Rijke Stinkerds. Editie en analyse van middeleeuwse grafinscripties te Ieper (1118-1566). (Stijn Bossuyt) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
L.S.,
Sterven is van alle tijden, begraven dus ook. Hierdoor besteedt de levende mens dan ook voortdurend aandacht aan zijn overleden medemens, hetzij vanuit religieus hetzij vanuit relationeel oogpunt. Het is dan ook normaal dat in de historiografie veel aandacht wordt besteedt aan de cultuur van de dood en de doodsbeleving. Zonder twijfel is dit één van de populairste themata uit de recente historiografie. Men kan bijgevolg een overvloed aan studies over dit onderwerp opdiepen. Met eenzelfde fascinatie en aandachtspunt zijn wij begonnen aan deze studie. Na verloop van tijd kwam naar voren dat funeraire monumenten uit de Middeleeuwen meer over de levenden dan over de doden zeggen. Het grafmonument was eerder een representatie middel van de overlevende dan van de overledene. Het is uiteindelijk een studie geworden die aan de hand van de graven een spiegel toont van de laatmiddeleeuwse maatschappij. Rijke stinkerds is niet zomaar een uitdrukking, ontstaan in deze funeraire context komt ze ook na eeuwen nog tot uitdrukking in de bronnen.
Hierbij willen we dan ook allen bedanken die hebben bijgedragen tot het vervolmaken van deze thesis. In de eerste plaats gaat onze dank uit naar het bibliotheekpersoneel van de Koninklijke bibliotheek te Brussel en de heer Rik Opsommer van het stadsarchief Ieper voor het bewaren van de documenten en de bereidwillige hulp als we weer eens niet meer verder konden. Mijn oprechte dank gaat zeker ook uit naar Renaat Dedeygere die deze studie op fouten heeft willen nalezen en verbeteringen heeft aangebracht. Mijn ouders wil ik bedanken om de financiële en vooral morele steun bij deze verhandeling. Vooral omdat ze toch steeds dat luisterend oor waren als ik weer eens wilde vertellen over hetgeen me zo sterk bezig hield. Ik wil ook de professoren en lesgevers danken die me vier jaar lang wegwijs hebben gemaakt in het historisch onderzoek. Daarbij laat ik speciale aandacht gaan naar de professoren van de afdeling Middeleeuwen. Bovenal wil ik mijn promotor Prof. Dr. P. Trio bedanken die me twee jaar heeft begeleid, ontelbare tips heeft gegeven en gezegd dat het historisch onderzoek nooit af is.
Stijn Bossuyt
23 april 2000
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |