Het Klooster van Boudelo 1700-1800 (Yves Beaurain)
|
2.5.1.
Achttiende eeuw (Bijlage, Kemzeke,
Kaarten 1+2)
Voor Kemzeke hebben we geen landboek met kaarten. Het archief van Boudelo voorziet ons wel van vier kleine kaartjes uit de zeventiende en de achttiende eeuw[1]. Hoewel ze niet het volledige grondbezit van Boudelo in Kemzeke weergeven, zijn ze toch, zoals straks zal blijken, van grote waarde. Het grootste deel van het grondbezit moeten we echter trachten te achterhalen via de vergelijking van het pachtboek van 1741 met de legger van Popp. De vergelijking wordt weergegeven in onderstaande tabel :
WIJKEN |
PACHTBOEK
1741[2] |
POPP[3] |
VERSCHIL |
||||
|
R |
ha. |
P |
ha. |
P |
ha. |
P |
Den
Brand Akker |
283 |
0,42 |
1 |
? |
? |
? |
? |
Leen
en Meerschen |
1833 |
2,72 |
2 |
2,82 |
9 |
0,10 |
7 |
De
Maet |
4652 |
6,91 |
9 |
7,10 |
21 |
0,19 |
12 |
Stroopers
Polder |
7752 |
11,52 |
6 |
11,83 |
7 |
0,31 |
1 |
St.
Pauwels Bek |
10003 |
14,86 |
21 |
15,32 |
29 |
0,46 |
8 |
Den
Ast |
25206,5 |
37,44 |
60 |
39,55 |
71 |
2,11 |
11 |
TOTAAL |
49729,5 |
73,87 |
99 |
76,62 |
137 |
3,17 |
39 |
ha.
= oppervlakte in hectare
Het grondbezit concentreert zich volgens het pachtboek vooral binnen twee wijken : Den Ast en St. Pauwels Bek. Voor deze twee wijken hebben we heel weinig informatie gevonden omtrent de ligging van de percelen, maar het feit dat het grondbezit grotendeels geconcentreerd ligt binnen twee wijken is positief nieuws : het maakt de kans groter dat we in de legger van Popp op de juiste percelen stuiten. In het geval van St. Pauwels Bek betekent dit dat we de correcte percelen zouden kunnen achterhalen zonder bijkomende informatie (die het pachtboek toch niet geeft trouwens, de omschrijving van de ligging van de percelen beperkt zich enkel tot de naam van de wijk). Het is namelijk een kleine wijk en het klooster bezit er 14,86 hectare. Dat wil zeggen dat een groot stuk van de wijk in handen is van het klooster waardoor de mogelijkheid toeneemt dat de juiste percelen aan elkaar kunnen gelinkt worden. Maar toch kan extra informatie voor een grotere zekerheid zorgen. Omdat het pachtboek die niet geeft, moeten we beroep doen op andere bronnen, zoals bijvoorbeeld een quotenboek van Kemzeke uit 1743. Daarin worden enkele percelen die in de wijk St. Pauwels Bek liggen gesitueerd aan de Kemseke Straet[4]. Deze straat vinden we ook terug op de Popp-kaart, waar ze een van de grenzen van St. Pauwels Bek vormt. Bovendien blijkt uit de omschrijving van de ligging van de percelen in het pachtboek en het quotenboek, dat het grondbezit van Boudelo in een cluster bij elkaar ligt binnen de wijk St. Pauwels Bek. De percelen grenzen m.a.w. allemaal aan elkaar. Vanuit deze informatie kunnen we dan proberen de juiste percelen terug te vinden via de legger van Popp. In verband met de wijk Het Ast stelt zich een probleem. Deze wijk komt namelijk niet voor op de Popp-kaart. De wijk Den Ham daarentegen komt tweemaal voor op de Popp-kaart. We vermoeden dat de grootste van deze twee wijken met de naam Den Ham de te zoeken wijk Den Ast is. Dit om twee redenen. Ten eerste komt de wijk Het Ast ook voor in het quotenboek van 1743 en worden enkele percelen van het klooster gesitueerd aan de Kemseke Straet, net zoals bij St. Pauwels Bek[5]. De straat vormt de grens tussen beide wijken en hieruit kunnen we al afleiden dat er percelen in de grootste Den Ham-wijk liggen. Ten tweede kunnen we uit de beschrijving van de ligging van de percelen in het quotenboek afleiden dat de percelen, net zoals bij St. Pauwels Bek, allemaal bij elkaar liggen. Allemaal in de grootste Den Ham-wijk dus (de oppervlakte grond die de monniken bezitten in Den Ast is trouwens groter dan de kleinste Den Ham-wijk). Ook voor deze wijk kunnen we dus gericht zoeken binnen de wijk Den Ast, zijnde de grootste Den Ham op de Popp-kaart. St. Pauwels Bek en Den Ast zijn vrij eenvoudige wijken om het grondbezit te visualiseren via de vergelijking tussen het pachtboek en de Popp-legger. Dit als gevolg van de grote blokpercelen die we zowel in St. Pauwels Bek als in Den Ast vinden. We kunnen duidelijk zien welke percelen oorspronkelijk bij elkaar hoorden en nadien werden onderverdeeld. We pretenderen niet dat we het grondbezit exact hebben gelokaliseerd – het blijft altijd een interpretatie van onze kant – maar we denken toch in de buurt gekomen te zijn van het oorspronkelijke grondbezit.
Naast de twee voorgaande wijken, zijn er ook nog een aantal andere.
Ten eerste is er Stroopers Polder. Van de vier bewuste kaartjes uit het archief van het klooster, zijn er drie die het grondbezit binnen deze polder als onderwerp hebben. Ze dateren respectievelijk uit 1665, 1788 en 1792. Alleen de twee laatste kaartjes zijn nu van belang. De toestand die deze kaartjes weergeven is gelijk aan elkaar : er zijn evenveel percelen en de oppervlakte is gelijk. We maken eerst een korte vergelijking met het pachtboek van 1741, om te kijken in hoeverre er veranderingen zijn opgetreden. Het is hetzelfde principe dat we ook al toegepast hebben bij (Klein-)Sinaai en Stekene. De vergelijking wordt samengevat in onderstaande tabel :
WIJK |
1741 |
1788 en 1792 |
||
|
R |
P |
R |
P |
Stroopers
Polder |
7752 |
6 |
7752 |
6 |
P
= aantal percelen
De situatie die we uit het pachtboek kunnen afleiden is dezelfde als deze die is weergegeven op de kaartjes. Concreet betekent dit dat we de kaartjes gewoon kunnen overnemen op de Popp-kaart. Hier blijkt nogmaals de grote overeenkomst tussen de achttiende eeuw en de negentiende eeuw als het op de perceelsstructuur aankomt. Er mag dan wel één perceel zijn bijgekomen, de 18de-eeuwse perceelsstructuur is nog duidelijk herkenbaar. Bovendien vinden we ook de Braem Straet terug op zowel de kaartjes, als op de Popp-kaart.
Ten tweede is er de wijk De Maet. Het vierde kaartje dat in het archief van het klooster is bewaard, geeft het grondbezit van Boudelo in deze wijk weer. Dit kaartje dateert uit 1791. Het kaartje is zeer belangrijk, omdat het een stuk grondbezit betreft dat heel moeilijk te identificeren zou zijn op basis van enkel de perceelsoppervlaktes in het pachtboek en in de legger van Popp. Dit heeft niet alleen te maken met het klassieke probleem van samengevoegde en onderverdeelde percelen, maar vooral met het fort dat zich op deze plaats bevindt. Zonder deze kaartjes zou het zeer moeilijk geweest zijn om het grondbezit rond het fort te achterhalen, laat staan om de perceelsstructuur te reconstrueren. Ook hier een korte vergelijking met het pachtboek van 1741 :
WIJK |
1741 |
1791 |
||
|
R |
P |
R |
P |
De
Maet |
4652 |
9 |
4652 |
9 |
P
= aantal percelen
Deze vergelijking maakt duidelijk dat er ook hier geen enkele evolutie is tussen 1741 en 1791. Het kaartje kan dus gewoon worden overgenomen op de 18de-eeuwse reconstructiekaart. Als we de Popp-kaart even bekijken, dan wordt het onmiddellijk duidelijk dat het bijna onmogelijk zou zijn voor dit stukje grondbezit de juiste perceelsstructuur te achterhalen.
Ten derde zijn er de kleinere wijken. Ten eerste is er Leen en Meerschen. Hiervoor hebben we geen kaarten, maar de omschrijving in het pachtboek van de ligging van de twee percelen binnen deze wijk is voldoende om ze te kunnen situeren. Uit het pachtboek kunnen we afleiden dat ze aan de grens van Kemzeke met Stekene liggen en aan de grens met Kauterwijk[6]. Het is eenvoudig om dan in de Popp-legger de desbetreffende percelen te vinden. Ten tweede is er Den Brand Akker. Het perceel in deze wijk hebben we niet kunnen terugvinden. Omdat noch het pachtboek, noch enige andere bron voldoende informatie levert omtrent de ligging van dit perceel, is het onmogelijk het perceel te visualiseren. In de legger van Popp zijn er namelijk verschillende percelen met een gelijkaardige oppervlakte en we weten niet zeker welk perceel het juiste is.
Het klooster van Boudelo was in het bezit van een molen in Kemzeke. De vermoedelijke vestigingsplaats van deze molen is weergegeven op de Popp-kaart.
|
[1] R.A.G., Archief Boudelo, nr. 1246.
[2] R.A.G., Archief Boudelo, nr. 533, ffo 319-332.
[3] U.B.G., B.R.K.Z., Legger
Popp Kemzeke, losse leggers map 10.
[4]
‘…St. Pauwels Beck no
12 pacht vanden prelaet van baudeloo oost de kemseke straete noort den
selven prelaet van baudeloo groot 315 roeden…
aldaer no 14 pacht vanden prelaet van baudeloo oost de kemseke straete noort den selven prelaet van baudeloo groot 405 roeden…’
in : R.A.B., O.G.A. Kemzeke, nr. 81, fo 226 ro.
[5] ‘…Den
Ast no 3 pacht vanden prelaet van baudeloo west de kemseke straet
noort den selven prelaet van baudelo groot 497 roeden…
aldaer no 4 pacht alsvooren suijt ende west de kemseke straet, groot 354 roeden…’
in :
R.A.B., O.G.A. Kemzeke, nr. 81, fo 76 ro.
[6]
‘Kemseke inden wijck Leen ende
meerssche inden soeten hoeck
nr.
79 : 1116 roeden, nr. 80 : 717 roeden
Dese 2 meersschen gheleghen op Kemseke in den Soeten Hoeck suijt den waterloop wesende het ghescheet van de prochie van Stekene noort de meerschstraete met den cauterwijck, dese 2 t’ s(ame)n groot 1833 roeden,…’, in : R.A.G., Archief Boudelo, nr. 533, fo 319.