48 p.4; RV, 8/9 mei ’48 p.3; LS, 30 mei ’48 p.2, 23 juni ’48 p.1/2; La Dernière Heure, 19 mei ’48 p.2; Le Peuple, 25 mei ’48 p.1, 25 jan. ’49 p.3; Drapeau Rouge, 16 april ’48 p. 1/3, 15/16/17 mei ’48 p.3, 27 jan. ’49 p.3.

[303] LS, 30 mei ’48 p. 2, R. HISLAIRE, Le conflit palestinien et les relations anglo-américaine.

[304] Le Peuple, 25 jan. ’49 p. 3, J. ANTOINE, Actualité internationale: élections.

[305] Le Peuple, 9/10 jan. ’49 p. 3, J. ANTOINE, Actualité internationale: le voix d’Israël.

[306] RV, 3 mei ’48 p. 1/3, 4 mei ’48 p. 4, 8/9 mei ’48 p.3; Drapeau Rouge, 16 april ’48 p.1/3, 28 april ’48 p.2, 30 april ’48 p.3, 3 mei ’48 p.1/3, 5/6 mei ’48 p. 2.

[307] RV, 24/25 april ’48 p. 3, 30 april ’48 p. 1, 3 mei ’48 p. 1/3, 15/16 mei ’48 p. 1/2, 27/28 nov. ’48 p.3, 11 jan. ’49 p.3; Drapeau Rouge, 14 april ’48 p. 1/3, 3 mei ’48 p. 1/3, 15/16/17 mei ’48 p.3, 1 juni ’48 p. 1/3, 4 juni

’48 p.2.

[308] Zie verder p. 91 – 92, over de rol van de grootmachten.

[309] LS, 16 mei ’48 p. 1/3, 30 mei ’48 p. 2; La Dernière Heure, 15 juni ’48 p.2.

[310] De socialisten zitten in deze periode in de regering en zijn zeer gematigd onder invloed van “de Rode dreiging” die uitgaat van de Koude Oorlog. Ze willen het Westers front niet verzwakken door kritiek te spuien op bondgenoten, daarbij blijkbaar vrezend over dezelfde kam als de kommunisten te worden geschoren.

[311] RV, 30 april ’48 p.1, 3 mei ’48 p. 1/3, 11 jan. ’49 p. 3; Drapeau Rouge, 16 april ’48 p.3, 3 mei ’48 p. 1/3, 15/16/17 mei ’48 p.3, 22/23 mei ’48 p.3, 27 jan. ’49 p.3.

[312] La Libre Belgique, 20 mei ’48 p.1, R.C., Les originges de l’imbroglio palestinien

[313] La Libre Belgique, 17 juni ’48 p. 1/2, M.I. CORY, Les influences étrangères s’affrontent en Palestine.

[314] Zie situatieschets p. 31 - 32.

[315] De Nieuwe Gazet, 30 april ’48 p. 1, RIP, In het “Heilig Land”. Het Midden-Oosten in brand.

[316] De Standaard, 4 mei ’48 p.3, 26 mei ’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 24/25 april ‘ 48 p.3, 29 april ’48 p.3; LS, 6 mei ’48 p.3, 23 juni ’48p.1/2; La Libre Belgique, 6 mei ’48 p.3; La Dernière Heure, 29 april ’48 p.3.

[317]De Standaard, 1 juni ’48 p.3, 2 juli ’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 29 april ’48 (!) p.3, 15/16 mei ’48 p.3, 22/23 mei ’48 p.3; LS, 16 mei ‘48 p.1/3, 18 mei ’48 p.1, 19 mei ’48 p.1/3, 2 juni ’48 p.3; La Libre Belgique, 6 april ’48 (!) p.1/2; La Dernière Heure, 29 april ’48(!)p .3.

[318] De Standaard, 17 juli ’48 p.3, 6 nov.’48 p.3, 11 jan.’49 p.3, 25 febr.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 15 juli ’48 p.3, 9 dec.’48 p.3, 25/26dec.’48p.3; LS, 23 juni ’48 p.1/2; La Libre Belgique, 5 aug.’48 p. 1/2, 11 jan.’49 p.4, 3 febr.’49 p.3; La Dernière Heure, 7 jan.’49 p.3.

[319] De Nieuwe Gazet, 29 april ’48 p.1, 30/31 mei ’48 p.4, 2 juni ’48 p.1, 27/28 juni ’48 p.4; Le Peuple, 20 mei ’48 p.1, 21 mei ’48p.1, 26 mei ’48 p.1; Drapeau Rouge, 22/23 mei ’48 p.3, 25 mei ’48 p.3.

[320] De “Rode Vaan” beperkt zichin deze materie tot deze ene opmerking (RV, 3 mei ’48 p.1).

[321] De Nieuwe Gazet, 18/19 juli ’48 p.4, 2/3 jan.’49 p.4; Le Peuple, 15 juli ’48 p.1, 8/9 aug. ’48 p.1, 17 sept.’48 p.3, 9/10 jan.’49p.3.

[322] Volksgazet, 8/9 mei ’48 p.4, 22 juni ’48 p.2, 11/12 sept.’48 p.4, 23 nov.’48 p.4.

[323] De Standaard, 14 mei ’48 p.3, 6 nov.’48 p.3, 25 febr.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 29 april’48 p.3, 15/16 mei ’48 p.3, 22/23 mei’48p.3, 15 juli’48 p.3; De Nieuwe Gazet, 29 april’48 p.1; Volksgazet, 8/9 mei ’48 p.4, 2 febr.’49 p.4; LS, 12 mei ’48 p.3; La Libre Belgique, 6mei’48 p.3; Le Peuple, 17 sept.’48p.3.

[324] De Standaard,aug.’48 p.3, 13 jan.’49 p.3/5; Gazet van Antwerpen, 22/23 mei ’48 p.3; Volksgazet, 11/12 sept.’48 p.4; LS, 12 mei ’48 p.3;La Libre Belgique, 6 mei’48 p.3; La Dernière Heure, 7 jan.’49 p.3; Le Peuple, 15 juli’48 p.1.

[325] De Nieuwe Gazet, 29 april ’48 p.1, RIP, Om Palestina. Arabieren op ‘t modern oorlogspad.

[326] De Standaard, 17 nov. ’48 p.3, Op de uitkijk: is agressie renderend?

[327] Gazet van Antwerpen, 15 jul ’48 p.3; De Nieuwe Gazet, 9/10 mei ’48 p.5.

[328] Zie hiervoor verder p. 78 - 79.

[329] Zie volgende pagina.

[330] Zie hoger p. 59.

[331] LS, 4 jan. ’49 p.1, OBSERVER, D’une semaine à l’autre: problèmes extérieures.

[332] LS, 4 jan. ’49p.1; Le Peuple, 25 mei ’48 p.1, 9/10 jan.’49 p.3; Drapeau Rouge, 25 mei ’48 p.3;Le peuple Juif de Palestine mène une guerre défensive, une guerre juste: il défend son droit à une vie

indépendante».

[333] De Standaard, 4 jan.’49 p.3, 13 jan.’49 p.3/5, 26 jan.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 24/25 april ’48 p.3, 6 jan.’49 p.1, 15/16 jan.’49 p.3;La Libre Belgique, 10 juni ’48 p.1/2, 23 sept.’48 p.5, 9 jan.’49 p.4, 14 jan.’49 p.1, 20 jan.’49 p.1/2, 3 febr.’49 p.3.

[334] De Standaard, 4 jan.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 9 dec.’48 p.3; De Nieuwe Gazet, 13 jan.’49 p.1; LS, 10 juni ’48 p.1; La Libre Belgique, 23 sept.’48 p.5, 14jan.’49 p.1, 3 febr.’49 p.3.

[335] La Libre Belgique, 3 febr.’49 p.3, Bevin refuse encore de reconnaître l’Etat d’Israël.

[336] De Standaard, 6 nov.’48 p.3, 4 jan.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 15 juli’48 p.3, 6 jan.’49 p.1; La Libre Belgique, 14 jan.’49 p.1, 26 jan.’49 p.3.

[337] Gazet van Antwerpen, 6 jan.’49 p.3, CR, Israël leidt de dans.

[338] De Nieuwe Gazet, 13 jan.’49 p.1; Volksgazet, 14 juli ’48 p.4; LS, 14 juli ’48 p.1/2; La Dernière Heure, 14 juli ’48 p.3, 7 jan.’49 p.3; Le Peuple, 9/10jan.’49 p.3, 25 jan.’49 p.3.

[339] Volksgazet, 14 juli ’48 p.2, A. KOESTLER, Geboorte ener natie, dl.4; LS, 14 juli ’48 p.1/3, A. KOESTLER,Naissance d’une nation.

[340] De Standaard, 4 mei ’48 p.3, 6 nov.’48 p. 3, 10 nov.’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 15 juli ’48 p.3; LS, 10 juni ’48 p.1.

[341] LS, 10 juni ’48 p.1, R.MOTZ, Tribune libre.

[342] Gazet van Antwerpen, 6 jan.’49 p.1, 29/30 jan.’49 p.3; RV, 30 april ’48 p.3, 14 juni ’48 p.3; LS, 18 jan.’49 p.2; La Libre Belgique, 6 april ’48 p.1/2; La Dernière Heure, 25 mei ’48 p.2; Le Peuple, 31 juli ’48 p.3, 8/9 aug.’48 p.1; Drapeau Rouge, 30 april ’48 p.3, 19 mei ’48 p.1/4, 14 juni ’48 p.3, 27 jan.’49 p.3.

[343] Drapeau Rouge, 27 jan.’49 p.3, Bevin refuse encore de reconnaître l’Etat d’Israël.

[344] Volksgazet, 16 april ’48 p.3.

[345] RV, 5/6 mei ’48 p.3, 20 jan.’49 p.3; Drapeau Rouge, 3 mei ’48 p.1/3, 5/6 mei ’48 p.2, ‘ juni ’48 p.2.

[346] Volksgazet, 16 juni ’48 p. 2; LS, 28 mei ’48 p.1/3, 12 juni ’48 p.1; La Libre Belgique, 14 jan.’49 p.1.

[347] La Libre Belgique, 14 jan.’49 p.1, M.I. CORY, Les luttes au Moyen Orient.

[348] Drapeau Rouge, 31 mei ’48 p.1, La guerre en Palestine.

[349] Ondanks het bevel van de Veiligheidsraad om alle buitenlandse militiare hulp aan beide partijen op te schorten (zie ook situatieschets p. 31).

[350] Gazet van Antwerpen, 15/16 mei ’48 p.3, De week in de wereld: “Welk van beide partijen de sterkste buitenlandse steun geniet, is niet uit te maken”.

[351] RV, 3 mei ’48 p.1, 14 juni ’48 p.3; Drapeau Rouge, 3 mei ’48 p.1/3, 14 juni’48 p.3.

[352] Gazet van Antwerpen, 24/25 april ’48 p.1, 9 dec.’48 p.3.

[353] Volksgazet, 8/9 mei ’48 p.4, Het internationaal parlement na 3 weken palabers.

[354] LS, 12 mei ’48 p.3, A 3 jours de l’expiration du mandat britannique.

[355] De Standaard, 1 juni ’48 p.3, 10 juni ’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 5/6 juni ’48 p.3, 12/13 juni ’48 p.3; Volksgazet, 10 juni ’48 p.4; LS, 2 juni’48 p.3, 12 juni ’48 p.1; La Libre Belgique, 10 juni ’48 p. 1/2, 17 juni ’48 p.4.

[356] Gazet van Antwerpen, 15 juni ’48 p.3, CR, Palestijnse twistpunten.

[357] LS, 1 juli ’48 p.3, R. HISLAIRE, Une semaine décevante.

[358] De Standaard, 14 mei ’48 p.3, 23 mei ’48 p.3; De Nieuwe Gazet, 2 juni ’48 p.1; Volksgazet, 5/6 mei ’48 p.1/5, 1 juni ’48 p.4, 10 jan.’49 p.4;LS, 28 mei ’48 p.1/3; Drapeau Rouge, 1 juni ’48 p.1/3.

[359] Dit is van april 1948 tot en met februari 1949.

[360] De Standaard, 13 jan.’49 p.3/5; Gazet van Antwerpen, 15/16 jan.’49 p.3; Volksgazet, 10 jan.’49 p.4; LS, 11 jan.’49 p.3; La Libre Belgique, 9 jan.’49 p.1, 13jan.’49 p.3/4, 23 jan.’49 p.3; Le Peuple, 9 jan.’49 p.1, 13 jan.’49 p.3, 16/17 jan.’49 p.4.

[361] De Standaard, 25 febr.’49 p.3; Volksgazet, 12 jan.’49 p.4, 2 febr.’49 p.4, 26/27 febr.’49 p.4; LS, 12 jan.’49 p.3, 18 jan.’49 p.2, 25 jan.’49 p.1.

[362] De Standaard, 10 juli ’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 24/25 juli ’48 p.3.

[363] De Standaard, 12 juni ’48 p.3, 13 jan.’49 p.3/5; De Nieuwe Gazet, 2 juni ’48 p.1; Volksgazet, 8/9 mei 48 p.4; La Libre Belgique, 6 mei ’48 p.3; La Dernière Heure, 7jan.’49 p.2.

[364] Gazet van Antwerpen, 24/25 juli ’48 p.3; Volksgazet, 8/9 mei ’48 p.4, 23 nov.’48 p.4; La Libre Belgique, 13 jan.’49 p.4; La Dernière Heure, 15 juni ’48 p.2, 7jan.’49 p.2.

[365] De Standaard, 26 mei ’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 15 juli ’48 p.3;Volksgazet, 23 nov.’48 p.4; LS, 30 nov.’48 p.1; La Libre Belgique, 19 juni’48 p.1/2;La Dernière Heure, 17 dec.’48 p.2.

[366] La Libre Belgique, 19 juni ’48 p.1/2, G.M., Vers une paix forcée en Palestine.

[367] De Standaard, 17 juli ’48 p.3, 20 nov.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 15 juli ’48 p.3; Volksgazet, 8/9 mei ’48 (!) p.4, 9 juli ’48 p.4, 7 aug.’48p.1, 23 nov.’48 p.4; LS, 16 mei ’48 p.1/3; La Libre Belgique, 10 juni ’48 p.1/2; Le Peuple, 9/10 jan.’49 p.3; Drapeau Rouge, 18 aug.’48 p.3.

[368] Voor de hierbij aansluitende problematiek van de “de facto” en “de jure” erkenning van de staat Israël verwijzen we verder naar p. 76 - 77.

[369] La Libre Belgique, 10 juni ’48 p.1/2, R.LACOSTE, L’Angleterre et la question de Palestine.

[370] La Libre Belgique, 23 nov.’48 p.1/2, G.M. Le conflit du droit et du fait accompli.

[371] De Standaard, 20 nov.’48 p.3; Volksgazet, 2 juli ’48 p.4, 11/12 sept.’48 p.4, 5 okt.’48 p.2; La Dernière Heure, 15 juni ’48 p.2.

[372] Volksgazet, 2 juli ’48 p.4, Geen uitzicht op overeenkomst in Palestina.

[373] Gazet van Antwerpen, 15 juni ’48 p.3; Volksgazet, 1 juni ’48 p.4.

[374] Gazet van Antwerpen, 15 juni ’48 p.3, CR, Palestijnse twistpunten.

[375] La Libre Belgique, 14 nov.’48 p.6, Chronique religieuse: l’encyclique “In multiplicibus» sur … .

[376] De Standaard, 12 juni ’48 p.3, 20 nov.’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 24/25 juli ’48 p.3; Volksgazet, 21 april ’48 p.3, 8/9 mei ’48 p.4, 2 juli ’48p.4; RV, 8/9 mei ’48 p.3, 11 jan.’49 p.3; LS, 12 juni ’48 p.1, 30 nov. 48 p.1; La Libre Belgique, 6 mei ‘48p.3, 10 juni ’48p.1/2; La Dernière Heure, 15 juni ’48 p.2; Le Peuple, 8/9 aug.’48 p.1; Drapeau Rouge, 19 mei ’48 p.4.

[377] La Libre Belgique, 5 aug.’48 p1/2, 23 nov.’48 p.1/2; De Nieuwe Gazet, 25 nov.’48 p.1.

[378] In “De Nieuwe Gazet” maakt men een vergelijking met de Belgische situatie: “Maar zoals ten onzent ook, vooral na de bekendmaking van de cijfers der volkstelling, het grootste bezwaar en verzet tegen zulke oplossing van de zijde der minst talrijke volksgroep kwam, om niet bij de toepassing van het algmeen stemrecht en heel de richting van de staat, het kind van de rekening te worden, te zeggen: door de meerderheid der bevolking te worden verpletterd. Vrees bij ons van de Walen, in Palestina van de Joden die er nog maar met circa 0,5 mijoen zijn, tegenover 1,25 miljoen Arabieren” (- De Nieuwe Gazet, 25 nov.’48 p.1, Beangstigende vraag: wordt de UNO een tweede Geneve?).

[379] Zie ook situatieschets p. 31 en 33/34.

[380] RV, 8/9 mei ’48 p.3, 11/12 dec.’48 p.3, 11 jan.’49 p.3; Drapeau Rouge, 28 april ’48 p.2, 3 mei ’48 p.1/3, 19 mei ’48 p.1/4, 2 juni ’48 p.1/4, 20 sept.’48 p.3.

[381] Drapeau Rouge, 25 april ’48 p.2, S. MIKOUNIS, Les peuples de Palestine dans la lutte pour leur indépendance nat.

[382] Volksgazet, 25 mei ’48 p.1, 7/8 aug.’48 p.1, 2 febr.’49 p.4; Le Peuple, 8/9 aug.’48 p.1, 3 febr.’49 p.3; LS,

28 april ’48 p.2.

[383] De Nieuwe Gazet, 23/24 mei ’48 p.1, 26 mei ’48 p.1

[384] La Dernière Heure, 29 april ’48 p.2, MEMORATOR, L’actualité diplomatique: le drame palestinien.

[385] De Standaard, 19 mei ’48 p.3, 1 dec.’48 p.3, 26 jan.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 13 april ’48 p.3; La Libre Belgique, 6 april ’48 p.1/2, 22 mei ’48 p.1, 10 juni ’48 p.1/2, 14 jan.’49 p.1.

[386] La Libre Belgique, 10 juni ’48 p.1/2, R. LACOSTE, L’Angleterre et la question de Palestine.

[387] De Standaard, 1 dec.’48 p.3, Op de uitkijk: een verjaardag.

[388] Zie situatieschets p. 31.

[389] Volksgazet, 21 april ’48 p.3, 8/9 mei ’48 p.4; RV, 24 april ’48 p.3; LS, 28 april ’48 p.2.

[390] Een tweed reeks negatieve reacties is te situeren in het najaar (september – december).

[391] RV, 3/4 juli ’48 p.3, 27/28 nov.’48 p.3, 11/12 dec.’48 p.3; Drapeau Rouge, 2 juli ’48 p.3, 6 juli ’48 p.3, 20 sept.’48 p.3, 16/17 okt.’48 p.3, 20 okt.’48 p.3.

[392] Le Peuple, 23 sept.’48 p.3; LS, 4 dec.’48 p.3

[393] CHAMPERRET doet dit in “Le Peuple” zelfs op vrij kraase wijze: “Ces hommes (Bernadotte en Garry Davis, de eerste wereldburger) recherchaient l’entente, la concorde. Le premier par les voies traditionnels et tortueuses du compromis, de l’arrangement boiteux, qui ne satisfait jamais personne et installe la guerre dans la paix» (- Le Peuple, 23 sept.’48 p.3, CHAMPERRET, Billet de Paris: de Chaillot à Jerusalem).

