Studie van de Belgische brouwerijsector. (Frederick Vanneste)

 

home lijst scripties inhoud  

 

1. Inleiding

 

Iedere Belg drinkt wel eens graag een biertje want het maakt deel uit van onze cultuur. De brouwerijsector is een begrip in de Belgische economie, de enige grote Belgische multinational is dan ook niet toevallig een brouwerij. We merken al snel dat België het centrum is van de brouwerijsector omdat bijna alle grote brouwers zich in België en zijn buurlanden gevestigd hebben. De reden hiervoor heeft alles te maken met de geschiedenis van de sector.

De laatste jaren komt de sector steeds in het nieuws met overnames. Maar overnames worden enkel gedaan om er voordelen uit te halen, meestal om kosten te drukken door bepaalde afdelingen samen te voegen. Dit heeft natuurlijk een gevolg voor de werkgelegenheid.

Vroeger vond je bijna geen Belgisch bier in het buitenland, maar door het ontstaan van grote brouwerijgroepen en een verbeterde infrastructuur, is bier een exportproduct geworden.

Er zijn een aantal ingrijpende veranderingen aan de gang in de sector. Er is de consolidatie van de sector, er zijn de belangrijke technologische evoluties en ook de voorkeuren van de consument zijn erg veranderlijk.

Van jongs af aan ben ik reeds geïnteresseerd in alles wat met brouwen te maken had. Daarom heb ik dan de richting gevolgd van industrieel ingenieur biochemie optie brouwerij. Vandaar was het voor mij dan ook maar een kleine stap om dit onderwerp te behandelen.

Omdat het economische aspect van de sector nooit aan bod gekomen is in mijn studies van industrieel ingenieur, probeer ik via dit werk me vertrouwd te maken met dit aspect.

In dit werk zal ik proberen een beeld te schetsen de Belgische brouwerijsector.

 

 

2. Geschiedenis

 

2.1. Oudheid

 

“De eerste bierbrouwers vind je 9000 jaar geleden terug in Mesopotamië, tussen de Tigris en de Eufraat. In het zuiden van Mesopotamië lag Sumerië, waar archeologen kleitabletten uit 3000 voor Christus gevonden hebben met in spijkerschrift het oudste brouwrecept ter wereld.” [1] Het bier en de wijze waarop dit gemaakt werd, is echter niet zoals we dat nu kennen. Men bakte een soort brood van emmer (soort tarwe), dat aan de buitenkant gaar was, maar van binnen nog week. Men liet het brood weken in water en liet het gisten. [2] Nadat Babylon Sumerië veroverd had, nam het brouwen toe. Koning Hammurabi (1728-1686 VC) van Babylon stelde een reeks strikte wetten, de codex Hammurabi, op met betrekking tot de productie en verspreiding van bier. [3] Daarna vond het bier zijn weg naar Egypte. De staatsbrouwerijen produceerden gerstewijn. Farao Ramses II, bijgenaamd de brouwersfarao, kondigde zeer strenge regels af betreffende bier.

Bier kwam tegen 5000 VC via twee stromingen het zuiden van Europa binnen: via de Danubische stroom (Oost-Europa) en de Mediterrane stroom (Middellandse Zee). [5]

 

Figuur 2‑1: De Codex Hammurabi [3]

 

2.2. Romeinen

 

In de eerste eeuwen van het Romeinse rijk werd er bier gebrouwen. Geleidelijk aan legden de Romeinen zich vooral toe op de productie van wijn en plantten volop wijngaarden aan. Maar in de noordelijke streken waar de druiven omwille van een minder gunstig klimaat geen kans maakten, ging men graan verbouwen waarvan onder andere bier gebrouwen werd. Dionysius werd god van de wijn nadat hij eerst geregeerd had als Sabazios, de archaïsche god van het bier. [6] De Germanen waren de eerste, die de tussenstap van het broodbakken oversloegen en ontdekten dat uit ontkiemde en gedroogde graankorrels ook bier gebrouwen kon worden. Zij maakten van graan een beslag en lieten dat vergisten. Bier was echt geliefd bij de Germanen. [2] “De Romeinse geschiedschrijver Tacitus beweerde dat de Germanen honger en koude konden weerstaan, maar zich lieten verleiden door dorst naar bier. Bij de Scandinaven, Kelten en Germanen gold bier als een beloning voor hun helden en was het een offer aan hun goden. Tot op vandaag wordt in Europa het meeste bier geproduceerd en gedronken in die landen waar de Romeinse invloed niet allesoverheersend geweest is: Schotland, Engeland, Nederland, Noord-Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije en natuurlijk België. Men heeft het wel eens over de Europese bierenriem, een gordel van bieren die over Europa loopt.” [1]

 

 

2.3. Middeleeuwen

 

Na de val van het Romeinse Rijk kreeg de Kerk controle over de landerijen. Geestelijken en monniken konden lezen en schrijven en hielden zich bezig met het ontcijferen van de Griekse geschriften waarin onder andere de brouwprocédés van het oude Egypte bewaard waren. [1] De kloosters gingen zich hierdoor bezig houden met het brouwen van bier. Bier was ook een oplossing voor het verontreinigde water. Tot in de elfde eeuw werd bierbrouwen een activiteit die enkel door de clerus mocht worden beoefend. De geestelijken schreven de recepten van hun "geestrijke drank" op perkament. In die tijd gebruikte men nog geen hop als conserveringsmiddel en/of smaakmaker, maar gruit. Gruit is een kruidenmengsel met vooral gagel en rozemarijn en verder o.a. duizendblad, laurierbessen, salie, enz. [2] De brouwer was verplicht om het gruit te kopen in het plaatselijke gruithuis. In Brugge kan men nog steeds het “Gruuthuuze” bezoeken.

 

Figuur 2‑2: Het was vooral de monnik die bier brouwde in de middeleeuwen [7]

 

De monniken behoorden, in die tijd, tot de hoogst opgeleide mensen en zij brachten het bierbrouwen dan ook naar hoog niveau. Omstreeks het jaar 800, waren het waarschijnlijk de monniken van het klooster van Weihenstephan in Duitsland die als eerste hop gebruikten om het bier langer houdbaar te maken. Aangezien in veel landen een hele industrie was ontstaan rond gruit en ook de overheden inkomsten hadden uit het zogenaamde gruitrecht, heeft het tot ongeveer 1320 geduurd, voordat er in de Lage landen hopbier werd gebrouwen. [8]
“De patroonheilige van de brouwers is Sint-Arnoldus, een riddermonnik uit Tiegem bij Oudenaarde die leefde van 1040 tot 1087. Hij werd Benedictijn en stichtte de abdij van Sint-Pieter te Oudenburg. Daar begon hij bier te brouwen omdat puur drinkwater toen te onzuiver was. Van Sint-Arnoldus bestaan heel wat afbeeldingen met de roerstok in de hand.” [1]
Bier brouwen was buiten de kloostermuren verboden. Toch werden hier en daar burgerbrouwerijen opgericht. We moeten nog enkele eeuwen wachten alvorens brouwen gemeengoed wordt van het gewone volk.
In de veertiende en vijftiende eeuw schoten brouwerijen als paddestoelen uit de grond. Bier werd een populaire volksdrank. [9]
In 1364 verplichtte Karel IV, Keizer van Duitsland, de brouwers bij het brouwen van bier volgens de "Novus Modus Fermentandi Cervisiam" hop te gebruiken. Met deze verordening wordt Brabant in tegenstelling tot het Graafschap Vlaanderen, dat onder het gezag van de Franse koning viel, verplicht hop te gebruiken. [10] De Franse koning hanteerde het gruitrecht dat kruiden maar geen hop voorschreef. Hop belet dat bier verzuurt. Daarom verbeterde in Brabant de bierkwaliteit spectaculair. Het bactereostatisch effect van hop maakte dat de gistflora de overhand kon nemen: zo ontstonden de bieren van hoge gisting.
Ten tijde van de grote epidemieën van pest en cholera werden aan bier geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. In die periode werd het water voor dagelijks gebruik uit rivieren en grachten gehaald en het water was dus verantwoordelijk voor het verspreiden van de ziektekiemen. Bier was dankzij het kookproces bij het brouwen kiemvrij en bood derhalve een veilig alternatief voor water.[9] In de 14 en 15 eeuw verenigden de brouwers zich in gilden. Deze gilden vormden in diverse Vlaamse streken machtige, kapitaalkrachtige groepen. Voor de vorsten, die met deze gildenvorming rekening moesten houden, was de bierproductie een belangrijke bron van inkomsten. In Luik bijvoorbeeld werden de accijnzen op het bier gebruikt voor het onderhoud van de stad en ook Leuven en Diest hadden hun welstand aan de brouwerij te danken. [11]
Het Brouwershuis op de Grote Markt in Brussel, waar vandaag de Unie van Belgische Brouwers alsook een biermuseum gevestigd zijn, getuigt nog van de vroegere welvaart die de brouwersgilden genoten in de Middeleeuwen. Het brouwen binnen corporatieve gilden leidde tot het gebruik van bepaalde brouwrecepten in bepaalde gebieden. Zo ontstonden de verschillende streekbieren, met elk hun typische smaak. Dat liet eveneens toe dat op bieren die uit andere streken werden ingevoerd, belastingen konden geheven worden. [11]

 

Figuur 2‑3: Afbeelding van het Reinheitsgebot [13]

 

Wegens grondstoffentekorten door slechte oogsten en andere omstandigheden werden soms de traditionele grondstoffen vervangen door andere. Vermits deze vervangingen een risico voor de gezondheid betekenden, werd op 23 april in 1516 het beroemd geworden “Reinheitsgebot” uitgevaardigd door keurvorst Wilhelm IV van Beieren te München. Het Reinheitsgebot duidt de grondstoffen aan die moeten gebruikt worden bij de bierbereiding: namelijk water, gerstmout, hop en gist, en geen andere granen of vreemde toevoegingen. [12] Deze wet is nu nog steeds van kracht in Duitsland.

In de 17de eeuw vestigden zich veel brouwerijen en stokerijen in “vrijsteden” zoals Hoegaarden en Lembeek, die vrijgesteld waren van accijnsheffingen.

 

 

2.4. 18e en 19e eeuw

 

De bestorming van de Bastille door een grote volksmenigte op 14 juli 1789 is het voorlopige hoogtepunt van een opstand die de geschiedenis inging als de Franse Revolutie. Op 12 juli 1790 stemde de Nationale vergadering de ‘Burgerlijke Grondwet voor de Geestelijkheid’. [13] Dit waren een reeks wetten die de macht van de kerk sterk verzwakten. De Franse Omwenteling (1792-1794) betekende het einde van de kapitaalkrachtige brouwersgilden. Tegelijkertijd werden veel kloosters vernield en daarmee ging ook een groot deel van de brouwersactiviteiten binnen de kloostermuren verloren. In die periode was er herhaaldelijk een wisseling tussen Oostenrijks en Frans bewind. [11] Napoleon maakte een einde aan deze periode van onrust in België en herstelde het economisch leven. Geleidelijk groeiden de lokale brouwerijen tot werkelijke bedrijven uit. In de eerste decennia van de 19de eeuw telde bijna elk dorp in België een eigen brouwerij. Op 7 februari 1831 krijgt België een van de meest vooruitstrevende grondwetten van Europa, waarin onder andere vrijheid van godsdienst en vrijheid van vereniging gewaarborgd worden. Hierdoor wordt het opnieuw mogelijk kloosters op te richten. [15]

In 1833 werd diastase, het versuikerende enzym uit mout, ontdekt door Payen en Persoz. [12] In 1880 telde België 2576 brouwerijen met 10.609 werknemers. [16] 1876 was ongetwijfeld een heel belangrijk jaar in de geschiedenis van het bier door de uitvinding van de koelmachine door Carl von Linde. [17] Hierdoor kon men gebruik maken van lage gisting. Dit is een gisting die gebeurt bij lage temperaturen. Datzelfde jaar deed zich nog een andere belangrijke verandering voor. Door de ontdekkingen van Louis Pasteur, de grote Franse natuurkundige, was het mogelijk geworden spijzen en dranken te conserveren (pasteuriseren). [17] Louis Pasteur ontdekte ook dat er verschillende soorten gistcellen voorkomen en dat niet alle gisten even geschikt zijn voor een goede gisting. [6] In 1883 slaagde de Deen Emil Christian Hansen er in om een reincultuurmethode te ontwikkelen. Dit is een gistcultuur die bestaat uit 1 soort gistcellen. [12] In deze tijden werden de Belgische brouwerijscholen opgericht waarin met de publicaties van Pasteur over bierbereiding rekening gehouden werd.

 

Figuur 2‑4: Louis Pasteur (1822-1895) [18]

 

 

2.5. 20ste eeuw

 

Tegen 1900 waren er 3223 officiële brouwerijen in België. (Tabel 2-1) Leuven had er 17 en Hoegaarden zelfs 34. Ook aan herbergen was er geen tekort: 185.036 of één per 32 inwoners. [1] Het aantal groeide verder tot 3387 in 1907. De stijging was het gevolg van succesvolle promotiecampagnes en gunstige kredietvoorwaarden vanwege de fabrikanten van brouwketels, moutproducenten en hophandelaars. [16]
De brouwerij Wielemans in Vorst (Brussel) behoorde toen op Europees gebied tot de grootste en modernste. Wielemans beschikte ook over een aansluiting op het spoorwegnet, zodat het zijn bier kon exporteren. [19] In tegenstelling tot Wielemans bleef de brouwerijsector tot na de Eerste Wereldoorlog heel sterk regionaal en lokaal georiënteerd. Alleen wanneer de brouwerij kon beschikken over typische brouwerspaarden werd het bier ‘geëxporteerd’ naar wat verderop gelegen steden en gemeenten. [19]

 

Figuur 2‑5: Tot na de tweede wereldoorlog gebruikte men koperen brouwketels [20]

 

De bloeiende brouwerijnijverheid kreeg het opnieuw hard verduren tijdens de Eerste Wereldoorlog. De koperen ketels, het materiaal en het wagenpark worden opgeëist door de Duitse troepen. [6] Na de Eerste Wereldoorlog neemt het aantal brouwerijen verder af. In 1920 waren er nog maar 2013 over. (Tabel 2-1) De brouwerijen die na de eerste wereldoorlog terug waren opgestart mechaniseerden zich tijdens het interbellum. In de jaren 30 hadden de brouwerijen het moeilijk door de economische crisis.
De brouwerijen kregen een nieuwe klap te verwerken tijdens de oorlog van '40 - '45. Opnieuw werden grondstoffen schaars, maar dit keer werd beroep gedaan op 'erzatz' grondstoffen (bieten, reductosesiroop, etc.), weliswaar van mindere kwaliteit. [9]

 

De Belgische brouwerijnijverheid 1900 – 2003

 

Aantal

Producitie

Import

Export

Verbruik

 

Brouwerijen

(in 000 Hl)

(in 000 Hl)

(in 000 Hl)

(in 000 Hl)

per hoofd

1900

3.223

14.617

149

5

14.761

221

1910

3.349

16.019

272

9

16.282

219

1920

2.013

10.408

201

47

10.562

143

1930

1.546

16.099

228

10

16.317

202

1940

1.120

12.488

65

7

12.546

149

1950

663

10.140

97

5

10.232

118

1960

414

10.110

378

205

10.283

112

1970

232

13.015

739

973

12.781

132

1980

143

14.291

969

2.315

12.945

131

1990

126

14.141

648

2.752

12.037

121

1995

115

14.528

593

4.608

10.513

104

1999

112

14.575

703

5.072

10.206

100

2000

113

14.734

804

5.474

10.064

99

2001

117

14.966

877

5.857

9.986

98

2002

118

15.696

744

6.539

9.901

96

2003

115

15.650

1.023

6.738

9.935

96

Tabel 2-1: De brouwerijnijverheid in België tussen 1900 en 2003 [21]

 

Niet alleen het bier zelf, ook de flessen stelden problemen. Er konden geen kroonkurken meer vervaardigd worden, en men kwam op het idee beugelflessen te fabriceren. De afsluitrubbers voor deze flessen konden vervaardigd worden uit versleten autobanden. Toen ook in deze materialen tekorten opdoken, werd het verplichte statiegeld ingevoerd. Daardoor konden de bierflessen voortaan gerecupereerd en hergebruikt worden. [11]
Na de tweede wereldoorlog telde België nog 755 brouwerijen. [19] In de naoorlogse periode krabbelde de brouwindustrie langzaam uit het dal. Kenmerkend hiervoor waren de horizontale concentraties: veel brouwerijen produceerden naast bier ook mineraalwater en limonades. [2] Aangezien de productie hiervan geen hoge technische eisen stelt en distributie via dezelfde kanalen kan gebeuren als die van het bier, wordt door deze productenspreiding de omzet verhoogd en kunnen de algemene onkosten erdoor verlaagd worden.
Intussen heeft zich in het brouwen zelf een zodanige specialisatie voltrokken zodat het mouten tegenwoordig grotendeels wordt overgelaten aan gespecialiseerde mouterijen, die autonoom werken.
Op de dag van vandaag zijn vele kleine brouwerijen, meestal familiebedrijven verdwenen of opgekocht door de grotere. Ons land telde in 2003 115 brouwerijen. (Tabel 2-1)

 

 

3. De productiefactoren

 

3.1. Knowhow

 

3.1.1. Secundair onderwijs

 

Specifieke opleiding voor de brouwerijsector bestaan niet op secundair niveau. Toch heeft het grootste deel van de werknemers uit de sector een diploma van secundair onderwijs. Een brouwerij heeft veel hefvorkchauffeurs, vrachtwagenchauffeurs, schoonmaakpersoneel, mechanici, elektronici, etc. nodig. Dit zijn allemaal opleidingen van secundair niveau.

 

3.1.2. Hoge scholen en universiteiten

 

Omdat België een brouwerijland is, zijn er een aantal Belgische brouwerijscholen ontstaan. Deze scholen zijn door de hervormingen van het onderwijs terecht gekomen in afdelingen van de hogescholen.

De vier instellingen die nog een brouwerijafdeling hebben zijn de volgende:

· Hogeschool Gent

· Sint-Lievens Hogeschool Gent

· Instituut Meurice in Brussel

· Katholieke Universiteit van Leuven

Brouwers maken echter maar een zeer klein deel uit van het personeelsbestand van de brouwerij. In de brouwerij werken mensen met alle soorten diploma’s: vertalers, economisten, ingenieurs, laboranten, etc.

 

3.1.3. Onderzoeksinstellingen

 

Het is vooral in de brouwerijen zelf dat er onderzoek gebeurd. De brouwerijsector is immers zeer geconsolideerd, zodat er enkele kapitaalkrachtige ondernemingen zijn ontstaan. Deze ondernemingen zijn in staat onderzoeksprojecten te financieren en kunnen door hun grootte de projecten terug verdienen. Hierdoor ontstaat een concurrentieverschil tussen de grote brouwerijgroepen en de kleine brouwerijen. Een ander probleem zijn de dagelijkse analyses. Het labo en zijn meetapparatuur zijn ontzettend duur.

Een kleine brouwer kan zich geen uitgerust labo veroorloven, waardoor hij onmogelijk kan tippen aan de continue kwaliteit van de grote brouwersgroepen.

De grote groepen kunnen dan ook hun labo inzetten om onderzoeksprojecten te ondersteunen.
De analyses van KMO-brouwerijen gebeuren dan ook vooral in onafhankelijke labos, vaak in labos van onderwijsinstellingen. Voor nieuwe technologie en kennis baseren de KMO-brouwerijen zich op het publiek onderzoek van EBC en specifiek in België op de studiedagen van de brouwerijafdelingen.

 

3.1.3.1. European Brewery Convention [22]

De EBC werd opgericht in 1946. De EBC heeft als doel om een standaard op te stellen voor alle Europese brouwers en mouterijen. De organisatie promoot:

· De ontwikkeling van de kennis en technologie voor brouwerij en mouterij

· Handleidingen om het best met analyses en technologie om te gaan

· De transfer van kennis vanuit andere industrieën naar de brouwerij en mouterij.

 

Figuur 31: Logo van EBC [22]

 

De organisatie probeert te handelen als een Europese adviesorganisatie voor brouwerij en mouterij in overleg met het CBMC (Unie van Europese Brouwers) en andere organisaties.
De EBC heeft zijn eigen standaarden en eigen methodes die te vinden zijn in EBC-analytica. Elke twee jaar is er een brouwerijcongres waar de nieuwste technologie en kennis met betrekking tot de brouwerij en mouterijsector te vinden is.

 

3.1.3.2. Studiedagen en Cerevisiae

De brouwerijgedachte wordt sterk gehouden door de oud-studentenbonden van de vier overgebleven brouwerijafdelingen in ons land. Ze hebben de krachten gebundeld in Cerevisiae. Cerevisiae is een driemaandelijks tijdschrift met wetenschappelijke artikels over brouwerij en biotechnologie.

De drie hogescholen geven elk jaar een studiedag, met daarop mensen uit de onderwijsinstellingen die er de stand van hun onderzoek komen presenteren. Daarnaast zijn er ook wetenschappers van brouwerijen en toeleveranciers die er hun intern onderzoek of hun nieuwe technologie komen presenteren. Deze studiedagen zijn vooral belangrijk voor de KMO-brouwerijen.

 

 

3.2. Kapitaal

 

De aandelen van slechts twee Belgische brouwers staan genoteerd op de beurs. Inbev en Duvel Moortgat staan genoteerd op Euronext Brussel [23]. Het grootste deel van het kapitaal is afkomstig van de families die ooit de brouwerijen hebben opgericht. De stichting interbrew groepeert het familiekapitaal van Inbev. Bij de fusie tussen Ambev en Interbrew verwierven de Brazilianen 44% van de stichting Interbrew die 56% van Inbev bezit. De stichting Interbrew controleert hierdoor Inbev. De stichtende families bezitten 56% van de stichting Interbrew en hebben daarbovenop nog een vrij pakket van 17% van de Inbev-aandelen. [24]

Ook de meeste kleine brouwerijen zijn nog altijd in het bezit of onder controle van privé-personen of een groep familieleden..

 

 

3.3. Ruimte, energie en infrastructuur

 

De meeste brouwerijen zijn in de streek rond Brussel gelegen. Historisch gezien hebben deze brouwerijen zich beter kunnen ontwikkelen door het “Novus Modus Fermentandi Cervisiam”, door de specifieke micro-organismen in de Brusselse lucht, door het geschikte grondwater, de ideale verkeersinfrastructuur en de beschikbaarheid van hop en mout.

 

3.3.1. Grondwater

 

De smaak en de kwaliteit van het bier wordt in grote mate gekenmerkt door het grondwater. Bier bestaat voor immers 90% uit water. Een bier kon hierdoor tot voor kort slechts op één bepaalde plaats gemaakt worden. Door de technologische vooruitgang is het nu mogelijk geworden om overal ter wereld een zelfde bier te maken omdat het grondwater gemakkelijk gecorrigeerd kan worden om zo het specifieke grondwater te verkrijgen dat kenmerkend is voor het betreffende bier.

 

3.3.2. Klimaat

 

“Het grootste gedeelte van de commerciële hopproductie in de wereld gebeurt tussen de 35ste en de 55ste breedtegraad, aan beide kanten van de evenaar.

 

Figuur 3‑2: Enkel de hopbellen worden gebruikt [2]

 

Gebieden met een breedtegraad kleiner dan 35 zijn minder geschikt vermits de daglengte tijdens het groeiseizoen kleiner is. De daglengte heeft een belangrijk effect op de opbrengst. De bloei wordt beïnvloed door de daglengte. De bloei grijpt plaats als de daglengte relatief kort is nadat de plant een bepaalde hoogte heeft bereikt. De opwaartse groei stopt als de bloei begint. Een lange dag is belangrijk omdat dit het bloeitijdstip uitstelt totdat de plant zijn volledige hoogte heeft bereikt. Een toenemende temperatuur kan het bloeien versnellen. “ [25]
België heeft ook een klimaat dat ideaal is om gerst de kweken. Er wordt ook veel gerst ingevoerd vanuit Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Nederland, Denemarken en Groot-Brittannië. Op het veld zal de gerstkorrel kiemen wanneer er voldoende water en zuurstof aanwezig zijn en de temperatuur boven de 5°C is. [26]

 

3.3.3. Belgische verkeersinfrastructuur

 

De aanwezigheid van waterlopen en de haven van Antwerpen zijn belangrijk voor de overgebleven mouterijen in België. Enerzijds zijn de waterlopen belangrijk voor de aanvoer van graan, vooral uit het noorden van Frankrijk. Anderzijds wordt de mout wereldwijd uitgevoerd. De mout wordt hiervoor eerst via de waterlopen naar Antwerpen getransporteerd om dan wereldwijd verdeeld te worden.
Door de consolidatie van de brouwerijsector zijn veel brouwerijen gesloten geworden. Om de afzetgebieden van die brouwerijen te kunnen bedienen wordt vooral gebruik gemaakt van vrachtwagens. Via het schitterende snelwegennetwerk kan geheel Europa vlug bediend worden. Inbev heeft in dit opzicht zijn bottelarij en brouwerijen in Frankrijk gesloten. Frankrijk wordt nu volledig vanuit België bediend met gebotteld bier.
In het begin van de negentiende eeuw was ook het spoorwegnet vrij belangrijk voor de sector, vandaag de dag worden de spoorwegen vooral gebruikt voor de aanvoer van graan naar de mouterijen.

 

3.3.4. Energie

 

Om te brouwen maakt men gebruik van stoom. Verwarmen met stoom gaat snel. De meeste brouwerijen hebben installaties om zelf hun stoom te maken. Het warme water dat overblijft wordt gebruikt voor de verwarming van de eigen gebouwen en bij sommige brouwers ook voor de verwarming van de omwonenden, zoals het geval is bij de brouwerij van Haacht.

 

 

3.4. Arbeid

 

Vroeger was brouwen een ambacht. Een brouwer was bezig met het volledige brouwproces. Vandaag de dag is alles geautomatiseerd. Alle stappen van het brouwproces zijn opgesplitst in aparte afdelingen. Door de consolidatie van de sector zijn bepaalde taken gecentraliseerd. Het gevolg is dat arbeidskrachten zeer gespecialiseerd zijn en ze geen kennis meer hebben van het volledige productieproces.
Komt hierbij dat de loonkost in België en zijn buurlanden zeer hoog is. Toch is en blijft dit het centrum van de brouwerijsector. Het gevolg is dan ook dat een brouwerij enorm kapitaalintensief geworden is, terwijl er amper nog arbeiders rondlopen. Dit is ook te merken aan de investeringen, zie 3.2.

De voordelen van schaaleffecten in de brouwerijsector zijn enorm groot.

Het labo voor een grote en middelgrote brouwerij zijn juist hetzelfde. Er zijn evenveel mensen nodig voor een brouwsel van 100 hl als voor een brouwsel van 10.000 hl, mits de capaciteit van de brouwzaal aangepast is.

 

 

4. De macro-economie

 

4.1. Productie, omzet en toegevoegde waarde

 

De totale productie van de Belgische brouwerijen is de afgelopen honderd jaar amper veranderd. Gemiddeld wordt er 15 miljoen hl bier geproduceerd. Wel is er een verschuiving te merken. In vergelijking met 1900 wordt vandaag een groot deel van de productie uitgevoerd. (Tabel 2-1) In 2003 werd er volgens de Unie van Belgische brouwers 15.650 duizend hl bier (Tabel 2-1) geproduceerd en volgens FOD economie 15.920 duizend hl (Tabel 4-1).

In 2003 was de brouwerijsector goed voor een omzet van 1.685,1 miljoen euro of een aandeel van 5,56% van de voedingsnijverheid. In 2004 steeg de omzet tot 1.811,4 of een aandeel aan 5,8%. De mouterijen waren in 2003 goed voor een omzet van 329,5 miljoen euro of een aandeel van 1,09%. In 2004 daalde de omzet echter tot 298,4 of een aandeel van 1%. (Bijlage 4-1)

De geleverde waarde van bier bedroeg 1.347 miljoen euro. (Tabel 4-1) [21]

De toegevoegde waarde bedroeg in 2000 634 miljoen euro voor de brouwerijen en 10 miljoen euro voor de mouterijen. [27]

 

 

Eenheid

2000

2001

2002

2003

Geleverde waarde van bier

Mln Euro

1.172

1.210

1.268

1.347

Productie

000 hl

15.509

15.068

15.063

15.920

Tabel 4‑1: Geleverde waarde en de productie van bier in België volgens FOD economie [28]

 

 

4.2. Werkgelegenheid en investeringen

 

Volgens de centrale raad voor het bedrijfsleven werkten er in 2002 5.673 personen in de brouwerijsector (Nace-bel 1596) en 217 personen in de mouterijen. Tezamen zijn dit 5890 personen, waarvan 4159 in Vlaanderen, 1300 in Wallonië en 214 in Brussel. [30] Sinds 1995, toen er nog 7002 personen in de sector werkten, is een continue daling op te merken van de werkgelegenheid. (Tabel 4-2)

Volgens het federaal planbureau waren er in 1995 14.494 personen direct of indirect tewerkgesteld bij de productie van alcoholische dranken. [27] [29] De totale tewerkstelling die in 1995 direct of indirect kan verbonden worden met de verdeling van alcoholhoudende dranken bedroeg 76.034 personen. [21] [23]
In 2003 waren de brouwerijen de grootste investeerder uit de voedingssector met een aandeel van 14,5 %. De investeringen zijn gestegen van 91,9 miljoen euro in ’98 tot 150,4 miloen euro in 2003. In 2004 vielen de investeringen sterk terug tot 130,2 miljoen euro. Ook de Belgische mouterijen hebben hun investeringen opgetrokken van 6,9 miljoen euro in ’98 tot 19,2 miljoen euro in 2004. (Bijlage 4-1)

 

Jaar

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

Tewerkstelling

7002

6717

6410

6166

6006

5957

5912

5890

Tabel 4‑2: Tewerkstelling in de brouwerijen en mouterijen [31]

 

 

4.3. Clustering

 

 

 

4.4. Consolidatie

 

Door de consolidatie van de brouwerijen treedt er meer en meer specialisatie op. Het onderzoek en bottelen wordt gecentraliseerd. Brouwerijen worden gesloten en samengevoegd. Leveranciers worden meer en meer onder druk gezet en voor de consument stijgen de prijzen.

Ook de kwaliteit gaat erop vooruit. Hoe beter de technologie en hoe meer analyses, hoe beter de kwaliteit, maar enkel de grote groepen zijn in staat de laatste nieuwe technologie aan te schaffen en een volledig uitgerust labo te hebben.

 

4.4.1. Inbev

 

De oorsprong van het hedendaagse Inbev gaat terug naar 1366 met de oprichting van brouwerij “Den Horen” in Leuven. [6] [32] In 1798 werd de brouwerij overgenomen door Sebastian Artois. In 1968 werd de Dommelsche Bierbrouwerij in Nederland overgenomen. [32] In 1978 verwierf Artois een aandelenpakket van brouwerij Wielemans en werd er zo de beheerder. Brouwerij Wielemans was echter geen rendabele brouwerij meer en in 1980 gaat de brouwerij in vereffening en worden de activiteiten ervan afgebouwd. [33] In 1987 ontstond Interbrew uit de fusie van Artois en Piedboeuf. Piedboeuf was toen reeds een grote brouwersgroep geworden door de overnames van Chaudfontaine in ’62, de aankoop van de brouwerij “Nord-Europe” in ’67 en de overname van brouwerij “Lamot” in ’81. [32] [19]

 

Figuur 4‑1: Stella-Artois brouwerij in leuven (eigen foto)

 

In 1989 werd Hoegaarden integraal door de Interbrew overgenomen. In 1991 werd brouwerij Belle-Vue [32] volledig overgenomen en nog datzelfde jaar kocht Interbrew een brouwerij in Hongarije. In 1995 volgde de Canadese brouwer Labatt dat in ’87 reeds het Amerikaanse Latrobe had overgenomen. [32] Via Labatt verkreeg Interbrew ook toegang tot de Mexicaanse markt via een kruisparticipatie in Femsa. [34] In 2000 werden de brouwerijen Whitbread en Bass overgenomen. [35] Deze laatste brouwerij moest echter terug afgestoten worden na een beslissing van de mededingingsautoriteit. Die beslissing werd ongedaan gemaakt in 2001. [36] In 2001 werd de Duitse brouwers Beck’s en Diebels en de Bosnische Banja Luka Brewery overgenomen. [37] Het speciale aan deze Duitse brouwerijen is dat het bier gebrouwen wordt volgens het Reinheitsgebot, ook in de niet Duitse brouwerijen van Interbrew. In 2002 slokte Interbrew het Duitse Brauergilde Hannover op. [38] [39] In maart 2003 wordt de Leuvense drankenhandel Terclavers overgenomen. [40] Nog in 2003 werd de Duitse brouwerij Spaten [41] [42] en de Servische brouwer Apatin overgenomen. [43] [41] Begin 2004 nam interbrew een meerderheidsbelang in de bieractiviteiten van Lion Group in China, waarmee het er zich verzekerde van een verkoop van 21 miljoen hl per jaar. [44] De Leuvense brouwer stootte in 2004 zijn participatie in de Mexicaanse groep Femsa af [45] [46] en nam een belang van 70% in de Chinese brouwer Shilang. [47] Eind 2004 ontstond Inbev uit de fusie van Interbrew en Ambev en hiermee is Inbev de grootste brouwer ter wereld wat het geproduceerde volume bier betreft. [46] Begin dit jaar heeft Inbev een uitkoopbod gelanceerd op de resterende aandelen van zijn Russisch-Oekraïense dochter Sun Interbrew. [48]

 

Figuur 4‑2: Logo van Inbev! [49]

 

4.4.2. Palm

 

In 1747 is er het eerste officiële teken van de oorspronkelijke brouwerij “De Hoorn”, eigendom van Jean-Baptiste De Mesmaecker. [50] In 1929 duikt de merknaam Palm op. In ’67 wordt De Hoorn de bottelaar voor Carlsberg in de Benelux. [50] In 1975 wordt de brouwerij officieel brouwerij Palm. In 1991 wordt een joint venture gesloten met Frank Boon voor de lambiekbrouwerij Boon. [50]

 

Figuur 4-3:De Brabantse trekpaarden staan symbool voor palm. [20]

 

Palm en brouwerij Moortgat startten in de jaren negentig een gezamenlijk project voor het Steendonk-witbier.[19] Later participeren zij ook in de Brugse brouwerij De Gouden Boom, waarin ook Rodenbach zeggenschap heeft. [19]
In 1995 trekt Palm naar Polen om er een nieuwe brouwerij op te starten: brouwerij Belgia. Deze brouwerij wordt in 1999 geopend. [50] In 1999 wordt Rodenbach een volwaardige dochteronderneming van Palm. De Brabantse amberbrouwer gelooft resoluut in het voortbestaan van Rodenbach als een op wereldvlak uniek en authentiek bier. [19] [50] Palm spaart zich dan ook geen moeite om flink te investeren in de heropleving van de Roeselaarse brouwerij.

In november 2001 verkoopt Duvel zijn aandeel in De Gouden Boom aan Palm, dat daarmee ook de abdijbieren Steenbrugge en Brugse Tripel in huis haalt. [50] [51] De joint venture in brouwerij Steendonk tussen Palm en Duvel blijft behouden. [51]

 

4.4.3. Scottish-Newcastle

 

In 1849 kocht Lieven Van Hooymissen een pand, een woning met een brouwerij, over van Van Noyen. Lieven Van Hooymissen baatte de Brouwerij Sint-Michaël gedurende dertig jaar uit, maar maakte ondertussen wel schulden. Hij had namelijk een niet onaardig bedrag geleend van Egied Maes, een bekende steenbakker uit Ruysbroeck Sauvegarde, nabij Puurs. Toen Van Hooymissen zijn schulden niet meer kon terug betalen, verwierf Egied Maes de brouwerij. [16] Egied Maes verkocht in 1880 zijn steenbakkerij om de brouwerij in Waarloos nieuw leven in te blazen terwijl Arthur Boes zo'n 100 km verderop de brouwerij begon in Alken.

Figuur 4‑4:De brouwerij in Alken [43]

 

De brouwerij Maes gaat in 1969 over in de Engelse handen van Watney Mann, maar een geslaagde management buy-out zorgt in 1985 voor een stevige verankering. [52] In 1978 expandeerde Maes met de aankoop van brouwerij l'Union in Jumet. Union is een kranige bierproducent die de groep Alken-Maes vooruithielp in haar productie van speciale bieren, waaronder Grimbergen.
Een geslaagde management buy-out zorgde in 1985 voor een stevige verankering. [52]
De brouwerij van Alken (behorend tot de Franse groep Kronenbourg) sloeg de handen in mekaar met de Antwerpse brouwerij Maes en vormde in 1988 Alken-Maes. [52] Daar waar Waarloos en Alken gespecialiseerd zijn in pilsbier, is de plant van Jumet meester in het vervaardigen van hoge gistingsbier.
Voor een bedrijf met stevige ambities was de portefeuille aan producten echter nog onvoldoende. Door haar participatie in brouwerij De Keersmaeker zette de Belgische brouwersgroep in 1989 stevig voet aan wal in het gamma van spontane gistingsbier. De artisanale brouwerij brouwt geuze- en fruitbieren onder de naam Mort Subite. [52]
En nog is de honger niet gestild. Kenners merken meteen dat nog één product op het lijstje ontbreekt: namelijk een witbier. De brouwersgroep verwerft het bier ‘Brugs’, een West-Vlaams pittig biertje. Op hetzelfde ogenblik wordt ook Ciney aan de drankenlijst toegevoegd. Met dit breed productengamma bouwt Alken-Maes een stevige reputatie op in België en Nederland. Ook internationaal scoort de brouwersgroep. [52]
Op de Britse eilanden is Alken-Maes graag gezien. Niet alleen door de Britse consument, maar ook Scottish & Newcastle, de grootste Britse brouwer, is hen erg genegen. In 2000 neemt Scottish & Newcastle de biermerken van de Franse voedingsgroep Danone over. Danone had inmiddels Kronenbourg overgenomen en hiermee ook de volledige Belgische Alken Maes-groep. [53]
In 2002 gaat Alken-Maes over tot de overname van de Kortemarkse Brouwerij Louwaege, gekend om haar zwaar blonde 'Hapkin' bier. [52]
 

 

4.5. Export en Import

 

4.5.1. Export

 

De inwoners van onze buurlanden zijn allen grote bierdrinkers. Concurrentieel staat België zeer sterk in vergelijking met de brouwerijen in de buurlanden. De Nederlandse brouwerijen hebben zeer zware klappen gekregen tijdens de tweede wereldoorlog, en hebben deze minder goed verteerd dan de Belgische brouwerijen. De Duitse brouwerijen zijn gebonden aan het Reinheitsgebot met gevolg dat ze beperkte mogelijkheden hebben om te brouwen volgens de smaak van de consument. De Fransen hebben zich meer toegespitst op de wijn en hebben daarom niet zo’n rijke biertraditie.
De Belgische brouwerijen hebben zo het geluk dat zij de gaten in de biermarkten van de buurlanden kunnen opvullen.
Export is voor de Belgische brouwerijen van levensbelang geworden. Door de verzadigde binnenlandse markt en de dominantie van enkele grote spelers, moeten kleinere merken profiteren van het Belgische imago om zich buiten de landsgrenzen te profileren. Middelgrote en kleine brouwerijen als Achouffe, De Landsheer, Van Honsebrouck of Van Steenberge tonen met succes aan hoe ze via een gedurfde en innovatieve aanpak het buitenland kunnen bewerken. [54]

De export steeg van 390,744 miljoen euro in 2002 tot 397,755 miljoen euro in 2003. (+2%).
Wat volume betreft steeg de export in 2003 (+3%), maar wel minder sterk dan in 2002 (+7%). Toch bereikte de export een nieuwe piek van 6,7 miljoen hl Belgische bier (Tabel 2-1). 43.05% van de Belgische productie was bestemd voor de export. 92% van de export is bestemd voor de EU-landen. Frankrijk en Nederland zijn de belangrijkste Europese exportlanden voor Belgisch bier. Frankrijk, Nederland, Luxemburg en Denemarken lieten een sterke stijging opteken van de export, terwijl het Belgisch bier rake klappen krijgt in Duitsland, Italië en Griekenland. (Bijlage 4-1) Buiten de EU is de export naar de VS in 2003 verdubbeld en over een periode van tien jaar tijd is hij bijna vertienvoudigd. (Bijlage 4-1)

De uitvoer bestaat voor twee derde uit pils, maar de abdijbieren zijn al gestegen tot 13%. Witbier is goed voor een percentage van 6,4% en amber voor 4,5%. [21]

 

Jaar

1999

2000

2001

2002

2003

Uitvoer (000 euro)

334.014

368.943

377.229

390.744

397.755

Tabel 4‑3: Uitvoer (000 euro) [31]

 

4.5.2. Import

 

In 2003 kozen de Belgen massaal voor buitenlandse bieren. De import steeg van 743.884 hl naar 1.023.185 hl (+37.5%) nadat er een daling was geweest in 2002. (Bijlage 4-2) De stijging is afkomstig voor de sterke stijging van de import van Duits bier. (+292.817 hl). Duitsland is ook de grootste Europese importeur, gevolgd door Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. (Bijlage 4-2) Buiten de EU is Mexico de grootste importeur. Voor het eerst was meer dan 10% van de gedronken bieren afkomstig uit het buitenland. (Tabel 2-1)

 

 

5. De micro-economie

 

5.1. Leveranciers

 

Een brouwerij heeft veel verschillende leveranciers. Op het gebied van grondstoffen hebben we de mouterijen, de hopleveranciers, de graanleveranciers (maïs, tarwe), de gasleveranciers (CO2 en O2) en de flessenleveranciers. De brouwerijen zijn de laatste 50 jaar enorm gemoderniseerd, zodat de brouwerij vol staat van allerhande machines. Er zijn dus veel leveranciers van machines in brouwerij met elk hun specifiek segment. Veel van deze leveranciers hebben een vestiging in België omdat België toch wel het centrum is van de brouwerijtechnologie. In België en zijn buurlanden bevinden zich de hoofdzetels van een aantal internationale brouwerijen, en een aantal leveranciers hebben de strategie om goede contacten op te bouwen met deze brouwers en hen te volgen op hun internationale pad.

 

5.1.1. Mouterijen

 

Ooit maakten de brouwerijen zelf hun mout. Deze productie hebben ze inmiddels afgestoten aan autonome mouterijen. Deze mouterijen leverden de mout dan aan de Belgische brouwerij, maar inmiddels is ook de moutmarkt geglobaliseerd. Mout wordt verkocht en gekocht op de internationale markt.
De top 3 van mouterijen wordt aangevoerd door mouterij Albert.

 

Nr

Naam

Omzet/Bru-tomarge *

Eigen middelen

Winst/ Verlies

Afschrij-vingen

Toegevoegde waarde

Investe-ringen

werknemers

1

Mouterij Albert

72.440.000

8.448.000

6.620.000

3.203.000

18.294.000

852.000

48

2

Boortmalt

48.739.000

30.803.000

6.812.000

1.679.000

7.348.000

4.681.000

41

3

Belgo-malt

35.213.000

400.000

-265.000

337.000

1.587.000

130.000

17

Tabel 5‑1:Top 3 van Belgische mouterijen [55]

 

5.1.2. BBTT

 

Om sterker te staan t.o.v. de concurrentie hebben een aantal Belgische leveranciers van de brouwerijsector het BBTT (Belgian Beer Technology Team) opgericht. [56] [57]
Dit team brengt een groep leveranciers uit de brouwerijsector samen. Het zijn onderling geen concurrenten, maar leveranciers die mekaar proberen aan te vullen. Ze zijn allen toonaangevend in hun specialiteit. De groep bestaat op dit ogenblik uit zes internationale ondernemingen: BoortMalt, moutleverancier; Meura, gespecialiseerd in brouwerij-installaties (brouwkuipen, filters,…); Packing Creative Systems, producent van o.m. automatische transportbanden en bottelinstallaties; Comet, fabricant van biervaten; Sopura, gespecialiseerd in oplossingen voor het reinigen en desinfecteren; Illochroma, een etikettenproducent. [56]
Het BBTT zorgt ervoor dat de deelnemende bedrijven een veel grotere zichtbaarheid hebben op buitenlandse beurzen doordat ze op beurzen een gezamenlijke stand hebben, waar elk van de bedrijven zijn eigen ruimte heeft. Ook zal gestart worden met een gemeenschappelijk tijdschrift voor hun klanten.[56] [57]
Er wordt geprobeerd om via het BBTT hun klanten en specifieke informatie door te geven.

 

 

5.2. Brouwerijen

 

5.2.1. Top brouwerijen

 

· De top vijf Internationale brouwers in 2004 wordt aangevoerd door Inbev.

 

Rank

Naam

Productie (miljoen hl)

1

Inbev

234

2

Anheuser-bush

152

3

SABMiller

116

4

Heineken

113

5

Molson Coors

60

Tabel 5‑2: Top 5 internationale brouwers [46] [58] [59]

 

 

· De Europese brouwerijsector wordt beheerst door vijf grote spelers.

Rank

Naam

Productie (miljoen hl)

1

Inbev

234

2

SABMiller

116

3

Heineken

113

4

Carlsberg

54

5

Scottish & Newcastle

50

Tabel 5‑3: Top 5 Europese brouwers [46] [58] [59]

 

 

· De top tien brouwerijen in België worden aangevoerd door Interbrew (nu Inbev).

Nr

Naam

Omzet/
Brutomarge
* (000 euro)

Eigen middelen (000 euro)

Winst/ Verlies (000 euro)

Afschrij
vingen (000 euro)

Toegevoegde waarde (000 euro)

Investe-ringen
(000 euro)

werk-nemers

1

Interbrew Belgium

866.881

663.629

293.780

77.016

435.585

63.372

2.917

2

Interbrew

172.149

4.497.426

75.279

2.973

27.915

4.539

235

3

Alken-Maes

144.663

45.691

-13.372

13.596

82.787

21.698

647

4

Haacht Brouwerij

83.619

19.575

396.000

9.927

42.810

9.434

412

5

Palm Breweries

74.590

36.709

1.970

5.281

25.966

5.205

263

6

Martens Brouwerij

66.608

5.979

572.000

2.298

21.626

2.884

177

7

Duvel Moortgat

50.650

49.596

4.715.000

4.865

30.987

10.600

145

8

Bières de Chimay

22.325

5.080

-161.000

1.850

5.896

1.939

75

9

Trappisten van Westmalle

17.769

4.728

850.000

2.107

5.818

5.796

40

10

Caulier Brasserie

13.850

112

-29.000

353

1.169

172

25

Tabel 5‑4: Top 10 brouwerijen op basis van omzet [55]

 

De Belgische brouwerijsector is vooral afhankelijk van de 5 grote Europese brouwers. Deze brouwerijen beheersen de het grootste deel van de Belgische en Europese biermarkt. Onze Belgische brouwerijleveranciers halen het grootste deel van hun omzet bij deze brouwerijen.

 

5.2.2. Technologische veranderingen

 

5.2.2.1. Eindfiltratie

Momenteel maakt men voor de eindfiltratie van bier gebruik van kieselguhr. Kieselguhr is een filterhulpstof die als een natuurlijke grondstof opgedolven wordt. De voorraden van kieselguhr slinken echter en het storten van het gebruikte kieselguhr wordt steeds duurder, zodat de kostprijs stijgt. Deze prijs zal de komende jaren verder blijven stijgen. Het is dus interessant om te zoeken naar een alternatief.
De vervanging van de kieselguhrfiltratie is momenteel het onderzoeksdomein waarin vele brouwerijen en toeleveranciers actief zijn.

Volgende alternatieven worden onderzocht: [63]

· Herbruikbare filterhulp: Inbev

· Separatoren: Meura, Alva Laval

· Membraanfiltratie: Alva Laval in alliantie met de Sartorius groep.

 

5.2.2.2. Wortfiltratie

Belgische industriëlen ontwikkelden samen met de Katholieke Universiteit van Leuven de filter “2001”.

Figuur 5‑1: Meura 2001 [65]

 

Hij filtert het wort zonder blootstelling aan de lucht, hij verbetert het extractierendement van de mout en hij verhindert elke vervuiling die zou voortkomen van de laatste spoelwaters van de mout. De moderne persfilters “2001” werken sneller dan de oude filterinstallaties: ze produceren 10 à 12 brouwsels per dag.” [64]

Deze filter is nu op de markt onder de naam “Meura 2001” van het bedrijf Meura. Deze filter is veel beter dan alle andere alternatieven op de markt, waardoor vele brouwerijen overschakelen op deze filter.

 

5.2.3. Milieu

 

De brouwerijen behoren tot de voedingssector. Het belang van hygiëne wordt steeds groter en ook de afvalproblematiek wordt steeds complexer zodat de kost van waterzuivering steeds zwaarder doorweegt.
Brouwerijen willen zich ook meer en meer profileren als milieubewust en ze willen kwaliteitsproducten aanbieden omdat niet alleen de wetgeving, maar ook de klanten- en consumenteneisen rond voedselveiligheid en kwaliteit steeds strenger worden. Concrete cijfers rond de investeringen in milieu zijn echter niet beschikbaar.
Belangrijke thema’s zijn waterzuivering, hygiëne, HACCP en traceerbaarheid.
Om de Belgische brouwers te helpen heeft de Unie van Belgische brouwers de gids “Gids voor de brouwerijsector” uitgegeven, met daarin speciale aandachtspunt voor hygiëne, HACCP en traceerbaarheid. [66] Deze ligt momenteel ter validatie als sectorgids voor bij het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid.

 

5.2.3.1. Waterzuivering

De wetgeving inzake het afvalwater wordt steeds strenger. Voor brouwerijen is het niet meer toegelaten hun afvalwater zomaar te lozen. Waterzuivering is een steeds toenemende kost. Anderzijds is het milieubewustzijn van de consument toegenomen en zullen de brouwerijen zich dan ook willen profileren als milieubewust.
Een voorbeeld hiervan is Inbev. Sinds 1980 zuivert het bedrijf zijn afvalwater in de brouwerij in Leuven vooraleer het in de Dijle wordt geloosd. De aërobe waterzuivering die werd gebruikt is uitgebreid met een anaërobe voorzuivering. De aërobe waterzuivering verbruikt echter veel energie en het restafval van de waterzuivering is slib, dat gestort moet worden ofwel als mest gebruikt wordt. Wanneer men kiest voor een anaërobe voorzuivering wordt methaangas geproduceerd. Dit wordt verbrand en produceert zo energie (groene stroom) die gebruikt voor de waterzuivering. Voor Inbev Leuven zal hierdoor het energieverbruik van de waterzuivering met vier miljoen kilowattuur dalen en het slibafval zal met 8000 tot per jaar dalen. Het is niet geweten of deze nieuwe manier van waterzuivering goedkoper is, maar het is zeker goed voor het imago van de brouwerij. [67]

 

5.2.3.2. Hygiëne

Bier is voeding en is hierdoor onderheven aan de wetgeving inzake voeding. België heeft echter een aantal brouwers die bier brouwen, en waarbij het in principe van belang is “onhygiënisch” te brouwen, omdat de traditie het wil, namelijk de lambic/geuze brouwers in de Brussels regio. In de wet staat zelfs dat men slechts van lambic kan spreken, wanneer het bier tijdens het koelen, de micro-organismen van de Brussels buitenlucht opneemt. Het gaat hier onder andere over azijn- en melkzuurbacteriën, die op een ongecontroleerde manier in het bier moeten terecht komen. In werkelijkheid wordt het bier vooral besmet met bacteriën uit de vaten en de lucht in de brouwerij zelf.
Maar dit is tegen de zin van het federale voedselagentschap. Midden februari 2005 heeft het agentschap een bezoek gebracht aan Cantillon, de laatste ambachtelijke geuzebrouwer. [68] De brouwerij moet nu zijn muren herstellen en de filterinstallatie vervangen. Hopelijk wordt de kwaliteit niet aangetast, want Cantillon is erkend als een gezond bier, het is een deel van het Belgisch patrimonium en voert uit naar 13 landen. [68]

 

5.2.3.3. HACCP

Op 1 januari van dit jaar werd die nieuwe regelgeving rond voedselveiligheid, zowel op Europees als op Belgisch vlak van kracht. [66] 2 belangrijke punten in deze wetgeving zijn de traceerbaarheid en de autocontrole. De autocontrole in de voedingsector is uitgewerkt onder de vorm van HACCP (Hazard Analysis of Critical Control Points).

 

5.2.3.4. Traceerbaarheid

Omdat de wetgeving dit jaar van kracht ging worden, hebben de unie van Belgische brouwers vorig jaar beroep gedaan op een adviesbureau. Zij waren gespecialiseerd in het in kaart brengen en implementeren van de traceerbaarheid in productiebedrijven en hanteerden hun zelf ontwikkelde methodologie voor het opstellen van de traceerbaarheidgids. [66] Deze gids moet de brouwerijen helpen in het traceerbaarheidvraagstuk.

 

5.2.4. De Belgische brouwerijproducten

 

Bier wordt in de Belgische wetgeving omschreven als de drank verkregen na alcoholische gisting van een wort hoofdzakelijk bereid uit zetmeel- en suikerhoudende grondstoffen, waarvan tenminste 60% gerst- of tarwemout, alsmede hop, eventueel in verwerkte vorm en brouwwater. [69]

 

5.2.4.1. Pilsbier

Het pilsbier ontstond halfweg 19e eeuw in de Tsjechische stad Pilzen. Pils is een blond bier van lage gisting met een alcoholpercentage dat schommelt tussen 4,5 en 5,2 %. [69] Pils is het exportproduct van de Belgische brouwerijsector, maar wordt ook het meest geconsumeerd in België. (Tabel

4-5)

 

5.2.4.2. Lambiek, geuze, kriek en framboise

De geuze-lambiek is een typisch Brussels bier. Het gaat om brouwsels van spontane gisting, zonder toevoeging van gist. De bieren van spontane gisting komen voort van graanwort (bij wet verplicht om 30% tarwe [69] te gebruiken) dat bij open koeling spontaan een microflora van verschillende gisten en bacteriën opneemt en daardoor een niet begeleide of spontane gisting ondergaat. [70]

 

Figuur 5‑2: Spontane gisting van Cantillon [71]

 

Het “slijm” wordt van het wort gescheiden en ondergaat een andere behandeling dan de rest van de wort. Bij de productie van lambiek worden overjaarse (meer dan een jaar oud) hopbellen gebruikt. Door verschillende lambieks te mengen krijgt men geuze. Door vruchten (kersen, frambozen, perziken of zwarte bessen) in het geuzebier te laten weken, krijgt men fruitbieren waarvan de kriek de meest bekende is. Dit zijn ambachtelijke bieren. Grote brouwerijen maken echter een standaard bier met gist uit een reincultuur. Later laten ze dit bier microbiologisch verzuren. Daarna versnijden ze dit bier met een lambiek en krijgen ze een industrieel geuzebier. De bekenste geuzebrouwers in ons land zijn de volgende: Boon, Cantillon, Lindemans, Timmermans, Mort Subite, Liefmans, Jacobins, Hanssens, De Troch, Belle Vue, De Cam, Drie fonteinen, Girardin. [72]

 

5.2.4.3. Witbier

In 1966 was het Pierre Celis die op vraag van de omwonenden besloot om een typisch Hoegaards tarwebier te gaan brouwen en dit 10 jaar na de sluiting van de laatste dorpsbrouwerij. [69] Het bier werd razend populair en het is een typisch Belgisch uitvoerproduct geworden.

Figuur 5‑3: Blikje van Hoegaarden [49]

 

“Onder witte bieren verstaan we tegenwoordig de tarwebieren. Het zijn doorgaans bieren van hoge gisting, geproduceerd uit wort van gerstemout en al of niet gemoute tarwe. De hoeveelheid gebruikte tarwe kan wel tot 45% van de storting gaan.” [70] Tijdens het koken worden koreander en sinaasappelschillen aan het wort toegevoegd. [69]

 

5.2.4.4. Amberbieren of Speciale Belge

Het bekendste Belgische amberbier is ongetwijfeld Palm. Amberbier werd na de 1ste wereldoorlog gelanceerd als ‘overwinningsbier in Engelse stijl’. Dit is een hoge gistingsbier. Men maakt hiervoor gebruik van kleur- of caramelmouten. Het alcoholpercentage ligt tussen 6 en 12%. [69]

Figuur 5‑4: Palm [20]

 

5.2.4.5. Belgische abdijbieren

De abdijbieren zijn typisch Belgisch. Ze zijn talrijk en uiterst gevarieerd. Zo hebben verschillende Belgische abdijen en kloosters (benedictijnen, cisterciënzers, norbertijnen [69]) overeenkomsten gesloten met brouwerijen om hun naam in licentie te gebruiken voor het brouwen en commercialiseren van een bier. [14] De geestelijken hebben ook verkregen dat bij de communicatie over deze bieren geen kerkelijke tekens of thema’s worden gebruikte. De meeste grote Belgische brouwerijen bieden abdijbieren aan. Om de wildgroei in het segment van de abdijbieren tegen te gaan, rijpte bij de Unie van Belgische brouwers het idee om die bieren met een logo te profileren. Het woord ‘abdijbier’ is een generieke term en kon bijgevolg niet als dusdanig bescherm worden. De Unie van Belgische brouwers (toen nog de confederatie der brouwerijen van België) heeft toen met het abdijbierlogo ‘Erkend Belgisch Abdijbier’ [69] [14] een legitimatie van de abdijbieren ingevoerd. Er werden regels opgesteld waaraan abdijbieren die na 12 augustus 1999 op de markt gebracht werden, moeten aan voldoen.

 

5.2.4.6. Belgische speciaalbieren

Elke brouwerij heeft wel zijn eigen speciaalbier. Er is echter geen vast kenmerk voor deze groep van bieren. Meestal zijn het bieren van hoge gisting en hebben meestal ook een hoog alcoholgehalte. [69] Typisch voor deze bieren is dat er kruiden zoals anijs, gember of mosterdzaad in verwerkt zijn ofwel honing.

 

5.2.4.7. Frisdranken

Bij de fabricatie van frisdranken is enkel een menginstallatie en een bottelarij nodig. Daarbovenop is de distributie van frisdranken gelijklopend met deze van bier. Daarom hebben de meeste brouwerijen er voor gekozen ook frisdranken te produceren.

 

5.2.4.8. Alcoholpops op basis van bier

Dit is de reactie van de brouwerijsector op het succes van Bacardi Breezer, Smirnoff ice en dergelijke. Alcoholpops zijn vooral populair bij jongeren. Het probleem bij alcoholpops is dat het eigenlijk limonade is, aangelengd met alcohol. De drempel is hierdoor voor jongeren veel lager om alcohol te drinken. Boomerang is het bekendste alternatief en is een product van Inbev. Boomerang is een uiterst verfrissende moutdrank op basis van water, mout, hop en aroma’s. De alcohol wordt zoals bij bier bekomen door natuurlijke vergisting. [49]

 

Figuur 5‑5: Boomerang [49]

 

 

5.2.5. Brouwerijverenigingen

 

5.2.5.1. Artisanal Belgian Family Brewers of Flanders

Dit is een samenwerking tussen 8 familiale brouwerijen. De groep kwam tot stand in samenwerking met export Vlaanderen. Deze organisatie heeft als doel de 8 brouwerijen internationaal te promoten, deel te nemen aan buitenlandse handelsbeurzen en contacten te onderhouden met importeurs. “De Artisanal Belgium Family Brewers streven er naar om de echte Belgische biercultuur en het vakmanschap van de kleine private brouwerijen, die hun hart en ziel stoppen in het produceren van deze virtuoze en wereldwijd geprezen bieren, te verspreiden.”

 

Figuur 5‑6: Logo AFB [73]

 

De volgende acht brouwerijen maken deel uit van de groep: [73]

· Brouwerij van Eecke

· Brouwerij Strubbe

· De “Proef”brouwerij

· Brouwerij De Block

· Brouwerij De Landtsheer

· Brouwerij Troch

· Brouwerij Verhaeghe

· Brouwerij Sterkens

 

5.2.5.2. Trappisten

De naam trappist verwijst naar de abdij La Trappe, gelegen nabij het dorp Soligny/Orne in Frankrijk. De abdij is gebouwd in 1140 door een groep benedictijnen. [15]

 

Figuur 5‑7: Logo Trappisten [74]

 

Later sluit La Trappe zich aan bij de cisterciënzers. Na de strenge hervormingen van abt Rancé spreekt men in de volksmond over de trappisten. De kloosters krijgen doorheen hun bestaan steeds strengere regels, waarbij het enkel toegelaten is water te drinken. Na de Franse revolutie bleef er niet veel meer over van de Trappisten. [69] Maar enkele van de monniken waren naar Zwitserland gevlucht. [15] Nadat de toestand in Europa gestabiliseerd was, keerden ze terug naar onze streken en stampten hun kloosters weer uit de grond. In 1836 werden de regels deels opgegeven en wordt de ‘queeste’ water-bier beslecht. Dit is het begin van het brouwerstijdperk van de Trappisten. België telt 12 trappistenkloosters [15], 6 voor mannen (Chimay, Achel, Orval, Rochefort, Westmalle en Westvleteren [69]) en 6 voor vrouwen (Bocholt, Brecht, Chimay, Clairfontaine, Soleilmont en Tillf). In Nederland telt de orde zes kloosters: 5 voor mannen en 1 voor vrouwen. Verder zijn er zestien trappistenkloosters in Frankrijk, twaalf in de USA, zeven in Spanje, vijf in Ierland en Canada en drie in Engeland. In 1932 liet Westmalle het merk Trappistenbier deponeren. Maar al snel waren er misbruiken want vele brouwerijen gebruikten de naam trappist. Na een reeks processen werd de naam gezuiverd en werd een logo ingevoerd waaraan men een trappistenbier kon herkennen.
Een kenmerk van trappisten is het brouwen zonder winstoogmerk. Ze brouwen om te kunnen voldoen in hun dagelijkse behoeften, en de overige winst wordt geschonken aan het goede doel.
De enige zes abdijen die het trappistenlabel op hun bieren mogen aanbrengen zijn de zes mannenabdijen in België. Vroeger was daar ook het Nederlandse Koningshoeven bij, maar die speelde haar logo kwijt als het gevolg van de verkoop van de brouwerij aan Bavaria. [15]
Omdat er nog heel wat trappistenabdijen zijn die nog geen brouwerij hebben, is het niet uitgesloten dat er in de toekomst nog een aantal trappistenbrouwerijen bijkomen, maar voorlopig is die eer enkel weggelegd voor de Belgische trappisten.

 

5.2.5.3. Unie van Belgische brouwers [75]

Vroeger was dit de confederatie der brouwerijen van België. (CBB) De vereniging is gevestigd in het “brouwershuis” op de Grote Markt in Brussel.

 

Figuur 5‑8: Logo van de Belgische brouwers [75]

 

“De unie van de Belgische brouwers is één van de oudste beroepsverenigingen in de wereld en groepeert alle brouwerijen van het land. Haar belangrijkste taak bestaat in de verdediging van de algemene belangen van de brouwerijsector en dit op economisch, sociaal en moreel vlak. De unie treedt op als officiële woordvoerder van de brouwerijen bij de regionale, nationale, Europese en internationale overheden. Haar actie betreft alle materies die belangrijk zijn voor de brouwerijnijverheid. Zij is vooral toegespitst op de economische, sociale, fiscale en juridische vraagstukken en promotieactiviteiten voor het bier.”

 

5.2.5.4. Brewers of Europe [76]

“De Brewers of Europe, gesticht in 1958 en gevestigd in Brussel, is de stem van de Europese brouwerijsector naar de Europese instellingen en internationale organisaties toe. De huidige leden zijn de nationale brouwerijverenigingen van 21 landen.
De taak van de organisatie is om de rechten van de Europese brouwerijsector te verdedigen wat betreft competitiviteit en innovatie terwijl het zijn verantwoordelijkheid in sleutelgebieden als omgeving, voedselveiligheid, verontreiniging, gezondheid en commerciële communicaties promoot.”

 

 

5.3. Consument

 

5.3.1. Consumptie

 

Bierconsumptie naargelang het biertype

 

1998

1999

2000

2001

2002

2003

Abdij

489.507

518.185

535.416

573.955

591.868

*

Alcoholvrij bier

97.532

95.616

88.742

85.561

80.138

*

Amber

637.316

591.279

512.559

457.867

418.005

*

Britse

159.745

152.914

147.004

138.792

131.044

*

Geuze/fruit

216.031

221.947

214.070

215.407

207.897

242.187

Luxe pils

213.518

209.658

177.331

173.598

170.704

*

Pils

6.796.264

6.973.966

7.005.828

7.027.169

7.014.178

7.044.252

Regionaal

78.193

84.161

79.924

79.266

79.450

81.646

Tafelbier

280.869

293.073

267.265

244.223

227.609

*

Trappist

216.649

221.072

219.325

219.879

224.222

226.114

Witbier

565.798

564.541

541.678

488.313

461.745

*

Zuur

69.807

76.750

68.498

68.887

65.542

*

Zwaar blond

189.758

203.092

206.761

213.447

228.995

*

Totale consumptie

10.010.987

10.206.254

10.064.401

9.986.364

9.901.397

9.935.211

Tabel 5‑5: Bierconsumptie naargelang het biertype [21]

 

De laatste jaren is de bierconsumptie gestabiliseerd op een consumptie van 96 liter per inwoner. (Tabel 1-1) Pils blijft het bier dat de Belgen het meest drinken: 71% van alle bier dat gedronken wordt in België is pils. Daarnaast drinkt de Belg ook graag witbier, amberbier en abdijbier, respectievelijk 4,7%, 4,2% en 6,0% in 2002. (Tabel 4-5) Geuze en fruitbieren, luxepils, tafelbier, trappist en zwaar blonde bieren hebben een marktaandeel van ongeveer 2%.
Alcoholvrij bier was een bier dat begin de jaren negentig in was, maar deze trend is nu sterk dalend. Begin de jaren ’90 had het nog een marktaandeel van 5%, maar dit is terug gevallen tot amper 0.8% in 2002. (Tabel 4-5)

 

5.3.2. Distributie

 

De distributie gebeurt vooral via grootwarenhuizen en de horeca.

De brouwers hebben ook een nieuw verkoopskanaal ontdekt om hun producten op de markt te brengen. Ze hebben namelijk de grijze markt, waarmee men vooral de benzinestations en foodservice bij bakkers en slagers bedoelt en vending, dit is de verkoop via automaten, ontdekt. De grijze markt is exponentieel stijgend. De foodservice bij petrolshops past perfect in onze lifestyle van vandaag. Een 24u-economie, de snelle hap, het moment van de consument-on-the-move. Op jaarbasis noteren we een omzetstijging van 10 tot 15%. Petrolshops ontvangen klanten die snel en impulsief kopen. Daarom kan je stellen dat deze winkels voor veel producenten een soort van testcase worden in merchandising van nieuwe producten. [77]

 

5.3.3. Verpakking

 

Vroeger was bier bijna uitsluitend te verkrijgen in fles. Dit was meestal een donkerbruine fles, omdat dit soort glas het schadelijk UV licht tegen houdt dat bier een onaangename smaak doet krijgen. Inmiddels is er door toedoen van de Gentse professor De Keukeleire een helder glas ontwikkeld die de schadelijke stralen tegen houdt.

 

Figuur 5‑9: Perfect Draft van Inbev[68]

 

 

Bier is de dag van vandaag ook verkrijgbaar in blik, petfles en in vaten voor een minitap. Voor de horeca wordt gebruik gemaakt van vaten van 30 of 50l.

 

5.3.4. Cultuur en recreatie

 

De dag van vandaag is het mogelijk een bezoek te brengen aan de meeste brouwerijen.
Meestal is dit een rondleiding in de brouwerij, gevolgd door een degustatie in het brouwerijcafé. Veel brouwerijen doen er ook veel aan om het ambachtelijke karakter van de sector te behouden. Voorbeeld hiervan zijn de brouwketels. Vroeger werd gebruik gemaakt van koperen ketels. Koper is al lang achterhaald, en men gebruikt nu inox. Toch hebben de meeste brouwers het bovenste koperen gedeelte van de ketel en de koperen leidingen en kranen behouden. Maar onder het deksel bevindt zich een inoxen ketel, en een geautomatiseerd systeem van leidingen, pompen en kleppen. Het koperen gedeelte is versiering geworden.
 

Er zijn ook een aantal brouwerijmusea opgericht. [69]

· CBB-brouwerijmuseum

· Brugs Mouterij-Brouwerijmuseum

· De Snoek in Alveringem

· Brussels Museum van de Geuze

· Bochoiter Brouwerijmuseum

· Musée Européen de la Bière

De grote brouwerijgroepen zijn ook de grote sponsors van allerlei jongerenevenementen.

 

5.3.5. Consumentenverenigingen

 

5.3.5.1. Zythos

Zythos is een confederatie van de verschillende clubs die met bier begaan zijn. Deze clubs zijn verspreid over heel het land. De vereniging heeft als doel het bewaren en bevorderen van de Belgische biercultuur in de meest ruime zin:

· Projecten organiseren en stimuleren die de Belgische bieren en hun smaken promoten

· Onregelmatigheden ten overstaan van de consument aanklagen

· Streven naar erkenning van Belgisch bier als onderdeel van onze cultuur, brouwerijtraditie, levensstijl en gastronomie. [80]

 

 

6. De overheid

 

6.1. Accijnzen

 

Ook de staat profiteert mee van het succes van de Belgische brouwers. In 2003 betaalde de brouwerijsector 208 miljoen euro aan accijnzen. Dit bedrag is goed voor 26% van de totale accijnsopbrengsten van de staat. [21]

 

 

7. Maatschappelijke organisaties en overheidsorganisaties

 

7.1. Arnoldus groep

 

De Arnoldus groep werd in 1992 opgericht en gefinancierd door de Belgische brouwers en heeft als doel: [81] [82]

De Arnoldus ligt onder meer mee aan de basis van de BOB-campagne.

 

7.1.1. Belgische Dienst voor de Serveerkunst van bier (BSB)

 

“De Belgische Dienst voor de Serveerkunst van het Bier” streeft ernaar het cafémanagement naar een hoger niveau te tillen. Daartoe organiseert de BSB verschillende opleidingen die de vakbekwaamheid en het beroepsinzicht van caféhouders op alle vlakken moeten vergroten. Eén van de opleidingen gaat over het schenken van bier.” [83]

 

 

8. Besluit

 

De geschiedenis leert ons dat de ontwikkeling van bier vooral gebeurd is in onze contreien. Dit heeft alles te maken met het ideale klimaat voor gerst en hop, de wetgeving die de sector beschermde en de micro-organismen uit onze buitenlucht. Het gevolg was dat eind 19e eeuw ieder dorp zijn brouwerij had. Na de 2e WO is de sector in hoog tempo geconsolideerd, met als gevolg dat er nu iets meer dan 100 brouwerijen overgebleven zijn, waarvan enkele nu wereldspelers geworden zijn.

Inbev is de grootste ter wereld, wat ideaal is voor het imago van de Belgische brouwerijsector. Naast Inbev vinden we nog 3 andere van de top 5 brouwerijen in de wereld terug in het noorden van Europa. Hierdoor kunnen we stellen dat onze regio het centrum is van de brouwerijsector. Er zijn ook veel leveranciers die zich daarom in ons land gevestigd hebben.

Zowel grote als kleine brouwerijen storten zich op de export, zodat de totale export enorm gestegen is en nog steeds aan het stijgen is.

Er wordt enorm geïnvesteerd in de sector waaruit we kunnen concluderen dat er goede groeiperspectieven zijn. De consolidatie genereert schaaleffecten. De gevolgen van de schaaleffecten zijn dat er brouwerijen worden gesloten, er een daling is van de werkgelegenheid in de sector en er een stijgende omzet wordt gerealiseerd.

Er zijn ook een aantal evoluties aan de gang in de brouwerijsector. Er is de consolidatiegolf, er zijn een aantal nieuwe technologieën ontwikkeld en ook de voorkeuren van de consument evolueren.

De consumptie is de laatste tien jaar sterk gedaald, maar de laatste 2 jaar is er een stagnatie op te merken. Het dieptepunt is nu wel bereikt.

Ik denk dat de brouwerijsector een gezonde sector is. Door de consolidatie zijn er heel wat herstructureringen geweest, die pas nu een effect hebben. Door de consolidatie hebben de Belgische brouwerijen een groot aantal nieuwe afzetmarkten verkregen. Ik denk dat de sector nu voor de uitdaging staat om te blijven groeien, maar nu vooral intern door hun marktaandeel te vergroten en niet meer door overnames.

 

 

Bronnen

 

[1] Bier is van alle tijden, brouwersblad, juli 2000, jaargang 107, p 4-5

[2] <http://www.brouw-bier.nl/theorie/geschied.htm>, 6-5-2005

[3] Kunze W., 1999, Technology Brewing and Malting, tweede editie, VLB Berlin, p19

[4] <http://i-cias.com/e.o/hammurabi_code.htm>, 6-5-2005

[5] <http://www.beer2005.be/langue/nl/biere/geschiedenis.htm>, 6-5-2005

[6] <http://www.bierengezondheid.be/index_nl.jsp?Page=Dos11&
Doc=geschiedenis
>, 6-5-2005

[7] <http://www.ecomuseum.dk/english/oem/the_brewers_garden.htm>, 6-5-2005

[8] <http://www.palm.be/benl/informatief/6bier/bieren/palm.php>, 6-5-2005

[9] <http://www.potjebier.nl/bier_geschiedenis.asp>, 6-5-2005

[10] <http://www.bierebel.com/nl/index.php?page=paysdelabiere>, 6-5-2005

[11] <http://hab.brouwen.nl/index.html>, 6-5-2005

[12] Willaert R. en Van Landschoot A, 2003, Brouwerijtechnologie Theorie, cursus Hogeschool Gent, departement industriële wetenschappen, p 2-3

[13] <http://bier.bierguru.de/reinheitsgebot.html>, 6-5-2005

[14] Van den Steen J., 2004, Abdijbier: Geestelijk erfgoed, Davidfonds, Leuven,
p 11

[15] Van den Steen J., 2003, Trappist, het bier en de monniken, Davidsfonds, Leuven, p 8

[16] Van Hecke L., 2003, De geschiedenis van brouwerij Maes afgeschuimd, Scriptie aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte , Universiteit Gent.

[17] Kunze W., 1999, Technology Brewing and Malting, tweede editie, VLB Berlin, p 20

[18] <http://www.ciencia-hoy.retina.ar/ln/hoy59/pasteur.htm>, 6-5-2005

[19] Van Lierde G., 2003, De geschiedenis van het bier, De basiscursus bier, Unie van Belgische brouwers, online beschikbaar op < http://www.beerparadise.be>, 6-5-05, p 9-16

[20] <www.palmbreweries.com>, 6-5-2005

[21] Vansevenant A. en Buelens M., 2004, Schijn bedriegt?, brouwersblad juni 2004, jaargang 111, p 6-19

[22] EBC, <http://www.ebc-nl.com>, 6-5-2005

[23] Euronext, <http://www.euronext.com>, 6-5-2005

[24] Dendooven P., Interbrew wordt Inbev na grootste Belgische fusie, De Standaard, 28-8-2004

[25] Willaert R. en Van Landschoot A, 2003, Brouwerijtechnologie Theorie, cursus Hogeschool Gent, departement industriële wetenschappen, p 141

[26] Willaert R. en Van Landschoot A, 2003, Brouwerijtechnologie Theorie, cursus Hogeschool Gent, departement industriële wetenschappen, p 20

[27] Avonds L. en Van den Cruyce B., 2003, Working Paper 20-03: Een economische analyse van de productie en dirstributie van alcoholische dranken, Federaal Planbureau

[28] Geleverde waarde en geleverde hoeveelheden van de verwerkende nijverheid, FOD economie, online beschikbaar op http://statbel.fgov.be/figures/d63_nl.asp#2, 6-5-05

[29] Vansevenant A., 2004, Sectoranalyse van het federaal planbureau, brouwersblad juni 2004, p 31-33

[30] Verslag over de werkgelegenheid in 2003, Centrale raad voor het bedrijfsleven, Bijzondere raadgevende commisie voeding, Brussel, 25-2-04

[31] Verslag over de economische ontwikkeling van de voedingssector in 2003 en de eerste helft van 2004, Centrale raad voor het bedrijfsleven, Bijzondere raadgevende commissie voeding, 1 juli 2004

[32] Ontstaansgeschiedenis van interbrew, <http://www.cs.kuleuven.ac.be/cwis/education/
multimedia/97-98/bier/frames/frames_Interbrew_gesch.htm>, 6-5-05

[33] Geschiedenis van de Brouwerijen Wielemans-Ceuppens, <http://www.wielemans-ceuppens.be/production/
wiels03_batiment_historique.php
>, 6-5-05

[34] Van Labatt tot Ambev, De Standaard, 4-3-2004

[35] Jaarverslag 2000, Interbrew, Leuven, p 9

[36] Jaarverslag 2001, Interbrew, Leuven, p 9

[37] Interbrew verwerft Duitse en Bosnische brouwerij, De Standaard, 27-7-2001

[38] Acquisitie Brauergilde Hannover door Interbrew afgesloten, De Standaard,
31-12-2002

[39] Jaarverslag 2002, Interbrew, Leuven, p 6

[40] Interbrew koopt Terclavers, De Standaard, 27-3-03

[41] Jaarverslag 2003, Interbrew, Leuven, p 3

[42] Dendooven P., Overname Spaten maakt Interbrew Duitse nummer één, De Standaard, 19-9-2003

[43] Interbrew verwerft controle Apatin en doet bod op resterende aandelen, De Standaard, 3-10-2003

[44] Interbrew derde grootste brouwer in China na contract met Lion Group, De Standaard,16-1-2004

[45] Dendooven P., Interbrew en Femsa scheiden, De Standaard, 25-5-2004

[46] Jaarverslag 2004, Inbev, Leuven

[47] Interbrew versterkt marktpositie in China, De Standaard, 26-6-2004

[48] Interbrew lanceert uitkoopbod op Sun Interbrew, De Standaard, 21-1-05

[49] <http://www.interbrew.be>, 6-5-2005

[50] Historiek van Palm, Rodenbach, Boon, Gouden Boom op <www.palmbreweries.com>, 6-5-05

[51] Palm koopt Brugse Tripel, De Standaard, 17-11-2001

[52] Evolutie en dynamiek van Maes op
<http://www.alken-maes.be/CORPORATE/NL/dynamiek.html>, 6-5-2005

[53] Masschelein W., Dendooven P.,2000, Kronenbourg en Alken Maes in Britsen handen, De Standaard, 21-3-2000.

[54] Mampaey S., 2004, België, het bierland bij uitstek, brouwersblad juni 2004, jaargang 111, p 5

[55] Trends Top 100.000, Trends, 2004, Cd-Rom bij Trends top 30.000

[56] Belgian Beer Technology Team, <http://www.bbtt.be>, 6-5-05

[57] Clusterinteraction, < http://www.eti-hainaut.be/clusterinteraction/Nl/gn.php>,
6-5-05

[58] Jaarverslag 2004, Heineken, Amsterdam

[59] < http://www.coors.com/investors/NY_investor_day.pdf>, 6-5-05

[60] Jaarverslag 2004, SABMiller, Londen

[61] Jaarverslag 2004, Carlsberg, Kopenhagen

[62] Jaarverslag 2004, Scottish & Newcastle, Edinburgh

[63] Vanneste F., 2004, Selecteren van een enzymmengsel voor de reiniging van een regenereerbare filterhulp, thesis INWE, Hogeschool Gent.

[64] De evolutie van de brouwtechnologie, brouwersblad juli 2000, jaargang 107 p 9

[65] <http://www.meura.be>, 6-5-2005

[66] Devoldere M., 2004, Belgisch Bier – Veiligheid, het verborgen ingrediënt, brouwersblad juni 2004, p 22

[67] Inbev haalt energie uit afvalwater, De Standaard, 23-2-05

[68] Europese normen nefast voor geuzebrouwer, De Standaard, 23-2-05

[69] Van Lierde G., 2003, De bierstijlen, De basiscursus bier, Unie van Belgische brouwers, online beschikbaar op < http://www.beerparadise.be>, 6-5-05,
p 49-64

[70] Willaert R. en Van Landschoot A, 2003, Brouwerijtechnologie Theorie, cursus Hogeschool Gent, departement industriële wetenschappen, p 432-437

[71] <http://www.cantillon.be>, 6-5-2005

[72] Geuze, <http://www.oudespeye.be/geuze.htm> 6-5-05

[73] <http://www.flemishbrewers.be>, 6-5-05

[74] <http://www.trappistwestmalle.be>, 6-5-2005

[75] Unie van Belgische brouwers, <http://www.beerparadise.be>, 6-5-05

[76] Brewers of Europe, <http://www.brewersofeurope.org>, 6-5-05

[77] Vansevenant A., 2004, De grijze markt groeit, brouwersblad, juni 2004, jaargang 111, p 20-21

[78] <http://www.probila.be/infoflashDetail.asp?id=1270>, 6-5-2005

[79] Brouwerijmusea: tips voor een verfrissende uitstap, brouwersblad, juli 2000, jaargang 107

[80] Zythos, <http://www.zythos.be>, 6-5-05

[81] Arnoldusgroep, <http://www.arnoldus.be>, 6-5-05

[82] Bier in de samenleving, brouwersblad, juli 2000, jaargang 107

[83] Bier schenken, zo hoort het, brouwersblad, juli 2000, jaargang 107

[84] Chiffre d’affaires et investissements de l’industrie alimentaire par sous-secteurs, Centrale raad voor het bedrijfsleven, Bijzonder raadgevende commisie voeding, 6 april 2005

 

home lijst scripties inhoud