WOORDENLIJST


... A ...



aediel: Ambtenaar belast met toezicht op bouw-, straat- en markttoezicht.




amfitheater: Gebouw in ronde of ovale vorm, voorzien van aflopende zitplaatsen en bestemd voor gladiatorengevechten.



aquaduct (aqua = water en ducere = leiden): waterleiding



atrium: Dit was de centrale ruimte van de Romeinse woningen. Hier was altijd een opening in het dak met een zuilengalerij eromheen.


... C ...



cavalerie: ruiterij, deel van het leger dat zich te paard verplaatst.





censor: De ambtenaar die belast is met de census, de schatting van het vermogen en inschrijving op de burgerlijst.



centurie: Oorspronkelijk een legerafdeling van 100 man; door de hervorming van Servius Tullius een afdeling (193 man samen) waarin de burgers volgens hun vermogen ingedeeld werden.



cliënten: Inwoners van Rome die eigendommen mochten bezitten, maar leefden onder de voogdij van een patroon, de heer van een rijke familie.



cohorte: Legerafdeling van ongeveer 600 man; tien cohorten samen vormen een legioen.



comitiën (Lat. comitia): Vergadering van het Romeinse Volk. Er waren verschillende comitiën.



consul: Hoogste regeringspersoon in de Romeinse Republiek





comitia tributa: Vergadering waarin de plebejers de volkstribunen verkozen en van wie de beslissingen sinds 287v. Chr. bindend waren voor het gehele volk, ook voor de patriciërs.


... D ...



democratie: Bestuur in handen van het volk (dèmos = volk en kratein = macht hebben).






dictator: buitengewoon magistraat, benoemd voor de duur van zes maanden om een politieke noodsituatie op te lossen.



dominaat: De tweede peiode van het keizerrijk, na het principaat, van 284 tot 476.


... E ...



edict (Lat. edictum = bekendmaking): bevelschrift, verordening


... F ...



forum: Dit was de naam voor het centrale plein in elke Romeinse stad.
Het was een middelpunt voor het religieus, politiek en sociaal leven.


fresco: muurschildering met waterverf op verse kalklaag.




... G ...



gladiatoren: kampvechters die in het openbaar met elkaar op leven en dood vochten. Meestal waren het slaven of veroordeelde misdadigers.




... H ...



heirwegen: Men spreekt ook wel eens over heirbanen in dit geval. Het waren wegen aangelegd voor het leger zodat ze gemakkelijk van het ene dorp naar het andere konden. Ook voor het transport waren die wegen zeer nuttig.


... I ...



imperator: Hij die het imperium, opperbevel had. Sedert Caesar werd de titel permaent gevoerd en kreeg zo de betekenis van keizer.




infanteristen: voetvolk, zij nemen de directe strijd aan met de tegenstander





... K ...



kolonie: Een vestiging of inplanting van Romeinen buiten de stad Rome. De inwoners hadden allen het statuut van Romeins burger.



... L ...





latifundium: Een vorm van grootgrondbezit





legionair: één man behorende tot een legioen, de grootste legereenheid.





... M ...



mythologie: studie van de mondeling vertelde verhalen van een volk, meestal in verband met de goden.




... P ...



patriciër: Oorspronkelijk een adellijke burger van Rome; later een persoon uit een voorname stand.





plebejer: Oorspronkelijk een niet-patricisch vrije man in Rome; later een man uit het gewone volk. In onze taal wijst het eveneens op een persoon zonde veel fatsoen.




polytheïstisch: Mensen die geloven in meer dan één god






preator: hoofd van de rechtspraak en bevelhebber van de legioenen.




principaat: De eerste periode van het keizerrijk, voor het dominaat, van 31 v.C. tot 284 n.C.



punisch: Men noemde de oorlogen zo omdat de Romeinen tegen de inwoners van Cartago Puni of Poeni zeiden, dat was in hun taal gelijk aan Feniciërs.


... Q ...



quaestor: de schatmeester




... R ...



republiek: van het Latijnse 'res publica' d.w.z. openbare aangelegenheid. De republiek is een staatsvorm waarin geen vorst (keizer, koning) aan het hoofd staat, maar een 'president' (in Rome: de magistraten), rechtstreeks of onrechtstreeks gekozen door het volk.


... V ...



volkstribuun: speciale vertegenwoordiger van het volk, belast met het bijeenroepen van de volksvergadering en met het voorstellen van wetten. Hij bezat vetorecht.