[394] Volksgazet, 14 juli ’48 p.4, 24 sept.’48 p.4, 5 nov.’48 p.4.

[395] De Standaard, 6 nov.’48 p.3, 17 nov.’48 p.3, 20 nov.’48 p.3; Gazet van Antwerpen, 15 juli ’48 p.3, 28 okt.’48 p.3, 9 dec.’48 p.3; La Libre Belgique,23 sept.’48 p.5, 19 okt.’48 p.1/2, 23 nov.’48 p.1/2, 25 nov.’48 p.2, 6 dec.’48 p.1

[396] La Libre Belgique, 19 okt.’48 p.1/2, R. LACOSTE, Pourquoi la mort du comte Bernadotte ?

[397] De Nieuwe Gazet, 25 nov.’48 p.1; La Dernière Heure, 5 juni ’48 p.2, 21 okt.’48 p.2.

[398] Zie ook situatieschets p. 34.

[399] La Dernière Heure, 15 juni ’48 p.2.

[400] Volksgazet, 8/9 mei ’48 p.4.

[401] De Nieuwe Gazet, 2 juni ’48 p.1; De Standaard, 2 juli ’48 p.3.

[402] Le Peuple, 13 jan.’49 p.3, J. ANTOINE, L’actualité internationale: hésitations dangereuses.

[403] De Standaard, 26 jan.’49 p.3, Op de uitkijk: op Rhodos.

[404] De Standaard, 1 dec.’48 p.3, 17 febr.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 29 april ’48 p.3, 6 jan.’49 p.1; De Nieuwe Gazet, 23/24 mei ’48 p.1; Volksgazet, 5 nov.’48 p4, 26/27 febr.’49 p.4; La Libre Belgique, 18 april ’48 p.1/5, 15 juni ’48 p.1, 23 sept.’48 p.5, 14 nov.’48 p.6, 6dec.’48 p.1, 25 febr.’49 p.4; La Dernière Heure, 12 febr.’49 p.2, 27 febr.’49 p.2; Le Peuple, 27 mei ’48 p.1.

[405] De Standaard, 17 febr.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 6 jan.’49 p.1; La Libre Belgique, 23 sept.’48 p.5, 6 dec.’48 p.1, 15 febr.’49 p.1.

[406] De Standaard, 17 febr.’49 p.3; Gazet van Antwerpen, 6 jan.’49 p.1; La Libre Belgique, 23 sept.’48 p.1, 26 jan.’49 p.3, 15 febr.’49 p.3; La Dernière Heure, 12 febr.’49 p.2, 27 febr.’49 p.2.

[407] Zie ook verder p. 102 – 103, over de houding van het christelijke Westen.

[408] La Libre Belgique, 23 sept.’48 p.5, R. LACOSTE, L’Angleterre et le terrorisme juif.

[409] La Libre Belgique, 6 dec.’48 p.1, H. CARTON de WIART, Les problèmes internationaux: le sort de Jérusalem. Van onze collega-student Cl. ANTIERENS, die als thesis een biografie maakt over H. CARTON de WIART, hebben we vernomen dat hij blijkbaar een globale visie had op het Joods probleem, en dat dit artikel geen alleenstaand feit is. Zo bijvoorbeeld heeft hij tweeartikels geschreven in een katholiek weekblad, “L’Avenir social” (La prothèse de l’antisemitisme, - L’Avenir social, 28 februari 1893, p. 1/3; Antisémitisme, - L’Avenir social, 13 maart 1893, p.2), waarin hij stelt dat het antisemitisme geen racistische, maar eerder een sociaal-economische reactie is tegen het grootkapitaal, veelal in Joodse handen.

[410] De Standaard, 14 mei ’48 p.3, Op de uitkijk: angstige dag.

[411] Volksgazet, 30 dec.’48 p.4, De buitenlandsepolitiek: nieuwe verwikkelingen.

[412] La Dernière Heure, 12 febr.’49 p.2, MEMORATOR, L’actualité diplomatique: la situation au Levant.

[413] De Nieuwe Gazet, 30 april ’48 p.1, RIP, In het “Heilig Land”. Het Midden-Oosten in brand.

[414] De Nieuwe Gazet, 2 juni ’48 p.1, RIP, Op rekening van de menselijke waanzin.

[415] LS, 10 juni ’48 p.1, R. MOTZ, Tribune libre: la reconnaissance de l’Etat d’Israël.

[416] De Standaard, 20 nov.’48 p.3; Volksgazet, 23 nov.’48 p.4, 30 dec.’48 p.4; LS, 10 juni ’48 p.1; La Libre Belgique, 31 aug.’48 p.1/2; Drapeau Rouge, 16 april ’48 p.1/3, 3 mei ’48 p.1/3.

[417] Volksgazet, 30 dec. ’48 p.4, De buitenlandse politiek: nieuwe verwikkelingen.

[418] Dit is waarschijnlijk één van de enige keren dat deze twee kranten van hetzelfde oordeel zijn…

[419] La Libre Belgique, 31 aug.’48 p.1/2, Le peuple de Palestine. Ceux qui en parlent le connaissent-ils?

[420] Drapeau Rouge, 3 mei ’48 p.1/3, Le disours de Bevin a porté ses fruits.

[421] Enkel in “Gazet van Antwerpen“, “Volksgazet” en de “Rode Vaan” hebben we geen commentaren hierover aangetroffen.

[422] De Standaard, 19 sept.’48 p.1/3, 17 nov.’48 p.3; De Nieuwe Gazet, 21 sept.’48 p.1, 26/27 sept.’48 p.4; LS, 19 sept.’48 p.3, 21 sept.’48 p.1/2; La Libre Belgique, 19 sept.’48 p1/3/4, 5 okt.’48 p.1/2; La Dernière Heure, 19 sept.’48 p.1/3, 21 sept.’48 p.2; Le Peuple, 19sept.’48 p.1, 19/20 sept.’48 p.1; DrapeauRouge, 20 sept.’48 p.3.

[423] De Standaard, 19 sept.’48 p.3, Op de uitkijk: geweld.

[424] De Nieuwe Gazet, 21 sept.’48 p.1, WIDES, Na de moord op Folke Bernadotte.

[425] La Libre Belgique, 19 sept.’48 p.1/2, Un martyr de la paix: le comte Bernadotte.

[426] De Nieuwe Gazet, 21 sept.’48 p.1; LS, 21 sept.’48 p.1/2; La Libre Belgique, 19 sept.’48 p.1/3, 14 nov.’48 p.6; La Dernière Heure, 19 sept.’48 p.1/3,21 sept.’48 p.2; Le Peuple, 19/20 sept.’48 p.1.

[427] De Nieuwe Gazet, 21 sept.’48 p.1, WIDES, Na de moord op Folke Bernadotte.

[428] Le Peuple, 19/20 sept.’48 p.1, J. ANTOINE, Un crime particulièrement révoltant.

[429] De Standaard, 19 sept.’48 p.3; LS, 24 sept.’48 p.1/2; Drapeau Rouge, 20 sept.’48 p.3.

[430] De Standaard, 19 sept.’48 p.3.

[431] La Libre Belgique, 19 sept.’48 p.1/2, Un martyr de la paix: le comte Bernadotte.

[432] La Libre Belgique, 5 okt.’48 p.1/2, XXX, Le groupe Stern et la Russie soviétique.

[433] P. VAN ZEELAND (°1893 - +1973): Belgisch katholiek politicus. Premier van regering van nationale unie van 25 maart 1935 tot 25 oktober. Minister van buitenlandse zaken van augustus 1949 tot april 1954 (Art. Van Zeeland, Paul, - Grote WPE, dl.20, p.394-395).

[434] Drapeau Rouge, mei 1948.