Er waart een spook door Afrika. De perceptie van de Kongolese en Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd in De Rode Vaan. (Leen Vervaeke)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

HOOFDSTUK 3: DE FEITEN EN NIETS DAN DE FEITEN

 

De kwantitatieve analyse is volgens de vaak aangehaalde definitie van Bernard Berelson de systematische en objectieve analyse van de feitelijke, meetbare kenmerken van een krant.[201]  Het gaat hier vooral om de uiterlijke kenmerken, zoals de plaats van de artikels, de titulatuur of het lettertype, de lay-out van de krant, of om duidelijk kwantificeerbare gegevens, zoals het aantal artikels over een bepaald onderwerp of thema, het aantal vermeldingen van de bron of auteur. [202]  Die gegevens zijn op het eerste gezicht oppervlakkig en nogal beperkt.  Door haar positivistische methode houdt de kwantitatieve analyse immers geen rekening met bepaalde aspecten van het communicatieproces, zoals de motivatie van de auteur, de interpretatie door de lezers of de connotatie van de woorden, die in de studie van de perceptie wel van tel zijn.  Een ander nadeel van de kwantitatieve analyse is dat elke nuance verloren gaat.  Een willekeurige militant, die toevallig ooggetuige was en zijn verhaal doet, en een Russisch persagentschap worden bijvoorbeeld allebei eenvoudigweg gekwantificeerd als communistische bronnen, hoewel ze dag en nacht verschillen.  Een diepgaande analyse van de machtsverhoudingen in Frankrijk en Algerije en een kort artikeltje over een onbetekenend incident in het Franse parlement worden zonder onderscheid gecatalogeerd als artikels over een politiek thema.  Als op de kwantitatieve analyse geen kwalitatieve analyse zou volgen, zou dit kwantitatieve hoofdstuk daarom weinig toevoegen aan dit onderzoek.  In combinatie met een kwalitatieve analyse levert de kwantitatieve analyse echter de objectieve, feitelijke basis om de kwalitatieve analyse te onderbouwen.  Bovendien kunnen deze uiterlijke gegevens ons duidelijk maken welk belang de krant aan een bepaald onderwerp hecht.[203] 

 

We baseren ons voor de uitwerking van de kwantitatieve analyse op het basiswerk Analyzing media messages: using quantitative content analysis in research van de Amerikaanse professoren Daniel Riffe, Stephen Lacy en Frederick S. Fico, het veelvuldig vertaalde werk Content Analysis: an introduction to its methodology van Klaus Krippendorff en enkele theoretische werken van massacommunicatiespecialist en professor emeritus aan de Universiteit van Amsterdam Denis McQuail.[204]

 

 

3.1. De nieuwswaarde van Kongo en Algerije in De Rode Vaan

 

Wijdde De Rode Vaan enkel in de komkommertijd wat aandacht aan de Kongolese en Algerijnse kwestie of was de onafhankelijkheidsstrijd van de kolonies een hoofdpunt in de krant?  Het antwoord op deze vraag vergt een analyse van de hoeveelheid artikels en de oppervlakte van de artikels over de Kongolese en Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd.  Vooral het aandeel van die artikels in de totale oppervlakte van de krant kan ons van nut zijn en laat ons toe de nieuwswaarde van Kongo en Algerije te berekenen en te vergelijken. 

 

We bestuderen De Rode Vaan over een periode van acht jaar, maar we nemen niet alle exemplaren die in de loop van die acht jaar verschenen zijn onder de loep.  Het onderzoek beperkt zich namelijk tot twintig fasen, waarin zich in Kongo of Algerije belangrijke gebeurtenissen voordeden.  In totaal komen we zo aan 96 onderzochte kranten met daarin 135 relevante artikels wat betreft de Kongolese onafhankelijkheidsstrijd en 152 kranten met daarin 98 relevante artikels voor de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd.  Dat we met een selectie werken, is een bijkomende reden waarom deze kwantitatieve analyse, zoals eerder gezegd, vooral een ondersteunende functie bij de kwalitatieve analyse vervult. 

 

In tabel 1 zien we dat het aantal artikels over het ontluikende politieke bewustzijn in Kongo, met het manifest in het tijdschrift Conscience Africaine in 1956, heel gering was.  Over de relletjes in Leopoldstad in 1957 repte De Rode Vaan zelfs met geen woord.  Pas door de dagenlange rellen in januari 1959 werd de Kongolese kwestie nieuwswaardig, met 22 artikels in 4 weken.  In 1960 was de mediabelangstelling voor de Rondetafelconferentie, de onafhankelijkheidsverklaring, de muiterij en de woelige gebeurtenissen die daarop volgden, heel groot.  In de 21 onderzochte exemplaren van het weekblad verschenen 88 artikels over Kongo.  Met gemiddeld vier artikels per krant was Kongo hét hoofdpunt van het nieuws.  De aandacht voor de moord op Lumumba in 1961 was heel wat minder.  Over dit onderwerp verscheen, in de acht weken dat het aan bod kwam, per krant gemiddeld anderhalf artikel.

 

Wat betreft de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd werden de aanslagen op 1 november 1954, de kaping van de vijf FLN-leden in 1956, de Bataille d'Alger in 1957 en de stemming van de bijzondere volmachten in 1956 en 1957 wel verslaan in De Rode Vaan, maar met 40 artikels in 98 exemplaren van het dagblad was de interesse voor deze gebeurtenissen in Algerije slechts beperkt.  Het bombardement op Sakkiet Sidi Youssef in februari 1958 en de gebeurtenissen rond 13 mei 1958 daarentegen waren met 37 artikels in 29 afleveringen van de krant wel hot topics.  Aan het referendum over de onafhankelijkheid, de putsch van de generaals en de betoging met dodelijke afloop in Parijs in 1961 wijdde De Rode Vaan in dertien weken slechts tien luttele artikels.  Ook het referendum over en de uiteindelijke toekenning van de onafhankelijkheid in 1962 was geen groot nieuws, met elf artikels in twaalf weken.

 

                - Tabel 1 : aantal artikels over Kongo / Algerije - [205]

Kongo

1956

1957

1959

1960

1961

Totaal

Aantal onderzochte dagbladen

51

12

NT

NT

NT

63

Aantal onderzochte weekbladen

NT

NT

4

21

8

33

Dag/weekbladen

 

 

 

 

 

96

Aantal artikels in dagbladen

13

0

NT

NT

NT

13

Aantal artikels in weekbladen

NT

NT

22

88

12

122

Dag/weekbladen

 

 

 

 

 

135

 

Algerije

1954

1956

1957

1958

1961

1962

Totaal

Aantal onderzochte dagbladen

6

11

81

29

NT

NT

127

Aantal onderzochte weekbladen

NT

NT

NT

NT

13

12

25

Dag/weekbladen

 

 

 

 

 

 

152

Aantal artikels in dagbladen

4

10

26

37

NT

NT

77

Aantal artikels in weekbladen

NT

NT

NT

NT

10

11

21

Dag/weekbladen

 

 

 

 

 

 

98

                NT = niet van toepassing

 

Het aantal artikels kan een eerste aanwijzing zijn voor het belang dat De Rode Vaan aan de thematiek hechtte, maar de grootte van die artikels speelt veel meer een rol.  We hebben van alle relevante artikels in De Rode Vaan de oppervlakte berekend en uitgedrukt in bladzijden, met als kleinste eenheid één twintigste van een bladzijde.  Het gebruik van een dergelijke oppervlaktemaat is handiger dan het afmeten in centimeters of millimeters, aangezien vooral de verhouding tussen de aan Kongo of Algerije gewijde oppervlakte en de totale oppervlakte ons interesseert.  Om omslachtige formuleringen te omzeilen, spreken we in het vervolg over de "Kongo-oppervlakte" en "Algerije-oppervlakte" wanneer we de oppervlakte van de artikels gewijd aan respectievelijk Kongo of Algerije willen aanduiden.

 

In de periode waarin in Kongo belangrijke voorvallen waren, hebben we in De Rode Vaan in totaal 1044 bladzijden onderzocht.  69,65 bladzijden of 6,67% daarvan werden gewijd aan artikels over de Kongolese gebeurtenissen.  Een groot deel van De Rode Vaan werd echter gevuld met vaste katernen zoals sportnieuws, filmrecensies, strips of vervolgverhalen.  Slechts 504,6 bladzijden van de 1044 waren voorbehouden aan "ernstig" nieuws.  Het aandeel van de Kongo-oppervlakte in de totale oppervlakte levert een vertekend beeld op, maar de verhouding tussen de Kongo-oppervlakte en de oppervlakte voor nieuwsfeiten toont ons beter hoe prominent de Kongolese kwestie in De Rode Vaan aanwezig was.  Aangezien het binnenlands en buitenlands nieuws tot 1959 als in een knipselkrant door elkaar stonden, is het helaas niet mogelijk de verhouding tussen de Kongo-oppervlakte en de oppervlakte voor het buitenlands nieuws na te gaan.

 

De resultaten uit tabel 1 worden door tabel 2 bevestigd en scherpgesteld.  De Kongo-oppervlakte besloeg gemiddeld 13,8% van de oppervlakte voorbehouden aan nieuws.  Vooral de gebeurtenissen in 1959 en 1960 katapulteerden dit gemiddelde de hoogte in.  In die periodes nam Kongo respectievelijk één derde en één vierde van de nieuwssectie in, wat op een bijzonder hoge nieuwswaarde wijst.  De moord op Lumumba in 1961 was slechts goed voor 7,25% van de nieuwssectie.  Kongo ruimde toen plaats voor de eenheidswet, die vanaf eind 1960 alomtegenwoordig was in de pagina's van De Rode Vaan.

 

Voor de Algerijnse kwestie onderzochten we 1276 bladzijden, waarvan 598,8 voorbehouden aan nieuws.  Het nieuws over Algerije nam in totaal 34,75 bladzijden in beslag, wat neerkomt op 2,72% van de totale oppervlakte of 5,8% van de nieuwsoppervlakte.  Zoals verwacht kwam de Algerijnse oorlog in De Rode Vaan beduidend minder aan bod dan de Kongolese kwestie.  De Algerije-oppervlakte steeg aanzienlijk in 1958,  toen artikels over het bombardement op Sakkiet Sidi Youssef en over de door de bezetting van Algiers afgedwongen machtswissel in Frankrijk één vierde van de oppervlakte van de nieuwssectie innamen.  Deze uitschieter toont duidelijk aan dat met de internationalisering van de crisis en de opschudding van het Franse politieke landschap door de komst van generaal de Gaulle, de Algerijnse crisis in nieuwswaarde steeg.

 

                - Tabel 2: oppervlakte van de artikels over Kongo / Algerije -

Kongo

1956

1957

1959

1960

1961

Totaal

Oppervlakte onderzochte krant

(in bladzijden)

312

72

80

420

160

1044

Oppervlakte "ernstig" nieuws

(in bladzijden)

141,6

33

40

210

80

504,6

Kongo-oppervlakte

(in bladzijden)

1,65

0

12,1

50,1

5,8

69,65

Aandeel Kongo-opp. in opp. onderzochte krant (in %)

0,53

0

15,13

11,93

3,63

6,67

Aandeel Kongo-opp. in opp. "ernstig" nieuws (in %)

1,17

0

30,25

23,86

7,25

13,8

 

Algerije

1954

1956

1957

1958

1961

1962

Totaal

Oppervlakte onderzochte krant

(in bladzijden)

56

68

492

180

260

240

1276

Opp. "ernstig" nieuws

(in bladzijden)

16,5

30,7

224,1

77,5

130

120

598,8

Algerije-oppervlakte

(in bladzijden)

0,3

1,45

6,45

18,35

2,65

5,55

34,75

Aandeel Algerije-opp. in totale opp. onderzochte krant (in %)

0,54

2,13

1,31

10,19

1,02

2,31

2,72

Aandeel Algerije-opp. in totale opp. "ernstig" nieuws (in %)

1,82

4,72

2,88

23,68

2,04

4,63

5,8

 

Niet alleen de oppervlakte is relevant om na te gaan hoe prominent een onderwerp aanwezig is in een krant.  De plaats van de artikels, de titulatuur en het lettertype spelen evenzeer een rol.  Aangezien De Rode Vaan altijd dezelfde wijze van betiteling en hetzelfde lettertype gebruikte, komen deze twee aspecten niet in aanmerking voor onderzoek.  Bovendien evolueerde De Rode Vaan van 1954 tot 1962 van een knipselkrant met kleine titels, her en der verspreid over de bladspiegel, tot een professionele krant met een rigide opbouw.  Vanaf 1959 stonden bovenaan de pagina vaste koppen, zoals "binnenlandse zaken", "buitenlandse zaken" of "Kongolese zaken", met daaronder vier kolommen tekst, af en toe onderbroken door een ondertitel.  Dit gebrek aan continuïteit in de titulatuur zou een analyse sterk bemoeilijken.  De plaats van de artikels in de krant kunnen we echter wel gemakkelijk nagaan.  De artikels op de eerste, laatste of middelste pagina's kennen we meer nieuwswaarde toe dan de artikels op de andere pagina's.  

 

Uit tabel 3 blijkt dat wat Kongo betreft minder dan de helft van de artikels op een prominente plaats stond, terwijl over Algerije meer artikels op speciale pagina's figureerden dan op gewone pagina's.  Vooral de gebeurtenissen in Algerije in 1958 hadden een vaste stek op de voorpagina.  Als we de voorpagina van De Rode Vaan in 1958 echter van naderbij onderzoeken, moeten we meteen het belang van die plaats relativeren.  De voorpagina van De Rode Vaan, toen nog een dagblad, zag er uit als knip- en plakboek, waarin een klein artikel over Algerije helemaal niet opviel.  Om uit de gegevens in tabel 3 af te leiden dat Algerije meer prominent aanwezig was dan Kongo, lijkt ons te verregaand.  Het enige wat we met zekerheid kunnen deduceren, is dat de gebeurtenissen in Kongo in 1960 en in Algerije in 1957 en vooral in 1958 het meest actualiteitswaarde hadden.

           

                - Tabel 3: plaats van de artikels in De Rode Vaan -

 

Voorpagina

p 1-2

Midden

Laatste pagina

Som speciale pagina's

Andere pagina's

Kongo

9

19

13

1

42

93

1956

1

NT

NT

NT

1

12

1959

0

6

1

0

7

15

1960

7

12

12

0

31

57

1961

1

1

0

1

3

9

 

 

 

 

 

 

 

Algerije

48

1

1

2

52

46

1954

1

NT

NT

NT

1

3

1956

6

NT

NT

NT

6

4

1957

11

NT

NT

NT

11

15

1958

29

NT

NT

NT

29

8

1961

0

1

0

0

1

9

1962

2

0

0

2

4

7

                NT = niet van toepassing[206]

 

 

3.2. De vermelding van auteurs en bronnen

 

De Rode Vaan was eerder spaarzaam met de vermelding van de auteurs en bronnen van de artikels.  Slechts in 41 van de 135 artikels over Kongo en in 14 van de 98 artikels over Algerije werd de auteur bij het artikel vermeld, vaak dan nog enkel met initialen. Ondanks de toenemende professionalisering naar het einde van de periode 1954-1962 toe, bleef de vermelding van de auteurs even beperkt.  De Rode Vaan vernoemde ook zelden haar bronnen.  Vooral in de artikels over Algerije tasten we hieromtrent in het duister, met slechts 7 van de 98 artikels mét bronvermelding.  De artikels over Kongo zonder bronvermelding behalen een minder extreme maar toch uitgesproken meerderheid van 78 artikels, tegenover 57 mét bron. 

 

De bronvermelding gebeurde trouwens niet door het aangeven van de persagentschappen of andere bron boven of onder het artikel, maar terloops in het artikel zelf.  Vaak werden enkele uitspraken aan een bepaalde bron toegeschreven, maar werd voor de rest van het artikel niet vermeld bij wie de auteur zijn informatie haalde.  We moeten er rekening mee houden dat deze partiële bronvermeldingen werden meegerekend onder de artikels mét bron. 

 

Op basis van de artikels mét bronvermelding kunnen we niet nagaan of De Rode Vaan zich het meest baseerde op communistische of niet-communistische bronnen.  In tabel 4 zien we wel dat de meerderheid van de vermelde bronnen niet-communistisch was, maar aangezien slechts een kleine minderheid van de gebruikte bronnen werd vermeld, mogen we de aard van de vermelde bronnen niet veralgemenen naar de aard van de gebruikte bronnen.  Gezien de argwaan van De Rode Vaan tegenover niet-communistische informatie, is het meer dan waarschijnlijk dat de overgrote meerderheid van de artikels zonder bronvermelding gebaseerd werden op andere communistische kranten.  Zeker voor Algerije was de Franse zusterkrant L'Humanité een belangrijke leverancier van informatie.[207]

 

- Tabel 4: auteurs- en bronvermelding -

 

Geen

auteur

Wel

auteur

Geen

bron

Wel

bron

 

Comm.

bron

Niet-comm. bron

Ideologie

van bron

ongekend

Kongo

94

41

78

57

 

12

42

3

1956

12

1

13

0

 

0

0

0

1959

14

8

9

13

 

2

10

1

1960

58

30

45

43

 

9

32

2

1961

10

2

11

1

 

1

0

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Algerije

84

14

91

7

 

3

4

0

1954

4

0

4

0

 

0

0

0

1956

7

3

8

2

 

0

2

0

1957

23

3

25

1

 

1

0

0

1958

30

7

35

2

 

0

2

0

1961

10

0

8

2

 

2

0

0

1962

10

1

11

0

 

0

0

0

 

 

3.3. Invalshoek van de artikels in De Rode Vaan

 

Binnen het totale aanbod aan artikels over de Kongolese of Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd kunnen we het aandeel becijferen dat aan politieke, economische, sociale of culturele aspecten van die strijd gewijd werd.  Daarnaast kunnen we nagaan of die artikels het meer over de gebeurtenissen in de kolonie zelf, in het moederland of op de internationale scène hadden.

 

In tabel 5 blijkt overduidelijk dat slechts enkele uitzonderlijke artikels het niet over politiek hadden.  Zowel bij de Kongolese als bij de Algerijnse gebeurtenissen behandelde De Rode Vaan in drie vijfde van de artikels de gebeurtenissen in het moederland, zoals de politieke verhoudingen, de activiteiten van het parlement of de regering, de reacties in de binnenlandse pers en van de gewone bevolking.  Toen in 1958 de opstand van de legerleiding in Algiers tot de val van de Franse regering en de aantrede van generaal de Gaulle leidde, was er in de artikels over Algerije zelfs tweemaal zoveel aandacht voor het moederland als voor de kolonie.  Toch kunnen we geenszins beweren dat de gebeurtenissen in de kolonies zelf amper aan bod kwamen.  De internationale aspecten van de kwesties werden daarentegen minder belicht, zeker in het geval van de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd, waar de internationale scène enkel ten tijde van het bombardement in Sakkiet Sidi Youssef ter sprake kwam.  In Kongo had men in één vierde van de artikels aandacht voor de internationale reacties of beslissingen, wat zich vooral uitte in complottheorieën over een internationale kapitalistische samenzwering tegen Lumumba en tegen het communisme.

 

                - Tabel 5: Deelaspecten van het onderwerp[208] -

 

Politiek

Economisch

Sociaal

Cultureel

 

Kolonie

Moederland

Internat.

Kongo

102

7

5

1

 

53

72

32

1956

7

1

0

0

 

5

5

0

1959

20

3

3

0

 

10

18

4

1960

67

3

1

1

 

33

45

26

1961

8

0

1

0

 

5

4

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Algerije

86

0

0

0

 

40

63

10

1954

0

0

0

0

 

3

3

0

1956

9

0

0

0

 

3

8

0

1957

25

0

0

0

 

14

16

0

1958

35

0

0

0

 

13

24

10

1961

9

0

0

0

 

4

7

0

1962

8

0

0

0

 

3

5

0

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[201] RIFFE, LACY en FICO, Analyzing media messages, 19.

[202] DUCHEYNE, Kwantitatieve en kwalitatieve dagbladanalyse, 8-15.

[203] WITTE, Media en politiek, 201; KRIPPENDORFF, Content Analysis, 17.

[204] RIFFE, LACY en FICO, Analyzing media messages; KRIPPENDORFF, Content Analysis; MCQUAIL, Analysis of newspaper content; MCQUAIL, Mass Communication Theory.

[205] De tabellen zijn gebaseerd op onderzoek van De Rode Vaan. Dagblad der Communistische Partij van België, 1954-1958 en De Rode Vaan. Vlaams Weekblad der Kommunistische Partij van België, 1959-1962.  Voor Kongo onderzochten we De Rode Vaan van 5 juni tot 2 september 1956, van 16 tot 29 juni 1957, van 9 tot 30 januari 1959, van 15 januari tot 4 maart 1960, van 1 juni tot 30 september 1960 en van 20 januari tot 3 maart 1961.  Voor Algerije onderzochten we De Rode Vaan van 2 tot 8 november 1954, van 9 tot 15 maart 1956, van 24 tot 29 oktober 1956, van 8 januari tot 31 maart 1957, van 18 tot 28 juni 1957, van 10 tot 21 februari 1958, van 14 mei tot 3 juni 1958, van 7 tot 14 januari 1958, van 28 april tot 5 mei 1958, van 20 oktober 1961 tot 16 februari 1962 en van 8 juni tot 6 juli 1962.

[206] In een dagblad van amper vier bladzijden is enkel de voorpagina een meer prominente plaats.  Pagina 1 en 2, de middenpagina's en de laatste pagina maken gewoon de rest van de krant uit en de artikels op die pagina's hebben aldus geen speciaal belang.

[207] Dossiers Flamands, Gerard Van Moerkerke (Dacob, nr. 6141); PINIAU, Congo-Zaire 1874-1981: la perception du lointain, 115.