Een geschiedenis met de armsten. Van Aide à Toute Detresse tot de ATD Vierde Wereldbeweging (1957-1998). (Sara Mels)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bijlagen

 

1. Het portret van enkele prominente leden van ATD

 

-Marianne de Laat studeert in 1983 pedagogie in Leuven. Ze leert haar echtgenoot Bert Luyts, die op dat moment voor burgerlijk ingenieur studeert, kennen via een bijzonder gemeenschapshuis (voor mensen met een fysieke handicap). In 1984-1985 engageren beide zich via de Leuvense Universitaire Parochie in ATD, eerst als medestanders en vanaf 1990 als permanente werkers.

 

-In 1957-'58 komt de Belgische Francine de la Gorce (meisjesnaam Didisheim) via haar werk in de organisatie Le camp de l'amitié dat jaarlijks zomerkampen organiseert voor arme kinderen, in het kamp van Noisy-le-Grand terecht. Het jaar daarop verricht ze er het secretariaatswerk voor père Joseph. Ze staat niet aan de basis van de ontwikkeling van de beweging in België, maar onderhoudt als secretaris wel contact met bevriende Belgische organisaties.

 

-De Nederlandse Alwin de Vos van Steenwijk is tot 1960 actief als diplomate. Ze leert de beweging kennen door een krantenartikel en zet zich vanaf dan volledig in voor de organisatie. Ze staat aan de basis van het Bureau de recherche sociale (1960) en wordt voorzitster van de internationale beweging ATD-Vierde Wereld.

 

-De priester Hubert Dendelot ontdekt ATD door één van zijn parochianen Gabrielle Erpicum, die de beweging zelf leert kennen in 1962 via een artikel in een tijdschrift. Dendelot start in 1963 met het Belgisch secretariaat. Nadien trekt hij naar Frankrijk, waar hij de aalmoezenier wordt in Noisy-le-Grand. Hij organiseert er onder andere bedevaarten naar Lourdes. Hij sterft in 1994.

 

-Pierre Hendrick (°1949) leert ATD voor het eerst kennen in 1968, wanneer hij met de scouts deelneemt aan een werkkamp in Parijs. Als student geneeskunde werkt hij er mee aan een evaluatie van de gezondheidstoestand van de kinderen uit het kamp. Later behaalt hij zijn doktersdiploma en werkt gedurende één jaar op de spoedgevallendienst van het ziekenhuis. Vervolgens richt hij mee het Geneeskundehuis in Molenbeek op, waar hij zijn dokterspraktijk heeft. Hij is tot de dag van vandaag voorzitter van ATD in België.

 

-Dominique Leporc (Visée) is reeds op jonge leeftijd sociaal geëngageerd. In 1969 is ze negentien jaar en neemt ze deel aan een bouwkamp van ATD in Parijs. Ze doet dit verschillende jaren en wanneer ze in 1972 haar studies familie-sociologie beëindigt, start ze mee het eerste cultureel trefpunt van ATD in Kuregem op.

 

-Jacqueline Page is van Franse afkomst. Ze heeft architectuur gestudeerd. Ze is reeds enkele jaren als architecte actief, wanneer ze in 1987 een engagement wil opnemen binnen de samenleving. Na een onderzoek bij enkele organisaties, beslist ze zich voor ATD in te zetten. Aangetrokken door het denken van père Joseph wordt ze vanaf 1989 permanente werkster in voor de beweging.

 

-Lieve Polfliet studeert in 1972 voor maatschappelijk werkster aan de sociale school in Leuven. In 1976 werkt ze eerst als vrijwilligster op het Heverleese Samenlevingsopbouwwerk, daarna komt ze als maatschappelijk werkster op het OCMW in Heverlee terecht. In 1979 trouwt ze met Ides Nicaise, die ze heeft leren kennen in de Universitaire Parochie en begint ze samen met hem met een eerste bijeenkomst van arme gezinnen in Vlaanderen.

 

-André Modave (°1941) komt uit een welgestelde familie. Hij wordt in 1965 priester. Vervolgens studeert hij sociologie en leert op die manier de beweging ATD kennen in Parijs. Na enkele bezoeken aan het vormings- en onderzoekscentrum krijgt hij in 1970 van Joseph Wresinski de opdracht om een beweging in Wallonië op te richten. In 1984 keert hij terug naar Frankrijk waar hij tot de dood van Joseph Wresinski de religieuze briefwisseling van de père Joseph bijhoudt. Vervolgens verzorgt hij de opvolging van de ATD-ploegen in de Derde Wereld. Sinds september 2001 draagt hij de mis op in Noisy-le-Grand.

 

-Ides Nicaise studeert in 1975 ontwikkelingseconomie in Leuven. In de tweede licentie komt hij er in contact met de Vierde Wereldbeweging. Samen met zijn vrouw Lieve Polfliet richt hij rond 1979 de eerste Vlaamse cel van de volksuniversiteit op. Wanneer de organisatie in 1986 het officiële statuut van vzw krijgt, wordt hij de voorzitter. Naast zijn medewerking in ATD, maakt hij ook carrière in de academische wereld. Hij doctoreert op een proefschrift betreffende de relatie onderwijskansen en armoede, en is vandaag projectleider aan het Leuvense Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA, Katholieke Universiteit Leuven) en voorzitter van het Steunpunt Armoedebestrijding.

 

-In 1977 leert Luc Valgaeren, binnen het kader van een sociologisch onderzoek, het kamp van Noisy-le-Grand bij Parijs kennen. Samen met zijn vrouw Maria de Korte is hij van 1976 tot 1981 en in 1982-1983 verantwoordelijk voor het Sint Janshuis van de Universitaire Parochie in Leuven. Hij richt binnen de UP de Vierde Wereldwerkgroep op. Dit vormt de eerste aanzet van de ontwikkeling van ATD in Vlaanderen.

 

-Binnen het priesterseminarie begint Herman van Breen zijn studies pedagogische wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven. Daar leert hij aan het einde van de jaren zeventig de Vierde Wereldbeweging kennen in de Universitaire Parochie, als ook Marleen van Pevenage die op dat moment verpleegkunde studeert. Hij stapt uit het grootseminarie en vervolgt zijn studies. Na de eerste kennismaking met ATD zetten ze zich allebei in als medestander en in 1982 worden ze permanente werkers.

 

-Joseph Wresinki is geboren in 1917 in Angers. Na een arme jeugd, wordt hij in 1946 priester. Hij is als geestelijke bezorgd om het lot van de armen. In 1957 komt hij in het kamp van Noisy-le-Grand aan en richt er een eerste vereniging met de armen op, die de basis vormt voor ATD.

 


 

2. Drie versies van de “Basisopties”

 

a) Fragmenten van de tekst van de “Basisopties”[475]

 

b) Weergave in tijdschrift Vierde Wereld Visie[476]

 

Ieder mens heeft een fundamentele en onvervreemdbare waarde die zijn menselijke waardigheid uitmaakt. Welke zijn leef- en denkwijze, maatschappelijke of economische positie, afstamming ook mogen zijn, ieder mens behoudt geheel deze wezenlijke waarde die hem op één lijn stelt met alle andere mensen. Deze waarde verleent iedereen hetzelfde, onvervreemdbare recht in vrijheid te handelen voor zijn eigen welzijn en dat van anderen.

Het bestaan in alle samenlevingen van een Vierde Wereld (individuen, gezinnen en groepen) die in de ogen van de anderen van deze waarde geen blijk geeft, bewijst dat niet iedereen dezelfde middelen ontvangt om haar bewust te kunnen gebruiken als bron van kracht en uitgangspunt van zijn ontwikkeling en rechtvaardiging van al zijn mensenrechten.

Een samenleving die gegrond is op deze overtuiging en deze analyse, zal de meest tenachtergestelde minderheden noodzakelijkerwijs in alles voorrang verlenen. Hun belangen zullen het eerste en het best gediend worden, zodat ze weer gelijke kansen krijgen inzake de onschendbaarheid van de persoon, zelfbeschikking en deelname aan het leven van de andere medemensen. Zij zijn het gist van een fundamentele verandering van elke samenleving en zullen dan ook het meest deskundig zijn ten aanzien van onze plannen voor een nieuw soort beschaving. Hún bevrijding zal de maatstaf moeten zijn van ons eigen op weg zijn naar een samenlevingsvorm gebaseerd op echte gelijkheid.

De Beweging ATD -Vierde Wereld heeft gekozen voor een vorm van samenleving waarin onze prioriteiten volledig worden omgekeerd en al onze middelen worden aangewend ten gunste van de Vierde Wereld en in het bijzonder van de meest tenachtergestelden van haar leden.

De verwerkelijking van dit plan berust op een strijdbaar volontariaat, dat zich inzet om de Vierde Wereld deel te doen hebben aan de meest beproefde middelen waardoor zij toegang kan krijgen tot de cultuur en zij haar stem zal kunnen verheffen. Dit volontariaat streeft een tweedeling doel na:

-de mensen van de Vierde Wereld in staat te stellen al hun mogelijkheden tot ontplooiing te brengen, en

-te bewerkstellingen dat zij op hun beurt mee gaan vechten voor de rechten van de meest tenachtergestelden.

 

Zó zullen zij ten volle de rol op zich kunnen nemen van bouwers aan een nieuwe samenleving.

 

c) Verwerking door de gezinnen van de Vierde Wereld (1996)[477]

 

Ieder mens is een mens.

Hij blijft een mens wat ook zijn leven, zijn denken, zijn huidskleur of zijn nationaliteit mogen zijn, ongeacht hij arm of rijk is, ongeacht zijn levenswandel, al deed hij de ergste dingen.

Elk mens draagt in zich een onverwoeste rijkdom. Dit geeft hem zijn waardigheid als mens. Hij heeft het recht zich vrij te gedragen voor zijn eigen goed en dat van de anderen.

Overal leven mensen in armoede, die hun recht als mens niet kunnen gebruiken. Ze krijgen de middelen niet om hun rijkdom als mens te uiten en bewust te gebruiken voor hun eigen ontwikkeling.

Iedere maatschappij die zich daarvan bewust is, zal automatisch voorrang verlenen aan de minstbedeelden. Ze zal het beste geven aan diegenen die er het meest nood aan hebben. Zo zal ieder mens een eigen leven kunnen uitbouwen en deelnemen aan het leven met anderen.

Omwille van hun leven hebben mensen die verworpen en uitgesloten worden, een eigen onmisbare ervaring en kennis opgebouwd. Ze zij als zodanig deskundigen geworden in de strijd tegen de armoede.

Wanneer we ze vooraan zetten, zullen zij ons de weg tonen naar meer gelijkheid. De vooruitgang van diegenen die de grootste moeilijkheden ondervinden geeft de maat aan van onze gemeenschappelijke vooruitgang.

De Beweging ATD Vierde Wereld heeft voor de toekomst van de maatschappij, gekozen om haar prioriteiten hieraan aan te passen. Al onze middelen moeten worden ingezet om diegenen die in armoede leven voorrang te verlenen, vooral dezen die het meest worden verworpen.

Om dit project te kunnen verwezenlijken, zijn er permanente werkers, medestanders en militanten Vierde Wereld nodig om de grenzen van de armoede te doorbreken. Samen proberen ze de meest doeltreffende middelen te gebruiken om aan diegenen die in armoede leven het recht op spreken, het recht op onderwijs, het recht op cultuur, te geven.

 

Zo zullen zij ook hun bekwaamheden kunnen ontwikkelen en op hun beurt vechten voor de rechten van diegenen die minder gelukkig waren dan zij. Op die manier werken ze mee aan een maatschappij waar iedereen zijn plaats heeft.

 

 

3. De Internationale Beweging ATD Vierde Wereld

 

 

ATD België is lid van de Internationale beweging ATD Quart Monde: Journal officiel Français, 3 december 1974.[478]

 

 

De Internationale Beweging ATD Quart Monde is erkend als NGO met een raadgevend statuut bij[479]:

- 1974: operationele relatie bij de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organzation

- 1974: categorie I (basisinteresses voor alle activiteiten van de raad) relatie bij de ECOSOC, Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties

- 1977: bij de Raad van Europa

- 1978: 'speciale lijst' bij de IAO, Internationale Arbeidsorganisatie

- 1979: bij UNICEF, United Nations Children's Fund

 

 

4. De organisatie van ATD[480]

 

a) Mouvement Aide à Toute Détresse “Science et Service”

 

Marie-Thérèse Col, voorzitter, 1971-1972

André Modave, algemeen secretaris, 1971-1972

Ludovic Ravet, penningmeester, 1971-1972

 

Voorzitter

Oscar Debunne, 1972-1979

Pierre Hendrick, 1984-1989

 

Ondervoorzitter

Paul Galand, 1972-1973

Oscar Debunne, 1984-1986

 

Algemeen secretaris

André Modave, 1972-1986

 

Penningmeester

Ludovic Ravet, 1972-1986

 

Afgevaardigd beheerder

Herman Van Breen, 1984-1985

 Afgevaardigd beheerder voor Vlaanderen: Herman Van Breen, 1985-1986

 Afgevaardigd beheerder voor de Franse Gemeenschap: Jean Tonglet, 1985-1986

 

b) De splitsing van ATD in regionale afdelingen[481]

 

ATD Vierde Wereld België, Belgische afdeling van de internationale Beweging ATD Quart Monde[482]

 

Pierre Hendrick, voorzitter, 1989-1990

Jean Tonglet, algemeen secretaris, 1989-1990

Etienne de Ghellinck, penningmeester, 1989-1990

 

Voorzitter

Pierre Hendrick, 1989-2001

 

Algemeen secretaris

Jean Tonglet, 1989-1993

Claude Mormont, 1993-1994

Xavier Godinot, 1998-1999

Monique Couillard-De Smedt, 1999-2001

 

Penningmeester

Etienne de Ghellinck, 1989-1990

Guy Kahn, 1990-1994

Dominique Foubert, 1998-2001

 

ATD Quart Monde Wallonië-Brussel

 

Georges De Kerchove, voorzitter, 1987-1988

Jean Tonglet, algemeen secretaris, 1987-1988

Paul Pypaert, penningmeester, 1987-1988

 

Voorzitter

Georges De Kerchove, 1992-2001

 

Algemeen secretaris

Pierre Hosselet, 1992-1993

Claude Mormont, 1993-1995

Xavier Godinot, 1998-1999

Monique Couillard-de Smedt, 1999-2001

 

Penningmeester

Paul Pypaert, 1992-1994

Jean Vandervelden, 1994-1995

Dominique Foubert, 1998-2001

 

ATD Vierde Wereld (Vlaanderen)

 

Ides Nicaise, voorzitter, 1985-1986

Herman Van Breen, algemeen secretaris, 1985-1986

Jan Adriaensens, penningmeester, 1985-1986

 

Voorzitter

Jean-François Limpens, 1990-1999

Marie-Therese Poppe, 1999- ad interim tot mei 2000

Bert Luyts, 2000-2001

 

Algemeen secretaris

Herman Van Breen, 1990-1992

Claude Mormont, 1992-1995

Xavier Godinot, 1997-1998

Monique Couillard-De Smedt, 1998-2001

 

Penningmeester

Ides Nicaise, 1990-1999

Dominique Foubert, 1999-2001

 

 

5. De erkenning van ATD in België[483]

 

a) Brussel-Wallonië

 

- 1971: ATD erkend door het ministerie van Binnenlands Zaken voor het aanstellen van gewetensbezwaarden.

- 1975: ATD erkend door het ministerie van Financiën voor de vrijstelling van belastingen op giften van meer dan 1000 frank.

- 8 september 1975: ATD erkend door het ministerie van de Franstalige gemeenschap als een lokale organisatie van permanent onderwijs.

- 15 maart 1977: de actie 'Cultuurspil' en 'straatbibliotheek' is het onderwerp van een overeenkomst bij het ministerie van de Franstalige gemeenschap; ook de actie in Luik en in Brussel wordt vormen het onderwerp van een overeenkomst dat jaar.

- 1 juli 1980: ATD erkend door het ministerie van de Franstalige gemeenschap als een 'algemene dienst voor de permanente opvoeding van volwassenen en voor de socio-culturele promotie van de arbeider/werkers'.

 

 

b) VZW Wereld van Morgen

 

- 1982: erkend door de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking als een zendingorganisatie.

 

 

c) VZW Vlaanderen

 

- april 1983: de Vierde Wereldbeweging wordt door Welzijnszorg VZW erkend als een steunproject.

- 1986: ATD ontvangt als organisatie van volksontwikkeling subsidies van de minister van Cultuur betreft de werking van de volksuniversiteit.

 

 

6. Het lied van de volksuniversiteit[484]

 

Kom en zing met ons te samen

Wij zijn meer en beter waard

Wat wij steeds opnieuw herhalen

't Is wat ons hier samen draagt

 

Refrein: Wij zijn geen onderdanen

 En vragen alle dagen

 Ons recht.

 

Wie ons recht blijft afwijzen

Weigert onze waardigheid

Ons altijd met de vinger wijzen

Brengt ons tot opstandigheid

 

Wanneer zal de tijd opdagen

Dat wij mensen mogen zijn

En niet langer moeten vragen

Om erkend en vrij te zijn.

 

 

De melodie is gebaseerd op het lied der Veensoldaten dat rond 1934 is geschreven door Wolfgang Langhoff, Rudi Goguel en Johan Esser in het 'veenkamp' voor politieke gevangenen van Börgermoor. Het lied der Veensoldaten is uitgegroeid tot een strijdlied va de onderdrukten en machtelozen. Zo wordt het ook in de volksuniversiteit gezongen door de militanten en de vrijwilligers van de Vierde Wereldbeweging met een aangepaste tekst van het Centrum Kauwenberg[485].

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[475] Deze fragmenten werden mij opgestuurd uit het archief van ATD in Parijs.

[476] "Fundamentele uitgangspunten", achterflap.

[477] Jaarverslag 1998, p.3.

[478] RM 1977, p.1.

[479] Union of International Associations, ed. Yearbook of International Organizations vol 1. 1997/1998, Munchen, nr.08459.

[480] Dit overzicht is gemaakt aan de hand van de gegevens van het secretariaat van ATD. De samenstelling van het bureau van de raad van beheer is niet volledig, dit komt omdat enkele bijlagen van het Belgische Staatsblad verloren zijn gegaan. We kunnen echter aannemen dat er gedurende de ontbrekende jaren geen grote veranderingen hebben plaats gevonden.

[481] Cfr. supra, p. 82-84.

[482] De naamsverandering vindt plaats in 1979. Ze heeft zodoende niets te maken met de splitsing in regionale afdelingen, maar wel met de versteviging van het internationale karakter van ATD. Cfr. supra, p. 87-88.

[483] RM 1982, p.5; RM 1986, p.8-9.

[484] "Lied", DOK, 29jg. IV (1984), 96.

[485] VAN DEN BERGHE, G. "Het lied der Moorsoldaten". Streven, oktober 1988.