Het ontspanningsleven van Brugse arbeiders (1890-1921). (Isabelle Verheire)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

BIJLAGEN

 

I.TYPISCHE BRUGSE VOLKSBUURTEN

 

 

 

 

 

(kaartje)

 

 

 

II. GILDE DER AMBACHTEN [793]

 

I. HET DOEL VAN DE GILDE

Art. 1. - De ‘Gilde der Ambachten’ van Brugge heeft voor doel:

 

1) de ambachten in eere te stellen en den kunstgeest in onze stad meer en meer op te beuren;

2) malkaar te helpen en te ondersteunen in het aanwenden van middelen tot verbetering van het zedelijk en stoffelijk welzijn harer leden;

3) de christene eendrachtigheid tusschen de verschillige standen der samenleving te vergemakkelijken.

 

II. DE LEDEN

Art. 2. - De Gilde bestaat uit Eereleden en Werkende leden.

 

Art. 3. - De Eereleden zijn Edellieden of Burgers, die, uit christene broederlijkheid, hunnen onderstand aan de Gilde verleenen.

Zij bepalen zelf het beloop hunner bijdrage, die ten minste van 5fr. moet wezen.

 

Art. 4. - De Werkende leden zijn Meesters en Gezellen van verschillige ambachten.

Die als Meester of Gezel begeert lid te worden van de Gilde moet:

 

1) een ambacht uitoefenen;

2) zijn twintigste jaar bereikt hebben;

3) en schriftelijk zijne aanvrage doen bij den Raad, die aanveerdt bij meerderheid van stemmen.

 

Art. 5. - De Meesters betalen jaarlijks 3 frank.

De Gezellen betalen 1 frank 20 c. in maandelijksche bijdragen van 10 centiemen.

 

Art. 6. - Met lid te worden gaat men de verbindtenis aan van de belangen der Gilde voor te staan, zich eerlijk en christelijk te gedragen, en nooit deel te maken van eene maatschappij, het zij openbare of geheime, die in tegenstrijdigheid zoude zijn met de Gilde.

 

Art. 7. - In geval dat een lid aan deze verplichting te kort bleve, of weigerde zich te gedragen volgens de bestaande Reglementen, heeft de Raad, na hem onderhoord te hebben, het volle recht hem, bij meerderheid, in geheime stemming, uit de Gilde te bannen.

 

Art. 8. - De leden die een jaar ten achtere staan in hunne betaling, worden als ontslaggevers aanzien.

 

Art. 9. - Die ophouden lid te zijn, hebben geen recht van aansprake te maken op de penningen die zij, als bijdrage, betaald hebben, noch op de eigendommen der Gilde.

 

III. DE RAAD

Art. 10. - De Gilde wordt bestierd door eenen Raad, samengesteld uit zestien leden, die zijn: een Proost, drie Eereleden, zes Meesters en zes Gezellen.

 

Art. 11. - De Proost wordt benoemd door de Geestelijke Overheid. De andere leden van den Raad worden in algemeene vergadering, bij volstrekte meerderheid van stemmen gekozen, de Eereleden door de Eereleden, de Meesters door de Meesters, de Gezellen door de Gezellen.

Meesters en Gezellen van denzelfden winkel mogen niet gezamentlijk deel maken van den Raad.

 

Art. 12. - Alle twee jaren wordt de helft van den Raad herstemd.

De uittredende leden mogen herkozen worden.

De Hoofdman behoort tot de tweede helft.

 

Art. 13. - De Raadsleden benoemen onder hen eenen Hoofdman, eenen Penningmeester en eenen Schrijver.

 

Art. 14. - De Hoofdman, in overeenkomst met den Proost, heeft het opperbestier van de Gilde.

Aan den Hoofdman behoort het recht al de vergaderingen van de Gilde en van den Raad bijeen te roepen, voor te zitten, te bestieren en op te schorsen.

 

Art. 15. - De Penningmeester zamelt de gelden in, en betaalt de rekeningen door den Hoofdman en den Proost nagezien en goedgekeurd.

Op de eerste Raadvergadering van Januari, April, Juli en October, geeft hij rekening van zijn beheer; en eene omstandige rekening, met bewijsstukken erbij, in de eerste Raadvergadering die volgt op de patroonfeest.

 

Art. 16. - De Schrijver is gelast met het opstellen der verslagen, de briefwisseling van den Raad, en ook met het jaarlijksch verslag van de werkzaamheden der Gilde.

 

Art. 17. - De Raadsleden hebben het recht en de plicht de goede orde in de vergaderingen te handhaven, en de geschillen te vereffenen die zouden kunnen ontstaan.

Zij zullen ook trachten alle middelen in te spannen om de verbroedering tusschen de Leden te bewerken, en de Gilde haar doel te doen bereiken.

 

Art. 18. - Een Bibliothecaris, door den Raad benoemd, heeft het bestier der Boekerij.

 

IV. DE VERGADERINGEN

Art. 19. - De Leden mogen wekelijksch bijeenkomen in het Gildehuis, waar niemand verplicht is eenige teere te doen.

Art. 20. - Maandelijks is er, bij voorkeur op den eersten Maandag, eene algemeene vergadering voor al de Leden van de Gilde.

Deze vergadering is vrij voor de Eereleden, en verplichtend voor de Meesters op boete van 10 centiemen, en voor de Gezellen op boete van 5 centiemen.

 

Art. 21. - De Meesters van de Gilde, alsook de Gezellen, of wel de Meesters en Gezellen van één ambacht, mogen door den Hoofdman in bijzondere vergadering bijeengeroepen worden om hunne belangen te bespreken.

De Hoofdman heeft het recht Raadsleden tot die vergadering af te veerdigen.

 

Art. 22. - Meesters en Gezellen van hetzelfde ambacht, zullen, mits toelating van den Raad, zich mogen vereenigen in bijzondere afdeeling, en eenen EED aanstellen van drie, vijf of zeven leden, waaronder eenen DEKEN VAN HET AMBACHT, eenen Greffier, Zorgers, enz.

De leden van den EED zullen alle beslissingen van het AMBACHT aan de goedkeuring van den Raad der Gilde onderwerpen, en, gezamentlijk met den Raad, trachten alle middels aan te wenden om het AMBACHT in eere te stellen en hunne stielgenoten te bevoordeligen.

 

Art. 23. - De Gilde viert jaarlijks, omtrent den derden Zondag na Paschen, den feestdag van Sint-Joseph, haren Patroon.

Al de Werkende leden moeten dien dag de Gildemisse in de Kathedrale bijwonen, op boete van 25 centiemen.

‘s Anderendaags wordt er eene feeste gehouden voor al de Leden.

Aan deze feeste kunnen geen deelnemen de leden, die niet effen staan met hunne betaling.

 

Art. 24. - Bij het afsterven van een lid worden al de Leden uitgenoodigd tot de Misse, die, van wege de Gilde gelezen wordt, in de parochiekerk van den overledene.

 

Art. 25. - Geene verandering kan aan deze tegenwoordige Keure gedaan worden, tenzij in eene vergadering van den Raad daartoe bijzonder bijeengeroepen.

Iedere nieuwe schikking moet door ten minste tien Raadsleden goedgekeurd worden.

 

Art. 26. - Al hetgene door de bovenstaande artikels niet voorzien is, kan door den Raad of den Hoofdman beslist worden.

Aldus is de Keure opgesteld geweest, in de vergadering die gehouden wierd op den 31 van de maand Meie in ‘t jaar O.H. 1888.

 

De Proost (get.) Fr. Mervillie.

De Hoofdman (get.) Al. Verstraete-Declercq.

De Penningmeester (get.) Eug. Vanheede.

De Schrijver (get.) G. Stock.

Eereleden (get.) L. Halleux, E. van Caloen, L. van Ockerhout.

Meesters (get.) S. Coucke, E. Dubois-Debuck, J. Fonteyne, J. Van Damme.

Gezellen (get.) L. Allaert, J. Boivin, K. Meulebroeck, I. Somers, J. Spysschaert.

 

 

VOORDELEN

 

1. De deelneming in de Spaarkas van den Staat is vergemakkelijkt en aangemoedigd in de Gilde: stortingen van ten minste 25 centiemen worden wekelijks aanveerd, en boven de 3 per cent van den Staat, wordt er aan de Gezellen, voor zooveel de geldmiddelen van de Gilde het toelaten, eene bijlage gegeven in evenredigheid van het getal stortingen die elk lid, in de loop van een jaar, gedaan heeft.

 

2. De Gezellen die sedert drie maanden regelmatig deelnemen in de Spaarkas, kunnen, in geval van nood, geld in leening krijgen, zonder naar den post te moeten gaan, - bijgevolg zonder verlies van kroos.

De somme die zij van de Gilde in leening ontvangen, zal nooit meerder zijn dan het bedrag van hun spaarboeksken. Zij hebben vier maanden tijd om de geleende som, bij middel van kleine stortingen, terug te geven.

 

3. In geval van ziekte worden de Gezellen kosteloos verzorgd door de geneesheren van de Gilde; zij krijgen bovendien 25 per cent afslag op de medecijnen die zij, tot hun gebruik, koopen met gereed geld, bij de apothekers van de Gilde.

Om die voordeelen te genieten moeten zij hunne lidkaarte toonen en mogen niet ten achtere zijn in hunne maandelijksche betaling.

 

4. De Gezellen kunnen aan verminderden prijs broodkaarten koopen in het Gildehuis. Volgens een akkoord met omtrent al de bakkers van stad aangegaan, zijn die kaarten geldig voor 25 centiemen, op voorwaarde dat elke betaling comptant gedaan worde.

 

5. Verzettige en nuttige boeken worden kosteloos in lezing gegeven aan al de Leden.

 

6. De Gezellen mogen, op gestelde dagen, naar het Gildehuis gaan inlichtingen en aanbevelingen vragen voor werk.

Meesters, nijveraars, enz., die werklieden, dienstboden of bedienden zouden noodig hebben, zijn verzocht zich tot den Raad te wenden, die onmiddellijk op hunne vragen zal trachten te antwoorden.

 

7. De Gezellen die inlichtingen begeeren wegens de voorwaarden van aanveerding in weezenhuizen of andere gestichten; - die raad noodig hebben van advokaten; - de willen brieven doen schrijven, enz., mogen naar het Gildehuis komen. Daar zullen zij, zooveel het mogelijk is, de noodige aanwijzingen en hulpe krijgen.

 

8. Om de ambachten van Brugge beter te doen kennen en waardeeren, zal de Raad trachten tentoonstellingen in te richten van de voortbrengselen der leden van de Gilde.
 

 

III. GEMEENTEFEESTEN: eventuele betrokkenheid van de arbeiders [794]

 

Brugge, 28.03.1894

 

Hooggeachte Heeren,

 

De ondergeteekenden: Voorzitter en Schrijver der Maatschappij van den Grooten Biljard gevestigd ter herberge ‘Het Kriekenhof’, Baliestraat (...)

Nemen de eerbiedige vrijheid UE. te verzoeken, ter gelegenheid der aanstaande Gemeentefeesten, de Stadsprijzen, die jaarlijks aan dergelijke maatschappijen gegeven worden, te willen gunnen.

Zij durven UE. doen opmerken dat hun lokaal gelegen is in een der volkrijkste kwartieren van stad en dat het UE. aangenaam zal zijn alzoo aan menigen kleiner burger en werkman van het gebuurte een eerlijk verzet te verschaffen (...)

 

Namens het bestier.

 

 

IV. GEMEENTEFEESTEN: programma’s

 

I. PROGRAMMA GEMEENTEFEESTEN 1890 [795]

 

Zondag 31 augustus

 

Om 7 ure ‘s morgens: spelen van den beiaard.

Om 8 ure ‘s morgens: prijskamp van reizende duiven.

‘s Middags: muziek in het park en opening van de tentoonstelling van bloemen, planten en fruit, door de maatschappij ‘De Vereenigde Hoveniers’, in de groote zaal van de Stadshalle.

 

Om 3 ure namiddag: prijskamp voor bolspelen (pasbaan, gaaibol, wildebaan), biljart, zangcanarievogels, karakbijnschieting en kaartspel.

 

Van 8 tot 9 ure ‘s avonds en van 9.30 tot 10.30 ure ‘s avonds : groot muziekfeest op de Groote Markt, door de harmonie der maatschappij ‘La Concorde’ en verlichting der Kiosk.

 

Maandag 1 september

 

Om 2.30 ure namiddag: peerdenloop op Maeleveld.

Om 3 ure namiddag: voortzetting der prijskampen van den vorigen dag.

Van 8 tot 9 ure ‘s avonds en van 9.30 tot 10.30 ure ‘s avonds: groot muziekfeest in het Park, door de maatschappij ‘Association Musicale’, verlichting Park en Kiosk.

 

Dinsdag 2 september

 

Van 8 tot 9 ure ‘s avonds en van 9.30 tot 10.30 ure ‘s avonds: muziekfeest op de Groote Markt, door de ‘Burgersgilde’.

 

Woensdag 3 september

 

Van 8 tot 9 ure ‘s avonds en van 9.30 tot 10.30 ure ‘s avonds: muziekfeest op de Groote Markt, door ‘Cercle Instrumental’.

 

Donderdag 4 september

 

Van 8 tot 9 ure ‘s avonds en van 9.30 tot 10.30 ure ‘s avonds: muziekfeest op de Groote Markt, door de ‘Burgersgilde’.

 

Zondag 6 september

 

‘s Middags: muziek in het Park

Om 3 ure namiddag: prijskamp voor bolspelen (pasbaan, gaaibol, wildebaan), biljart, balpijp- en balboogschutters en kaartspel.

 

Om 7 ure ‘s avonds: Vlaamsche vertooning door de maatschappij ‘De Vriendenbond’, in de ‘Parijssche Halle’ met volgende tooneelstukken: ‘Godefried en Roeland’ en ‘De betooverde Geldbeurs’.

Van 8 tot 9 ure ‘s avonds en van 9.30 tot 10.30 ure ‘s avonds: muziekfeest op de Groote Markt, door ‘Cercle Instrumental’.

 

 

II. PROGRAMMA GEMEENTEFEESTEN 1909 [796]

 

Zondag 4 juli

 

Om 7 ure ‘s morgens, Beiaardspel en gelui der zegeklok.

Om 8 ure ‘s morgens, groote schietprijskamp ingericht door de maatschappij der ‘Onderofficieren en Kaporalen van de Burgerwacht’ ter gelegenheid van de 50ste verjaring harer stichting.

‘s Middags op de Groote Markt, Duivenvlucht, ingericht door de maatschappij ‘De Eendracht’ en Concert.

 

Om 2 ure namiddag, Groote prijsschieting voor Handboogschutters, ingericht door de Prinselijke Gilde ‘St. Sebastiaan’, van St. Pieters.

‘s Namiddags om 5 ure, Bolspelen:

Gaaibol: Prijskamp in de herberg ‘Ijsput’, buiten de Kruispoort.

Pasbaan: Prijskamp in de herberg ‘Lion d’Or’, Augustinerei

Wildebaan: Prijskamp in de herberg ‘Belgische Kroon’, St. Joorisstraat

Op hetzelfde uur: Prijskamp op de Grooten Biljart, in de herberg ‘Den Hollander’, Huidenvettersplaats.

Op hetzelfde uur: Prijskamp op den Brusselschen Biljart, in de herberg ‘Klein Assebrouck’, Gentpoortstraat.

Op hetzelfde uur: Prijskamp met de Karabijn Flobert, in de herberg ‘Gouden Arend’, Muntplaats.

Op hetzelfde uur: Prijskamp op de Toptafel, in de herberg ‘De Leertouwer’, Zwarte Leertouwerstraat.

Op hetzelfde uur: Prijskamp voor Rookers, in de herberg ‘Vliegende Peerd’, Beenhouwersstraat.

 

Om 7 ure ‘s avonds, Vlaamsche Vertooning, door de maatschappij ‘Albrecht Rodenbach’, in haar lokaal ‘Keizerlijken Arend’, Schouwburgplaats, van de volgende tooneelstukken: ‘Nieuwe rijkdom’, bekroond en geprimeerd tooneelspel in drie bedrijven, en ‘Klaveren Vrouw’, kluchtspel in één bedrijf.

Van 7 tot 8 ure ‘s avonds, Beiaard-Concert.

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, op de Groote Markt, Concert door de Maatschappij ‘Cercle Instrumental’.

 

Maandag 5 juli

 

Om 4 ure namiddag, voortzetting van de prijskampen van den vorigen dag.

Van 8 tot 10 ure ‘s avonds, Concert aan de Scheepsdaelebrug door het muziekskorps van de Jagers te voet van de Burgerwacht.

Om 10 ure ‘s avonds, tusschen de brug van Scheepsdaele en de brug aan de Warande, Groot Vuurwerk door V. en G. Van Raepenbusch, vuurwerkmakers te Hooglede.

 

Dinsdag 6 juli

 

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, Concert ter Annunciatenstraat door de Fanfarenafdeeling van de ‘Gilde der Ambachten’.

 

Woensdag 7 juli

 

Van 7 tot 8 ure ‘s avonds, Beiaard-Concert.

 

Donderdag 8 juli

 

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds op de Groote Markt, Concert door de Harmonieafdeeling van de ‘Katholieke Burgersgilde’.

 

Zondag 11 juli

 

Verjaardag van den Gulden Sporenslag.

Om 7 ure ‘s morgens, Beiaardspel en gelui der zegeklok.

Om 12 ure ‘s middags, Feest van den Vlaamschen Gildenbond. Optocht van Maatschappijen van de O.L.V. Kerk naar de Groote Markt; uitvoering der Vlaamsche Liederen door kinderkoor en samenzang van het volk en Concert door de maatschappij ‘Cercle Instrumental’.

 

Om 5 ure namiddag, Bolspelen:

Gaaibol: Prijskamp in de herberg ‘Nieuw Boldershof’, Scharestraat.

Pasbaan: Prijskamp in de herberg ‘Den Tijger’, Ezelstraat.

Wildebaan: Prijskamp in de herberg ‘De zeven Sterren’, Zevensterrenstraat.

Op hetzelfde uur: Prijskamp op den Grooten Biljart, in de herberg ‘Passage du Marais’, Koolbranderstraat.

Op hetzelfde uur: Prijskamp op den Brusselschen Biljart, in de herberg ‘Nieuw Bierhuis’, Annunciatenstraat.

Op hetzelfde uur: Prijskamp op de Toptafel, in de herberg ‘De Wildebaan’, Wilhelmynedreef.

 

Van 7 tot 8 ure ‘s avonds, Beiaard-Concert.

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds op de Groote Markt, groot Concert door het muziekkorps van de Burgerwacht, gevolgd door de uitvoering der Vlaamsche Liederen, onder het spelen van den Beiaard en het luiden der zegeklok.

Verlichting van de Groote Markt.

 

Maandag 12 juli

 

Om 4 ure ‘s namiddags, in de Concertzaal, prijsuitdeeling aan de leerlingen van de Academie van Schoone Kunsten en van de Nijverheids- en Handelsschool.

 

 

III. PROGRAMMA GEMEENTEFEESTEN 1913 [797]

 

Zondag 6 juli

 

Om 7 ure ‘s morgens, Beiaardspel en gelui der zegeklok.

Om 8 ure ‘s morgens, schietwedstrijd voor de Burgerwacht.

‘s Middags, op de Groote markt, duivenvlucht, ingericht door de Maatschappij ‘Eerlijk vreest niemand’ en concert door het muziek van het 4e Linieregiment.

 

Om 3 ure namiddag, groot wielrijdersfeest te Scheepsdaele, ingericht door de veloclub ‘St. Pieters Voorwaarts’.

Om 5 ure namiddag, prijskampen:

voor Gaaibol, in de herberg ‘De Tijger’, Ezelstraat.

voor Pasbaan, in de herberg ‘De Nieuwe Tijger’, Moerstraat.

voor Wildebaan, in de herberg ‘Het Kriekenhof’, Baliestraat.

voor Grooten Biljart, in de herberg ‘ De Bierboom’, Langestraat.

voor Brusselschen Biljart, in de herberg ‘De Mergelaar’, Vizierstraat.

voor Toptafel, in de herberg ‘La Brugeoise’, Genthofstraat.

voor Rookers, in de herberg ‘L’Yprois’, Langestraat

 

Van 7 tot 8 ure ‘s avonds, beiaardconcert.

Om 7 ure ‘s avonds, vlaamsche vertooning, door de maatschappij ‘Meer is in u’, in de tooneelzaal der ‘Parijssche Halle’, van de volgende tooneelstukken:

‘Wolfgang de zigeuner’, drama in drie bedrijven, door Prudent Staes; ‘Hij gaat procederen’, blijspel in een bedrijf, door G. Dielemans.

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, op de Groote Markt, concert door de Koninklijke harmonie ‘Cercle Instrumental’.

 

Maandag 7 juli

 

Om 4 ure namiddag, voortzetting der prijskampen van den vorigen dag.

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, op de groote Markt, concert door het muziekkorps van de Jagers te Voet van de Burgerwacht.

 

Woensdag 9 juli

 

Van 8.30 tot 9.30 ure ‘s avonds, beiaardconcert.

Om 10 ure ‘s avonds, aan de vlotkom rechtover het deel der St.-Pieterskaai, gelegen tusschen ‘De Warande’ en ‘Het Krakeeltje’ groot vuurwerk door de Heeren V. en G. Van Rapenbusch van Hooghlede.

 

Donderdag 10 juli

 

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, concert ter Guldenvlieslaan, aan het uiteinde der Beenhouwerstraat, door de fanfarenafdeeling van het ‘Van Gheluwe’s Genootschap’.

 

Vrijdag 11 juli

Verjaardag van de Guldensporenslag, om 7 ure ‘s morgens, Beiaardspel en gelui der zegeklok.

‘s Middags, concert op de Groote Markt, door de harmonie-afdeeling van de ‘Katholieke Burgersgilde’.

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, op de Groote Markt, concert door de fanfarenafdeeling van de ‘Gilde der Ambachten’; uitvoering der Vlaamsche liederen onder het spelen van den Beiaard en het luiden der zegeklok.

 

Zaterdag 12 juli

 

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, op de Groote Markt, concert door het muziekkorps van het 4e Linieregiment.

 

Zondag 13 juli

 

Herdenking van den Guldensporenslag, om 7 ure ‘s morgens, Beiaardspel en gelui der zegeklok.

Om 11.30 ure ‘s morgens, in de wandelzaal van den Schouwburg, opening der Tentoonstelling van Kunst en Kunstnijverheid, ingericht door de mutualiteit ‘Kunst’.

Om 12 ure ‘s middags, feest van den ‘Vlaamschen Gildenbond’.

Optocht van maatschappijen van de O.L.Vrouwkerk naar de Groote Markt. Uitvoering der Vlaamsche Liederen door kinderenkoor en samenzang van het volk, en concert door de Koninklijke harmonie ‘Cercle Instrumental’.

 

Om 2 ure namiddag, groote prijsschieting, ingericht door de maatschappij ‘Handboog Fort Lapin’, ter herberg ‘De Warande’.

Om 3.30 ure namiddag, in de Oostendsche vaart, tusschen Scheepsdaelebrug en het ‘Krakeeltje’, groot wederlandsch zwemfeest, ingericht door de ‘Brugsche Zwem- en Reddingskring’.

Om 5 ure namiddag, prijskampen:

voor Gaaibol, in de herberg ‘Au Rivage’, St. Pieterskaai.

voor Pasbaan, in de herberg ‘De Tijger’, Ezelstraat.

voor Wildebaan, in de herberg ‘Brugge-aan-Zee’, Laanstraat.

voor Grooten Biljart, in de herberg ‘Welkom’, Moerstraat.

voor Brusselschen Biljart, in de herberg ‘Oud huis van Commercie’, Gentpoortstraat.

voor Toptafel, in de herberg ‘De Groote Pinte’, Geerolfstraat.

 

Van 9 tot 11 ure ‘s avonds, op de Groote Markt, groot concert, door de harmonieafdeeling van de ‘Katholieke Burgersgilde’, gevolgd door de uitvoering der Vlaamsche Liederen, onder het spelen van den Beiaard en het gelui der zegeklok.

 

Maandag 14 juli

 

Om 5 ure namiddag, in de Concertzaal, Prijsuitdeeling aan de leerlingen der Nijverheid- en Handelsschool.

 

 

V. VOLKSSPELEN [798]

 

APPELTJE BIJT

 

Een appel wordt met een touw aan een balk bevestigd. Men moet in de appel proberen bijten zonder die met de handen aan te raken.

 

EIERLOPEN

 

In een lepel ligt een uitgezogen ei, met de lepel in de mond moet men zo lang mogelijk lopen zonder het ei te laten vallen.

 

EITJE SLAAN

 

Een ei wordt door middel van een touwtje aan een balk opgehangen. Een persoon (meestal een vrouw) wordt geblinddoekt en slaat erop los om te pogen het ei te raken. Voordien heeft ze voorspeld hoeveel keer ze daarvoor zal moeten slaan.

 

GAAIBOL

 

Van op 10 à 20 m. afstand wordt met platronde bollen naar een houten vogel, een pluim, ‘de gaai’ gerold. Deze was bevestigd aan het einde van een licht hellend vlak.

 

KEERSKE LOPEN

 

Men moet zo lang mogelijk met een brandende kaars rondlopen zonder dat deze uitdooft.

 

KLOEFKE WATER

 

Op een wipplank staan aan de ene kant een klomp gevuld met water. De speler springt op het andere uiteinde en moet de klomp trachten te vangen.

 

KUIPKE STEKEN/KUIPKE WATER

 

Tussen twee palen wordt een met water gevulde ton opghangen. Die ton (of kuip) werd te voet of al rijdend ‘gestoken’. Het eindresultaat was een nat pak.

 

LEPELTJE PAP

 

Een pappot staat op tafel op straat, twee personen worden geblinddoekt en gaan aan tafel zitten. De ene persoon moet de ander zoveel mogelijk lepels pap geven, zonder hem of haar te bevuilen.

 

MASTKLIMMEN

 

Hierbij werd een paal ingesmeerd met bruine zeep. Het doel van het spel was: de paal opklimmen zonder terug naar beneden te glijden. De prijzenpot was meestal samengesteld uit neus -en halsdoeken, hemden, broeken, hespen enzovoort.

 

PAPETING

 

In het midden van de straat werd een grote keukentafel geplaatst met daarop twee stoelen en een grote ketel pap ertussen. Beurtelings werden de stoelen door een koppel bezet, beiden geblinddoekt. Eén van hen moest trachten een pollepel met pap in de mond van de partner te mikken.

 

RINGSTEKING

 

Hier is het de bedoeling om met een paard/fiets over de baan te galopperen/rijden en dan met een lans door een ring te steken, die aan een over de baan gespannen touw hangt.

 

SAROP LEKKEN

 

Geldstukken worden in een ‘saroppepot’ geduwd, zodra de speler met tong en lippen het geldstuk opgevist heeft, wordt hij met de kleverige kin in een pluimenmand geduwd.

TROU-MADAME

 

Is te vergelijken met bollen. Het is de bedoeling de bollen in één of meerdere openingen in een houten bak, die op een tafel is geplaatst, te mikken.

 

VALIEZEKOERS

 

Is eigenlijk een verkleedfeest. Het al of niet slagen hangt af van de zin van de lopers om zich te verkleden.

 

WIT EN ZWART

 

Een met zeep ingesmeerde paal werd horizontaal gezet, daaronder werd een zeil gespannen. Eén deel van het zeil werd met roet gevuld, het ander met meel. De kunst bestond erin heelhuids naar de andere kant te glijden over de paal. Zo niet, viel men in het ‘wit’ of in het ‘zwart’. 

 

ZOTTEBOLLEN

 

Dit spel wordt zowel op de tafel als op de grond gespeeld. Het is de bedoeling om met een halve bol zoveel mogelijk houten kegels om te bollen.

