Een historische biografie van keizer Caracalla (188-217). (Michiel Vanderhaeghe) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Besluit:
Het beeld dat van Caracalla werd overgeleverd is sterk bepaald door de antieke historiografen en is eenzijdig negatief. Zij schrijven vanuit een antagonistische houding en belichten voornamelijk de negatieve aspecten van Caracalla’s leven. Een belangrijk gevolg van die houding is dat de rol van Caracalla in de gebeurtenissen vrijwel steeds wordt overdreven, met een vertekend beeld van de werkelijkheid tot gevolg. Deze problematiek liep als een rode draad doorheen dit onderzoek.
Het is duidelijk dat Septimius Severus een grote impact heeft gehad op de levensloop van Caracalla. Tijdens zijn heerschappij werd de basis gelegd voor verschillende ontwikkelingen en gebeurtenissen in Caracalla’s leven en keizerschap. Bij vrijwel alle aspecten van Caracalla’s leven en heerschappij kan men invloeden en tendensen van Severus onderscheiden. In dit onderzoek is gebleken dat Caracalla voor een groot stuk geregeerd heeft in de geest van zijn vader met vaak dat verschil, dat bepaalde tendensen intensiever werden doorgezet.
De “filiatio Antonini” en de dynastieke politiek van Severus heeft de grootste impact gehad op het leven van Caracalla. Vanaf het moment dat hij tot keizer werd uitgeroepen heeft Severus een politiek plan uitgewerkt waarbij hij een opvolging volgens het dynastieke principe voorbereidde, in de eerste plaats om zijn eigen macht te legitimeren en te consolideren. De dynastieke politiek kende een opmerkelijk verloop en wij vermoeden dat Severus die politiek gebaseerd heeft op de dynastieke politiek van Marcus Aurelius. Daarbij wou Severus tijdens zijn leven een dubbelheerschappij uitoefenen met zijn oudste zoon en wou hij opgevolgd worden door een dubbelheerschappij van zijn beide zonen. Het toenemende rebelse gedrag van Caracalla bracht Severus ertoe naar het einde van zijn leven zijn dynastieke plannen sneller uit te voeren, zodat er nog een kort drie-keizerschap kwam. De vroege fase van Caracalla’s leven staat volledig in het teken van die dynastieke politiek en aanvankelijk zien we hem daarin passief meegaan als een pion in het politieke schaakspel van zijn vader. In de gebeurtenissen rond Plautianus zien we Caracalla die passieve rol ontgroeien. Severus’ politiek had tot gevolg dat Caracalla als kind keizer werd en hij opgroeide aan het hof met de daaraan verbonden intriges. Plautianus kreeg dankzij Severus een zeer grote invloed binnen het hof en dit leidde tot zware conflicten tussen Plautianus en Caracalla, maar ook tussen Plautianus en Iulia Domna. Het is gebleken dat Caracalla de invloed van Plautianus niet kon aanvaarden en hij uiteindelijk meewerkte aan zijn val. De antieke historiografen hebben de rol van Caracalla in de gebeurtenissen naar wij vermoeden wel overdreven: zijn positie was niet alleen voor Caracalla onhoudbaar geworden, maar ook voor Severus.
Severus had zich laten opvolgen door een dubbelheerschappij van zijn zonen, Caracalla en Geta. Deze regering was echter gedoemd om te mislukken en daarvoor hebben we twee belangrijke redenen kunnen onderscheiden, die met elkaar samenhingen: de verstoorde relatie tussen de broers en de dynastieke politiek van Severus. Severus’ dynastieke politiek verliep ten aanzien van de broers op ongelijke wijze en had tot gevolg dat Caracalla in de eerste plaats op het voorplan werd geplaatst en pas in een latere fase ook Geta. Dit betekende dat Caracalla ook steeds in een superieure positie had gestaan ten opzichte van zijn broer en wij vermoeden dat dit een superioriteitsgevoel met zich mee heeft gebracht. Toen Severus een dubbelheerschappij instelde waarin de broers als gelijkwaardige partners dienden te regeren, was dit scenario gedoemd om te mislukken, immers kon Caracalla geen afstand doen van de superieure positie die hij altijd had bekleed. Severus creëerde een omgeving voor de broers waarin verschillende personen, waaronder ook Severus zelf, met het oog op de dubbelheerschappij, de harmonie trachtten te bevorderen. We hebben gezien dat Caracalla in toenemende mate ging rebelleren tegen die omgeving en de invloed die daar van uitging.
Na het vestigen van zijn alleenheerschappij kwam het er voor Caracalla op aan zijn net verworven macht te consolideren en daaraan hebben we in dit onderzoek veel aandacht besteed. In de eerste plaats richtte Caracalla zich op het leger, met name de pretoriaanse wacht en de stadstroepen. Via extravagante beloften verzekerde hij zich van hun steun. Daarmee zette hij het beleid voort van zijn vader, die eveneens zijn macht sterk steunde op het leger. De antieke historiografen geven aan dat de houding van het leger ten aanzien van de broedermoord niet eensgezind was, waarbij Herodianus zelfs beweerde dat de broers een verdeling van het Rijk hadden gepland. De idee van een rijksdeling is ongeloofwaardig; het betreft een literaire constructie, die past in een dramatische inleiding van de auteur op de broedermoord. Wij geloven niet in een grootschalige verdeeldheid, mogelijk was er wel een incident in Britannia, toen Caracalla daar reeds inspanningen deed om zijn alleenheerschappij te vestigen. Ook het onderzoek rond de Antoniniana-attributen kan ons niet overtuigen van een grootschalige verdeeldheid binnen het leger. Het enige dat men op basis van dat onderzoek kan besluiten is dat Caracalla in het kader van de broedertwist zich van de steun had verzekerd van de strategisch belangrijke Donau-troepen in het geval het tot een burgeroorlog zou komen. Verder richtte Caracalla zich als onderdeel van zijn machtsconsolidatie tot de senaat. Ook daarover geven de literaire bronnen een vertekend beeld: Caracalla benaderde de senaat niet op een bedreigende manier, maar nam eerder een toenaderende houding aan. Ook de repressie na de broedermoord werd overdreven voorgesteld in de antieke literatuur. Die repressie richtte zich zeker niet specifiek op senatoren en de verschillende terechtstellingen, waarbij de identiteit van de betrokkene kon worden vastgesteld, hebben we steeds kunnen verklaren vanuit de omstandigheden en de motieven. Tot de machtsconsolidatie behoorde ook een strategisch personeelsbeleid en ook daar merken we een invloed van Severus: Severus maakte intensief gebruik van vertrouwelingen, meestal familieleden, en plaatste die op sleutelposities, Caracalla zette dat beleid voort, zowel in de hoofdstad als in de provincies. Er is daar ook een invloed van Iulia Domna vast te stellen, in die zin dat een aantal van haar familieleden belangrijke rollen kregen toebedeeld zowel tijdens de regering van Severus als van Caracalla.
Invloeden van Severus en van gebeurtenissen tijdens zijn regering zien we doorwerken in de regering van Caracalla. Met Caracalla krijgen we de voorbode van de pure militaire monarchie. Hij steunde zijn macht vrijwel uitsluitend op het leger. Ook Severus had zijn macht sterk gesteund op het leger, maar bij Caracalla was die houding nog meer uitgesproken. Hij hield ook echt van het soldatenleven en die liefde speelde een rol in het feit dat Caracalla tijdens zijn regering voortdurend onderweg was, op expeditie in de provincies. Cassius Dio schrijft Caracalla ook een negatieve houding toe ten aanzien van de senaat. Hoewel de auteur die houding overdreven voorstelt is de idee toch geloofwaardig, aangezien de auteur zich specifiek interesseerde voor het onderwerp en hij er nauw bij was betrokken. Caracalla’s algemene houding ten aanzien van de senaat speelde vermoedelijk een rol in het feit dat de senator Cassius Dio zo’n haat ontwikkelde tegenover Caracalla.
Naast de liefde voor het soldatenleven hebben we bij Caracalla nog belangrijke drijfveren kunnen onderscheiden voor het feit dat hij voortdurend onderweg was doorheen het Rijk. Eén daarvan vormde ongetwijfeld de ziekte van Caracalla die hem ertoe bracht verspreid over het Rijk diverse heiligdommen te bezoeken in de hoop op genezing. Naast een aantal lichamelijke kwalen schijnt Caracalla vooral geleden te hebben onder zware psychische problemen. Ook voor deze problemen kan men sporen vinden in de regering van Severus. Het feit dat Severus keizer werd toen Caracalla nog een kind was en hij zijn zoon zeer vroeg opnam in zijn dynastieke politiek bracht met zich mee dat Caracalla opgroeide aan het hof met de daaraan verbonden intriges. De conflicten met Plautianus en Geta hebben een blijvende stempel gedrukt op de psychische gezondheid van de keizer, die gebukt ging onder een zwaar schuldgevoel en vooral een diepe vrees voor samenzweringen. Die vrees heeft uiteindelijk de directe aanleiding gegeven voor de samenzwering die een einde maakte aan zijn leven.
Een andere drijfveer was de mateloze bewondering van Caracalla voor Alexander de Grote, die men best kan bestempelen als een obsessie. Ook met betrekking tot Caracalla’s Alexander-manie hebben we invloeden kunnen onderscheiden uit de regering van Severus. Daar waar de bezoeken aan de Rijn- en Donauprovincies vereist waren door de omstandigheden; was zijn reis naar het oosten sterk geïnspireerd door Alexander’s tochten. Deze drijfveren, de ziekte en de Alexander-obsessie, kunnen mee verklaren waarom Caracalla op expeditie ging naar het oosten en waarom hij besloot op die reis bepaalde steden te bezoeken. Dit is zeker het geval voor zijn beruchte bezoek aan Alexandria, waarvan de antieke historiografen vanuit hun antagonistische houding een vertekend beeld hebben overgeleverd. We hebben trachten aan te tonen dat het beeld van de antieke historiografen van een op voorhand gepland bloedbad, aangericht tijdens een kort bezoek niet overeenstemt met de werkelijkheid. De reis werd eerder genomen vanuit de vermelde drijfveren en het vermeende blitzbezoek was in feite een vrij lang verblijf met een opeenstapeling van onlusten en irritaties dat uiteindelijk uitmondde in een algemene pacificatie van de stad, in een bloedbad.
Tijdens Caracalla’s heerschappij werd de invloed van Iulia Domna groter. Iulia kreeg in Severus’ heerschappij al een belangrijke rol toebedeeld; onder Caracalla werd die alleen maar groter. Waarschijnlijk vooral onder impuls van Iulia Domna kwam er ook een opwaardering van de provincie Syria en haar belangrijkste stad Antiochia. Die opwaardering begon onder Severus, maar werd nog sterker onder Caracalla. Ook een aantal Syriërs maakten carrière onder Severus en Caracalla en dan vooral familieleden van Iulia Domna. Caracalla heeft in de kritieke fase van zijn machtsgreep intensief een beroep gedaan op een aantal van die familieleden en hen op belangrijke posten geplaatst. In tegenstelling tot Severus schijnt Caracalla zich geheel niet bezig gehouden te hebben met de opvolging. Het gevolg was dat zijn dood het voorlopige einde betekende van de Severische dynastie. Zijn beleid, met een sterke begunstiging van het leger en een belangrijke rol voor Iulia Domna en haar familie, bracht met zich mee dat de Severische dynastie, na Macrinus, toch nog werd verder gezet met de keizers Elagabalus en Severus Alexander.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |