Evolutie van holdings in België. (David Verhasselt) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Bijlagen
Bijlage 1: Chronologisch overzicht van de opdrachten van de cbfa
Bijlage 2: K.B. nr. 64 van 10/11/1967
Bijlage 3: Interview met Ellen Bauters
Bijlage 4: Interview met Wim De Preter
Bijlage 5: Interview met Philippe de Vicq de Cumptich
Bijlage 6: Interview met Bruno Lippens
Bijlage 7: Interview met Lauren Puissant-Baeyens
Bijlage 8: Interview met Chris Van Raemdonck
Bijlage 1 : Chronologisch overzicht van de opdrachten van de cbfa
Het statuut en de opdrachten van de CBF werden grondig gewijzigd met de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Bovendien heeft deze wet aan de Koning de bevoegdheid gegeven om een toenadering tot stand te brengen tussen de CBF en de Controledienst voor de Verzekeringen (CDV). In uitvoering hiervan heeft een koninklijk besluit van 25 maart 2003 bepaald dat de integratie van CBF en CDV in beginsel op 1 januari 2004 zal plaatsvinden. Op dat ogenblik zullen de opdrachten van de CBF worden uitgebreid met alle opdrachten van de CDV. De naam van de instelling zal dan worden omgevormd tot Commissie voor het Bank-, Financie- en Assuratiewezen, verkort CBFA.
Chronologisch overzicht van de wijzigingen in de opdrachten van de CBFA:
toezicht op de gemeenschappelijke beleggingsfondsen (wet van 27 maart 1957);
toezicht op de uitgiften van converteerbare obligaties en obligaties met voorkeurrecht (wet van 23 juli 1962);
toezicht op de ondernemingen die spaargelden van het publiek op meer dan zes maanden ontvangen (wet van 10 juni 1964);
toezicht op informatie verstrekt door de portefeuillemaatschappijen (opgeheven bij wet van 2 augustus 2002);
toezicht op sommige verrichtingen die uit economisch en financieel oogpunt gelijk te stellen zijn met de emissie van effecten (wet van 10 juli 1969);
toezicht op de privé-spaarkassen, ten gevolge van de overname van de bevoegdheden van het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders (wet van 30 juni 1975);
toezicht op de Spaarkas van de ASLK (koninklijk besluit nr. 2 van 24 december 1980);
toezicht op de transparantie van de aandeelhoudersstructuur (wet van 2 maart 1989);
toezicht op het openbaar overnamebod en de overdracht van controledeelnemingen (wet van 2 maart 1989);
toezicht op de financiële informatieverstrekking door genoteerde ondernemingen (koninklijk besluit van 18 september 1990); het toezicht op de occasionele informatieverstrekking werd overgeheveld naar de marktautoriteiten bij wet van 6 april 1995 en opnieuw aan de CBF toevertrouwd bij wet van 2 augustus 2002);
erkenning van de beursvennootschappen (wet van 4 december 1990);
toezicht op de instellingen voor collectieve belegging (wet van 4 december 1990);
toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies (wet van 4 december 1990);
opsporen van misbruik van voorkennis (wet van 4 december 1990) (bevoegdheid overgeheveld naar de marktautoriteiten bij wet van 6 april 1995 en opnieuw aan de CBF toevertrouwd bij wet van 2 augustus 2002);
toezicht op de vennootschappen voor wissel- en depositomakelarij (wet van 4 december 1990);
toezicht op de Belgische futures- en optiebeurs (Belfox) (koninklijk besluit van 10 april 1991);
toezicht op de overige openbare kredietinstellingen en de gemeentespaarkassen (wet van 17 juni 1991);
toezicht op de uitgiften van thesauriebewijzen (wet van 22 juli 1991) (bevoegdheid opgeheven bij koninklijk besluit van 17 december 1998);
toezicht op de vertegenwoordigingskantoren (wet van 22 maart 1993);
toezicht op de wisselkantoren (koninklijk besluit van 27 december 1994);
toezicht op de beursvennootschappen ingevolge de overdracht van de bevoegdheden van het Interventiefonds van de beursvennootschappen (koninklijk besluit van 22 december 1995);
toezicht op het openbaar uitkoopbod (koninklijk besluit van 11 juni 1997);
toezicht op de vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten (wet van 10 maart 1999);
toezicht op de secundaire markten voor financiële instrumenten (wet van 2 augustus 2002);
toezicht op de verrekenings- en vereffeningsinstellingen (wet van 2 augustus 2002);
toezicht op de gedragsregels voor bemiddelaars bij verrichtingen in financiële instrumenten (wet van 2 augustus 2002);
opsporen en beteugeling van het misbruik van voorwetenschap en koersmanipulatie (wet van 2 augustus 2002).
Bijlage 2 : K.B. nr. 64 van 10/11/1967
In het K.B. nr. 64 van 10/11/1967 werd het statuut van de holdings als volgt vastgelegd:
Aan de bepalingen van dit besluit zijn onderworpen:
1. de vennootschappen naar Belgisch recht die participaties bezitten in één of meer Belgische of buitenlandse filialen waardoor ze in rechte of in feite de macht hebben de activiteit van deze filialen te leiden voor zover:
a) deze vennootschappen of alle dan wel sommige van hun filialen of subfilialen in België beroep hebben gedaan op het publiek met het oog op de uitgifte of de plaatsing van hun aandelen of deelbewijzen;
b) de waarde van de participaties in Belgische roerende waarden in totaal ten minste 500 miljoen frank bereikt of ten minste de helft van hun eigen middelen bedraagt.
2. de vennootschappen naar Belgische recht die zelf of waarvan de filialen of subfilialen in België beroep gedaan hebben op het publiek met het oog op de uitgifte of de plaatsing van hun aandelen of deelbewijzen en die filialen of subfilialen zijn van buitenlandse vennootschappen die rechtstreeks of onrechtstreeks participaties hebben in vennootschappen naar Belgisch recht, waarvan de waarde in totaal ten minste 500 miljoen frank bedraagt of ten minste de helft vertegenwoordigt van hun eigen aandelen.
Bijlage 3: Interview met Ellen Bauters
Interview met Ellen Bauters, secretariaat Raad van Bestuur Investar
Argenta, momenteel de vijfde grootste financiële instelling in België, werd in 1956 opgericht als financieringsmaatschappij, gespecialiseerd in persoonlijke leningen. Het bescheiden startkapitaal werd ingebracht door de families Schryvers, Kuypers en Van Rompuy.
In 1964 kreeg het de toelating om op te treden als depositokas: Argenta. Het zette een klein distributienetwerk van zelfstandige agenten op deeltijdse basis op en om voor het aangetrokken spaargeld een aanwending te vinden, specialiseerde het zich in hypotheekleningen. In 1974 werd Argenta Verzekeringen (Aras) opgericht. Argenta Life werd in 1991 opgericht en vier jaar later was het de marktleider op het vlak van levensverzekeringen in Luxemburg.[105]
De noodzakelijke interne vernieuwingen werden tot stand gebracht in het raam van een programma van ‘business process re-engineering’. In 2001 werd de markt van het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet overgenomen en werd een holdingopgericht (Argenta Bank-en Verzekeringsgroep) die de participaties in de bancaire en de verzekeringsondernemingen van de groep aanhoudt. De verzekeringspool werd georganiseerd rond Aras en de bancaire pool rond Aspa. Beide vennootschappen bestonden reeds lang, maar in hun organisatie en in de werking van hun directiecomité was niet steeds een strikte scheiding doorgevoerd.[106]
De beleidskeuzen van Argenta berusten op een weldoordachte strategie die, deels met behulp van externe deskundigen, in de loop der jaren is geformuleerd en verfijnd. Ze heeft de onderneming tot dusver uitstekend gediend. Hun strategie gaat uit van een bezinning over de onderneming in haar omgeving en valt vervolgens uiteen in een strategisch en een operationeel raamwerk.
Het strategische raamwerk gaat uit van een lange termijnvisie, met als hoofddoelstelling als familiale groep te overleven in onafhankelijkheid. Argenta is er niet geïnteresseerd de onderneming te laten overnemen of zelf overnamen te doen. Ook hecht de onderneming veel belang aan rendabiliteit. Rendabiliteit is een voortdurende zorg, maar moet op lange termijn worden gerealiseerd. In de ogen van de aandeelhouders is rendabiliteit ondergeschikt aan groei. Groei is geen doel op zichzelf, maar wel een gevolg. Argenta kiest voor een interne groei zonder overnamen. Tijdens het lopende vijfjarenplan streven ze naar een jaarlijkse groei van 15%, wat tegen 2007 op een verdubbeling neerkomt. Dit is de maximale expansie die uit de ingehouden winsten kan worden gefinancierd.
Het operationele raamwerk omvat de algemene strategie, de organisatiestructuur, de activiteiten, de mensen en de communicatie. Die vijf onderdelen maken deel uit van een functioneel netwerk en vormen configuratiedelen van één geheel.
De Argenta-visie kadert in het lange termijnperspectief. Noch voor hun marksuccessen, noch voor hun rendement rekent Argenta op de korte termijn. De snelle winsten binnenhalen interesseert hen niet. Ze streven voldoening na voor alle participanten in het ondernemeningsgebeuren: de cliënten, de agenten, de aandeelhouders, de personeelsleden, de leveranciers en de gemeenschap.
Holdings krijgen vaak de opmerking als ze willen overleven, dat ze dan hun functie goed moeten omschrijven. Wat verstaan we juist onder een holding? Kan u zich vinden in de definitie van Herman Daems: ‘Een holding is een financiële instelling die een aandelenportefeuille beheert, met het oog op controle van de bedrijven waarvan ze een deel van het aandelenkapitaal bezit’. Kan u akkoord gaan hiermee?
Ja, voor zoverre het gaat over een financiële holding zoals wij dat zijn. Er bestaan ook andere vormen van holdings en die zouden dan beter een andere definitie krijgen.
Op welke manier kunnen holdings een toegevoegde waarde leveren?
Een familiale financiële holding als Investar zorgt voor stabiliteit en continuïteit op verschillende vlakken, onder andere de specifieke bedrijfscultuur en strategie. Door regelmatige kapitaalsverhogingen van de werkmaatschappijen (bank en verzekering) wordt een continue interne groei gegarandeerd.
Op welke manier evolueert een holding het best van een ouderwetse holding naar een investeringsmaatschappij?
De algemene optie blijft dezelfde, maar krijgt een permanente bijgestuurde invulling, zodat men aansluiting blijft behouden met de behoeften van de markt.
Wat dragen holdings bij tot de Belgische economie en welke rol vervullen zij?
Wat Investar betreft: door in een moderne markteconomie naast de nodige shareholder value ook de stakeholder value, meer bepaald voor de klanten (gratis diensten) en de agenten- permanent te optimaliseren.
De aandeelhouders hebben als uitgangspunt dat ze er niet in geïnteresseerd zijn de onderneming te laten overnemen of zelf overnamen te doen. Ze verwachten voldoende rendement te blijven behalen uit het belegde vermogen, niet op korte maar op lange termijn. Ze keren zichzelf nooit dividenden uit, maar rekenen op een gestadig groeiende meerwaarde op de aandelen.
Alle winst kan in de ondermening blijven en zo de groei financieren. In de prijszetting van de producten hoeft bovendien geen vergoeding van het kapitaal te worden ingebouwd. Dit helpt het mogelijk maken de klant de beste voorwaarden te bieden.
Kiest Argenta/Investar voor relevant aandeelhouderschap of verkiezen jullie liever een groot aandeelhouder te zijn?
Wij opteren voor het familiaal aandeelhouderschap omdat dit zowel in het dagdagelijkse beleid als voor de strategische opties naar de toekomst toe, het grootste voordeel biedt inzake snelheid van ‘decision making’ in een steeds sneller veranderende sociaal-economische context.
Opteren jullie voor een niet-verwante diversificatie strategie of eerder voor een verwante strategie (eerder dezelfde sectoren). En hoe wordt deze keuze gemaakt?
We opteren bewust voor een niche-benadering, namelijk de financiële sector en dan nog meer speciaal de financiële diensten voor gezinnen. Dit is de activiteit die men beheerst. Deze keuze is gegroeid uit de historiek en het werd het jongste decennium bewust aangehouden. Ook voor de toekomst blijft dit de optie!
Op welke manier komt jullie strategie tot stand?
Onze strategie is over de jaren heen tot stand gekomen en wordt heel regelmatig aan grondig onderzoek onderworpen, ook met medewerking van externen. Dit heeft geleid tot een behoud en zelfs versterking van de bestaande strategie. Maar uiteraard worden de modaliteiten aangepast aan de wisselende omgeving en omstandigheden.
Misnoegde cliënten van andere banken stapten spontaan naar ons over zonder dat we daar speciale inspanningen hoefden voor te doen. Het ongenoegen had veel te maken met de fusies die de voorgaande jaren in de Belgische banksector zijn doorgevoerd. Op grote schaal werden kantoren gesloten. Men wist sinds jaren dat België overbanked was, maar geen enkele bank durfde het aan kantoren te sluiten uit angst haar cliënteel naar de concurrentie te zien overlopen. De enige manier om het aantal kantoren te verminderen was fusies aan te gaan. Veel mensen moesten nu evenwel naar een ander kantoor, met nieuwe gezichten, om hun verrichtingen te doen. Bovendien ging de integratie van de IT-systemen met veel moeilijkheden gepaard, wat de klanten de nodige ergernis bezorgde. De fusiebanken kunnen nu maar hopen dat hun samengaan over vijf of tien jaar vruchten zal afwerpen, maar ondertussen is de opgelopen reputatieschade zeer aanzienlijk.
Argenta past het principe van de goede ‘pater familias’ toe, we zijn bestendig bekommerd om het rendement van morgen. Zo stoten we met een minwaarde beleggingen in overheidsleningen af, indien we het vrijkomende geld tegen een hoger rendement kunnen herbeleggen. Het resultaat is dat de winst van het boekjaar wordt verminderd en dat een matras voor de toekomst wordt aangelegd.
We gaan daarmee in tegen de gangbare praktijk. Vooral beursgenoteerde vennootschappen pogen toekomstige of potentiële winsten vandaag al tot uiting te brengen, in de hoop zo hun beurskoers op te drijven. In recente jaren nam dat streven soms externe vormen aan, wat mee de hevigheid van de daaropvolgende beurscorrectie verklaart.
Bijlage 4: Interview met Wim De Preter
Interview met Wim De Preter, redacteur Economie, De Standaard
Holdings krijgen vaak de opmerking dat als ze willen overleven, dat ze dan hun functie goed moeten omschrijven. Wat verstaan we juist onder een holding? Kan u zich vinden in de definitie van Herman Daems: 'Een holding is een financiële instelling die een aandelenportefeuille beheert, met het oog op controle van de bedrijven waarvan ze een
deel van het aandelenkapitaal bezit". Kan u akkoord gaan hiermee?
Ja, met de bemerking dat ‘financiële instelling’ niet altijd de lading dekt. De holding-ondernemer kan evengoed een industriële doelstelling hebben als een financiële. Een belangrijk kenmerk van holdings is volgens mij dat ze een financiële hefboom opleveren, doordat ze toelaten om met beperkte middelen de controle uit te oefenen over bedrijven. Deze hefboom wordt nog vergroot door het gebruik van een cascadesysteem van holdings en het gebruik van vreemd vermogen.
Op welke manier kunnen holdings een toegevoegde waarde leveren?
In theorie kunnen ze dat door dienst te doen als een vehikel om kennis en kapitaal uit te wisselen tussen de verschillende dochterondernemingen. Voorwaarde is dan wel dat dit volgens bedrijfseconomische criteria gebeurt en tegen lagere kosten dan wanneer de dochterbedrijven een rechtstreeks beroep zouden doen op de markt. De vraag is alleen waarom er in dat geval nog een holding nodig is. Je zou net zo goed alle bedrijven in één juridische structuur kunnen onderbrengen en heel wat kosten besparen. Ik denk dan ook dat het antwoord eerder pragmatisch is. Holdings bieden volgens mij vooral toegevoegde waarde aan hun aandeelhouders, als vehikel om allerlei financiële belangen te stroomlijnen en bijvoorbeeld erfeniskwesties te regelen. Indien je ervan uitgaat dat de lokale "verankering" van bedrijven een belangrijk doel is, dan kunnen holdings ook daar een bijdrage leveren.
Op welke manier evolueert een holding het best van een ouderwetse holding naar een investeringsmaatschappij?
Moeilijke vraag, maar het zal uiteindelijk
neerkomen op een mentaliteitsverandering. Je moet je niet langer opstellen als
loutere financier, maar meer als ondernemer.
Wat dragen holdings bij tot de Belgische
economie en welke rol vervullen zij?
Holdings waren (en zijn dat tot op zekere hoogte nog) een essentieel kenmerk van het Belgische kapitalisme dat gekenmerkt werd door een beperkt aantal vermogende referentie-aandeelhouders die de controle uitoefenen over een groot deel van het bedrijfsleven. In die zin hebben ze lange tijd bijgedragen tot de verankering van Belgisch/Vlaams kapitaal, maar die rol wordt, onder meer door de Europese eenwording, steeds minder belangrijk.
Bijlage 5: Interview met Philippe de Vicq de Cumptich
Interview met Philippe de Vicq de Cumptich, Managing director Gevaert.
Op 28 juni 1894 werd de industriële onderneming Lieven Gevaert & Co opgericht. De onderneming was gespecialiseerd in de productie en verkoop van fotopapier. In 1920 werd de onderneming een naamloze vennootschap, namelijk Gevaert Photo-producten NV. Omwille van economische redenen fuseerde de NV met Agfa AG, een dochteronderneming van Bayer AG. In 1981 werd de Agfa-Gevaert participatie door Bayer verkocht en op deze manier werd Gevaert een financiële holding met een diversifieerd portfolio. Gevaert is dé investeringsmaatschappij van de Almanij groep. Almanij ondersteunt Gevaert als een onafhankelijke, internationale investeringsmaatschappij.[107]
Wat verstaan we juist onder een holding? ‘Als holdings willen overleven, moeten ze hun functie goed omschrijven.’ Volgens Herman Daems is een holding een financiële instelling die een aandelenportefeuille beheert, met het oog op controle van de bedrijven waarvan ze een deel van het aandelenkapitaal bezit. Bent u akkoord met deze definitie?
Een holding is etymologisch geen Engels woord, maar wel een Nederlands woord, namelijk een hol-ding. Dit zegt al héél veel. Holdings moeten veranderen of ze zullen het niet overleven. In de klassieke zin is een holding een dinosaurus. De definitie van Herman Daems is grotendeel juist, maar er zijn natuurlijk verschillende soorten holdings. Er is één soort holding dat misschien wél kan overleven, dit zijn holdings die een bepaald patrimonium verankeren, zoals bijvoorbeeld Almanij dat KBC verankert en voor een stuk dan ook Gevaert, zij verankeren Agfa-Gevaert. De klassieke holding die machtsvehicel is, die participaties aanhoudt en beheert kan niet overleven. In de definitie van Herman Daems staat het woord controle, dat is de meest oude definitie van holding, zoals de Generale was, iedereen weet dat de Generale Maatschappij niet meer bestaat, dus puur omwille van de macht heeft echt geen zin meer. Er zijn dan ook nog de holdings die zeer veel lijken op een beleggingsportefeuille. Er moet opgelet worden met definiëren, ik ben het niet eens met het feit dat controle de enige manier is om een holding uit te bouwen.
Ik ben wel de mening toegedaan dat holdings zich gaan moeten herprofileren, heroriënteren, wij hebben dat met Gevaert ook al gedaan. Puur participaties aanhouden zonder iets meer heeft vandaag de dag geen elke zin meer. We kunnen nog aannemen dat dit vijf tot tien jaar geleden nog enige relevantie had, toen een holding nog kon helpen een gediversifieerde portefeuille uit te bouwen. Omdat het voor de particuliere belegger, bijvoorbeeld moeilijk was om in het buitenland te investeren, hij zat met vreemde munten, zat met een rechtsstelsel dat hij niet kende, zat met een aantal geplogenheden dat hij niet kende, enorm veel risico’s dus. Vandaag de dag hebben al onze omringende landen dezelfde munt, het is allemaal één Euronext, iedereen kan vandaag de dag online traden, er zijn bijna al geen wisselagenten meer nodig.
En daar heb je het al, klassiek portefeuille items naast elkaar zetten in een holding brengt geen enkel toegevoegde waarde, de belegger kan dit evengoed zelf. Ik denk dus inderdaad, als holdings zich niet gaan herprofileren, herfocussen, geen toegevoegde waarde gaan bieden, geen inhoudelijke bijdrage gaan leveren, dan zullen ze onherroepelijk gaan verdwijnen.
Blijven jullie opteren voor relevant aandeelhouderschap of willen jullie evolueren in de richting van preferentieaandeelhouderschap?
Belangrijk is het woord relevant, passieve belegger zijn in een aantal, zoals vroeger blue Chips, heeft geen zin, dat heeft Gevaert duidelijk ook verlaten. Wij willen dus een relevante aandeelhouder zijn, die participaties ook echt actief volgt en daardoor en mede daardoor werkelijk iets meer kan bieden voor onze aandeelhouder en dit kan je natuurlijk maar in een kleinere soort onderneming waar je dan ook een grotere stake neemt dan vroeger. Vandaar dat we eigenlijk gaan kijken zijn naar kleinere ondernemingen waar we dan wel een grotere stake in hebben en waar we dus een grotere relevante aandeelhouder willen en kunnen zijn.
In kleinere ondernemingen dus om nauwer betrokken te zijn?
Daar waar we vroeger een klassieke holding waren, die kleine stakes nam in zeer grote ondernemingen, willen we ons nu voornamelijk profileren als relevante aandeelhouder in small mid caps of dezelfde groep ondernemingen die niet genoteerd zijn, private equity. We hebben dus lange termijn deelnemingen zoals bijvoorbeeld Agfa-Gevaert en KBL (5%), de klemtoon gaat meer en meer dus naar die small mid caps en private equity.
Wij hebben een voorkeur voor de meer industriële bedrijven, dus niet het hoogtechnologische, dus niet het venture capital. We hebben zeker interesse in een aantal specifieke sectoren zoals het maritieme waar we ook een ruime traditie hebben. We proberen ook daar een belangrijk aandeelhouder te zijn die het management adviseert in bepaalde strategische issues op het gebied van investeringen en desinvesteringen, in het financieel beleid en we stellen ons netwerk van contacten ter beschikking. Dus om een heel lang verhaal kort te maken, ook Gevaert is totaal weggegaan van het ouderwetse holdingmodel. Wij willen dus een investeringsmaatschappij zijn. Iedereen evolueert, ook de GIMV, in plaats van een overheidsholding, zijn ze een venture capitalist geworden, met klemtoon op ICT en life sciences.
Strategie van Gevaert voor de toekomst? Verder doen zoals nu?
Er is niks zo moeilijk te voorspellen als een strategie. Er moet altijd ingespeeld worden op nieuwe maatschappelijke trends. Het is duidelijk dat er geen terugkeer is naar het oude holdingregime. De toekomst zal alleen maar zijn, toegevoegde waarde creëren, zelf actief zijn.
Blijft Gevaert alleen actief in de Beneluxlanden? En waarom?
Als je een relevante aandeelhouder wilt zijn, dan moeten die ondernemingen ook in reach zijn. Je moet in staat zijn met dat management te communiceren. We gaan natuurlijk niet gaan investeren in Azië of Amerika, waar het contact gewoon niet mogelijk is. Want dan ben je weer een passieve belegger! Je bent dan weer terug aan het gaan naar de ouderwetse holding en dat zou inconsistent zijn!
Is dit dan omdat deze kleinere ondernemingen zijn in vergelijking met bijvoorbeeld de Franse en Duitse ondernemingen?
Je hebt een bepaalde hoeveelheid geld dat je kan beleggen, je kan dat beleggen in allemaal stukjes van 2%, maar dan ben je niet meer relevant en ga je weer naar de ouderwetse holding. Als je een relevante aandeelhouder wilt zijn, dan moet je een relevante stake nemen. Liefst heb je 10-15% en dan nog beter ook een zetel in de raad van bestuur. Natuurlijk moet je dan ook in de categorie van kleinere ondernemingen gaan vissen. Er is ook nog een tweede reden om dit te doen. De competitie is wellicht minder, dat is natuurlijk een strategische keuze die wij gemaakt hebben. Er zijn holdings die een andere keuze gemaakt hebben.
Jullie voeren een niet-verwante diversificatie strategie, met andere woorden, een groter risicospreiding in jullie portefeuille, is het voor holdings soms ook interessant om een verwante strategie te gaan voeren?
Dat is zeker zinvol, wij gaan dat voor een stuk ook doen, wij gaan ons ook concentreren op die dingen waar goed denken in te zijn, dus meer in het industriëleen het maritieme. Wij gaan strategisch niet makkelijk investeren in ICT en in life sciences, er zijn andere investeringsmaatschappijen die dat wél doen, maar dan moet daarvoor ook de nodige expertise in huis halen.
De overgang van ouderwetse naar nieuwe holding, gaat die door participaties te verhogen van de huidige portefeuille? Of gaan jullie aandelen kopen van nieuwe ondernemingen in nieuwe sectoren?
De overgang van de ouderwetse holding naar een investeringsmaatschappij is een proces dat op termijn gebeurt, dat gaat niet van de ene op de andere dag. Bijvoorbeeld, wij hebben nu in de voorbije jaren en ook nog in het voorbije jaar, massaal, omdat de beurs het beter doet, alle blue chips-participaties of resten daarvan gewoon verkocht.
Onze participaties in Bayer en Egon, die we vroeger in grote mate hadden, typische voorbeelden van de oude holdingcultuur, waar wij niet echt relevant waren, deze worden gradueel verder afgebouwd. Je kan ze natuurlijk niet van de ene op de andere dag buitensmijten. Deze evolutie gebeurt geleidelijk, je verkoopt dingen die minder passen in je huidige strategie en je vervangt die door participaties die recenter genomen zijn (Mobistar, Van de Velde, Icos).
Almanij helpt jullie met jullie strategie uit te bouwen? Of doen jullie dit volledig onafhankelijk?
Het gebeurt altijd in overleg met de hoofdaandeelhouder. Onze strategie wordt opgebouwd in verschillende lagen. Het management tekent een bepaalde strategie uit, legt dit voor aan zijn raad van bestuur en dit wordt dan besproken door de raad van de hoofdaandeelhouders.
Almanij heeft een publiek bod uitgebracht op de Gevaert-aandelen om alle aandelen in portefeuille te krijgen. Is het een bewuste strategie om niet meer beursgenoteerd te zijn?
Het had geen zin om complexe structuren te hebben binnen Almanij. Zij zijn al beursgenoteerd evenals KBC en KBL en dan was er ook nog de beursnotering van Gevaert. Bovendien, op dat moment, een jaar of 2 geleden, was er weinig belangstelling voor investeringsvennootschappen, voor holdings en was er dus een grote décote. Een groot verschil met de echte waarde van het aandeel-Gevaert en de beurskoers. Het was dan interessant voor Almanij om het Gevaert-aandeel te kopen. Een beursnotering had niet veel meer zin meer omdat Gevaert werkmiddelen genoeg had. De functie waarvoor de beurs dient, namelijk het verzamelen van geld, was niet meer relevant.
Bijlage 6: Interview met Bruno Lippens
Interview met Bruno Lippens, Investment Manager Beluga.
Beluga NV is een onafhankelijke beursgenoteerde (Euronext Brussel) investeringsonderneming, gespecialiseerd in het verwerven en actief beheren van een gediversifieerde portefeuille beursgenoteerde aandelen en deelnemingen in niet-beursgenoteerde ondernemingen met een focus op private equity investeringen. In het kader van haar investeringsactiviteit is Beluga eveneens actief op het vlak van financiële consulting en corporate finance. Als een professionele equity-investeerder met een middellange termijn horizon streeft Beluga in de eerste plaats naar een maximum rendement en waardegroei voor elk van haar aandeelhouders.
Beluga is in 1998 ontstaan naar aanleiding van de overname en daaropvolgende omvorming tot investeringsonderneming van HSPL sa (“Aciéries de Haine-Saint-Pierre & Lesquin”), een voormalige Belgische staalgieterij zonder nog enige betekenisvolle activiteiten.
Op 31 december 2003 beheerde Beluga een investeringsportefeuille van circa 25 investeringen met een totale geraamde intrinsieke waarde van € 10,777 miljoen gespreid over minderheidsparticipaties in 15 beursgenoteerde ondernemingen en 10 niet-beursgenoteerde ondernemingen. Beluga heeft eveneens een 75% meerderheidsbelang in La Troupette, dat thans nog alleen financiële activa heeft.
In 2003 lag de klemtoon op het actief beheren, opvolgen en ondersteunen van de voornaamste investeringen (zoals Docpharma, Loomans Groep, PM United Brands en The Reference), de analyse van nieuwe private equity investeringen en, in lijn met vorige jaren, de verdere gefaseerde afbouw van de beursgenoteerde portefeuille.[108]
De huidige investeringsportefeuille (situatie op 22 maart 2004), heeft een geraamde intrinsieke waarde van € 11,093 miljoen gespreid over 14 beursgenoteerde en 10 private equity investeringen.
Holdings krijgen vaak de opmerking dat als ze willen overleven, dat ze dan hun functie goed moeten omschrijven. Wat verstaan we juist onder een holding? Kan u zich vinden in de definitie van Herman Daems: 'Een holding is een financiële instelling die een aandelenportefeuille beheert, met het oog op controle van de bedrijven waarvan ze een deel van het aandelenkapitaal bezit.” Kan u akkoord gaan hiermee?
Ik kan in principe wel akkoord gaan met de omschrijving, maar wij beschouwen ondernemingen die hieraan voldoen, zoals Beluga, eerder als een investeringsmaatschappij dan als een holding. Maar dat is uiteraard een semantische discussie en enkel kwestie van definitie. Het verschil ligt op het vlak van beheer: terwijl de laatste enkel een passieve houding aanneemt is een investeringsmaatschappij actief bezig met de participaties, liefst (maar niet noodzakelijk) met controle van de participaties (waarin het al dan niet de meerderheid van de aandelen bezit). Een "holding" heeft inderdaad een negatieve bijklank wegens de onvermijdelijke kosten ondanks de passieve houding maar zullen -volgens mij- niet verdwijnen, omdat ze altijd een bepaalde rol zullen vervullen zoals groepering van meerderheidsaandeelhouders. Of dit soort vennootschappen beursgenoteerd moeten blijven is een andere vraag.
Op welke manier kunnen holdings een toegevoegde waarde leveren?
Het actief beheer kan bestaan uit (gratis) consulting wat een toegevoegde waarde geeft aan de onderneming of het actief gaan zoeken naar een exit aan een goede waardering wat een toegevoegde waarde geeft voor de aandeelhouders (van de participatie en van de holding).
Kiest BELUGA voor relevant aandeelhouderschap of verkiezen jullie liever een groot aandeelhouder te zijn?
Relevant aandeelhouderschap.
Jullie strategie, op welke manier komt deze tot stand?
Door overleg in het uitvoerend comité en beslissing door de raad van bestuur.
Op welke manier evolueert een holding het best van een ouderwetse holding naar een investeringsmaatschappij?
Dit kan het best door een professioneel management aan te stellen.
Wat dragen holdings bij tot de Belgische economie en welke rol vervullen zij?
Een ouderwetse pure holding heeft wel een rol maar draagt over het algemeen weinig bij tot de economie van een land. De rol en bijdrage van een actieve en succesvolle investeringsonderneming daarentegen kan zeer groot zijn. Op het vlak van venture capital en private equity vervult deze een cruciale rol in de uitbouw en verdere groei van startende en groei-ondernemingen, iets wat van groot belang is voor de economie in haar geheel.
Bijlage 7: Interview met Laurent Puissant-Baeyens
Interview met Laurent Puissant-Baeyens, financieel analist Compagnie du Bois Sauvage
De Compagnie du Bois Sauvage is een holdingvennootschap naar Belgisch recht, waarvan de hoofdaandeelhouder familiaal en stabiel is. Zij heeft tot doel participaties te nemen in al dan niet genoteerde vennootschappen. De maatschappij bezit een hoogwaardig vastgoedvermogen, als bron van stabiele en recurrente inkomsten.
De holding waakt over de belangen van de eigen aandeelhouders en keert sinds 1988 een voortdurend groeiend dividend uit dat de inflatie systematisch overtreft.
Compagnie du Bois Sauvage wil een maatschappij met burgerzin zijn. Zij eerbiedigt de richtlijnen van het corporate governance en wenst bij te dragen tot het behoud in België van economische beslissingscentra. Met het oog op maatschappelijke integratie steunt zij sociale, culturele en geschiedkundige initiatieven
De Compagnie du Bois Sauvage is het resultaat van een hergroepering van achttien ondernemingen met erg uiteenlopende oorsprongen en activiteiten, zoals Fours Lecocq, Compagnie Financière Nagelmackers, les Charbonnages d’Hensies- Pommeroeul, Entrema en Somikin (mijnmaatschappij van Kindu). Een aantal van deze ondernemingen bestond al langer dan een eeuw. Van sommige was de omvang te klein om een belangrijke economische rol te spelen, van sommige was de activiteit voorbijgestreefd en andere waren in vereffening en bedreigd met verdwijning.
De groepering is de bevestiging van een feitelijke situatie en sluit perfect aan bij de strategie van stabiliteit en het streven naar economische en financiële dynamisering van de vennootschap.
De fusie door overneming van het moederbedrijf Surongo in juli 2002 was een erg belangrijke stap in de evolutie van de groep. Het betreft een vereenvoudiging ervan in een maatschappij van gezinnen, Entreprises et Chemins de Fer en Chine, hoofdaandeelhouder van de operationele maatschappij Compagnie du Bois Sauvage.[109]
Holdings krijgen vaak de opmerking dat als ze willen overleven, dat ze dan hun functie goed moeten omschrijven. Wat verstaan we juist onder een holding? Kan u zich vinden in de definitie van Herman Daems: 'Een holding is een financiële instelling die een aandelenportefeuille beheert, met het oog op controle van de bedrijven waarvan ze een
deel van het aandelenkapitaal bezit". Kan u akkoord gaan hiermee?
Compagnie du Bois Sauvage heeft tot doel minderheidsparticipaties te nemen in al dan niet genoteerde vennootschappen. Zij wenst getalenteerde zakenmannen en vrouwen, industrieel of financieel, te begeleiden die in een bepaalde fase van het bestaan van hun bedrijf op zoek zijn naar steun. Zij verleent ook hulp bij het financieel beleid, de structuur en de stabiliteit van het kapitaal van deze laatsten.
Op welke manier kunnen holdings een toegevoegde waarde leveren?
Voor de participaties: hulp bij het financieel beleid, de structuur en de stabiliteit van het kapitaal. Voor de aandeelhouders: lange termijn + niet genoteerde vennootschappen.
Op welke manier evolueert een holding het best van een ouderwetse holding naar een investeringsmaatschappij?
Daar is volgens mij een goede wil van het management en een goede transparantie voor nodig.
Wat dragen holdings bij tot de Belgische economie en welke rol vervullen zij?
Toegang tot de kapitaalmarkt voor kleine ondernemingen.
Kiezen jullie voor relevant aandeelhouderschap of verkiezen jullie liever een groot aandeelhouder te zijn?
Relevant aandeelhouderschap.
Opteren jullie voor een niet-verwante diversificatie strategie of eerder voor een verwante strategie (eerder dezelfde sectoren). En hoe wordt deze keuze gemaakt?
De investeringscriteria van het uitvoerend comité alvorens een nieuw project voor te stellen aan de raad van bestuur zijn; begrip van de activiteitensector van het bedrijf in kwestie, vertrouwen in het management van het bedrijf, cijfermatige analyses en unanimiteit van de beslissing.
Bijlage 8: Interview met Chris Van Raemdonck
Interview met Chris Van Raemdonck, Secretaris-Generaal Spector Photo Group
Spector Photo Group is actief in de wereld van de fotografie en de beeldcommunicatie. De voornaamste activiteiten zijn photofinishing, zowel analoog als digitaal, en retail van foto-gebonden producten en vrijetijdselektronica.
In 1964 starten de gebroeders George en Jules De Buck samen met
hun schoonbroer Jerôme Mussche het fotoafwerkingsatelier ‘DBM
Color’ op, in Wetteren. De initialen DBM verwijzen naar hun
familienamen. In de jaren
1985-1990 waren er de eerste overnames van Belgische ondernemingen
in de branche waaronder ‘Tecnocrome’
en ‘Fotronic’.
De groep ‘Extra Film’ werd in 1990 overgenomen. Die groep bestrijkt met haar
postorderactiviteiten geheel Scandinavië en was sinds 1982 ook al in Frankrijk
actief.
DBM Color wijzigt zijn naam
in
International Photo Group (IPG). Er is dan ook de overname van
‘Prominvest’
waardoor de onderneming op een onrechtstreekse wijze een beursnotering krijgt. Na het verzilveren van de niet-fotografische activiteiten van Prominvest, wordt
de naam
Spector Photo Group aangenomen.
In 2003 bouwt de groep haar kernactiviteiten verder uit. In de retail divisie wordt het Photo Hall concept verder doorgevoerd in Hongarije. Op de Belgische markt wordt het handelsfonds van Positif Photo Group overgenomen, waardoor de groep beschikt over de grootste aankooporganisatie van fotogebonden producten ten behoeve van de zelfstandige fotovakhandel in België. In de Mail Order divisie anticipeert de groep op de doorbraak van de digitale fotografie: enerzijds door de uitbouw van een pan-Europese photofinishing website onder het ExtraFilm merk, anderzijds door de overname van de Franse firma Omninet, die de "photo-sharing" website Wistiti uitbaat.
Voor het jaar 2004 plant de Spector groep een versnelling van de investeringen in digitale photofinishing. In april wordt de eerste automatische digitale photofinishinglijn geïnstalleerd in het lab te Wetteren. Tegen Pasen zouden er 200 fotokiosken geïnstalleerd moeten zijn bij de Spector fotospecialisten.
Photo Hall wil tegen eind 2004 dat 80% van zijn winkels in België, Luxemburg, Frankrijk en Hongarije uitgerust is met een fotokiosk.
De groep zal stapsgewijze zijn aanpak verschuiven van photofinishing (mono-product filosofie) naar multimedia en van mono kanalen naar multi kanalen.
Spector Photo Group wil kennis en expertise op het vlak van fotografie, beeldvorming en consumentenelektronica bundelen om totaaloplossingen voor multimediaproducten te ontwikkelen en om optimale synergie te verkrijgen binnen de gehele groep op het vlak van productie, aankoop, productontwikkeling. Tevens willen ze een Europees merkenbeleid voeren met een beperkt aantal geselecteerde merken die elk symbool staan voor de sterke band met de klant. Ook gaan ze hun expertise op het vlak van ‘relatiemarketing’ uitbouwen over de gehele groep. Tenslotte volgen ze berekend en goed doordacht hun investeringsplan.[110]
Holdings krijgen vaak de opmerking dat als ze willen overleven, dat ze dan hun functie goed moeten omschrijven. Wat verstaan we juist onder een holding? Kan u zich vinden in de definitie van Herman Daems: 'Een holding is een financiële instelling die een aandelenportefeuille beheert, met het oog op controle van de bedrijven waarvan ze een deel van het aandelenkapitaal bezit.” Kan u akkoord gaan hiermee?
Dit is de meest correcte maar ook meest minimale definitie. Het hangt van elke holding zelf af in hoeverre men nog een stapje verder wil gaan, door ook een strategisch-sturende richting te volgen of niet. Spector profileert zich veeleer als een "groep". Wij streven immers naar 100% controle van de dochters of toch een meerderheidsbelang. Wij zoeken ook naar synergie tussen de dochters. Wij wensen cohesie tussen de dochters, bijvoorbeeld doordat hun activiteiten allemaal in dezelfde sector of sfeer te situeren zijn. Wij ontwikkelen een groepsstrategie die ook naar alle dochters kan vertaald worden.
Op welke manier kunnen holdings een toegevoegde waarde leveren?
Persoonlijk zie ik toegevoegde waarde voor de beleggers, die automatisch aan risicospreiding doen door via een holding te beleggen, in plaats van direct. Voor startende ondernemers kunnen holdings een financieringsbron zijn in aanvulling op de echte risicokapitaalverstrekkers zoals bijvoorbeeld de GIMV.
Kiezen jullie voor relevant aandeelhouderschap of verkiezen jullie liever een groot aandeelhouder te zijn?
Als Spector Photo Group N.V. (de "groep") streven wij naar een 100% controle van de ondernemingen in de groep of toch een meerderheidsbelang.
Opteren jullie voor een niet-verwante diversificatie strategie of eerder voor een verwante strategie (eerder dezelfde sectoren). En hoe wordt deze keuze gemaakt?
Spector opteert voor een duidelijk verwante strategie. De groep is ooit gestart rond pure photofinishing (ontwikkelen en afdrukken van foto's) een industrieel proces. Vervolgens werd gezocht naar verticale diversificatie, door ook marketing-activiteiten te ontwikkelen (via Spector partners, maar ook via eigen postorderondernemingen). Vervolgens werd er in de breedte gediversifieerd door naast photofinishing ook photo-hardware en andere fotogebonden producten in het activiteitengamma op te nemen. Vandaar de opname van de Photo Hall winkelketen in de groep.
Heel recent is deze diversificatiestrategie nog aangescherpt. We
merken dat de media naar elkaar toegroeien (bijvoorbeeld het GSM-toestel van de
toekomst zal ook een digitale camera en een PC tegelijk zijn) en dat de
consument totaaloplossingen wenst (de hardware + diensten om het
multimediatoestel te gebruiken). Vandaar onze positionering als een
‘gediversifeerde groep in multimedia en beeldcommunicatie’.
Jullie strategie, op welke manier komt deze tot stand?
Er bestaat een vast proces op jaarbasis, waarbij we onze strategie telkens toetsen aan de snel wijzigende realiteit en de visie over de toekomst. Meestal gaat het om kleine bijstellingen, die veeleer op de budgetten betrekking hebben (dit bewijst dat onze strategie ook goed is, je kan niet jaarlijks van strategie veranderen).
Gezien de snelle evolutie op onze markten en op het vlak
van de technologie die onze sector bepaalt, is deze oefening het voorbije jaar
veel grondiger en doortastender verlopen.
Voor de strategische oefeningen, wordt eerst top-down gewerkt. Dit wil zeggen
dat het executive committee eerst start met de denkoefening en die vervolgens
afstemt met de raad van bestuur, die zijn goedkeuring dient te geven. Vervolgens wordt dit gevalideerd met de business units uit de groep
(bottom-up). Pas als zij zich achter de strategie scharen, die eventueel met
hun input is bijgesteld, wordt de strategie terug aan de raad van bestuur
voorgelegd voor finale goedkeuring.
Wat dragen holdings bij tot de Belgische economie en welke rol vervullen zij?
In het verleden hebben de holdings onomstotelijk de Belgische economie gestuurd en misschien zelfs gevormd. Zij hebben voor een diversificatie van de Belgische economie gezorgd.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[105] Website Argenta: www.argenta.be
[106] Strategie van Argenta en zijn eigenheid, intern document en Investar, geconsolideerd jaarverslag, 2002
[107] Website: www.gevaert.be
[108] Website: www.beluga.be
[109] Website: www.bois-sauvage.be
[110] Website: www.spector.be