Boerenkost voor allen? Een onderzoek naar de dagelijkse maaltijd ten plattelande aan de hand van het kookboek van de Boerinnenbond/het KVLV (1927 – 1985) (Kristien Clément)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

HET ONDERZOEK.

 

1. MACRO-ONDERZOEK VAN “ONS KOOKBOEK”.

 

Alvorens over te gaan tot de systematische analyse van een aantal belangrijke categorieën recepten, kan het nuttig zijn even stil te staan bij de globale evolutie van het aantal recepten, alsook bij de evolutie van de indeling van Ons Kookboek.

 

A. EVOLUTIE VAN HET AANTAL RECEPTEN.[155]

 

Over de gehele lijn neemt het aantal recepten van 1927 tot 1985 gestadig toe. Enkel de uitgave van 1959 vormt hierop een uitzondering, want zij telt 38 bereidingen minder dan de vorige uitgave, gedateerd 1957. Verschillende redenen zijn hiervoor aanwijsbaar. Ik noem enkel de voornaamste; Zo is een rationelere indeling van de rubrieken Groenten en Visgerechten goed voor een afname van het aantal recepten met 20 stuks. Soort gelijke bereidingen van verschillende vis- of groentesoorten werden samengevoegd. Het hoofdstuk Inmaak telt 13 recepten minder, wat waarschijnlijk verklaard kan worden door de opname van een nieuw hoofdstuk : Diepvriezen.

Slechts drie maal in de loop van zijn geschiedenis telt een uitgave van Ons Kookboek meer dan honderd bereidingen meer dan  de vorige uitgave. Dit is het geval voor de uitgave van 1939 (+ 150), 1972 (+157) en 1985 (+ 500). Steeds gaat het om een globale toename van vrijwel alle categorieën. Enkel de eierbereidingen kennen een afwijkend verloop.

Voor de uitgave van 1939 constateren we een bijzondere toename binnen de basiscategorieën Vleesgerechten en Groenten. Hieruit zouden we kunnen besluiten dat de Boerinnenbond een nog grotere variatie binnen het dagelijkse menu begon voor te staan.

Voor de uitgaven van 1972 en 1985 speelt de internationalisering van de keuken zeker een rol. Naast de traditionele Vlaamse bereidingen komt nu ook ruimte vrij voor recepten met ingrediënten van uitheemse oorsprong. Daarnaast is de eetcultuur ook een deel van de vrijetijdsbeleving geworden. Allerlei speciale bereidingen zoals barbecue en fondue komen aan bod, alsook een heel gamma gesofisticeerde gerechten voor fijnproevers.  De toename van het aantal recepten sinds de jaren 1970, in het bijzonder binnen categorieën als voor- en tussengerechten, soepen, sausen etc., bevestigt ook de trend die Jobse-van Putten onderkent, om de heersende “eten om te leven” - cultuur langzaam maar zeker in te wisselen voor een cultuur van “als het maar lekker is” [156] .

Opvallend is ook de neergaande lijn voor de recepten betreffende de inmaak en bewaren vanaf de tweede helft van de jaren 1950 tot het begin van de jaren 1970. De opkomst van de diepvriezer zal hier zeker niet vreemd aan geweest zijn. Een eerste artikeltje hierover verschijnt in 1957 [157]. De lichte stijging die zich daarna schijnbaar opnieuw voordoet, valt volledig te verklaren door het feit dat het hoofdstuk Diepvriezen vanaf 1972 samengevoegd is met De Inmaak. In 1985 zijn er zelfs 40 gerechten met diepgevroren voedingsmiddelen onder deze rubriek opgenomen  [158]

 

EVOLUTIE VAN HET AANTAL RECEPTEN.

 

 

AANTAL RECEPTEN

 

 

1927

 

1928

 

1936

 

1937

 

1939

 

1941

 

1950

 

1953

 

1957

 

1959

 

1963

 

1964

 

1972

 

1985

 

TOTAAL

 

 

391

 

404

 

485

 

485

 

635

 

662

 

681

 

681

 

708

 

670

 

709

 

749

 

906

 

1406

INMAAK EN

BEWAREN

 

76

 

80

 

98

 

98

 

119

 

129

 

133

 

133

 

122

 

109

 

100

 

50

 

61

 

92

 

ANDERE

 

315

 

324

 

387

 

387

 

516

 

533

 

548

 

548

 

586

 

561

 

609

 

699

 

845

 

1314

 

SOEPEN

 

16

 

16

 

20

 

20

 

28

 

28

 

30

 

30

 

32

 

30

 

30

 

55

 

65

 

118

VOOR- EN

TUSSENGERECHTEN

 

29

 

31

 

43

 

43

 

48

 

48

 

54

 

54

 

57

 

60

 

73

 

76

 

95

 

125

 

VLEESGERECHTEN

 

55

 

57

 

67

 

67

 

85

 

93

 

95

 

95

 

101

 

101

 

107

 

112

 

156

 

206

 

VISGERECHTEN

 

17

 

17

 

18

 

18

 

28

 

32

 

32

 

32

 

46

 

41

 

46

 

41

 

63

 

104

 

EIERBEREIDINGEN

 

19

 

19

 

20

 

20

 

23

 

23

 

24

 

24

 

24

 

19

 

21

 

21

 

25

 

23

 

SAUSEN

 

26

 

26

 

29

 

29

 

36

 

36

 

38

 

38

 

38

 

38

 

38

 

40

 

59

 

98

 

GROENTEN

 

43

 

43

 

48

 

48

 

79

 

80

 

80

 

80

 

81

 

66

 

74

 

56

 

87

 

130

AARDAPPEL-

BEREIDINGEN

 

12

 

12

 

14

 

14

 

19

 

19

 

22

 

22

 

23

 

20

 

25

 

33

 

32

 

49

 

MELKGERECHTEN

 

11

 

11

 

11

 

11

 

15

 

15

 

16

 

16

 

20

 

26

 

26

 

 

 

 

 

NAGERECHTEN

 

87

 

92

 

117

 

117

 

155

 

159

 

157

 

157

 

163

 

160

 

169

 

184

 

214

 

247

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B. NIEUWE HOOFDSTUKKEN.

 

Pas in 1941 wordt de oorspronkelijke structuur van Ons Kookboekje voor het eerst doorbroken. Voor het eerst verschijnen de stamppotten  dan als en zelfstandig hoofdstukje[159] Een zeer bondig hoofdstukje ten andere , gevormd door drie recepten die eerder onder de aardappelbereidingen ressorteerden.

In 1953 komen de wellevendheidsregels aan bod in het hoofdstuk Tafeldekken, dienst, plaatsaanduiding, houding [160]. Ook de voorbeeldspijskaarten komen onder deze subtitel. Anno 1957 wordt aan dit hoofdstuk ook de paragraaf Opdienen van wijn toegevoegd [161].

In datzelfde jaar komen er nog vier nieuwe hoofdstukken  : Ziekenvoeding [162], Tuinkruiden [163], Koken onder druk [164], en Koken op electrisch kookfornuis [165]. De uitgave van 1959 staat eveneens in het teken van de technologische vooruitgang. Het diepvriezen van levensmiddelen [166] en Bakken in de oven van het electrische kooktoestel [167] vormen twee nieuwe hoofdstukjes. Melkdranken [168] is een derde hoofdstukje, dat echter in 1964 alweer opgaat in een ruimer hoofdstuk Dranken [169].

In deze laatstgenoemde uitgave worden de Fruitbereidingen afgesplitst van de nagerechten [170]. Nieuw zijn ook de Deegwaren [171], waaronder ook diverse rijstbereidingen ressorteren. Dit hoofdstukje kan aangestipt worden om de toenemende internationale invloeden binnen onze traditionele keuken aan te tonen.

Knapzak  [172] en Recepties [173] zijn eveneens kinderen des tijds, respectievelijk omwille van de toename van het aantal buitenshuis werkende leden van de Boerinnenbond en familieleden van deze leden, en omwille van de veranderende feestcultuur. In diezelfde uitgave van 1964 zijn namelijk voor het eerst de spijslijsten voor een varkenskermis niet meer opgenomen. Er lijkt een nivellering te zijn opgetreden tussen de voorheen typisch burgerlijke manier van feestvieren en de zeker even typische manier waarop dit onder de boerenstand gebeurde. En deze ontwikkeling zet zich verder. In 1972 noemt het desbetreffende hoofdstuk Recepties en avondfeesten; in 1985 Recepties - avondfeesten - parties.

Ook de internationalisering zet door :  een expliciet hoofdstuk Uitheemse gerechten vervolledigt de uitgave van 1972 [174]. Vanaf het begin van de jaren 1970 wordt er immers geen kookboek meer gepubliceerd zonder een uitgebreide rubriek “buitenlandse keuken” [175]. In 1985 zijn de bereidingen die hieronder ressorteerden, opgegaan in diverse andere rubrieken. Als uitheems kan echter ook beschouwd worden het hoofdstuk Barbecue - Fondue - Gourmet [176]. Toch komen zowel barbecuerecepten [177] als fondues [178] reeds in de jaren 1970 aan bod in Bij de haard.

Een  laatste  nieuw  hoofdstuk draagt de naam Vlaanderen streekgastronomisch [179]. Eerder verscheen in Bij de haard een gelijknamige artikelenreeks in samenwerking met de Academie voor Streekgebonden Gastronomie [180]. Ook in 1977 verschenen een aantal streekgerechten [181]. Bovendien verschijnt, naast wijn, nu ook bier op tafel zonder iemand voor het hoofd te stoten [182]. Wanneer men weet dat er in België ongeveer 360 soorten bier gebrouwen worden, lijkt dit slechts een laattijdig ongedaan maken van  een hardnekkig anachronisme. Deze tendens zou men kunnen interpreteren als een voorbeeld van revitalisering, een beweging die verschillende achtergronden kan hebben. Er is dan sprake van een meer of minder bewust streven om verouderde, regionale of nationale gerechten nieuw leven in te blazen, hetzij uit behoefte aan het hervinden van de “eigen wortels” (identiteitsfunctie), hetzij ook uit een zekere nostalgie. In de moderne samenleving zijn deze “gerevitaliseerde” gerechten vrijwel altijd lekkerder, verfijnder, smakelijker dan in het verleden, toen ze veelal uit geconserveerde bestanddelen waren bereid en zelden een andere smaakmaker kenden dan zout [183]. De revitaliseringsstroming ontleent een deel van zijn bestaan aan het verzet tegen de snel groeiende internationalisering, maar blijkt vaak ook nauw verweven met commercialisering [184]. Het zal wel niemand verwonderen dat de belangenvereniging van de landbouwersgemeenschap zich tracht te distantiëren van de door de commercie gedicteerde honger naar het exotische, en een tegenbeweging die opkomt voor de regionale keuken, waarin met gulle hand gebruik gemaakt wordt van producten van eigen bodem, maar al te graag steunt.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[155] Zie gelijknamige tabel op p. 71.

[156] JOBSE -VAN PUTTEN (J.), Eenvoudig maar voedzaam, 1995, p. 528.

[157] BDH, 45, 1957, 9.

[158] Ons Kookboek, 1985, pp. 351 - 358.

[159] Ons Kookboek, 1941 pp. 153 - 155.

[160] Ons Kookboek, 1953, pp. 7 - 14.

[161] Ons Kookboek, 1957, p. 20.

[162] Idem, pp. 296 - 304.

[163] Idem, pp. 305 - 308.

[164] Idem, pp. 308 - 310.

[165] Idem, pp. 311 - 312.

[166] Ons Kookboek, 1959, pp. 283 - 287.

[167] Idem, pp. 303 - 304.

[168] Idem, pp. 172 - 174.

[169] Ons Kookboek, 1964, pp. 299 - 311.

[170] Idem, pp. 225 - 237.

[171] Idem, pp. 201 -225.

[172] Idem, pp. 331 - 339.

[173] Idem, pp. 311 - 331.

[174] Ons Kookboek, 1972, pp. 169 -185.

[175] SCHOLLIERS (P.) Arm en rijk aan tafel, 1993, p. 262.

[176] Ons Kookboek, 1985, pp. 177 - 189.

[177] BDH, 59, 1971, 6.

     BDH, 60, 1972, 10.

     BDH, 64, 1976, 1.

[178] BDH, 62, 1974, 6.

     BDH, 67, 1979, 7.

     BDH, 68, 1980, 7.

[179] Ons Kookboek, 1985, pp. 385 -394.

[180] BDH, 71, 1983, 1 - 10.

     BDH, 72, 1984, 1. (Brussel)

[181] BDH, 65, 1977, 2 - 5.

[182] Ons Kookboek, 1985, p. 41.

[183] JOBSE -VAN PUTTEN, (J.), op cit, p. 429.