De Gentse brandweer 1809-1950. Van gewapend pompier tot brandweerman in burger. (Malik Weyns) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
VOORWOORD
Een wetenschappelijke studie als deze is zelden het werk van één persoon alleen, ook al prijkt er uiteindelijk slechts één auteursnaam onder. In de eerste plaats bouwt men verder op studies van anderen die eerder al hetzelfde pad bewandelden en stimulerende inzichten verschaften. Verder krijgt men tijdens het onderzoekswerk voortdurend raadgevingen en hulp van mensen die men links en rechts langs het pad tegenkomt. Ik kan hen hier onmogelijk allemaal vermelden maar wil toch een selectie maken van de mensen aan wie ik het meest schatplichtig ben:
Vooreerst wil ik mijn waardering uitdrukken voor het geduld en de welwillendheid waarmee prof. Luc François mijn thesiswerk heeft begeleid, en voor zijn talrijke tips en bemerkingen die ervoor zorgden dat ik nooit het noorden verloor. Mijn beide commissarissen, prof. Herman Balthazar en prof. Marc Boone, wil ik danken voor de interesse die zij betoonden voor het onderwerp.
Bij de brandweer ben ik dank verschuldigd aan heel wat mensen: de grootste steun kreeg ik van kpl. Mario Polfliet die mij vlot het brandweerarchief liet raadplegen en ook heel wat uitleg gaf over de werking van het brandweerkorps. Ik ben ook blij dat lt.kol. X.Burvenich dit alles mogelijk maakte.
Mijn erkentelijkheid gaat verder uit naar alle respondenten die mij een beter beeld en helder inzicht verschaften in het brandweerwezen: dit geldt zeker voor lt.-bev. Paul De Hantsetters (Assenede) die o.m. mijn eerste lijst met onderzoeksvragen heeft willen becommentariëren, maar ook adj. Alfons Notte, adj. Frankie De Smet, Roger Rombaut en kp.-cdt. Gilbert Biebuyck hebben mij met hun relaas goed geholpen. Daarbij mag ik echter ook niet de vele brandweerlui vergeten die mij te woord hebben gestaan, zonder dat dit in een interview op band resulteerde; ik denk daarbij aan lt.-bev. Joseph Inghelram (Maldegem) en kpl. Johan Van Damme (Eeklo).
Voor wat het militaire aspect betreft wil ik graag mijn dankbaarheid uitdrukken voor cdt. Dirk Stevens (v/h Provincie & Plaatscommando te Brugge) voor de bereidwillige medewerking die hij verleende bij het verzamelen van het nodige studiemateriaal m.b.t. het leger.
Dan zijn er nog de vele mensen in de diverse archieven en bibliotheken die mij zeer vriendelijk hebben ontvangen en geen moeite hebben gespaard om mij te helpen bij het terugvinden van bepaalde boeken of documenten. Ik ken hun namen niet maar wil hen hier toch graag gedenken: de mensen van het Stadsarchief, van de tijdschriftenzaal van de Universiteitsbibliotheek, van het Documentatiecentrum van het Koninklijk Museum van het Leger en van Krijgsgeschiedenis, van de bibliotheek van het TSAF/TWER (KUL), en nog zovele andere.
Tot slot wil ik ook nog m'n ouders, broers en vrienden een warm hart toedragen, de eersten voor het nalezen van m'n studie en hun talrijke raadgevingen daarbij, en allen voor de morele steun die zij mij gaven en het creëren van een positieve leefomgeving waarin het goed werken was.
M.W.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |