De conscripties in het 'Département de l' Escaut'. Organische groei van een recruteringssysteem, zijn conceptueel kader en zijn praktische uitvoering. Casus: de 19 gemeenten van het 'canton d' Oosterzeele'. (Olivier Van Rode)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Woord vooraf

 

Minister Delcroix zorgde ervoor, dat geen van ons nog verplicht is om 'man te worden' in het leger. Daarom wil ik hem bovenaan de lijst zetten van de personen, die ik persoonlijke dank verschuldigd ben. Niet in het minst omdat ik nu de uitgespaarde tijd aan nuttige bezigheden kan spenderen. Maar ook, en meer direct in verband staand met deze verhandeling, omdat hij aan de basis stond van de keuze van het onderwerp. Hij maakte immers een einde aan een plicht, die voor ons een dagdagelijkse en vrij gewone realiteit vormde, met name de dienstplicht. Maar voor historici vormt de alledaagsheid, het gewone juist een probleem[1] :  "Is het wel 'gewoon' te noemen, dat iemand verplicht kan worden zijn leven te wagen voor principes of idealen die hij de facto geacht wordt te steunen, zonder dat naar zijn mening wordt gevraagd?" "Is dat altijd zo 'gewoon' geweest?"

 

Die vragen brachten mij op het idee om te onderzoeken hoe een dergelijke inbreuk op de persoonlijke vrijheid, een dergelijke overgave aan de overheid als 'gewoon' ervaren kon worden. Daartoe moest onderzocht worden hoe de dienstplicht geïntroduceerd werd. En daarmee beland ik bij de tweede persoon, naar wie mijn persoonlijke dank uitgaat. "... Een studie over de conscriptie en de effecten ervan op lokaal vlak moet rekening houden met het onderscheid tussen het loten van een ongunstig nummer en de effectieve oproeping; met het onderscheid tussen de opgeroepenen voor het actieve leger en diegenen die voor de reserve bestemd waren en tenslotte met het onderscheid tussen de taal die uit de soldatenbrieven spreekt en de geromantiseerde stoerdoenerij van de "grognards" na hun terugkeer en zeker van de verenigingen van oud-napoleonisten die vanaf +/- 1840 in verscheidene Vlaamse steden ontstonden en voor een flink deel aan de basis lagen van de mythe van de held-Napoleon.[2]" Deze passage in zijn bijdrage aan de als kandidaturencursus ingestudeerde theorie van de lokale geschiedschrijving kwam opnieuw in me op. En inderdaad bleek professor François onmiddellijk enthousiast om het onderwerp te promoten. Hij gaf ook nuttige tips, en was vooral bereid enkele lijvige hoofdstukken vooraf te lezen en te bekritiseren.

 

Professor Chris Vandenbroeke was op zijn beurt sterk geïnteresseerd in het onderwerp omwille van het gehanteerde bronnenmateriaal, dat hijzelf vooral omwille van de demografische en antropometrische mogelijkheden bestudeert. Jammer genoeg was het onderwerp te uitgebreid om zelf ook een uitvoerig onderzoek naar de sociaal-economische dimensie van de conscriptie te voeren.

 

Doctor Eric Vanhaute hielp mij een flink eind op weg, door me wegwijs te maken in de wereld van de computerprogramma's. Zonder zijn deskundige uitleg was deze verhandeling waarschijnlijk vastgelopen bij de grafische voorstellingen van de statistische data.

 

Ook de heer Sven Vrielinck moet ik bedanken voor zijn nuttige tips in verband met de geografische omkadering, zijn luister- en hulpbereidheid.

Verder gaat mijn bijzondere dank uit naar het personeel van het Gentse rijksarchief, dat bereid was om mij in een hoog tempo honderden bundels uit het enorme fonds 'Scheldedepartement' ter beschikking te stellen. De voetnoten en de bronnenlijst zullen de lezer overtuigen van het werk dat die mensen voor de totstandkoming van deze verhandeling gepresteerd hebben.

 

In datzelfde rijksarchief ontmoette ik trouwens tal van sterk geïnteresseerde vorsers, die nuttige tips gaven, wezen op interessante studies... In het bijzonder gaat mijn dank uit naar de heer Erik Schepens van de heemkundige kring "oost oudburg", die zelfs verschillende zaterdagen opofferde om tijdschriften uit het archief van de kring door te nemen, op zoek naar interessante gegevens over het kanton Oosterzele, het vroegere Land van Rode.

 

Tenslotte, en bovenal, wil ik Heidi Schuddinck bedanken voor het geduld en het begrip dat zij betoonde, de steun die ze betuigde en voor het oneindige verbeterwerk...

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1]ART (Jan), Cultuurgeschiedenis van de nieuwste tijden, onuitgegeven licentiecursus (pro manuscripto), academiejaar 1994-1995, p. 27 (naar GAUS (Helmut), in : Tijdschrift voor sociale wetenschappen, 1985, pp. 123 en 129-130.

[2]FRANçOIS (Luc), "Politieke geschiedenis van de Franse tijd en van de periode van het Verenigd Koninkrijk", in: ART (Jan) (red.) Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente? Deel I Nieuwste tijden 19de en 20ste eeuw, Gent, Centrum voor geschiedenis universiteit Gent/Stichting mens en Kultuur Uitgeverij, 1993, p.190.