Het cultuurleven in 19e eeuws Hasselt. Proeve tot een dwarsdoorsnede. (Dries Theuwissen) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
De plaats van het verenigingsleven in de politieke situatie in het Hasselt van de negentiende eeuw is duidelijk. Door haar maatschappelijke functie en groot contactveld werd zij voor de politieke kar gespannen, hoewel dit niet altijd doelbewust hoefde te gebeuren. Vooral de culturele verenigingen worden betrokken omwille van hun omvang, publiek en succes. Zij vertegenwoordigen ook de grootste groep op de activiteitenkalender
Beeldende kunsten staan niet expliciet in dienst van het gemeentebestuur, maar we zien dat de onderwerpen van Hasseltse schilders vooral betrokken zijn op eigen stad, streek en geschiedenis. De belangrijkste worden gesubsidieerd. Beeldhouwkunst komt pas op het einde van de negentiende eeuw naar voor en architectuur had niet erg veel te bieden in Hasselt.
Literaire activiteiten komen op naam van de literaire verenigingen die voornamelijk naar buiten treden via lezingen. Zij hebben voor de leden een collectie boeken ter beschikking, volgens de politieke voorkeur van de vereniging. Het Davidsfonds en het Willemsfonds vestigen zich te Hasselt in respectievelijk 1875 en 1879. Zij verdelen respectievelijk katholieke en liberale literatuur en organiseren lezingen. Deze verenigingen hebben stichtende bedoelingen.
Wat de educatieve infrastructuur betreft, zien we dat het slecht ingerichte gemeentelijk onderwijs gecounterd wordt door vrije katholieke scholen op initiatief van religieuze verenigingen. Zij vangen dit tekort van overheidswege op. Later wordt het gemeentelijk onderwijs beter uitgebouwd. Een stedelijke muziekschool is er gekomen in 1881. Daarvoor subsidieerde het stadsbestuur muziekverenigingen om muziekonderricht te verschaffen. Een tekenschool in de zin van een artistiek instituut was er niet. De tekenschool die in 1862 geopend werd had meer industriële doeleinden. Bibliotheken waren er in de vorm van verenigingsbibliotheken. Er bestond een volksbibliotheek in het begijnhof en vanaf 1862 was er een openbare bibliotheek.
We mogen over het algemeen besluiten dat de invloed van de politiek op het cultuurleven te Hasselt niet gering is geweest, maar dat de politiek zelf relatief gematigd was. De zoetwaterliberalisten die tegenover het katholieke kamp stonden, hadden tegen 1880 weliswaar hun eigen muziek-, toneel- en letterkundige verenigingen, maar zij deden tot eind jaren 1870 nog steeds mee aan expliciet katholieke activiteiten als een processie. Ook waren deze verenigingen de enige die zich liberaal noemden. Ook de katholieken hadden hun culturele verenigingen, maar daar bleef het dan ook bij. Het landelijke isolement van Hasselt zorgde ervoor dat het verzuilingsproces hier een stuk trager op gang kwam dan elders in het land. Haar beperkte omvang noopte de inwoners ertoe om met elkaar om te gaan. De vorming van twee kampen is een evolutie geweest die ongeveer samenhing met het losmaken van Hasselt uit zijn rurale afzondering. Doordat het maatschappelijk middenveld niet volledig verzuild werd, kon men zich dus niet volledig binnen eigen kringen bewegen en waren de mensen wel verplicht om zich op een gemeenschappelijk maatschappelijk middenveld te bewegen. Het grote keerpunt is er gekomen na de schoolstrijd van 1879-‘81. Die had een polarisatie van de bevolking tot gevolg, het volk werd als het ware opgedeeld in twee kampen. Voor deze periode heeft de levensbeschouwelijke kwestie in Hasselt niet tot grote problemen geleid, vooral omdat het vrij secundair onderwijs niet uitgebouwd was. Er waren uiteraard de kleinere onhebbelijkheden, en de pers droeg ook een belangrijk steentje bij, maar we mogen besluiten dat in Hasselt de tegenstelling tussen de katholieken en de liberalen tot ca. 1875 relatief rustig blijft. Tot dan zaten zij zowat in hetzelfde schuitje en moesten zij samen naar welvaart streven. Hierna komen de liberalen meer op en wanneer de zij in 1878 de meerderheid krijgen in de gemeenteraad is het slechts een kwestie van tijd vooraleer er een katholieke tegenreactie komt. Uiteindelijke aanleiding is dan de schoolstrijd geweest.
Concreet intervenieert politiek in het cultuurleven vooral door het verlenen van subsidies of net door het niet verstrekken hiervan, hoewel dit laatste slechts zelden voorkomt. Zij was sterk betrokken in het cultuurleven, vooral dan in de culturele verenigingen. Zij stelde infrastructuur en materiaal ter beschikking van de verenigingen. Over het algemeen wordt er een gematigde houding aan genomen, maar wanneer er politieke beslissingen genomen moeten worden, nemen de verenigingen een uitgesprokener houding aan. Vooral na de Schoolstrijd begint de echte verzuiling pas in Hasselt en gaat deze stad pas echt participeren in de levensbeschouwelijke kwestie.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |