De administratie van de Gentse schepenen van de Keure in de 14de eeuw. (Annelies Nevejans)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bibliografie

 

Bronnen

 

Onuitgegeven bronnen:

 

Gent, Rijksarchief:       

Diverse oorkonden :

[153]

Fonds Gent :

De theloniis Gandavensibus: transcriptie van 37 akten betreffende Gent. Verschillende handschriften van vóór de 14de eeuw.[6]

Fonds Groenenbriel, oorkonden :

Reeks oorkonden voor de schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister

[45, 86, 103]

Fonds Rijke Gasthuis :

Cartularium met oudste verwijzing naar een schepenregister [K4]

Fonds Rijke Gasthuis, oorkonden :

Oorkonde voor schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister [70]

Fonds Rijke Klaren :

Oorkonde voor schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister. [86]

Fonds Sint-Baafsabdij, oorkonden :

Reeks oorkonden voor de schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister.

[659, 699bis, 788, 839, 850A, 880, 886, 900, 903, 904, 923, 994, 1014, 1019, 1028, 1029, 1031, 1100bis, 1102, 1111, 1114A, 1116, 1164, 1206A, 1208, 1209, 1215, 1244, 1248, 1270, 1277, 1298, 1300, 1329, 1335, 1337, 1351, 1352, 1353, 1354, 1355, 1362, 1386, 1395, 1417, 1418, 1424, 1436, 1437, 1446, 1448, 1463]

Fonds Sint-Michiels, oorkonden :

Reeks oorkonden voor schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister.

[18, 33, 49, 51, 53, 56, 58-59, 63, 65, 67, 70-72, 74-76, 81, 84, 86, 91, 96-97, 99, 101-102, 108, 112, 116-118, 123, 126]

Fonds Sint-Veerle, oorkonden :

Oorkonde voor schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister. [196, 220]

Fonds de Ghellinck-Vaernewyck, afdeling Vaernewyck :

Reeks oorkonden voor schepenen van Gent, waarvan registratie in het schepenregister.

[1777, 1778]

 

Gent, Stadsarchief :

Reeks 301 :

Jaarregister van de schepenen van de keure.

[1339; 1343-1344; 1345-1346; 1349-1350; 1353-1354; 1357-1358; 1368-1369; 1378-1379; 1379; 1379-1380; 1382-1383; 1389-1390]

Reeks 93 :

nr. 26, f109 r° - 110 v° (register BB)

Reeks 93bis :

nr. 5, f79 r°

            Reeks 330:

Staten van goed van de schepenen van Gedele.

[1349-1350, 1379-1380]

Gent, Universiteitsbibliotheek :

            Memorieboek der stad Gent [hs. 2554 ]

 

 

Uitgegeven bronnen:

 

DE PAUW (N.) (ed.). Jehan Froissart’s Chronyke van Vlaenderen getranslateert uuten Franssoyse in Duytscher tale bij Gerit Potter van der Loo in de XVe eeuw. Gent, 1909, 72 p.

 

DE PAUW (N.). De voorgeboden der stad Gent in de XIVe eeuw (1337-1382). Gent, 1885. (Maatschappij der Vlaamsche Bibliophielen, 4e reeks, n° 5)

 

DU BOIS (A.) en DE HONDT (L.). Coutumes de la ville de Gand. Brussel, 1887, vol. 2, pp. 142-150.

 

GYSSELING (M.). Corpus van de Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), reeks 1: ambtelijke bescheiden. ‘s-Gravenhage, 1977.

 

VAN DER MEERSCH (P. C.) (ed.). Memorieboek der stad Ghendt: van ’t jaer 1301 tot 1737. Gent, 1852, 2 vol. (Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen, 2de serie, n° 15)

 

VAN DE WIELE (J.). Regesten op de jaarregisters van de keure, schepenjaar 1404-1405. Gent, 1983. [Nrs. 44, 50, 75, 76, 94, …]

 

VANNIEUWENHUYSE (J.). Regesten op de jaarregisters van de keure. Schepenjaren 1360-1361. Gent, 1981.

 

VAN WERVEKE (A.). Gentsche stads- en baljuwsrekeningen, 1280-1336. Gent, 1908.

 

VAN WERVEKE (A.). Gentsche stads- en baljuwsrekeningen, 1351-1364. Brussel, 1970, XXXI.

 

VUYLSTEKE (J.). Rekeningen der stad Gent: tijdvak van Philips van Artevelde, 1376-1389. Gent, 1891-1893.

 

 

Werkinstrumenten

 

BOON (J.). Regesten op de jaarregisters van de keure. Schepenjaren 1337-1358. Gent, 1968-1969, 2 vol.

 

BOONE (M.). “Politiek-institutionele en sociaal-economische geschiedenis (12de-begin 16de eeuw)” in: ART (J.) (red.). Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente? Deel 2: 12de-18de eeuw. Gent, 1994, pp. 39-84.

 

CARCEL-ORTI (M. M.) (ed.). Vocabulaire internationale de la diplomatique. Valencia, 1994, pp. 35-36, 38-39.

 

CUVELIER (J.). Inventaire des archives de la ville de Louvain. Louvain, 1930, II, p. 337.

 

DECAVELE (J.). “Genealogie” in: ART (J.) (ed.). Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente. III.

 

DECAVELE (J.) en VANNIEUWENHUYSE (J.). Archiefgids. Deel I: oud archief. Gent, 1983.

 

DE HERDT (R.). en VANNNIEUWENHUYSE (J.). Historie op perkament. Gent, 1988.

 

DE VOS (A.). Inventaris der landbouwpachten in de Gentse jaarregisters van de keure, deel 1: 1339-1501. Gent, 1958, 200 p. (Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, n° 8).

 

GROTEFEND (H.). Taschenbouch der Zeitrechnung des deutschen Mittelalters und der Neuzeit. Hannover, 1971.

 

HERMANS (V.). Inventaire des archives de la ville de Malines. Malines, 1894, VIII, pp. 88-89.

 

STRUBBE (E.) en VOET (L.). De chronologie van de middeleeuwen en de moderne tijden in de Nederlanden. Antwerpen-Amsterdam, 1960.

 

VAN DER HAEGHEN (V.). Inventaire des archives de la ville de Gand. Catalogue méthodique général. Gent, 1886, 367p.

 

VANNIEUWENHUYSE (J.). Regesten op de jaarregisters van de Keure. Schepenjaren 1360-1361. Gent, 1981.

 

VERWIJS (E.) en VERDAM (J.). Middelnederlandsch woordenboek. ’s-Gravenhage, 1885-1952, 10 dln.

 

 

Literatuur

 

ASAERT (G.). “Huizen en gronden te Antwerpen omstreeks 1400” in: Bijdragen tot de geschiedenis inzonderheid van het oud hertogdom Brabant, L (3de reeks), 1967, 1-2, pp. 5-7.

 

BAILLIEUL (B.), DUHAMEEUW (A.) BOONE (M.) e.a. Een stad in opbouw. I: Gent voor 1540. Tielt, 1989, pp. 137-164.

 

BAUTIER (R.). Chartes, sceaux et chancelleries, études de diplomatique et de sigillographie médiévales. Parijs, 1990, 2 vol., 924 p. (Mémoires et documents de l’Ecole des Chartes, n° 34)

 

BERTELOOT (A.). “Regionale, lokale en individuele variatie in de 13de-eeuwse Nederlandse oorkondentaal” in: GOOSSENS (J.), VAN LOON (J.) en NIEBAUM (H.). Historische dialectologie. Gent, 1995, pp. 91-123. (Taal en Tongval, themanummer 8)

 

BIESZKE (J. C. M.), VAN DEN BERG (A. E. L.) en VAN BEZOOIJEN (W. E.). Vensters naar vroeger: eenentwintig schoolvakken in middeleeuws perspectief. Amsterdam, 1984, pp. 73-76. (Bulkboeken, n° 13)

 

BLOCKMANS (F.). Gent tot omstreeks 1336. De voorbereiding van een groote tijd. Antwerpen, 1942,104 p. (De Seizoenen, n° 22)

 

BLOCKMANS (W.). Een middeleeuwse vendetta: Gent 1300. De Haan, Houten, 1987, 160 p.

 

BLOCKMANS (W.). “The social and economic effects of plague in the Low Countries 1349-1500” in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, LVIII, 1980, pp. 833-863.

 

BLOCKMANS (W.) e.a. “Studiën betreffende de sociale structuren te Brugge, Kortrijk en Gent in de 14de en 15de eeuw” in: Standen en Landen, LIV, LVII, LXIII, 1971-1973.

 

BLOCKMANS (W.), PIETERS (G.), PREVENIER (W.) en VAN SCHAICK (R.). “Tussen crisis en welvaart: sociale veranderingen, 1300-1500” in: A.G.N., IV, Haarlem, 1980, pp. 42-86.

 

BLOCKMANS (W.) en PREVENIER (W.). De Bourgondiërs. De Nederlanden op weg naar eenheid (1384-1530). Amsterdam, 1997, pp. 1-50.

 

BOONE (M.). “Les Gantois et la grande procession de Tournai: aspects d’une sociabilité urbaine au bas moyen âge” in: DUMOULIN (J.) en PYCKE (J.). La Grande Procession de Tournai (1090-1992): une réalité relugieuse, urbaine, diocésaine, sociale, économique et artistique. Tournai, 1992, pp. 51-58. (Tournai: art et histoire, n° 6)

 

BOONE (M.). Geld en macht: de Gentse stadssfininanciën en de Bourgondische staatsvorming (1384-1453). Gent, Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde, 1990, 260 p. (Verhandelingen der maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, nr. 15)

 

BOONE (M.). “Gent” in: Stenen des tijds: historische stadstypes in de Nederlanden. Utrecht, 1990, pp. 70-91.

 

BOONE (M.). Gent en de Bourgondische hertogen ca. 1384-ca. 1453. Een sociaal-politieke studie van een staatsvormingsproces. Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1990, 281 p. (Verhandelingen van de Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, klasse der letteren, n° 133)

 

BOONE (M.). “De Gentse staten van goed als bron voor de kennis van de materiële cultuur: mogelijkheden en beperkingen (late middeleeuwen - vroeg moderne tijden)” in: DAELEMANS (F.) (ed.) Bronnen voor de geschiedenis van de materiële cultuur: staten van goed en testamenten. Brussel, 1988, pp. 51-73. (Archief- en Bibliotheekwezen in België. Extranummer, 25/2)

 

BOONE (M.). “Huizencategorieën op basis van de schepenregisters” in: BOONE (M.), DUMON (M.) en REUSENS (B.). Immobiliënmarkt, fiscaliteit en sociale ongelijkheid te Gent, 1483-1503. Kortrijk, 1981, pp. 45-53. (Standen en Landen, n° 78)

 

BOONE (M.). “Omzien met bewondering, vooruitblikken met verwachting. De Gentse geschiedenis van Middeleeuwen en Ancien Regime” in: H.M.G.O.G., 47 (nieuwe reeks), 1993, p. 29-48.

 

BOONE (M.). “Openbare diensten en initiatieven te Gent tijdens de late Middeleeuwen (14de-15de eeuw)” in: Handelingen van het Gemeenekrediet, 11de internationaal colloquium – Spa, 1-4 september 1982. Het openbaar initiatief van de gemeenten in België: historische grondslagen (Ancien Régime). Brussel, 1984, pp. 71-114. (Pro Civitate. Historische uitgaven, reeks in-8, n° 65)

 

BOONE (M.). “Stedelijke ambtenaren” in: PREVENIER (W.) ed. Prinsen en poorters. Beelden van de laat-middeleeuwse samenleving in de Bourgondische Nederlanden (1384-1530). Mercatorfonds, Antwerpen, 1998, pp. 103-109.