 

 

VI. GEMEENTEFEESTEN: museumbezoek voor werklieden [799]

 

M. GHYOOT: “Zou het niet mogelijk zijn, gedurende de gemeentefeesten, de schoone zaal op het verdiep van het stadhuis gedurende een of twee dagen voor het publiek toegankelijk te laten ? De werklieden hebben die zaal nog hoegenaamd niet gezien. Zij lezen er veel over, zij hooren dat zij schoon is en dat de stad reeds aanzienlijke uitgaven gedaan heeft voor hare versiering. Zou het publiek gedurende twee dagen geen toegang tot die zaal kunnen verkrijgen, al ware het maar eenige uren per dag ? “

 

M. GHYOOT [stelt opnieuw de vraag om de bovenzaal van het Stadhuis open te stellen]: “(...) veel werklieden begeeren de zaal te zien (...) zij hebben er reeds veel over horen spreken, maar ongelukkiglijk nog de gelegenheid niet gehad ze te zien (...), zou deze zaal, gedurende de gemeentefeesten, kosteloos toegankelijk kunnen gemaakt worden ?”

[ook stelt hij zich vragen omtrent het kosteloos toegankelijk maken van de tentoonstelling van Oude Kunst]: “(...) dat het kosteloos bezoek (...) bepaald is op twee dagen in de week waarop de werklieden hoegenaamd niet vrij zijn (...) de werklieden zouden een ganschen morgen hun werk moeten verletten. In verzoek dus (...) opdat de tentoonstelling den Zondag en den Maandag kosteloos toegankelijk zou zijn.”

 

 

VII. GEMEENTEFEESTEN: naoorlogse situatie

 

Artikel verschenen in het Brugsch Handelsblad op 08.05.1920 [800]:

 

“Er is ernstig spraak der afschaffing van de gemeentefeesten. Zij zouden door beiaardconcerten vervangen worden. Alhoewel deze feesten reeds jaren voor den oorlog van geene groote beteekenis waren, spijt het ons niettemin omdat alzoo wederom een aloude volksgeplogenheid te loor gaat, die door veel Bruggelingen zal betreurd worden. Wij nemen gemakkelijk aan dat de stadskas tot op den bodem geledigd is en er besparingen dienen ingevoerd te worden, maar waarom dan juist beginnen met overoude vermakelijkheden, die toch veelal ten goede komen aan onze talrijke volksmaatschappijen (...) ? Overigens het behoort aan Brugge zijn oude volksoverleveringen te behouden (...). Een dringenden oproep komt gericht te worden aan alle volksmaatschappijen, opdat zij zonder verwijl bij het stadsbestuur protest zouden aanteekenen tegen de voorgestelde afschaffing der Gemeentefeesten.”

 

Voorbeeld van een reactie op die oproep [801]:

 

28.06.1920

 

Mijnheeren,

Afgevaardigden van verschillende maatschappijen (...) het volgend schrijven aan te bieden:

 

Gezien het aloude gebruik der Stad bestaat in ‘s jaarlijks, gedurende de Gemeentefeesten, aan zekere maatschappijen, prijzen uit de deelen als blijk van genegenheid en steun voor dezelve;

Gezien die Prijskampen eene groote verbroedering te wege brengen tussen alle nederige Stadsgenooten en hun verschillige aangename en gezellige avonden bezorgt;

Gezien het bestaan dezer maatschappijen, op dezen oogenblik ook reeds zeer bemoeielijkt wordt ter oorzaak der vele Cinema’s en Danszalen;

Gezien, na die lange jaren gedwongene lusteloosheid, wij weder ontwaakt zijn en nieuwe bloei zouden mogen verwerven;

(...) tekenen wij krachtdadig protest aan tegen het voornemen door Ued. genomen om deze prijskampen af te schaffen (...)

 

Namens de Kommissie der Brugsche Maatschappijen.

 

 

VIII. PROGRAMMA van de INHULDIGINGSFEESTEN der HAVEN van BRUGGE (1907)

 

 

 

 

 

 

 

 

IX. CARNAVAL: protestbrieven [802]

 

BRIEF VAN DE ‘KATHOLIEKE BURGERSGILDE’

 

Brugge, den 4 December 1894.

 

Hooggeachte Heeren,

 

“Sedert twee jaar van hier heeft de gemeenteraad van Brugge de buitensporigheden van den carnaval min of meer beteugeld en beperkt, dit ter groote voldoening van al de deftige en weldenkende ingezetenen van Brugge zoo onder het groot als onder het klein volk.

Wij leden der katholieke Burgersgilde, wij komen u bidden en smeeken eenen stap verder te gaan op dien weg, en de misbruiken van het maskeren nog meer en meer in te toomen en te bestrijden.

Dat zal misschien wel beknibbeld worden door eenige houders van oneerlijke kroegen, of door lieden die er belang in hebben dat het volk alle gevoel verlieze van eerlijkheid, van godsdienstigheid en van orde; maar wat kan u dat maken, en wat hebt gij te vreezen indien gij den steun hebt van al de treffelijke, brave en ordelievende menschen van Brugge; indien gij weet dat met alzoo te handelen gij uwen plicht doet en ons dierbaar volk tegen zijne eigene driften en wandaden verdedigt.

Ten andere wij kunnen niet verstaan dat men op zekere dagen om zeggens het volk uitlokt om baldadigheden te bedrijven, om gansche nachten te brassen en te zwieren, te zingen en te klingen, te vloeken en te tieren, en alzoo de rust van de vreedzame lieden te storen.

Waarom moeten op die ongelukkige dagen de herbergen en danszalen een groot deel van den nacht open blijven en alzoo aan het volk de gelegenheid verschaffen van overdaad te doen, van in dronkenschap te verkeeren, en dan, in dien ellendigen staat, al de baldadigheden te begaan die men kan uitpeinzen.

Is het niet meest altijd in den nanacht dat de maskers beschonken geraken en zich aan alle buitensporigheden overgeven ? Is het dan niet dat die vechtpartijen plaats grijpen die dikwijls bejammerensweerdige verminkingen en de dood zelve voor gevolg hebben ? Is het niet laat in den nacht dat de jonkheden in het verderf geraken en ziekten opdoen die ze ten grave slepen of ze voor geheel hun leven ongelukkig maken ? Is het dan niet ook dat onze volksmeisjes door den drank bedwelmd voor altoos in de schande gestort worden ?

Daarom, Hooggeachte Heeren, durven wij u vragen:

Ten eerste: Van het maskeren na de gewone policieuur te verbieden;

Ten tweede: Van dan ook alle bals te doen ophouden;

Ten derde: Van geene zalen van stad voor openbare bals te verhuren;

En ten vierde: het maskeren op halfvasten volledig af te schaffen.

Zoo doende zult gij den geest van zedelijkheid, van orde en spaarzaamheid onder ons werkvolk handhaven en opbeuren; gij zult de erkentenis en de dankbaarheid van de goede en brave menschen verwerven, de slechte alleen, en het zal uwe eer zijn, zullen u verwijten paal en perk gezet te hebben aan de vrijheid van dronkenschap, van ontucht en losbandigheid.

Aanveerdt, enz.” 

 

BRIEF VAN DEN BRUGSCHEN ONTHOUDERSBOND

 

Achtbare Heeren,

“De onthoudersbond van Brugge, die hem beijvert om hier te Brugge eenen dam op te werpen tegen den alverwoestenden stroom der onmatigheid, geniet de gunste zooniet de rechtstreeksche ondersteuning van alle weldenkende lieden.

De gemeenteraad van Brugge heeft hem ook reeds bij gelegenheid gunstig getoond aan het edel pogen van onzen matigheidsbond, en dat is voor ons een groote reden om ons met betrouwen op heden naar de Heeren Burgemeester, Schepenen en Raadsheeren van de gemeenteraad te wenden, ten einde eene rechtstreeksche ondersteuning te bekomen in het betrachten van ons doel, en dit door de beteugeling der baldadigheden van carnaval.

De baldadigheden en onheilen van carnaval springen genoegzaam in het oog, ‘t is drinken en zuipen, roepen en tieren, zingen en vloeken. Vele herten van ouders kloppen angstig op die dagen, vele tot dan toe onschuldige meisjes worden voor goed in verdriet, schande en ongeluk gestort.

Is het de plicht niet van alle weldenkende lieden dat walgelijk misbruik af te keuren ? Is het de plicht niet van een voorbeeldig bestier dat misbruik zooveel mogelijk te beperken, tot troost van vele ouders, tot welzijn van het volk zelve, met het te weerhouden tegen zijne meêsleepende driften, tot voldoening van alle ware volksvrienden ?

Tot op heden heeft men die baldadigheid eerder aangemoedigd dan beteugeld, met de gewone politieure op de carnavaldagen af te schaffen, ten gunste van de maskers, die bijna den ganschen nacht op zwier mochten zijn, tot groote hindernisse der vreedzame burgers, die zonder wettige reden van het genot hunner nachtruste beroofd waren.

Die onrechtmatige toestand, waarin de rustestoorders bevoordeeligd worden ten nadeele der vreedzame burgers, waarin de dronkenschap vergemakkelijkt wordt door het openblijven der herbergen gedurende den ganschen nacht; waarin het nachtzwerven in zijnen gevaarlijksten zin aangemoedigd wordt door het afschaffen der gewone policieure, die onrechtmatige toestand vraagt luidkeels om te mogen ophouden.

Ten dien einde verzoekt de brugsche onthoudersbond ootmoedig den gemeenteraad van Brugge te beslissen:

1. dat alle maskeren op straat en in openbare gebouwen zal moeten eindigen op de gewone politieure;

2. dat op die zelfde ure alle herbergen en danszalen zullen moeten sluiten;

3. dat de stad geene van hare zalen meer zal geven of verhuren tot het inrichten van bals.

Wij durven verhopen, van het plichtgevoel der Heeren Burgemeester, Schepenen en Raadsleden van den gemeenteraad van Brugge, dat onze eerbiedige vrage volkomen zal beantwoord worden; alzoo zal het groote misbruik dat van het maskeren gemaakt wordt, in ruime mate ophouden, tot groot voordeel der stoffelijke en zedelijke belangen onzer geliefde stad.

Namens den brugschen onthoudersbond, enz. “

 

 

BRIEF VAN DE ST. DONAASGILDE

 

Geachte Heeren,

 

“Aangezien het godsdienstig gevoelen en de zedelijkheid der burgers de eenige steun en waarborg zijn van de orde en het welvaren eener stede;

Daar gij allen die zedelijkheid en dat welvaren betracht;

Aangezien, van eenen anderen kant, het godsdienstig gevoelen van alle weldenkende burgers, alsook de zedelijkheid van zoo menigeen op de vastenavondfeesten geschonden wordt en schipbreuke lijdt;

Zoo bidt de raad der Sint Donaasgilde, te Brugge, in name van hare leden, UE, Burgemeester, Schepenen en zedelievende Raadsheeren, te willen besluiten:

1. dat het maskeren op zoogezeide carnavaldagen zal verboden worden en ophouden op het gewone politieure;

2. dat geene openbare stadsgebouwen meer zullen verhuurd worden op die dagen, om te dienen als danszalen.

Gelijk gij zelven uwe kinders eerlijk en treffelijk tracht op te brengen, zoo begeeren het alle treffelijke ouders ook te doen; en, zonder den minsten twijfel, zullen deze laatsten UE dankbaar zijn, indien gij hun, door het stemmen van bovengemelde maatregels, voor ‘t welzijn hunner kinders ter zijde staat, en van hooger hand hulpe en bijstand leent.

Op uwe welwillentheid diesaangaande, Hooggeachte Heeren, ten vollen betrouwende, groeten wij UE. hoogachtend, eerbiedig en genegen. “

 

 

X. AANVRAAG HULPGELD 50-JARIG JUBILEUM [803]

 

Brugge, den 10.12.1909

 

Mijnheer de Burgemeester,

 

Wij hebben de eer u kenbaar te maken dat op 25.01.1910, de echtgenooten Louis Jackson-Van Stockeren, wonende L. Van Casselstraat, te Brugge, het gulden jubelfeest van hunne huwelijk vieren. (...)

De jubilarissen zijn eenvoudige lieden, en van een onberispelijk gedrag. (...)

De geburen, die allen arme werklieden zijn, zullen zeer weinig kunnen bijbrengen om dit jubelfeest te helpen opluisteren. Het ware nochtans zeer stichtend in een werkmansgeest, eens te meer, door een deftig feest te doen uitschijnen, hoe dat eene deugdzame en eerlijke loopbaan van 50 jaren huwelijk, algemeen geprezen en gevierd wordt.

Daarom bidden wij U, Mijnheer de Burgemeester, uwe welwillende medewerking te verleenen, zooals gij het reeds meermaals hebt gedaan in dergelijke omstandigheden.

 

Namens het Comiteit (get.) G. Goegebeur.

 

 

XI. DE FILM

 

LEZERSBRIEF verschenen in het Brugsch Handelsblad [804]

 

“(...) Dat men twiste over goede en slechte films, dat versta ik goed, want daarvan kan zeker veel afhangen; maar wat ik merk, ‘t is dat de cinema in de samenleving is binnengeslopen en dat ze er menigen goeden uitslag heeft bewerkt. En daarom stel ik aan die zoogezeide kampers voor de verzedelijking van het volk eenige vraagskens: Zijn het de werklieden die ‘s Zondags naar de cinema gaan die des Maandags op hun werk niet zijn of die tot den Dinsdag met een verhit hoofd rondlopen, of zijn het integendeel deze die van kroeg tot kroeg rondslenterden ? (...) Zijn het die uitgaven van 1,50 fr. tot 2 fr. verteer in de cinema die den ondergang bewerken der huisgezinnen, en wordt er niet meer verteerd bij bol- en kaartspelen, hanegevechten, duivenprijskampen en alle andere slemppartijen ? (...) Die massa volk die men zoo gemakkelijk wist bijeen te houden in gilden en volkshuizen, om ze dan op te kweeken voor de belangen der politiek, die kiezerskudde en kan men niet meer in toom houden. De cigaar en de pint wordt versmaad; de werker wil een degelijk loon en de vrijheid van te gaan waar hij wil, een ook wel eens te genieten van die kunst die niet boven zijn verstand gaat (...) Minister Vander Velde, de vader der Cinemawet, schreef onlangs “De uitvinding der cinema, heeft slechts bewonderaars in alle de sociale klassen, niemand loochent de diensten die de cinema aan de maatschappij bewees, ‘t zij met de kalanten der alkoolverkoopers te verminderen, ‘t zij met de ziel van het volk te verheffen door het weêrgeven van films die een kunsthistorisch of vaderlandsch karakter hebben (...)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[793] S. SCHOLL, De geschiedenis van de arbeidersbeweging in West-Vlaanderen (1875-1914), Brussel, Arbeiderspers, 1953, pp. 283-286.

[794] SAB, Feesten en plechtigheden, XI a 97 (Fêtes communales, 1894-1895), Maatschappij van den Grooten Biljard aan het stadsbestuur, 28.03.1894.

[795] GvB, 30.08.1890, p. 3; 06.09.1890, p. 2.

[796] Overgenomen uit: GSB-BCB, 08.05.1909, pp. 176-178.

[797] Overgenomen uit: GSB-BCB, 14.06.1913, pp. 482-486.

[798] M. CAFMEYER, “Volksspelen en feestrefreintjes te Brugge”, Biekorf, XXXXV, 1939, pp. 158-163.

A. VAN ACKER, Herinneringen. Kinderjaren, Antwerpen, Ontwikkeling, 1966, p. 151.

R. VAN DER LINDEN, Het bolspel in Vlaanderen, vroeger en nu, Gent, Seminarie voor volkskunde, 1966, pp. 119, 162.

J. BOTERMANS, N. VISSER en T. BURRETT, Timpen, hinkelen en pierebollen. Spelen in de lage landen, Houten, Unieboek, 1991, pp. 33-34.

A. CAPITEYN en J. DECAVELE (red.), De Gentse feesten. Biografie van een 150-jarig monument, Gent, Dienst Feestelijkheden Stadsarchief, 1993, pp. 80-82.

[799] Overgenomen uit: GSB-BCB, 31.05.1902, p. 485; 21.06.1902, p. 547-548.

[800] BrHa, 08.05.1920, p. 2.

[801] SAB, Feesten en plechtigheden, XI a 128 (Gemeentefeesten 1914-1924), Kommissie der Brugsche maatschappijen aan het stadsbestuur, 28.6.1920.

[802] Overgenomen uit: GSB-BCB, 29.12.1894, pp. 531-535.

[803] SAB, Feesten en plechtigheden, IX A 250 (Gouden bruiloften, 1900-1924), Comiteit aan de burgemeester, 10.12.1909.

[804] BrHa, 26.03.1921, p. 3.