Burgeroorlogen ...


In de eerste eeuw v.C. leidde de strijd tussen de volkspartij en de senaatspartij tot burgeroorlogen.
Na het conflict met de Gracchen wilde de senaatspartij de aandacht afleiden door oorlog te voeren in het buitenland, omstreeks 105 v.C. begint Rome een oorlog tegen de Germaanse stammen. Maar de generaals van de senaatspartij falen keer op keer en de volkspartij gaat Marius aanstellen als bevelhebber.
De overwinning werd behaald door zijn soldaten die de legerdienst tot hun beroep hadden gemaakt. Marius schaft dan ook de dienstplicht van de boeren af en gaat het vervangen door een leger van vrijwilligers. Meestal waren dit proletariërs die tegen betaling meerdere jaren in dienst kwamen. De macht van Marius gaat nu enorm groeien omdat iedereen rijk wilde worden door te vechten. Zo gaat hij de akkerwetten doen uitvoeren tegen de wil van de senaat in. De soldaten waren nu zo gebonden aan hun veldheer dat er het gevaar bestond dat ze zich konden keren tegen de senaat en dat verontruste hen.

In 83 v.C. keerde Sulla, ook een generaal en tegenstander van de ondertussen overleden Marius, terug na 4 oorlogsjaren. Sulla was een veldheer van de senaat. Met meer dan 40.000 soldaten marcheerde hij naar Rome.
Om de heerschappij van de senaat voor eens en altijd te vestigen, werd Sulla dictator. Allereerst vervolgde hij alle tegenstanders en verklaarde ze op openbaar uitgehangen lijsten 'vogelvrij', ze stonden dus niet meer onder de hoede van de wet.
Maar ook Sulla's maatregelen konden de heerschappij van de senaat niet blijvend vestigen. De senaat geraakte niet uit de problemen.
Integendeel, veldheren gaan met hun leger proberen de macht te grijpen.


Marius

Sulla

Doordat de senaat zo corrupt en onbekwaam was geworden moesten ze zorgen dat veldheren van de senaatspartij aan de macht kwamen, net als Sulla. Dit is natuurlijk slecht afgelopen want die veldheren kregen zoveel macht dat ze zonder moeite consul konden worden en de staat op hun eentje gingen regeren. Er kon hen niets gebeuren want ze hadden een leger achter hen.

In 60 v.C. gaan drie eerzuchtige veldheren met elkaar een driemanschap of triumviraat afsluiten. Deze drie mannen, Pompeius, Crassus en Julius Caesar hielden de schijn hoog dat ze samenwerkten om de eensgezingheid in Rome te herstellen maar niks was minder waar. Alle drie hadden ze alleen hun eigen politieke carrière voor ogen. Om hun gezag te vestigen moesten ze de senaat overwinnen, daarom schakelden ze de aanvoerders ervan uit. Hierna verdeelden ze de provincies onder elkaar: Caesar kreeg Gallië en Illyrië, Pompeius kreeg Afrika en Spanje en Crassus kreeg het oosten. Pompeius was zo tevreden dat hij huwde met Caesar's dochter, Julia. Dit schepte een band tussen hen.


Pompeius

Crassus

Caesar

Voor Caesar waren die provincies van levensbelang, hij kon er een leger mee onderhouden en militaire reputatie mee verwerven. Hij trok op naar Gallië om de resterende Germaanse volkeren te onderwerpen en bij Rome te voegen, zo onderdrukte hij de barbaren die het westen bedreigden. Dit gaf hem grote aanzien want die stammen gaven zich niet zomaar gewonnen, het werd een harde strijd. In 52 v.C. werd Gallië in 3 provincies ingedeeld: Aquitanië, Celtica en Belgica.
Ondertussen bleef Pompeius in Rome. Hij herstelde daar de orde na een periode van complete wanorde en werd dus de eerste man van de stad maar hij kreeg bang van Caesar want die ging hem die plaats ontnemen als hij terug kwam. Van Crassus was er toen al geen sprake meer, die was gesneuveld en de band tussen Pompeius en Caesar was er ook niet meer want Julia overleed.
Pompeius dacht nog te kunnen winnen door de senaat tegen hem op te zetten maar Caesar was al onderweg naar Rome met zijn leger. Pompeius vluchtte naar Griekenland. Daar maakte Caesar gebruik van en versloeg Pompeius' leger in Spanje. Vervolgens trok Caesar Pompeius achterna. hij werd uiteindelijk vermoord in Egypte door aanhangers van Caesar.
Caesar bleef in 47 v.C. volkomen alleen over zonder rivaal, met een senaat door hem zelf gekozen en met een bewonderingswaardig leger.
In 46 v.C. slaagde Caesar erin zich door het volk en de senaat tot dictator te laten benoemen voor een periode van 10 jaar en in 45 v.C. voor de rest van zijn leven. Als imperator was hij oppperbevelhebber over alle troepen.
Caesar gaat zich stortten op zijn werk en proberen de Romeinse staat te redden uit de bestuurschaos. Hij gaat de kalender aanpassen en grootse bouwwerken uitvoeren, Rome bloeide weer even.
Toch had Caesar ook vijanden, heel wat senatoren verdachten hem ervan koning te willen worden.
Om de republiek te redden werd Caesar door een groepje samenzwerende senatoren in 44 v.C. in de senaat vermoord.
Het kwam opnieuw tot onlusten.




Naar SPANNINGEN
Naar EINDE REPUBLIEK