 

BOONE (M.) en BRAND (H.). “Vollersoproeren en collectieve actie in Gent en Leiden in de veertiende en de vijftiende eeuw” in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis., XIX, 1993, 2, pp. 168-192.

 

BRESSLAU (H.). Handbuch der Urkundenlehre. Leipzig, 1889, pp. 470-475.

 

BRINKMAN (H.) en SCHENKEL (J.). Het Comburgse handschrift. Hilversum, 1997, 2 vol. (Middeleeuwse verzamelhandschriften uit de Nederlanden, n° 4)

 

BUNTINX (J.) en GYSSELING (M.). Het oudste goederenregister van Oudenbiezen (1280-1344). Deel 1: tekst. Tongeren, 1965, pp. 5-7. (Werken uitgegeven door de Koninklijke Commissie voor toponymie en dialectologie, Vlaamse afdeling, n° 11)

 

BURGERS (J. W. J.). “De invoering van het Nederlands in de dertiende-eeuwse documentaire bronnen in Holland en Zeeland” in: Tijdschrift voor Nederalandse Taal- en Letterkunde, CXII, 1996, pp. 129-150.

 

BURGERS (J. W. J.). “Over de lokalisering van Middelnederlandse ambtelijke bescheiden” in: GOOSSENS (J.), VAN LOON (J.) en NIEBAUM (H.). Historische dialectologie. Gent, 1995, pp. 139-164. (Taal en Tongval, themanummer 8)

 

BURGERS (J. W. J.). De paleografie van de documentaire bronnen in Holland en Zeeland in de dertiende eeuw. Leuven, 1995, pp. 467-487.

 

BURGERS (J. W. J.), DIJKHOF (E. C.) en KRUISHEER (J. G.). “De doordringing van het schrift in de samenleving in Holland en Zeeland tijdens graaf Floris V” in: DE BOER (D. E. H.). Wi Florens… De Hollandse graaf Floris V in de samenleving van de dertiende eeuw. Utrecht, 1996, pp. 191-211.

 

CARSON (P.). Jacob van Artevelde. Leuven, 1996, 159 p. (Historische reeks, n° 27)

 

CLANCHY (M. T.). From memory to written record England 1066-1307. Oxford, 1993 (2de druk).

 

COSEMANS (A.). “Taalgebruik in Vlaanderen en Brabant tijdens de Middeleeuwen” in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1934, pp. 485-512.

 

DAMBRUYNE (J.) “Machtsstrijd tussen de vorst en de stad” in: DECAVELE (J.) (ed.). Keizer tussen de stroppendragers. Karel V (1500-1558). Leuven, 1900, pp.133-140.

 

DAMBRUYNE (J.). “Politieke en sociale structuren van de stad” in: DECAVELE (J.) (ed.). Keizer tussen de stroppendragers. Karel V (1500-1558). Leuven, 1900, pp.141-145.

 

DANNEEL (M.). Weduwen en wezen in het laat-middeleeuwse Gent. Leuven-Apeldoorn, 1995, pp.15-18. (Studies in Urban Social, Economic and Political History of the Medieval and Modern Low Countries, 3)

 

DECAVELE (J.). “Bestuursinstellingen van de stad Gent” in: PREVENIER (W.) en AUGUSTYN (B.). De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795. Brussel, 1997, p. 277-321. (Miscellenea archivistica. Studia, n° 72)

 

DE HEMPTINNE (Th.). Diplomatiek. Syllabus bij de les, 2000-2001.

 

DE HEMPTINNE (Th.). “De doorbraak van de volkstaal als geschreven taal in de documentaire bronnen. Op zoek naar verklaringen in de context van de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen in de dertiende eeuw.” in: Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, LIII, 1999, pp. 7-21.

 

DE HEMPTINNE (Th.). “Het ontstaan van een lokaal scriptorium te Gentbrugge in het 2de kwart van de 14de eeuw” in: H.M.G.O.G., XXIII (nieuwe reeks), 1969, pp. 3-12.

 

DE JONG (M.). “Geletterd en ongeletterd. Zin en onzin van een tegenstelling” in: STUIP (R.E.V.) en VELLEKOOP (C.) (red.). Oraliteit en schriftcultuur. Hilversum, 1993, pp. 9-31.

 

DE MAN (L.). Bijdrage tot een systematisch glossarium van de Brabantse oorkondentaal. Brussel, 1956, I, pp. 20-30. ( Bouwstoffen en studiën voor de geschiedenis en de lexicografie van het Nederlands, n° 4)

 

DE MEERSMAN (A.). “De plaatsing in de bijzin van enkele hulpwerkwoorden en de aanvullende infinitief in de 13de-eeuwse Gentse teksten” in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1975, pp. 234-254.

 

DE MEYER (G.). “Latijn en volkstaal, schrijftaal en spreektaal in niet-literaire teksten” in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 1974, 89, pp. 1-15.

 

DEMUYNCK (R.). “De Gentse oorlog (1379-1385). Oorzaken en karakter” in: H.M.G.O.G., V, 1951, pp. 305-318.

 

DE PELSMAEKER (P.). Régistres aus sentences des échevins d’Ypres. CPCF, Brussel, 1914.

 

DE POTTER (F.). Gent van den oudsten tijd tot heden. Geschiedkundige beschrijving der stad. Brussel, 1975, 8 vol. (anastatische herdruk van de editie 1882-1901)

 

DE POTTER (F.). Geschiedenis van het schependom in de Belgische gewesten van de vroegste tijden tot het einde der 18de eeuw. Brussel, 1881, 316 p.

 

DERYCKE (L.). De Sint-Michielswijk in Gent (1480-1520), een sociaal-topografische reconstructie. Gent, VMGOG, XXIV, 1999.

 

DE SCHEPPER (H.). “Steden en hun bestuur 1200-1800” in: VAN ROOIJEN (M.) red. Steden en hun verleden. De ontwikkeling van de stedelijke samenleving tot de negentiende eeuw. Den Haag- Utrecht, 1988, pp. 57-80.

 

DES MAREZ (G.). Etude sur la propriété foncière dans les villes du moyen âge et spécialement en Flandre. Gent, 1898, 392 p. (RUG, Werken uitgegeven door de faculteit van de Letteren & Wijsbegeerte, n° 20).

 

DES MAREZ (G.). La lettre de foire à Ypres au XIIIe siècle. Brussel, 1900, p. 13.

 

DES MAREZ (G.) “Les seings manuels des scribes Yprois au XIIIe siècle” in: Bulletin Commission Royal d’Histoire, 1899, pp. 631-646.

 

DHONDT (J.) en DE KEYSER (P.). Gent. Antwerpen, De Sikkel, 1947, 387 p. (Steden en landschappen, n°10)

 

DIJKHOF (E.). “Goatskin and growing literacy: The penetration of writing in the former counties of Holland and Zeeland in the thirteenth century in relation to the changes of the internal ans external features of the charters issued” in: HEIDECKER (K.) (red.). Charters and the use of written word in Medieval society. Turnhout, 2000, pp. 101-112. (Utrecht Studies in Medieval Literacy, n° 5)

 

DIJKHOF (E.). “The growing literacy in the towns of the county of Holland and Zeeland” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, 2000, pp. 133-142. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

DIJKHOF (E.). “Over originelen en afschriften in taalkundig onderzoek. De rol van de schrijver en de redacteur bij de totstandkoming van oorkonden” in: DIJKHOF (E.) (red.). De verschriftelijking van het Nederlands. Gent, 1999, pp. 55 – 78. (Taal en Tongval, themanummer 12)

 

DIJKHOF (E.). “De verschriftelijking in Zeeland: de doordringing van het ambtelijk schriftgebruik in de omgeving van de stadsbesturen en de ambachtsheren in de dertiende eeuw” in: Zeeland: Tijdschrift van het Koninklijk Zeeuwschh Genootschap der Wetenschappen, 9.1, 2000, pp. 2-9.

 

DUMON (M.). “The registers of the magistrates of Ghent and Antwerp, a source of social and economic history (ca. 1490-1507)” in: PREVENIER (W.), VAN UYTVEN (R.) en VAN CAUWEBERGHE (E.) (eds.). Sociale structuren en topografie van armoede en rijkdom in de 14de en 15de eeuw. Methodologische aspecten en resultaten van recent onderzoek. Gent, Studia Historica Gandensia, 1986, pp. 89-97. (Studia Historica Gandensia, 267).

 

EWAN (E.). “Protocol Books and Towns in Medieval Scotland” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, Garant, 2000, pp. 143-156. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

FRÄNKEL (B.). La signature: genèse d’un signe. Paris, 1992.

 

FRIS (V.). Histoire de Gand: depuis les origines jusqu’en 1913. Gent, Tavernier, 1930, 359 p.

 

FRIS (V.) “Ontleding van drie Vlaamsche kronijken” in: Bulletijn der Maatschappij voor Geschied- en Oudheidkunde te Gent. Gent,  3, 1901-1902, pp. 153-157.

 

FRIS (V.). “Les origines de la réforme constitutionelle de Gand 1360-1369” in: Annales du XXe Congres de la Fédération archéologique et historique de la Belgique, Gent, 1907, vol. 3, pp. 427-459.

 

FRIS (V.). “La restriction de Gand, 13 juillet 1468” in: Bulletin de la société d’histoire et d’archéologie de Gand, XXXI, 1923, pp. 59-142.

 

GILISSEN (J.). “Les villes en Belgique. Histoire des institutions administratives et judiciaires des villes belges” in: Recueils de la Société Jean Bodin VI. La ville, première partie: Institutions administratives et judiciaires, Brussel, 1954, pp. 531-604.

 

GIRY (A.). Manuel de diplomatique. Parijs, 1925, 944 p.

 

GRIFFITHS (R.). “The authors of urban records in Medieval Wales” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, Garant, 2000, pp. 157-171. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

GUICHARD (P.). “Du parchemin au papier” in: GUICHARD (P.) en ALEXANDRE-BIDON (D.) (ed.). Comprendre le XIIIe siècle, études offertes à Marie-Thérèse Lorcin. Lyon, 1995, pp. 185-199.

 

GUYOTJEANNIN (O.), PYCKE (J.) en TOCK (B.M.). Diplomatique médiévale. Brussel, Brepols, 1993, 442 p.

 

GYSSELING (M.). “De invoering van het Nederlands in ambtelijke bescheiden in de 13de eeuw” in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1971, deel I, pp. 27-35.

 

GYSSELING (M.) en VERHULST (A.). Het oudste goederenregister van de Sint-Baafsabdij te Gent. Brugge, 1964, pp. 1-54. (RUG, Werken uitgegeven door de faculteit van Letteren en Wijsbegeerte, n° 132)

 

GYSSELING (M.) en WYFFELS (C.). “Het oudste register van wettelijke passeringen van Eksaarde (1349-1360)” in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, XXXVII, 1963, pp. 57-80.

 

HAEGEMAN (M.). De anglofilie in het graafschap Vlaanderen tussen 1379 en 1435. Politieke en economische aspecten. Heule, UGA, 1988, 279 p. (Standen en Landen, n° 90)

 

HAEMERS (J.). ‘Diverssche wonderlic zaken’. De Gentse opstand van 1449-1453. Gent, RUG, (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 2002. (Vakgroep Middeleeuwen)

 

HEIDEKER (K.). “Introduction” in: HEIDECKER (K.) (ed.). Charters and the use of written word in Medieval society. Turnhout, Brepols, 2000, pp. 1-12. (Utrecht Studies in Medieval Literacy).

 

HOEBEKE (M.). “Iets over middeleeuwse scribenten inzonderheid te Oudenaarde” in: Handelingen van de Zuidnederlandse Maatschappij, XIV, 1960, pp. 161-205.

 

HOLSTERS (A.). “Moord en politiek tijdens de Gentse Opstand, 1379-1385” in: HMGOG, XXXVIII (n. r.), 1983, pp. 89-111.

 

HUGENHOLTZ (F. W. N.). “Clerc en pensionaris van de stad Leiden” in: Tijdschrift voor Geschiedenis, LXVI, 1953, pp. 220-234.

 

JAPPE ALBERTS (W.). “Publiciteit en publiciteitsorganen in de Middeleeuwen” in: Spiegel Historiael: tijdschrift voor geschiedenis en archeologie, XIV, 1979, 1, pp. 36-44.

 

KLEEBERG (E.). “Stadtschreiber und Stadtbücher in Mühlhausen in Thüringen vom 14-16 Jahrhundert” in: Archiv für Urkundenforschung, II, 1909, pp. 407-490.

 

KOCH (A.). Vroeg Middelnederlands ambtelijk proza. Gentse keuren van voor 1240. Groningen, 1960, 59 p. (Fontes minores medii aevi; 10)

 

KOSSMANN-PUTTO (J. A.). Kamper schepenakten 1316-1354. Zwolle, 1955, pp. 1-104.

 

KRUISHEER (J.). “Het Corpus van Middelnederlandse ambtelijke bescheiden” in: Naamkunde, 11 (1979), pp. 33-43.

 

KRUISHEER (J. G.). “De registers van Pieter van Leiden: het papieren cartularium van de graven van Holland (1299) en het begin van de sysrematische registratie ter kanselarij (1316)” in: Nederlands Archievenblad, LXXII, nrs. 1-2, 1968, pp. 27-110.

 

LAENEN (J.). Geschiedenis van Mechelen tot op ’t einde der Middeleeuwen.

 

LARDINOIS (Ph.). Diplomatische studie van de akten van vrijwillige rechtspraak te Gent van de XIIIe tot de XVe eeuw. Gent, RUG (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1976. (Vakgroep Middeleeuwen).

 

LARDINOIS (Ph.). “Symptomen van een middeleeuwse clan: de erfachtige lieden te Gent in de eerste helft van de 14de eeuw” in: H.M.G.O.G., XXXI (nieuwe reeks), 1977, p. 72.

 

LEROY (M.). “Les débuts de la production d’actes urbaines en Flandre au XIIIe siècle” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, Garant, 2000, pp. 267-279. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

LEROY (M.). “De oorkondentaal van een dertiende-eeuwse Middelnederlandse scribent uit Brugge” in: Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, LIII, 1999, pp. 137-166.

 

LEROY (M.). Een paleografische en diplomatische studie van de dertiende eeuwse Middelnederlandse oorkonden uit Vlaanderen. Gent, RUG (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1989. (Vakgroep Middeleeuwen).

 

MARYNISSEN (A.). “… allen denghenen die dese letteren sien selen / selen sien ende horen lesen… Over volgordevariatie in de werkwoordelijke eindgroep in de Middelnederlandse bijzin” in: DIJKHOF (E.) (red.). De verschriftelijking van het Nederlands. Gent, 1999, pp. 136-158. (Taal en Tongval, themanummer 12)

 

MARYNISSEN (A.). “Vrouwe en wijf in het 13de-eeuwse Middelnederlands” in: CAJOT (J.) en GOOSSENS (J.). Lingua Theodisca: Beiträge zur Sprach- und Literaturwissenschaft. Jan Goossens zum 65. Geburtstag. Münster, 1995, vol. 1, pp. 43-51. (Niederlande-Studien, n° 16)

 

MEDIAVILLA (C.). Calligraphie. Paris, 1993, p. 184.

 

MEIJERS (E.M.). Het Ligurisch erfrecht in de Nederlanden. Deel III: het Oost-Vlaamsch erfrecht. Haarlem, 1936, p. 3-14. (Rechtshistorisch instituut Leiden, serie II, 7)

 

MOORS (J.). De oorkondentaal in Belgisch-Limburg van circa 1350 tot 1400. s.l., 1952, 518 p. (Bouwstoffen en Studiën voor de geschiedenis en de lexicografie van het Nederlands, n° 2)

 

MOSTERT (M.). “De samenleving” in: STOFFERS (M.). De middeleeuwse ideeënwereld: 1000-1300. Hilversum, 1994, pp. 267-294. (Middeleeuwse studies en bronnen, n° 63)

 

“Motie van de Sectie Geschiedenis” in: Handelingen van het XXVIe Vlaamse Filologencongres. Gent, 1967, p. 415.

 

MURRAY (J.). “Failure of corporation: notaries public in medieval Bruges” in: Journal of Medieval History, 1986, 12/2, pp. 155-166.

 

MURRAY (J.). “Notarial signs and the diplomatics of notarial documents in medieval Flanders” in: RÜCK (P.) (ed.). Graphische Symbole in mittelalterlichen Urkunden: Beiträgen zur diplomatischen Semiotik. Sigmaringen, 1996, pp. 689-701.

 

MURRAY (J.), PREVENIER (W.) en OOSTERBOSCH (M.). Notarial instruments in Flanders between 1280 and 1452. Brussel, 1995, 347 p.

 

NELIS (H.). “Etude diplomatique sur la juridiction gracieuse des échevins en Belgique (1150-1300)” in: Annales de la Société d’Emulation Bruges, LXXX, 1937, pp. 1-49.

 

NICHOLAS (D.). “Artevelde, Jacob van, kapitein van Gent” in; NBW, deel V, 1972, kol. 22-36.

 

NICHOLAS (D.). The domestic life of a medieval city: women, children and the family in fourteenth-century Ghent. Lincoln-Londen, 1985.

 

NICHOLAS (D.). “The governance of 14th-century Ghent: the theory and practice of public administration” in: BACHRACH (B.S.) en NICHOLAS (D.) (eds.). Law, Custom and the Social Fabric in Medieval Europe. Essays in Honour of Bryce Lyon. (Studies in Medieval Culture, 28). Kalamazoo-Michigan, 1990, pp. 235-260.

 

NICHOLAS (D.). The metamorphosis of a medieval city. Ghent in the age of the Arteveldes, 1302-1390. Leiden, 1987, 389 p.

 

NICHOLAS (D.). Town and countryside: social, economic and political tensions in fouteenth-century Flanders. Brugge, De Tempel, 1971, 373 p. (Werken uitgegeven door de faculteit van Letteren & Wijsbegeerte van de RUG, n° 152)

 

NICHOLAS (D.). The van Arteveldes of Ghent: the varieties of vendetta and the hero in history. Leiden, 1988, 212 p.

 

OBREEN (H.). “L’introduction de la langue vulgaire dans les documents diplomatique en Belgique et aux Pays-Bas” in: Revue belge de Philologie en d’Histoire, XIV, 1935, pp. 90-98.

 

PAQUET (J.). “La collaboration du clergé à l’administration des villes de Bruxelles et d’Anvers aux XIVe et Xve siècles” in: Le Moyen Age, LVI, nr. 1-2, 1950, pp. 357-372.

 

PARMENTIER (C.) en VAN LOKEREN (A.). Notice sur le dépot des archives de Gand, par les archivistes de la ville. Gent, 1835, 37 p.

 

PRANGER (M. B.). “De school als utopie. Van klooster- naar stadsschool” in: STUIP (R. E. V.) en VELLEKOOP (C.). Scholing in de Middeleeuwen. Hilversum, 1995, pp. 205-220.

 

PREVENIER (W.). “Ambtenaren in stad en land in de Nederlanden. Socio-professionele evoluties (14de tot 16de eeuw)” in: Bijdragen en Mededelingen voor de Geschiedenis der Nederlanden, 1972, 87, pp. 44-59.

 

PREVENIER (W.). “Bevolkingscijfers en professionele structuren der bevolking van Gent en Brugge in de XIVe eeuw” in: Album Charles Verlinden, Gent, 1975, pp. 269-303.

 

PREVENIER (W.). “La conservation de la mémoire par l’enregistrement dans les chancelleries princières et dans les villes des anciens Pays-Bays du moyen âge” in: Forschungen zur Reichs-, Papst und Landesgeschichte (Stuttgart), 1998, pp. 551-564.

 

PREVENIER (W.). “Kanselarijregisters als ambtelijk geheugen en als politiek instrument. Het register van de Vlaamse graaf Lodewijk van Nevers uit 1328-1338” in: DECAVELE (J.) en DE ZUTTER (J.). Qui valet ingenio: liber amicorum Johan Decavele. Gent, 1996, pp. 417-429.

 

PREVENIER (W.). “La production et la conservation des actes urbains dans l’Europe médiévale” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, 2000, pp. 559-570. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

PREVENIER (W.). “Quelques aspects des comptes communeaux en Flandre au moyen-âge” in: Finances et comptabilité urbaines du XIIIe au XVIe siècles. Bruxelles, 1964, pp. 111-151. (Pro Civitate, Collection Histoire, série in-8, n° 7)

 

PREVENIER (W.). “Les sources de la pratique judiciaire en Flandre du XIIe au XVe siècle, et leur mise en œuvre par les historiens” in: GAUVARD (C.) en CHIFFOLEAU (J.) (red.). Pratique sociales et politiques judiciaires dans les villes de l’Occident européen à la fin du Moyen Age. Rome, 2003 (ter perse).

 

PREVENIER (W.) en BOONE (M.). “De ‘stadstaat’-droom” in: DECAVELE (J.), BALTHAZAR (H.) en BOONE (M.). Gent. Apologie van een rebelse stad. Antwerpen, 1989, pp. 81-105.

 

PREVENIER (W.) en BOONE (M.). “De steden van de Zuidelijke Nederlanden in de late Middeleeuwen: stedelijke identiteit en corporatieve solidariteit” in: Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, 1993, 183, pp. 25-42.

 

PYLYSER (L.). De activiteit van de Gentse paysierders aan de hand van de zoendingboeken (1350-1360). Gent, RUG (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1966, 203 p.

 

QUICKE (F.). Les Pays-Bas à la veille de l’unification bourguignonne (1356-1384): contribution à l’histoire politique et diplomatique de l’Europe occidentale dans la seconde moitié du XIVe siècle. Brussel, 1947, 458 p.

 

REDLICH (O.). Die Privaturkunden des Mittelalters. München, 1967, pp. 181-188.

 

REYNAERT (J.). “Boudewijn van der Luere en zijn ‘Maghet van Ghend’” in: Jaarboek van den Koninklijke soevereine hoofdkamer van retorica de Fonteine te Gent, 31, 1981, pp. 118-121.

 

ROGGHÉ (P.). “Het eerste bewind der Gentse hoofdmannen (1319-1329)” in: Appeltjes van het Meetjesland, XII, 1961, pp. 1-47.

 

ROGGHÉ (P.). “Gent in de XIVe en XVe eeuw. De Gentse politiek en politici. Stad en vorst. Gentse koppigheid en fierheid” in: Appeltjes van het Meetjesland, XIX, 1968, pp. 227-304.

 

ROGGHÉ (P.). “De Gentse klerken in de XIVe en XVe eeuw. Trouw en verraad.” in: Appeltjes van het Meetjesland, XL, 1960, pp. 5-142.

 

ROGGHÉ (P.). “De Gentse schepenhuizen voor het midden van de XIVe eeuw” in: Appeltjes van het Meetjesland, XIV, 1963, pp. 122-134.

 

ROGGHÉ (P.). “Het Gentse stadsbestuur van 1302 tot 1345. En een en ander betreffende het Gentse stadspatriciaat” in: H.M.G.O.G., I, 1944, pp. 135-163.

 

ROGGHÉ (P.). “De samenstelling der Gentse schepenbank in de tweede helft der 14de eeuw; en een en ander over de Gentse poorterie” in: H.M.G.O.G., IV (nieuwe reeks), 1950, pp. 22-31.

 

ROGGHÉ (P.). “Simon de Mirabello in Vlaanderen” in: Appeltjes van het Meetjesland, IX, 1958, pp. 1-52.

 

ROGGHÉ (P.). Vlaanderen en het zevenjarig beleid van Jacob van Artvelde (1338-1345): een critisch-historische studie. Brussel, 1942, 2 vol. (basisreeks, n° 9 & 10)

 

ROHÁČ (J.). “Entstehung der Ambtsbücher in der Slowakei” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, Garant, 2000, pp. 406-416. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

ROTTIERS (S.). “Jacob van Artevelde, de Belgische Willem Tell?” in: MORELLI (A.), De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, Berchem, 1996, pp. 77-93.

 

RÜCK (P.). “Beitrage zur diplomatischen Semiotik” in: RÜCK (P.) (ed.). Graphische Symbole in mittelalterlichen Urkunden: Beiträgen zur diplomatischen Semiotik. Sigmaringen, 1996, pp. 13-47.

 

RYCKAERT (M.) en VANDERMAESEN (M.). “De Gentse Opstand (1379- 1385)” in: VANDERMAESEN (M.), RYCKAERT (M.) en COORNAERT (M.). De Witte Kaproenen, de Gentse Opstand (1379-1385) en de geschiedenis van de Brugse Leie. Gent, 1979, pp. 7-31. (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen, n° 10 (nieuwe reeks))

 

SAYERS (J.). “The land of chirograph, writ and seal: the absence of graphic symbols in English documents” in: RÜCK (P.) (ed.). Graphische Symbole in mittelalterlichen Urkunden: Beiträgen zur diplomatischen Semiotik. Sigmaringen, 1996, pp. 533-548.

 

SCHEERDER (J.). “De handschriften van Gentse kronieken en memorieboeken” in: H.M.G.O.G., XXX, 1976, pp. 15-40.

 

SCHILTZ (V.). Sociale structuren op het einde van de 15e eeuw. Gent, RUG (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1979.

 

SCHOLLIERS (E.). “Lonen te Gent (XVe – XIXe eeuw)” in: VERLINDEN (C.) e. a. Dokumenten voor de geschiedenis van prijzen en lonen in Vlaanderen en Brabant, deel II-A. Brugge, 1965, pp. 354-428. (RUG, werken uitgegeven door de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte, nr. 136)

 

SCHOUPS (I.). “Een aanzet van gecomputeriseerd historisch onderzoek” in: DE BELDER (J.), PREVENIER (W.) en VANDENBROEKE (C.). Sociale mobiliteit en sociale structuren in Vlaanderen en Brabant van de late middeleeuwen tot de 20e eeuw. Gent, 1983, pp. 41-58. (Studia Historica Gandensia, 257).

 

SCHOUPS (I.). “Un mode de traitement des registres echevineaux gantois, fin Xve siècle” in: PREVENIER (W.), VAN UYTVEN (R.) en VAN CAUWEBERGHE (E.) (eds.). Sociale structuren en topografie van armoede en rijkdom in de 14de en 15de eeuw. Methodologische aspecten en resultaten van recent onderzoek. Gent, Studia Historica Gandensia, 1986, pp. 7-11. (Studia Historica Gandensia, 267)

 

SCHOUTTEET (A.). De klerken  van de vierschaar te Brugge, met inventaris van hun protocollen. Brugge, 1973, 319 p.

 

SELLIER (H.) L’authentification des actes par l’échevinage. Amiens, 1934, 213 p.

 

SMULDERS (F. W.). “Over het schepenprotokol” in: Brabants Heem, XIX, nr. 5, 1967, pp. 159-165.

 

SOLY (H.). “De schepenregisters als bron voor de conjunctuurgeschiedenis van Zuid- en Noordnederlandse steden in het Ancien Regime” in: Tijdschrift voor Geschiedenis, LXXXVII, 1974, pp. 521-544.

 

SPIERINGS (M. H. M.). Het schepenprotocol van ’s Hertogenbosch 1367-1400. Tilburg, 1984, 309 p. (Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, n° 59)

 

STABEL (P.). “Stedelijke instellingen in Vlaanderen (12de eeuw-1795)” in: PREVENIER (W.) en AUGUSTYN (B.). De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795. Brussel, 1997, pp. 247-265.

 

TEN CATE (J. A.). De notariële archieven in Noord-Brabant. ’s-Gravenhage, 1957, pp. 3-31.

 

TESSIER (G.). La diplomatique. Paris, 1952, 125 p. (Que sais-je?, n° 536)

 

VAN BRUAENE (A-L.). De Gentse memorieboeken als spiegel van stedelijk historisch bewustzijn (14de tot 16de eeuw). Gent, 1998, 390 p. (Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, n° 22)

 

VAN BUUREN (A. M. J.). “ “Want ander konsten sijn my te hoghe.” De stadsschool in de Nederlanden in de late Middeleeuwen” in: STUIP (R. E. V.) en VELLEKOOP (C.). Scholing in de Middeleeuwen. Hilversum, 1995, pp. 221-238.

 

VAN CAENEGEM (R.C.). Geschiedenis van het strafrecht in Vlaanderen van de XIde tot de XIVde eeuw. Brussel 1954. (Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Acedemie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Letteren, 19)

 

VAN CAENEGEM (R.C.). De instellingen van de middeleeuwen. Gent, Story Scientia, 1978, 2 vol., 366 p.

 

VAN CAENEGEM (R. C.). Guide to the sources of medieval history. Amsterdam, 1978, pp. 62-91, 120-125.

 

VANDERMAESEN (M.). De besluitvorming in het graafschap Vlaanderen tijdens de veertiende eeuw. Bijdrage tot een politieke sociologie van de Raad en van de Raadsheren achter de figuur van Lodewijk II van Nevers (1322-1346). Brussel, 1999, I, 590 p.

 

VANDERMAESEN (M.). “Vlaanderen en Henegouwen onder het huis van Dampierre 1244-1384” in: NAGN, deel II, 1982, pp. 399-430.

 

VANDEVELDE (D.). De middeleeuwse administratie van Gent: een diplomatische en paleografische studie van de stedelijke akten (1178-1350). Gent, RUG (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 2000, 180 p. (Vakgroep Middeleeuwen)

 

VAN DE VIJVER (W.). De structuur en de oude orde van de archieven van de Gentse schepenen van de Keure en van Gedele tijdens het Ancien Regime. Brussel, VUB-KUL-RUG, (onuitgegeven verhandeling Bijzondere Licentie Archievistiek), 1994.

 

VAN DIJCK (G. C. M.). De Bossche optimaten. Tilburg, 1973, 500 p.

 

VAN HAVERBEKE (P.). De 13de-eeuwse Middelnederlandse oorkondentaal te Brugge en omgeving. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, reeks VI, 74, 1955, 110 p.

 

VAN SYNGHEL (G.). Het Bosch protocol - een praktische handleiding. ’s-Hertogenbosch, 1993, 200 p. (Werken met Brabantse bronnen, 2)

 

VAN SYNGHEL (G.). Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel 2: De heerlijkheden van Breda en Bergen op Zoom. Den Haag, 2000.

 

VAN SYNGHEL (G.). Het taalgebruik in de dertiende- en begin veertiende-eeuwse Noord-Brabantse oorkonden. (onuitgegeven lezing op de studiedag “Van perkament tot internet”, Breda, 2000)

 

VAN SYNGHEL (G.). “Urban diplomatics in the Northern Low Countries” in: PREVENIER (W.) en DE HEMPTINNE (Th.). La diplomatique urbaine en Europe au moyen age. Leuven, Garant, 2000, pp. 523-534. (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, n° 9)

 

VAN UYTVEN (R.). “Bronnen en methoden voor de studie van de vermogensgroepen in de steden (14de – 16de eeuw)” in: Handelingen van het XXVIe Vlaams Filologencongres. Gent, 1967, pp. 337-393.

 

VAN UYTVEN (R.). “Het stedelijk leven, 11de-14de eeuw. Stadsgeschiedenis in het Noorden en het Zuiden” in: Nieuwe Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 2, 1982, pp. 188-253.

 

VAN UYTVEN (R.) en BLOCKMANS (W.). “De noodzaak van een gïntegreerde sociale geschiedenis. Het voorbeeld van de Zuidnederlandse steden in de late middeleeuwen” in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 84, 1971, 289 n. 76.

 

VAN WERVEKE (H.). De Gentsche stadsfinanciën in de middeleeuwen. Brussel, 1934, 423 p. (Mémoires Koninklijke Academie van België, afdeling Letteren, 2de reeks, n° 34)

 

VAN WERVEKE (H.). Gent. Schets van een sociale geschiedenis. Gent, 1947, 131 p. (Uitgave van het Willemsfonds, n° 183).

 

VAN WERVEKE (H.). “De steden. Rechten, instellingen en maatschappelijke toestanden” in: VAN HOUTTE (J.A.) e.a. (red.). Algemene Geschiedenis der Nederlanden. II, Utrecht-Antwerpen, 1950, pp. 374-416.

 

WYNANT (L.) Regesten van de Gentse staten van goed, eerste reeks, 1349-1400, I, 1349-1370. Brussel, K.C.G. in-4°, 1979, XXIII, (inleiding).

 

WYNANT (L.). “Peilingen naar de vermogensstructuur te Gent op basis van de staten van goed 1380-1389” in: BLOCKMANS (W.), PAUWELIJN (C.) en WYNANT (L.). Studiën betreffende de sociale strukturen te Brugge, Kortrijk en Gent in de 14de en 15de eeuw. Deel III, Heule, 1973, p. 49-52. (Standen en Landen, LXIII)

 

 

Lijst van gebruikte afkortingen

 

B. T. F. G.

Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis

 

CMT

Corpus Middelnederlandse Teksten

GYSSELING (M.). Corpus van de Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), reeks 1: ambtelijke bescheiden. ’s Gravenshage, 1977.

 

COR

corobatio

 

DAT

datatio

 

DIS

dispositio

 

H. M. G. O. G.

Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent

 

INS

inscriptio

 

NAR

narratio

 

NOT

notificatio

 

n. s.

nieuwe stijl

omgerekende datum naar huidige datumstijl

 

SAL

salutatio

 

SUB

subscriptio

 

T. S. G.

Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis

 

 

 

 

 

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende