Het Kempisch Legioen. De dubbele strijd van een verzetsbeweging 1942 - 1944 en 1944 - 1961. (Ward Baeten) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Voorwoord
Het citaat, waarmee ik besloot mijn thesis aan te vangen, fungeerde als inleiding op een artikel dat een stukje van de geschiedenis van het Kempisch Legioen. Het werd geschreven in augustus 1945. Nu, bijna zestig jaar later, probeer ik wat in het artikel beschreven werd en hetgeen ervoor en er na met deze organisatie gebeurde opnieuw te beschrijven. De gebeurtenissen tijdens Wereldoorlog Twee is iets wat de mensen nog steeds intrigeert. Dit wordt ruimschoots geïllustreerd door de vele historische films die over dit onderwerp gemaakt worden. Het is een onderwerp waarover ook ikzelf al heel snel erg geïnteresseerd in was. Dit was mede het gevolg van de geschiedenis van mijn familie. Mijn grootvader werd namelijk na de oorlog als collaborateur veroordeeld tot vijf jaar gevangenschap. Verhalen hierover werden ons, net als andere oude familieverhalen van kindsbeen, af vaak verteld. Zo werd ik, naast het overtuigde flamingantisme, groot met een collaboratieverleden. Ik wist dus bijgevolg al wel wat af van de “verkeerde kant” of misschien beter gezegd “de zwarten”. Maar hoe zat het met de witte kant, de mensen die ervoor kozen de strijd aan te gaan tegen de bezetter en diegene die zich, zoals mijn grootvader en anderen uit mijn familie, aan de kant van de bezetter hadden geschaard. Samen met mijn interesse voor deze periode was dit de motivatie om dit onderzoek aan te vangen. Bij de aanvang van mijn hogere studies werd ons geleerd kritisch te staan tegenover alles en dat het nuttig was de achtergrond van de schrijver te kennen om zo beter de waarheid en de onjuistheden uit een document te kunnen halen. Ik heb dit onderzoek als objectief wetenschapper proberen te volbrengen. Mijn achtergrond kan ik niet uitschakelen en deze zal onbewust zeker mijn scepticisme beïnvloed hebben. Toch denk ik te mogen stellen dat dit onderzoek geen duidelijke kleur draagt en voor objectief kan doorgaan.
Het resultaat dat ik hier, na twee jaar werk, kan neerleggen zou er natuurlijk niet gekomen zijn zonder de hulp en steun van sommige mensen. Het is daarom meer dan normaal dat ik een woord van dank tot hen richt. Vooreerst is er mijn promotor professor De Wever die me er op wees dat er een verzetsbeweging was, waarover amper iets geweten was. Zo bracht hij me op het spoor dat tot dit resultaat geleid heeft. Zijn uitstekende kennis van deze periode en begeleiding waren een grote hulp. Dan zijn er ook nog de mensen van de verschillende archiefdiensten. Aan de mensen van het Soma, de militaire archieven in Evere, de dienst oorlogsslachtoffers, het stadsarchief van Turnhout en het archief van de Witte Brigade Fidelio ben ik heel wat dank verschuldigd. Ook dhr. Huybrechts, lid van het KL, en mevrouw Maes, de weduwe van KL commandant Dupret, leverden een belangrijke bijdrage tot dit onderzoek. De twee mensen die er het meest voor gezorgd hebben dat dit resultaat hier nu ligt zijn Jan Laplasse en Johan Van Bourgonie. Jan Laplasse, die momenteel aan het Soma werkt aan een doctoraat over het verzet in Vlaanderen, hielp me niet alleen aan een massa archief. Hij was met zijn eigen ervaring als licentiaat geschiedenis en zijn omvangrijke kennis over het verzet een erg grote hulp. Johan Van Bourgonie, die zelf lid van het KL, bezorgde me de documenten die mevrouw Maes over dit stuk van het verleden van haar man bezat. Daarnaast maakte hij zijn eigen onderzoek over bepaalde zaken die in dit werk behandeld zullen worden en waarvan ik erg dankbaar gebruik mocht maken. Met hem had ik vele leerrijke gesprekken.
Tot slot bedank ik ook mijn familie en vrienden. Mijn zus voor mijn zus te zijn en mijn broer voor iets gelijkaardigs en zijn onmetelijke informatica kennis. Mijn vrienden, waarvan er een groot aantal nu net als ik hun thesis aan het neerpennen zijn. KSA Zulte voor hun begrip dat ik even iets minder tijd had voor hen. Mijn vader wiens encyclopedische kennis en zijn bereidheid om als eerste lezer op te treden een enorm grote hulp was. En mijn tante, zonder wie ik nooit zou hebben kunnen volharden in mijn studies. Jammer genoeg is ze er nu niet meer bij, om samen met mij van het resultaat te genieten.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |