De weg naar het Hof. De activiteiten van 43 grafelijke ambtenaren in Den Haag aan het eind van de Middeleeuwen (1483-1506). (Serge ter Braake)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bijlage 1

 

Biografisch repertorium A: biografieën van alle ambtenaren uit de populatie

 

In deze bijlage zijn alle gegevens die verzameld zijn over de heren uit de populatie samengebracht.

De opbouw van de biografieën is grotendeels overgenomen van die van het Biografisch repertorium van Mario Damen in De Staat van Dienst (Bijlage I) en vervolgens uitgebreid om plaats te bieden aan de extra deelvragen die in deze scriptie verwerkt zijn. Een groengedrukte naam betekent dat deze persoon ook deel uitmaakt van de populatie en dus elders is opgenomen in Biografisch repertorium A. Een * achter een naam betekent dat deze persoon is opgenomen in Biografisch repertorium B. Een aantal gegevens heb ik schuingezet omdat ze niet zo betrouwbaar zijn als de rest van de informatie. Dit heb ik gedaan als de gegevens alleen uit de werken van Boitet, Balen of Van Gouthoeven (zie literatuurlijst) komen en verder niet ondersteund worden door bronnen of modernere literatuur. Dit omdat het enthousiasme van de voornoemde heren helaas niet geëvenaard werd door hun nauwkeurigheid.

Bij punten 12 en 13 heb ik me moeten beperken tot het aangeven van de meest duidelijke en voor de scriptie meest relevante relaties. Een relatie is slechts vermeld als er duidelijk bewijs is voor een regelmatig buitenambtelijk contact. Een relatie is met het algemene woord "vriend" beschreven als er alleen aanwijzingen zijn voor een goede relatie, zonder dat er meer over de band tussen de twee heren gezegd kan worden. De biografieën zijn op deze manier opgebouwd:

 

Achternaam, voornaam en voorvoegsels,

(Niet te verwarren met; relevante alternatieve spelling van naam)

1. Geboortedatum-Sterftedatum

2. Titels (universitair, adellijk, heerlijkheden, kastelen)

3. Afkomst (stad, indien niet bekend gewest)

4. Ouders

5. Echtgenote

6. Kinderen en schoonkinderen

7. Universitaire studie (stad, jaar van inschrijving, beklede ambten)

8. Ambten bekleed bij het Hof van Holland

9. Overige in vorstelijke dienst beklede ambten

10. Ambten bekleed in dienst van andere personen of instellingen

11. Overige functies, bindingen en positie binnen Den Haag (bezit van land en huizen, betrokkenheid bij broederschappen, memories, grafkapellen)

12. Buitenambtelijke relaties met anderen uit de populatie voor zover nog niet gebleken uit 4, 5 en 6. Persoon: relatie

13. Buitenambtelijke (relevante) relaties met mensen buiten de populatie voor zover nog niet gebleken uit 4, 5 en 6. Persoon: relatie

14. Lid van overige verenigingen/partijen (Orde van het Gulden Vlies, Hoeken/Kabeljauwen)

15. Overige bijzonderheden

archiefbronnen; uitgegeven bronnen en literatuur

 

Overige betekenis van gebruikte tekens:

 

< = in ieder geval op die datum, misschien eerder

> = in ieder geval tot en met die datum of dat jaar, wellicht tot later

x = getrouwd met

 

 

Abbenbroek, Gerrit van,

1. ?- 5-7-1494

2. ridder 1486, heer van Abbenbrouck, heer van 's Gravenambacht

3. Delft?

4. Boudewijn Hart x Catharina, dochter van Hendrik van Abbenbroek

5. Catharina, zus van Brunink van Boshuizen

6. -

7. -

8. onbezoldigd raadsheer 1477; raadsheer 22-05-1482 -- 05-07-1494

9. schout van Delft 1468-1469; baljuw van Geervliet 1482-1487;  baljuw van Rotterdam 1484-1494 (G. liet het ambt uitoefenen door Jan Bijl); baljuw en dijkgraaf van Woerden 1490-

10. ruwaard, baljuw en dijkgraaf van Putten en Strijen en kastelein van Geervliet voor Karel van Charolais 1465-1477; hoogheemraad van Delfland 1469-1493

11. -

12. -

13. -

14. G. wordt wel tot de Kabeljauwen gerekend.

15. G. werd in 1481 door Hoeken in een gevecht aan de Vaart bij Utrecht gevangen genomen. 

RekReg 4  f.65v, 91v; RekRek 185 f. 22r, 190 f. 17r, f. 55v; Van der Aa, Biografisch woordenboek I, 26-27; Damen, Staat, 441.

 

Almonde, Jacob van,

1. ?- 26-01-1506

2. meester, heer van Weena, Blommersdijk en Beukelsdijk 1498

3. Holland

4. Filips van Almonde of: Jan van Almonde x dochter van Boudewijn Drenckwaert

5. Catharina van Eversdijk

6. Michiel; Jan x Petronella van der Werve; Filips; Anna x 1 Jacob van Mathenesse, 2 Bartholomeus van Egmond; Arendina x Gijsbrecht van Duivenvoorde; Maria, non in het klooster van Loosduinen; Hillegond, non in sint Aechten te Delft; Grietje

7. -

8. advocaat-fiscaal 17-7- 1473 -- 28-3-1477; raadsheer 30-5-1480 -- 26-1-1506

9. raadsheer-rekwestmeester in de Grote Raad 1477-1480

10. advocaat van Leiden 1472; advocaat van Den Briel 1476-1477; hoogheemraad van Schieland en Delfland 1502-1505; samen met Jacob Ruysch kapelaan (?) van de Sint-Lambertuskerk in Oostvoorne  1493/94-; schout en dijkgraaf van de Korendijk <1498 - >1500

11. J. bezat een huis in de Denneweg.

12. -

13. -

14. -

15. J. bezat hofsteden, land en lucratieve (vis) rechten te Pernis, Rijswijk, Lisse, Beukelsdijk en Blommersdijk.

AL 70; RekRek 185 f. 53v, 340 f. 184v; Van Dam, Vissen, 35; Damen, Staat, 441; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 152; Pabon, Hofboeken, 305-306.

 

Assendelft, Bartout van,

(Niet te verwarren met meester Bartout van Assendelft (1472 - 19-1-1549, begraven in de Parochiekerk te Haarlem), secretaris van het Hof van Holland 150l- 1549, ontvanger van de exploten 1512.)

1  ca. 1438 - > 1502

2. meester, doctor Romeins recht

3. Leiden?

4. Gerrit van Assendelft (schout van Warmond 1463-1465 en van Rijnsburg 1468-1469) x Ave, dochter van Wendelmoed van Schoten

5. -

6. Ave

7. Leuven 1453; Parijs 1455-1456; Bologna < 1462; Padua < 1462; Ferrara 1462

8. advocaat-fiscaal  12-4-1477 -- 31-12-1479; onbezoldigd raadsheer 1489-1497; procureur generaal 2-2-1489 -- 23-7-1490; advocaat postulant < 1499 - > 1501

9. rentmeester van de bewapening van de Utrechtse oorlog 1482

10. advocaat van diverse steden bij de Raad: Leiden 1468-1477; Haarlem 1475-1480; Gouda 1469, 1475, 1477-1478; landsadvocaat van de Staten van Holland 1480-1489, 1494-1497

11. B. bewoonde in ieder geval na 1466 in Den Haag een huis aan het Lange Voorhout naast de versterkte woning van Tielman Oom van Wijngaarden*. In 1480-81 werden op kosten van Haarlem twee glasramen in deze woning gezet. Hij verkocht op 5 oktober 1498 vijf hond land, 'gelegen, benoirden hout, bij de Cackstoel tusschen de Oude Wateringhe en de Houtwech'. B. huurde in 1482 een perceel bij de westzijde van de Beeck in de buurt van de Denneweg. Tot 1482 huurde hij nog een perceel in de buurt van de Denneweg. B. was schutter in het Sint-Jorisschuttersgilde in 1487. B. stichtte minstens één memorie in de Sint-Jacobskerk.

12. -

13. -

14. B. was een Kabeljauw.

15. -

DHMM 2 f. 87r, 412 lijsten achterin; DHSJ 12 deel 2 f. 11v; HvH 478-479 passim, 1029 passim, 1787-1789 passim, 478 sen. 26, 1030 sen. 104, 1031, sen. 241; RekRek 185 f. 53v, 186 f. 51r; Damen, Staat, 443;  Fölting, 'Landsadvocaten', 301- 303; Van Gent, 'Pertijelike saken', 227; Pabon, Hofboeken, 36-38, 46; Tervoort, Iter Italicum, biographies 22.

 

Assendelft, Gerrit van,

1. ?-  9-10-1486

2. knaap, heer van Assendelft en op de Assumburg, van Heinenoord en Bezoijen

3. Kennemerland

4. Dirk van Assendelft  x Christina, dochter van Gillis van Kralingen

5. Beatrix,  dochter van Jan van Dongen en Catharina van Bezoijen

6. Jan x Aleid van Kijfhoek; Dirk, kanunnik van het Domkapittel; Klaas x Aleid van Kijfhoek; Beatrix; Catharina x 1 Adriaan van der Lek, 2 Joost van Halewijn

7. Opleiding in het klooster van Middelburg? Keulen 1430?

8. raadsheer 8-7-1453 -- 9-10-1486

9. baljuw van Beverwijk 1446-

10. hoogheemraad van Delfland 1471-1483; raadsheer van David van Bourgondië, bisschop van Utrecht 1459 (benoeming)

11. G. had een huis en een boomgaard aan het Westeinde in Den Haag in leen van de abt van Middelburg waar hij rond de tijd van zijn overlijden ook woonde. Daarnaast had hij percelen in de buurt van de Lorreseteeg en de Denneweg. G. heeft een grafkapel in de Sint-Jacobskerk. G. schonk ook geschilderd glas aan de Sint-Jacobskerk en stichtte er meerdere missen.

12. -

13. Gijsbrecht van Brederode (domproost van Utrecht): G. werd door hem gemachtigd de helft van zijn perceel in Den Haag aan iemand anders over te dragen.

14. G. wordt wel tot de Hoeken gerekend.

15. G. wist zijn goederenbezit te vergroten dankzij strategisch huwelijk en zijn positie als raadsheer.

Vre 248 f. 2v; Van  den Brandeler, De Groote- of St. Jacobskerk, 10-11; Damen, Staat, 212, 443-444; Glaudemans, 'De hand van de dode', 80; Pabon, Hofboeken, 33-34, 137-138, 233-234, 273-274.

 

Berendrecht, Willem van,

1. ca. 1447 - 1527

2. meester, doctor in kanoniek recht

3. Leiden

4. Gerrit Lam van Berendrecht x Margriet

5. Barbara Coppier

6. Joost; Jan; Aechte; Badeloge

7. Leuven 1462

8. onbezoldigd raadsheer 1473-1477, 1490-1493; raadsheer 30-05-1480 -- 22-05-1482, 13-10-1493 -- 20-01-1509

9. baljuw van 's Gravenzande 1477-1501 (Willem van Zwieten* was in 1477 daartoe benoemd maar vanwege zijn werkzaamheden als griffier kon hij het ambt niet vervullen en deed het over aan W.).

10. -

11. W. bezat vier percelen in de Filips Pellenlaan. Rond 1512 bezat W. een vijfde deel van een perceel tussen de Hoflandse weg en de Jan van IJsselsteinlaan, een perceel van het land dat Jacoba van Beieren uitgaf, een perceel in de Pieter Cocksteeg, twee percelen vlakbij de Hoflandse weg in de buurt van de Lorresteeg, twee percelen tussen de Jan Hendrikszoentraat en de Kerkstraat (waar hij ook zijn vaste residentie had), en twee percelen en drie extra kamers in de Jan Hendrikszoenstraat. W. stichtte een memorie in de Sint-Jacobskerk.

12. Jan van Haarlem: buurman

13. 1 Agnese Loenresloet: Agnese was de dochter van Hendrik van der Mije en de nicht van Gerrit van der Mije. W. kreeg in 1491 de goederen van Hendrik van der Mije in haar naam in leen; 2  Jacob (de latere heer van Calslagen) en Filips Coppier Hendriksz.: W. kreeg vanaf ongeveer 1475 het beheer over het erfdeel van Jacob en Filips (bij elkaar ongeveer 6 morgen en 24 hond) bij het overlijden van Hendrik Coppier.

14. W. kwam uit een Hoeksgezinde familie.

15. W. betaalde mee aan de Leidse boete van 1482. Door zijn huwelijk met Barbara Coppier kreeg hij vele bezittingen in Den Haag in handen.

DHMM 2 f. 85v; HvH 478-479 passim; RekRek 194 f. 96v, 335 f. 239v; Damen, Staat, 444-445, 475; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 164-165; Pabon, Hofboeken, 5, 7-8, 33, 35, 37, 39, 58-61, 64-65, 71, 77, 119, 123, 128, 278-279, 298-299, 311.

 

Beukelaar, Thomas,

(T.' achternaam wordt op veel verschillende manieren gespeld. Zelf ondertekende hij met 'Bockelaer'.)

1. ?- 30-4-1516

2. meester (vanwege het ambt van rekenmeester), knaap, heer van Alblasserdam < 1483, Ottoland 1494, van de ambachtsheerlijkheid van de parochie ‘s-Heeraartsberg ?-1502

3. Dordrecht

4. Simon

5. 1 Maria Maartensdr. tot deze overleed in 1498, 2 Margaretha Oom van Wijngaarden, dochter van Floris Oom van Wijngaarden Florisz.

6. Bij Maria Maartensdr.: Maria x Jan van Oudheusden; Juliana x Dirk Sonck Jansz.*

Bij Margaretha Oom van Wijngaarden: Margaretha x  1 Cornelis van Borselen Adriaensz (?), 2 Aart van der Goes de jonge (advocaat voor de Grote Raad van Mechelen 6 mei 1525-1544); Françoise x 1 Joost van Bueren, 2 Wijnand van Laar

7. -

8.rentmeester van de exploten 25-1-1486 -- 30-12-1489; rentmeester-generaal 1-1-1490 -- 31-12-1498

9. baljuw en ruwaard van Strijen 1477-1516; rentmeester van Zuidholland en Strijen 1480-1484, 1492-1498; rentmeester van de bede 1483-1487, 1492, 1494, 1497; schepen en burgemeester van mijns heren wegen in Dordrecht 1489-1490; rentmeester van Noordholland, Kennemerland, West-Friesland, Gouda, Schoonhoven en het land van Stein, Woerden, Gorinchem, het land van Arkel, Half-Asperen, Heukelum, Leerdam en Ter Leede,  Putten, Strijen, Amstelland, Waterland en Zeevang, Muiden en Gooiland 1492-1498 (uit hoofde van zijn functie van rentmeester-generaal); tollenaar van Geervliet < 1498; schout van Dordrecht 1499-1500; rekenmeester in de Hollandse Rekenkamer 6-5-1499 -- 30-4-1516 (na 1503 was T. niet meer actief als rekenmeester maar behield de titel en inkomsten van het ambt.)

10. ontvanger van de omslagen op de schildtalen 1484-1486, 1497-1504; tresorier van Dordrecht 1482

11. T. bezat in 1512 twee percelen in Den Haag tussen de Vijverberg en de Nieuwstraat en de Nieuwstraat en het Voorhout.

12. Jacob Pijnsen: vriend?

13. 1 Arend Beukelaar: broer? Arend volgde Thomas in 1485 op als rentmeester van Zuidholland en Strijen; 2 Cornelis Bouillin?*: vriend; 3 Jan de Heuyter Jansz.*: vriend; 4 Pieter Lanchals*: vriend.

14. -

15. In 1504 was T. de graaf nog 21.122 pond schuldig. In 1509 was T. er nog steeds niet in geslaagd het resterende verschuldigde bedrag aan de staat af te betalen. Hij probeerde met voorspraak van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk korting te krijgen op de aflossing.

ASH 1703-1706, 1721-1730; HvH 484 inleiding, 492 sen. 156, 493 sen. 342 (abusievelijk vermeld als 242), 495 sen. 297; RekReg 5 f. 115v, 490 f. 20v; RekRek 226-332, 577-584, 589-595, 922-925, 1121-1127, 1735-1741, 1894-1900, 2227-2233, 2340-2346, 2463-2469, 2556-2563, 2568-2574, 2943-2949, 3069-3075, 3392-3397, 4429, 180 f. 46v, 183 f. 31r,  190 f. 48r, 194 f. 47r, 196 f. 48r, 340 f. 189v-190r; SAL 558 f. 119v; Beroepen IV, dossier 334; Chronologische lijsten I, 194-195; Balen, Beschryvinge, 247, 300, 381; Van Dam, Vissen, 199-200; Fölting, 'Landsadvocaten', 316; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 76, 212;  Kort,' Repertorium op de grafelijke lenen in de Krimpenerwaard', 330-331, 'Repertorium op de lenen van de Hofstede Arkel en Haastrecht', 162-163, 'Repertorium op de lenen van de Hofstede Teilingen', 659; Pabon, Hofboeken, 339-341.

 

Boudijnsz., Jacob,

1. ca. 1453 - 1514/1515

2. meester, doctor

3. Haarlem

4. Boudijn Jan Boudijnsz.?

5. Josina van der Meer

6. -

7. Leuven 1468; Orléans 1469

8. onbezoldigd raadsheer 1504-1514

9. -

10. schepen van Haarlem 1483; pensionaris van Haarlem 1481-1491; pensionaris van Amsterdam <1487- >1497; secretaris van Haarlem 1490-1491; burgemeester van Haarlem 1491-1492

11. J. bezat drie percelen op de noordhoek van de Molenstraat.

12. Jan Boudijnsz.?: broer

13. -

14. -

15. J. was onderhandelaar tijdens de kaas- en broodopstand.

HvH 483-488 passim;  SAH 372 [19-62]  f. 58v, 380 [19-71] f. 36r; Procurateurs, 86; Kokken, Steden, 178, 287; Pabon, Hofboeken, 345-346.

 

Boudijnsz., Jan,

1. ca. 1452 - 11-03-1514

2. meester

3. Haarlem

4. Boudijn Jan Boudijnsz.?

5. Catharina, dochter van Jan van Naaldwijk

6. Boudewijn (monnik in en bibliothecaris van de abdij van Egmond); Aechte x 1 Hugo, bastaardzoon van Hugo van Zwieten, 2 Jasper van Hogelande (raadsheer 1515-1546)

7. Leuven 1467; Keulen 1476, 1477, 1479

8. advocaat-fiscaal 5-12-1481 -- 3-6-1489; raadsheer 24-07-1494 -- 11-03-1514

9. inner van een rente van Jacob Pijnsen voor het Sint-Nicolaasgasthuis <1505 - 1510

10. landsadvocaat van de Staten van Holland 1489-1494; advocaat van Margareta van York bij de Raad 1490-1503

11. J. bezat een huis op de Vijverberg en een perceel in de Nobelstraat en de jonkvrouw Ydenstraat. J. was schutter in het Sint-Jorisschuttersgilde in 1487. J.s weduwe stichtte een memorie in de Sint-Jacobskerk.

12. Jacob Boudijnsz.?: broer

13. Willem van Naaldwijk: J. bezat bij zijn dood het harnas, de boeken en brieven van Willem van Naaldwijk.

14. -

15. J. was een begunstiger van de abdij van Egmond.

DHSJ 12 deel 2 f. 3v; DHMM 1 p. 35; DHSN 18 f. 168r, f. 233v, f. 283r; HvH 490 sen. 202-203, 299; RekRek 190 f. 57r; MR, xlvi; Damen, Staat, 450; Fölting, 'Landsadvocaten', 304-305; Pabon, Hofboeken, 175, 178, 339-340.

 

Clamp, Jacob,

1. < ca. 1445 - >1519  <1523

2. -

3. -

4. Klaas

5. Liesbeth (Jan Pietersdr.) Coppier

6. Klaas*

7. -

8. In 1492 wordt vermeld dat J. al 32 jaar dienstbaar was geweest als suppoost en klerk in Holland. Controleur 1492 - > 1511; ontvanger van de exploten 9-1492 -- > 29-12-1494 (vanaf 20 augustus gedeeld met Karel Grenier); ontvanger van de espargnes en extra-ordinaire partijen 23-2-1493 -- 23-2-1494

9. klerk van de rentmeester van Noordholland ? < 1484-1487; rentmeester van het Haagse bos 1486 - 1492 (onder de hand van Filips van Wassenaar)

10. -

11. J. bezat ca. 1482 een perceel in de buurt van de Denneweg, twee huizen in de buurt van de Laan en de Lorresteeg, het voorhuis aan de Vijverberg en een huis in de Jonkvrouw Ydenstraat. Rond 1512 bezat hij nog een tuin in de buurt van de Denneweg, een huis in het Noordeinde en een perceel in de Hoogstraat. J. was lid van de broederschap van Sint Laurens <1494 - >1519 en rederijker binnen het gilde in 1494.

12. Karel Grenier, Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: mederederijkers

13. -

14. J. kan door zijn band met Filips van Wassenaar tot het Kabeljauwse netwerk gerekend worden.

15. Zijn vele bezittingen had J. misschien net als Willem van Berendrecht te danken aan een huwelijk met een dochter van de familie Coppier. In 1519 procedeerden J. en zijn echtgenote tegen elkaar, nadat laatstgenoemde daarvoor al enkele malen zelf optrad in een rechtszaak. In 1523 werd het J.s weduwe toegestaan om de kamer of 'huysinge' staande op het Binnenhof te bewonen op voorwaarde dat ze het huis zou verlaten of genoeg ruimte zou maken als de keizer, regent of gouvernant in Den Haag kwam.

AGH 2120 b f. 259r; HvH 481 sen. 67 b,  490 sen. 222,  494 sen. 146; RekRek 1977-1983, 4432-4433, 4624, 4433 brief van Jan Willemsz. aan Maximiliaan (inliggend), 4434 inleiding; Van Boheemen, Retoricaal, 308; Couquerque, 'Klachten', 79-80; Van Heussen, De oudheden en gestichten van Delft, 370; Van Kan, Databank; Pabon, Hofboeken, 46, 65, 70, 128, 163, 165, 295-296, 303, 305, 308-309, 363-364.

 

Coulster, Abel van,

1. ca. 1468- 21-9-1548

2. meester, ridder >1535 <1544

3. Dordrecht

4. IJsbrand van Coulster* x Machteld van Alkemade

5. Ysabeau Longin, dochter van Simon Longin en Marguerite de Berthos

6. bastaard: Sibilla (bij ene Geertruid, gelegitimeerd in 1537) x Jan van Dam*; Maria x Anton van Kats (onbezoldigd raadsheer 1549-1554); Adriana x 1 Jan van Dommelaar, 2 Jan Fruytier; Machteld x Arend de Juede (in 1570 als kastelein van Loevestein doodgeschoten door geuzen)

7. Keulen 1490; Orléans 1494

8. onbezoldigd raadsheer 1504-1506; raadsheer 27-7-1506 -- 29-10-1515, 23-7-1516 -- 21-9-1548

9. -

10. -

11. A. bezat in 1512 een perceel in de buurt van de noordzijde van de Nobelstraat en de Jonkvrouw Ydenstraat.

12. -

13. Erasmus: goede kennis

14. -

15. Het kasteel van de Van Coulsters werd in 1517 door Geldersen in de brand gestoken. A. werd in 1539 verdacht van ketterij en moest antwoorden op de beschuldiging dat hij niet geloofde in het vagevuur. Hij zou contact gehad hebben met een pastoor met ketterse ideeën en een priester aangespoord hebben om Erasmus verbaal te verdedigen. Hij had ook persoonlijk contact met Erasmus getuige een brief uit 1533 van Erasmus die aan hem gericht was.

HvH 483-485 passim; RekRek 340 f. 189v; MR, xlv, xlvii; Procurateurs, 176; Van der Aa, Biografisch woordenboek III, 777-778; Allen, Opus epistolarum X, epistola 2800; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 163; Van Heussen, De oudheden en gestichten van Delft, 361; Kort, 'Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland', 405; Van Nierop, 'Adellijke bastaarden', 16; Van Nierop, Van ridders tot regenten, 156; Pabon, Hofboeken, 361; Plomp, 'Legitimaties', 112.

 

Dorp, Cornelis van,

1. ca. 1425-  22-2-1503

2. ridder 1486, heer van Dorp 1445, van Benthuizen 1466-1488

3. Delft

4. Jan van Dorp x Aleid van der Woude alias van Alkemade

5. 1 Elisabeth van Almonde; 2 Aagte van Boshuizen

6. Uit Elisabeth van Almonde: Jan x Catharina van Abbenbroek; Cornelis (studeerde te Leuven) x Josina van Roetselaar; Arend (priester); Gerrit (kanunnik); Anton (ridder Duitse orde?); Jacob x 1 Elisabeth van Alphen, 2 Machteld van der Does; Adriaan x 1 Cornelia van Abbenbroek, 2 Josina van Weijburg; Elisabeth x Albrecht van Adrichem; Maria x Pieter Hubrechtsz van Schiedam; Magdalena x 1 Willem van Adrichem, 2 Daniël van Kralingen

7. -

8. onbezoldigd raadsheer 1477-1479, 1487-1489, 1493; bezoldigd raadsheer 18-2-1493 -- 22-2-1503 (opvolger van Filips van Wassenaar)

9. baljuw en dijkgraaf van Delfland 1466-1480 (resigneert het ambt in 1480 aan Filips van Wassenaar), 1494 - ?; baljuw van Maasland 1469-1480 (wordt opgevolgd door Filips van Wassenaar)

10. schepen van Delft 1460, 1463, 1475, 1484; lid van de veertigraad van Delft 1476; burgemeester van Delft 1480-1482, 1485, 1487, 1490; hoogheemraad van Delfland 1492-1496

11. C. werd begraven in de Hofkapel naast het Petrus- en Paulusaltaar.

12. 1 Jan van Wassenaar: leenheer; 2 Jacob Ruysch: vriend

13. -

14. C. kan door zijn relaties met de Van Wassenaars tot het Kabeljauwse netwerk gerekend worden.

15. C. onderhield goede betrekkingen met de abdij Leeuwenhorst.

HvH 478-479 passim, 478 sen. 147; RekRek 194 f. 93v, 337 f. 167r; Damen, Staat, 455, 489; Janse, Ridderschap, 450; De Moor, 'Schenkers van glasramen', 49, 67.

 

Duivenvoorde, Jan van,

1. 1467 - 1-7-1543

2. meester, ridder < 1528, heer van Warmond, Esselikerwoude en Alkemade 1526, heer van Starrenburg en Noordwijkerhout

3. Holland (stond in Orléans ingeschreven als inwoner van Leiden)

4. Arend van Duivenvoorde x Margaretha van IJsselstein

5. Maria van Mathenesse, dochter van Filips van Matenesse en Maria van den Woude

6. Maria x Jan van Doornick (raad van Amersfoort); Jacob (raadsheer 1573-1575) x Hendrika van Egmond; Margaretha (juffer in het klooster van Bedbur); Gijsberta (non in Rijnsburg); Ienne, (proostin in Nivelles); Adriana (kanunnikes in Nivelles), later x Gijsbrecht van Bronkhorst; Jan (schepen van Haarlem 1562, 1564; burgemeester en vroedschapslid van Haarlem 1565-1566; kolonel van de schutterij te Haarlem ) x 1 Margriet van Liere, 2 Magdalena van Foreest; Maria en Anna, kanunnikessen in Bergen; Jacoba, kanunnikes in Maubeux

7. Orléans 1497-1499

8. onbezoldigd raadsheer 1500-1508; bezoldigd raadsheer 20-3-1508 -- 29-10-1515, 23-7-1516 -- 1-7-1543

9. J. had zitting in het leenhof in Den Haag dat in 1520 werd opgericht.

10. hoogheemraad van Rijnland 1503-1515; hoogheemraad van Schieland 1503-1543; rentmeester van de abdij Leeuwenhorst 1531-1544

11. J. bezat vermoedelijk een huis op de Vijverberg.

12. Floris Oom van Wijngaarden Jansz. : zwager

13. Jacob Oom van Wijngaarden*: zwager 

14. J.s vader behoorde tot de Kabeljauwen.

15. J. werd begraven in Mariënhaven in Warmond. J. en zijn echtgenote onderhielden goede banden met de abdij Leeuwenhorst.

HvH 481-485 passim, 502 inleiding; RekRek 342 f. 140r; MR, xlv, xlix; Procurateurs, 184; Brand, Over macht, 94; Brokken, Heren van Stand, 94, 96; Van Drie, 'Inhoud en gebruik', 88; Van Gent, 'Pertijelike saken', 260; Molhuysen, Nieuw Nederlands biografisch woordenboek I, 772; De Moor, 'Schenkers van glasramen', 67-68; Van Nierop, Van ridders tot regenten, 20-21, 159, 167; Pabon, Hofboeken, 468-469.

 

Egmond, Jan van,

1. 1438 - 21-8-1516

2. ridder 1465, heer (vanaf 1486 graaf) van Egmond, Baer, Purmerend, en Hoogwoud en Aartswoud 1490

3. Holland

4. Willem van Egmond x Walburga van Meurs

5. Magdalena, gravin van Werdenburg (nicht van hertog Maximiliaan)

6. Josina; Josina x Jan II van Wassenaar, zoon van Jan van Wassenaar; Walburga x Willem graaf van Nassau; Catharina x Frank van Borselen, zoon van Floris bastaardzoon van Frank van Borselen; Anna (abdis van Loosduinen); Willem; Johanna x George Schenk; Jan x Françoise van Luxemburg, achterkleindochter van Lodewijk van Gruuthuse; George (bisschop van Utrecht); Filips. Bastaard: Allard x Geerte Wiggersdr.

7. -

8. raadsheer 12-4-1477 -- 16-4-1477; stadhouder 7-10-1483 -- 19-9-1515

9. J. pachtte in 1463 het schoutambacht van Alkmaar voor vijftig jaar; landdrost van Zutphen 1473-; gouverneur van Arnhem 1475-; baljuw van Nyenburch 1476-1478 (hierna liet hij het ambt waarnemen tot na 1500); baljuw van Putten 1480-1499; kastelein van Gorinchem en drossaard van het Land van Arkel en Gorinchem 1480-1516; baljuw van de Veluwe -1487; kastelein van Teilingen in de naam van de heer van Veere 1487-1503; dijkgraaf van Geestmannerambacht 1495

10. dijkgraaf van Delfland 1461

11. J. bezat een kasteelhuis aan de Vijverberg. J. was deken van het Sint-Jorisschuttersgilde <1487 - >1499. J. richtte (vermoedelijk na 1494) de rederijkerskamer de (groene) Laurierspruit op met het devies 'Laet vaeren droefheit'. J. liet een jonggestorven dochter in de Hofkapel begraven.

12. Jan en Filips van Wassenaar: hoofdmannen van het Sint-Jorisschuttersgilde in 1486 en 1491 en naaste bondgenoten in de oplaaiende partijstrijd sinds 1479

13. 1 Maximiliaan van Oostenrijk: aangetrouwde neef; 2 Mathyas de Thayes: hofmeester van J. en hoofdman van het Sint-Jorisschuttersgilde; 3 Jan II van Wassenaar, zoon van Jan van Wassenaar: J. was één van zijn voogden en later zijn schoonvader.

14. J. ontpopte zich sinds 1479 als leider van de Kabeljauwen. J. werd vliesridder in 1491.

15. J. maakte een tocht naar het Heilige Land en werd daar in 1465 tot ridder geslagen. Hij was aanwezig bij de kroning van Maximiliaan in Aken tot rooms-koning. In 1479 kwamen J. en zijn Kabeljauwse bondgenoten in conflict met de Hoeken onder leiding van Wolfert van Borselen, wat uiteindelijk in het voordeel van de eersten is uitgepakt. J. genoot grote populariteit als kampioen van de Kabeljauwen. J. heeft zich vele malen op het slagveld weten te onderscheiden: tijdens de burgeroorlog in Gelre 1465-1471, de verovering van Gelre 1473, de belegering van Neuss 1474-1475, de overrompeling van het Hoekse Dordrecht 1481, de oorlog met Utrecht 1481-1483, de Jonker Frans-oorlogen 1488-1490, de opstand van het Kaas- en Broodvolk 1491-1492. Meermalen hield hij hof op het slot Egmond, ontving Hollandse afgevaardigden en onthaalde de naburige adel op zijn ridderzaal. Hij werd begraven in de kerk bij het slot Egmond. J.s bijnaam was Mancke Jan.

DHSJ 12 deel 2 f. 20v, 13, 16; RekRek 3816-3832, 180 f. 35r; 190 f. 34r,  183 f. 61v, 191 f. 43v, 196 f. 92v, 337 f. 173v; Van der Aa, Biografisch woordenboek V, 51-52; Van Boheemen, Retoricaal, 304; Brokken, Heren van stand, 48; Damen, Staat, 456-457; Van Gelder,'Broederschap', 19; Van Gent, 'Pertijelike saken', 223-229, 304; Van Herwaarden, Dordrecht, 176; Van Heussen, De oudheden en gestichten van Delft, xc; Janse, Ridderschap, 128; Prins., 'Grafzerken', 457; Schotel, Dordrecht,  3, 21.

 

Essche, Jan van,

1. ?- 14-10-1505 (en niet 1498!)

2. -

3. Dordrecht? (het baljuwschap van Zuidholland was in de vijftiende eeuw gemonopoliseerd door Dordtenaren)

4. Jan

5. -

6. Klaas*

7. -

8. rentmeester-generaal 1-1-1480 -- 31-12-1489; extraordinaris raadsheer met pensioen 1-1-1490 -- 14-10-1505

9. rentmeester van Gorinchem, het land van Arkel, Half-Asperen, Heukelum en Ter Leede 1477-1479; rentmeester van Zuidholland en Strijen 1477-1479; tollenaar van Gouda 1477

10. kamerdienaar van de graaf van Charolais 1467

11. J. liet in 1484 een grafkapel in de Kloosterkerk in Den Haag bouwen. J. was schutter in het Sint-Jorisschuttersgilde in 1487.

12. -

13. -

14. -

15. In 1491 werd J. voor de Grote Raad gedaagd vanwege gepleegde fraude tijdens zijn ambtstermijn als rentmeester-generaal.

DHSJ 12 deel 2 f. 11v-12r; HvH 478-484 passim; RekRek 339 f. 148r; Damen, Staat, 459; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 76; Janse, Ridderschap, 387.

 

Goudt, Jacob,

1. ?-12-9-1510

2. meester, heer van de Lek

3. Den Haag

4. Arend Goudt (juwelier in Den Haag) x Elizabeth Boot (afkomstig uit een vooraanstaande Dordtse familie)

5. Cornelia van Goer, dochter van Jordaan van Goer (ook afkomstig uit Den Haag)

6. J. is kinderloos gestorven.

7. -

8. rentmeester van Noordholland 1-1-1501 -- 12-9-1510 (opgevolgd door Willem Goudt*)

9. tollenaar van Gouda en Spaarndam 1497-1500; dijkgraaf van de Krimpenerwaard 1498-1507; rentmeester van Gouda, Schoonhoven en het land van Stein en rentmeester van Woerden 1501-1510

10. rentmeester? van Naaldwijk <1494 - > 1495; rentmeester van de omslagen 1508-1509; rentmeester van de abt en prelaat van Egmond <1501; hoogheemraad van Delfland 1505-1510

11. J. had een huis bij de Kneuterdijk. J. was opperste gasthuismeester van het Sint-Nicolaasgasthuis uit hoofde van zijn functie van rentmeester van Noordholland 1501-1510.

12. -

13. Willem Goudt*: neef? (in ieder geval geen broer, zoon of zoon van een broer) en opvolger

14. -

15. -

ASH 1749-1750; HvH 482 sen. 115, 492 sen. 174 en 246, 1028 sen. 25, 35 en 195; RekReg 5 f. 94v; RekRek 335-345, 1744-1753, 1902-1911, 195 f. 89r; Chronologische lijsten II, 155; Van Herwaarden, Dordrecht, 277-278; Van Heussen, De oudheden en gestichten van Delft, xciv; Lans, 'Krimpenerwaard', 23-25; De Riemer, Beschryving, 448, 741, 858.

 

Grenier, Karel,

1. >1463 ? (vernoemd naar Karel van Charolais?) - 14-7-1520.

2. -

3. Den Haag

4. Jan Grenier (secretaris van Jacoba van Beieren 1416-1434; secretaris van het Hof van Holland 1446-1463; secretaris van Karel van Charolais 1463-)

5. Katrien

6. Marieke (of is dit een nicht?) x Pieter van Rotterdam*

7. -

8. exploiteur 1485; substituut van de procureur-generaal < 1493 - 1494; procureur-generaal 13-7-1494 -- 14-7-1520; ontvanger van de exploten 20-8-1494 -- 2-1509 (tot eind 1494 samen met Jacob Clamp)

9. -

10. klerk van Robbrecht van Annoke* als ontvanger-generaal van de bewapening van het beleg van Utrecht 1482-1483; rekenplichtig functionaris van het beleg van Montfoort en andere zaken 1490; procureur 1490; stadsprocureur van Leiden 1499-1500; procureur van Vlissingen 1501

11. K. bezat een Huis en erf bij de Kneuterdijk. K. was rederijker in 1494.

12. Floris Oom van Wijngaarden Florisz. en Jacob Clamp: mederederijkers

13. 1 Pieter Hanneman* (x Katrien Jansdr): huisgenoot en mederederijker; 2 Thomas Cassiopein*: neef en erfgenaam; 3 Erasmus: kennis

14. -

15. -

ASH 1698; DHHG 60 f.10r; HvH 477 f. 182 r-v; RekRek 190 f. 61v, 4428 f. 24r, 4433 f. 10v, 4434, 4436 f. 22v, 4441 f. 22r; SAL 579 f. 143v, 580 f. 88r; CBG, dossier Hanneman.nl; MR, lv; Allen, Opus epistolarum IV, 237-238; Van Boheemen, Retoricaal, 308; Damen, Staat, 463; Kort, 'Repertorium op de grafelijke lenen in Rijswijk', 570; Pabon, Hofboeken, 303, 306-308; Unger, Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg III, 206.

 

Haarlem, Jan van,

1. ca. 1459 - 1514

2. meester

3. Den Haag?

4. Klaas van Haarlem Jansz.?

5. 1 Josina (van Zwieten?), 2 Marie Dirksdr?

6. Anna (non); Jan? (kerkmeester van de Sint-Jacobskerk 1557-1558, 1577-1581). In 1505 procedeerde J. als voogd van zijn kinderen.

7. Leuven 1474

8. onbezoldigd raadsheer 1485-1489; advocaat postulant <1503 - > 1511

9. -

10. -

11. J. bezat rond 1512 een perceel bij de Jan Hendrikszoenstraat en de Kerkstraat. J. was schutter van het Sint-Jorisschuttersgilde in 1485 en 1487. J.s tweede echtgenote (?) en dochter stichtten memories in de Sint-Jacobskerk.

12. Willem van Berendrecht: buurman

13. -

14. -

15. -

DHSJ 10 f. 6r, 12 deel 2 f. 3v; HvH 477-478 passim, 477 sen. 63, 1032 ongenummerd, 1033 ongenummerd na sen. 89, 1035 sen. 238; Vre 248 f. 0v, f. 11r; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 105; Van Kan, Databank; Pabon, Hofboeken, 137, 318-319; Wils, Matricule II, 374.

 

Hayman, Adriaan Poppenz. van der,

(A. komt in de bronnen vaak voor als "Adriaen Poppe(nz.)")

1. ? - >1516

2. -

3. Middelburg

4. Poppe Adriaansz.

5. dochter van Olaart van Crommenhoucke

6. -

7. -

8. onbezoldigd raadsheer 1499, 1502, 1504, 1506; gebode van het Hof in Meliskerk 1516

9. schepen van Middelburg 1476-1478, 1503?; burgemeester van Middelburg 1485-1488, 1503?; baljuw van Middelburg 1489-1500

10. -

11. -

12. -

13. -

14. -

15. A. had als burgemeester van Middelburg reeds in 1488 persoonlijk contact met Maximiliaan.

HvH 481-483 passim, 5625 passim, 1036 sen. 13 (1516); RekReg 5 f. 26v-27r, f. 48r-49v; Fruin, Leenregisters, 106, 129; Unger, Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg II, 362, 365, 372, 384, 387, 388, 393, 399, 418.

 

Hogestein, Adriaan van,

1. ?- 1501

2. meester

3. Zeeland

4. -

5. Liesbeth Pol

6. Bij zijn overlijden wordt vermeld dat A. minderjarige kinderen heeft.

7. -

8. raadsheer 9-9-1496 -- 23-3-1501

9. advocaat van de Hoge Vierschaar van Zeeland <1488 - 1501

10. -

11. A. had twee percelen tussen de Nieuwstraat en de Veenstraat en een huis met tuin tussen de Kerkstraat en Nieuwstraat. In maart 1502 procedeerden de kerkmeesters van Den Haag tegen de weduwe en erfgenamen van A. om de betaling van de kosten van het lezen van een mis.

12. -

13. -

14. -

15. A. werd als raadsheer aangesteld om het aantal Zeeuwen in de Raad te verhogen.

HvH 485 sen. 124, 1031 sen. 424; KSE 27; RekRek 194 f. 97v-98r, 335 f. 186v-187r; Pabon, Hofboeken, 320-323.

 

Jonge, Cornelis de,

1. ca. 1445 - 3-3-1504

2. meester, baccalaureus Romeins recht, heer van Baardwijk 1501-1504

3. Dordrecht

4. Reinier de Jonge  x Johanna, dochter van Gijsbrecht Quekel

5. Machteld, dochter van Klaas van der Merwede

6. Reinier x Wendelmoet Corf, dochter van Klaas Corf*; Jacob (klerk in de Rekenkamer 1509-1511; auditeur Rekenkamer 1511-1526) x Clementia Pijnsen, dochter van Jacob Pijnsen; Maria x Cornelis Suys; Ienne en Liesbeth, priorinnen in het Sint-Agnietenklooster in Dordrecht; Gijsbert; Margriet x 1 Jacob van der Duyn, 2 Jan van Drenkwaard; Machteld x Arend Sandelijn; Willem? (klerk van het Hof van Holland 1520; secretaris 1541-1546)

7. Keulen 1460; Orléans 1467-1469 (procurator Germaanse natie)

8. raadsheer 12-4-1477 -- 10-10-1493

9. rekenmeester in de Haagse Rekenkamer 1493-1504

10. pensionaris van Dordrecht 1473-1476; procureur van de Hollandse hoofdsteden 1476

11. C. en zijn echtgenote stichtten een memorie in de Sint-Jacobskerk waarbij brood moest worden uitgedeeld aan de armen. C. liet zich begraven in de Sint-Jacobskerk.

12. -

13. -

14. -

15. Het ambt van rekenmeester was C. reeds in 1488 toegezegd.

HvH 495 ongenummerde folio's achterin;  RekRek 189 f. 53v; Vre 248  f. 4r, f.16v; MR, lxiii; Procurateurs, 81; Balen, Beschryvinge, 1097-1098; Damen, Staat, 467; Hoek, 'De verpachting van grafelijke domeinen te Maasland', 707; Hoek, 'Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland', 126.

 

Jonge, Reinier de,

1. ca. 1475 - 4-9-1514

2. meester, heer van Baardwijk 1504, heer van de Lek 1512

3. Dordrecht/Den Haag

4. Cornelis de Jonge x Machteld, dochter van Klaas van der Merwede

5. Wendelmoet, dochter van Klaas Corf*

6. R. is kinderloos gestorven.

7. Leuven 1493

8. onbezoldigd raadsheer 1504-1509; raadsheer 22-2-1509 -- 4-9-1514

9. -

10. -

11. R. bezat rond 1512 een perceel aan de noordzijde van de Nobelstraat en de zuidzijde van de Jonkvrouw Ydenstraat. R. stichtte een memorie in de Sint-Jacobskerk voor zichzelf en zijn echtgenote.

12. Jacob Pijnsen: zwager

13. -

14. -

15. -

HvH 484-485 passim; RekRek 343 f. 75v; Vre 248 f. 16v; MR, xlv; Balen, Beschryvinge, 1098; Damen, Staat, 467; Lans, 'Krimpenerwaard', 23-24; Pabon, Hofboeken, 360; Schillings, Matricule III, 91.

 

Lalaing, Joost van,

1. ?- 5-8-1483

2. ridder, heer van Montigny en van Hantes

3. Henegouwen

4. Simon van Lalaing x Johanna van Gavere

5. Bonne van Viefville.

6. Karel x Jacoba van Luxemburg; Anton (stadhouder van Holland en Zeeland 1522-1540) x Elisabeth van Culemborg; Antonia x Filips van Habart; Margareta x 1 Filips le Josne, 2 Lodewijk van Longueval.

7. -

8. stadhouder 26-5-1480 -- 5-8-1483

9. kapitein van Péronne (Artesië) onder Karel de Stoute; soeverein -baljuw van Vlaanderen 1468- ; kamerling van Filips de Goede (vanaf 1456) en Karel de Stoute; plaatsvervangend chevalier d'honneur van Maria van Bourgondië 1477; eerste kamerling van Maria en Maximiliaan ca. 1480; commissaris voor het verzetten van de schepenbanken in Vlaanderen; admiraal van Vlaanderen 1462-1483 (opvolger van zijn vader); kapitein van Sluis 1479

10. -

11. -

12. -

13. -

14. vliesridder 1478. J. nam een pro-Kabeljauwse houding aan.

15. J. stierf in het harnas tijdens het beleg van Utrecht.

Van der Aa, Biografisch woordenboek XI, 48-49; Damen, Staat, 470.

 

Mije, Gerrit van der,

(G. werd in de Raad ook wel vermeld als "Myda")

1. ca. 1457 - > 1528

2. meester

3. Den Haag

4. Gijsbrecht van der Mije x Elisabeth Andriesdr.

5. Peronne Veynse, bastaarddochter van Jan van Veynse

6. bastaarddochter: Katrien (bij ene Ponciana, legitimatie in 1528); Floris? (schutter in 1494); bastaardzoon Jan? (exploiteur van het Hof van Holland 1499)

7. Parijs 1472-1473; Leuven 1474; Bologna 1478

8. onbezoldigd raadsheer 1490, 1492-1494; raadsheer 27-1-1494 -- 8-8-1510

9. -

10. -

11. G. bezat een perceel aan de zuidzijde van de Huulstraat en noordzijde van de Plaats. Hij huurde een deel van het huis genaamd Sint Joris staande op de Plaats.

12. -

13. Elisabeth Boot (moeder van Jacob Goudt): ze beleende een deel van haar huis op de Plaats, genaamd Sint Joris, aan G.

14. -

15. In 1484 liep er een rechtszaak tussen G. en de magistraten van Den Haag over vrijstelling van belasting voor hem en zijn gezin. G. had ook bezittingen in Leiden.

DHOA 2840; DHSJ 16 f. 8v; HvH 478-479 passim, 492 sen. 174; RekRek 190 f. 57v-58r, 338 f. 168v-169r, 4434 f.83r; SAL 578 f. 86r; MR, xliv; Damen, Staat, 475; Pabon, Hofboeken, 343-344; Plomp, 'Legitimaties',107; Wils, Matricule II, 309; Tervoort, Iter Italicum, biographies 57-58.

 

Noordwijk, Jan van,

1. ?- 30-1-1515

2. meester

3. Holland

4. Hugo van Noordwijk

5. -

6. -

7. Keulen 1468

8. onbezoldigd raadsheer 1480-1483

9. -

10. kapelaan van het Domkapittel 1484-1489; kapelaan van het hospitaal Noordwijk 1483/84-1494/95; pastoor van Overschie < 1487-1511/12; kanunnik van de Hofkapel < 1490-; kanunnik van het kapittel Oudmunster 1503-1505

11. J. bezat rond 1512 een perceel bij de Noordmolenseweg en de Denneweg. J. bezat een huis in de Nieuwe Weststraat in de buurt van het Voorhout. Vlak nadat J. het gekocht had richtte hij aan Filips de Schone een verzoek om het erf te mogen betimmeren met een muur. J. werd begraven in de Hofkapel op het Binnenhof.

12. -

13. -

14. -

15. J. werd in 1475-1476 tot priester gewijd.

Damen, Staat, 479; Pabon, Hofboeken, 303; De Riemer, Beschryving, 73, 760-761.

 

Oom van Wijngaarden, Floris Florisz.,

(Niet te verwarren met zijn neef Floris Oom van Wijngaarden Jansz.. De heren zijn redelijk eenvoudig van elkaar te onderscheiden omdat Jansz. meester was en Florisz. niet. In latere jaren werd Florisz. bovendien ridder. In de Raad werd het probleem opgelost door de naam van Jansz. met 'Oem' af te korten en die van Florisz. met 'Wijngaerden'.)

1. ca. 1460 - 12-5-1532

2. ridder <1519, heer van Oost-IJsselmonde 1496

3. Dordrecht/Den Haag

4. Floris Oom van Wijngaarden Godschalksz.* x Bertha van der Boeckhorst

5. Margriet van Zwieten, dochter van Willem van Zwieten*

6. Joost x Martina van der Heyden; Jacob; Margaretha x Thomas Beukelaar

7. -

8. onbezoldigd secretaris 1482; griffier 1483-1501; raadsheer 24-2-1503 -- 12-5-1532

9. baljuw van Den Haag 1493-1504; schout van Nieuwdorp 1495; bode van Haarlem 1497-1532; bode van Den Haag 1497-1532 (F. kreeg de bodeambten eerst voor zes jaar in pacht en daarna als gift om zijn leven lang te bedienen of te laten bedienen); lid van het Leenhof van Holland 1520. F. liet eerst Pieter Plumioen (rederijker in 1494) en later Jasper de Beauvoir* het ambt van rentmeester van het Haagse bos onder zijn hand uitoefenen van 1494 tot 1529.

10. hoogheemraad van Delfland; hoogheemraad van Schieland 1503 (of is dit Floris Oom van Wijngaarden Jansz?); rentmeester van Jan van Egmond <1508 - >1514?

11. F. bezat rond 1512 twee huizen in de buurt van de Padmoesstraat, een stuk land in de buurt van de Denneweg, drie stukken land die ooit door Jacoba van Beieren in leen waren gegeven, een kamer en een gang bij de Vijverberg en de zuidzijde van de Nieuwstraat (geërfd van zijn schoonvader). F. was hoofdman van de Sint-Jorisschutterij in 1486 en schutter in 1485 en 1494. F. was rederijker in 1494.

12. 1 Floris Oom van Wijngaarden Jansz.: neef; 2 Jan Oom van Wijngaarden de oude: oom; 3 Dirk van Zwieten: zwager; 4 Jan en Filips van Wassenaar: medehoofdmannen van de Sint-Jorisschutterij in 1486; 5 Jacob Clamp en Karel Grenier: mederederijkers in 1494; 6 Jan van Oudheusden: mede-erfgenaam van Thomas Beukelaar

13. -

14. F.' vader was een Kabeljauw.

15. F. en zijn gelijknamige neef hadden goede banden met de abdij van Leeuwenhorst.

DHOA 2839; DHSJ 10 f. 6r, 12 deel 1, 16 f. 8r; HvH 488 sen. 92, 492 sen. 156, 493 sen. 342 (vermeld als 242), 1035 sen. 376; RekReg 491 f. 226r; RekRek 190 f. 12r, 194 f. 61v, 195 f. 28r, 196 f. 173v, 337 f. 167r-v, 1984-2011, 3942-3943; MR, xlv, lix; Van der Aa, Biografisch woordenboek XIV, 37; Van Boheemen, Retoricaal, 308; Brokken, Heren van stand, 96; Van Herwaarden, Dordrecht, 173; Van Heussen, De oudheden en gestichten van Delft, xciv; Hoek, 'Repertorium op de lenen van de Hofstad Egmond', 111-112; De Moor, 'Schenkers van glasramen', 51, 65; Van Nierop, Van ridders tot regenten, 151; Pabon, Hofboeken, 251-252, 283-284, 296-298; Verbeek, 'Register van den vonnissen',  97-98.

 

Oom van Wijngaarden, Floris Jansz.,

(Niet te verwarren met zijn neef Floris Oom van Wijngaarden Florisz. De heren zijn redelijk eenvoudig van elkaar te onderscheiden omdat Jansz. meester was en Florisz. niet. In latere jaren werd Florisz. bovendien ridder. In de Raad werd het probleem opgelost door de naam van Jansz. met 'Oem' af te korten en die van Florisz. met 'Wijngaerden'.)

1. ca. 1467 - 20-9-1527

2. meester, doctor in beide rechten 1493

3. Den Haag

4. Jan Oom van Wijngaarden de oude x  Catharina, bastaarddochter van Willem van Egmond

5. Arendina van Duivenvoorde, dochter van Arend van Duivenvoorde

6. Gijsbrecht; Jan (kannunik in de Dom te Luik); Maria x Karel T'Serclaes; Catharina;

Adriana x 1 Adriaan van Borselen, 2 Wouter van Berkesteijn

7. Leuven 1482-1494;  lid van de universitaire Raad in Leuven als gedelegeerde van de artesfaculteit 1493; rector in Leuven 1494- <1496

8. raadsheer 27-2-1496 -- 8-8-1510

9. ontvanger van de kosten voor de oorlog met Gelre 1510; ketterbestrijder bij de keizerlijke inquisitie 1522-1527. F. werd in 1497 als één van de drie commissarissen aangesteld die de stad Leiden moesten begeleiden bij de reorganisatie van de financiën. In 1504 werd hij als enige benoemd tot superintendant en overhooft en werd Leiden in feite onder zijn curatele gesteld. Dit duurde tot 1510 maar pas in 1514 eindigden de verslagen van F. F. pachtte in 1505 het baljuwschap van Den Haag.

10. hoogheemraad van Delfland; rentmeester van de omslagen 1504-1505; pensionaris van Dordrecht 1514-1518, 1521-

11. F. stichtte in 1509 een kapel in de Kloosterkerk en werd daar later begraven. F. bezat een erf en twee andere percelen in de buurt van de Denneweg en verschillende percelen aan het Voorhout.

12. 1 Jan van Duivenvoorde: zwager; 2 Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: neef

13. 1 Adriaan van Utrecht (de latere paus Hadrianus VI): vriend; 2 Frans van der Hulst (keizerlijk inquisiteur): vriend; 3 Hendrik van Nassau (de latere stadhouder): F. trad in 1513 en 1514 in twee rechtszaken op als gemachtigde van Hendrik. Later is de band tussen de twee danig verstoord en werd F. door Hendrik beschuldigd van oneerbiedige bejegeningen.

14. F.' vader was een Kabeljauwse voorman.

15. Er is een korte autobiografie van F. bewaard gebleven. F. heeft zich gedurende zijn carrière verschillende malen onmogelijk weten te maken, vermoedelijk door een grote intelligentie in combinatie met een compromisloos karakter:  1 Toen F. in 1505 het baljuwschap van Den Haag pachtte protesteerden de Hagenezen en werd zijn broer Godschalk in zijn plaats aangesteld; 2 In 1510 had hij zich zo onpopulair gemaakt als ontvanger van de kosten van de oorlog tegen Gelre dat zijn positie van raadsheer onhoudbaar werd; 3 In 1518 had hij Dordrechts recht om niet bij te dragen aan de bede zo fel verdedigd dat hij door Karel V uit zijn functie werd gezet; 4 In 1523 had Floris zich zo onmogelijk gemaakt in de Statenvergaderingen dat de andere grote steden Dordrecht verzochten Floris niet meer af te vaardigen. In 1523 schreef F. anoniem een pamflet tegen Erasmus. Erasmus beschreef F. en zijn vriend Frans van der Hulst als fanatiekelingen die overal ketterijen wilden zien. F. legde het magister-examen in 1485 af als tweede van 51 kandidaten en ontwikkelde zijn eigen ideeën over de koop en verkoop van renten. F.  en zijn gelijknamige neef hadden goede banden met de abdij van Leeuwenhorst.

ASH 1736; DHOA 753 f. 42r-49v; HvH 488 sen. 17, 489 sen.195; RekRek 194 f. 98r; MR, xlv; Van der Aa, Biografisch woordenboek XIV, 39; Allen, Opus epistolarum VI, epistola 1668; Bietenholz, Contemporaries, 27; Brand, Over macht, 117-118, 151, 160; Fruin, 'Korte autobiographie', 144-150; Van Herwaarden, Dordrecht, 269, 354; Van Heussen, De oudheden en gestichten van Delft, xciv; Hoek, 'De leenkamers van  de heren  van Wassenaar', 61; De Moor, 'Hendrika', 485-486; De Moor, 'Schenkers van glasramen', 51, 65; Pabon, Hofboeken, 303-306, 463-464; Wils, Matricule II, 462; Tracy, A  financial revolution, 124, 130; Tracy, Holland, 152-154.

 

Oom van Wijngaarden, Jan de oude,

(Niet te verwarren met zijn broer Jan Oom van Wijngaarden de jonge*.)

1. ca. 1435 - < 7-4-1500

2. heer van Raamsdonk 1463-1474 en van Grijsoord

3. Dordrecht/Den Haag (geboren in Dordrecht maar vermoedelijk opgegroeid in Den Haag)

4. Godschalk Oom x Margriet van Alkemade

5. Catharina, bastaarddochter van Willem van Egmond

6. Godschalk* x Yolente van IJsselstein; Willem* x Maria, dochter van Filips Ruychrock van de Werve; IJsbrand* x Hillegrid van Sonnevelt; Floris x Arendina van Duivenvoorde, zus van Jan van Duivenvoorde; Hendrika (religieuze in Koningsveld); Liesbeth x David Ruychrock van de Werve (baljuw van Goes)

7. Orléans 1450

8. onbezoldigd raadsheer 1491-1495

9. baljuw van Den Haag 1458, 1468, 1479-1491

10.  duinmeier van de duinen tussen Wassenaar en Scheveningen 1479

11. J. woonde in de Molenstraat en bezat percelen in het Voorhout en in de Denneweg. J. en zijn broers Tielman*, Floris* en Hendrik* lieten in 1464 een grafkapel bouwen aan de zuidzijde van de Kloosterkerk. J. was hoofdman van het Sint-Jorisschuttersgilde in 1484 en schutter in 1485, 1487 en 1494.

12. 1 Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: neef; 2 Jan van Wassenaar: leenheer

13. Jan en Lieven van Kats*: neven en Kabeljauwse bondgenoten

14. J. was een Kabeljauw.

15. J. had aan Maximiliaan in 1480 een bedrag van 1140 pond van 40 groten geleend voor het ambt van baljuw van Den Haag.

DHSJ 9 f. 1r, 10 f. 6r, 12 deel 2 f. 11r, 16 f. 8r; HvH 478-480 passim; RekReg 491 f. 108v-109v; RekRek 3928-3939, 181 f. 18r; Chronologische lijsten I, 421; Van Gent, 'Pertijelike saken', 210,  227;  Hoek, 'De leenkamers van  de heren  van Wassenaar', 77, 609;  Janse, Ridderschap, 453; De Moor, 'Hendrika', 482-485; Mulder, 'Kloosterkerk', 373; Pabon, Hofboeken, 46, 142,146, 201-202, 253; De Ridder-Symoens, Studenten uit het bisdom Utrecht, 90.

 

Oudheusden, Jan van,

1. ?- 1537

2. knaap, heer van Oudheusden, Emmikhoven en Giessen 1506, van Poederoijen 1506

3. Dordrecht?

4. Wouter van Oudheusden*

5. Maria, dochter van Thomas Beukelaar

6. Jan; Godschalk

7. -

8. rentmeester-generaal 1-1-1499 -- 31-12-1500 

9. dijkgraaf van de Krimpenerwaard 1488-1491; tollenaar van Geervliet 1493-1498; generaal muntmeester ?- 1495; bewaarder/tresorier van de charters en registers van de lenen in Holland (registerklerk) 1498- > 1511; rentmeester van Noordholland, Zuidholland, Kennemerland, West-Friesland, Gouda, Schoonhoven en het land van Stein, Woerden, Gorinchem, het land van Arkel, Half-Asperen, Heukelum, Leerdam en Ter Leede, Putten, Strijen, Amstelland, Waterland en Zeevang, Muiden en Gooiland 1499-1500 (uit hoofde van zijn functie van rentmeester-generaal)

10. -

11. J. bezat rond 1512 een uitgebreid perceel tussen de zuidzijde van de Huulstraat en noordzijde van de Plaats.

12. Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: mede-erfgenaam van Thomas Beukelaar

13. -

14. -

15. J. hield zelf de lenen van Oudheusden bij in een register.

AGH 2120 b f. 259r; HVH 492 sen. 156; 1035 sen. 376; RekReg 4 f. 43r, 491 f. 211v-212r; RekRek 194 f. 102v, 195 f.1r, 196, 333-334, 339 f. 104r; 596-597, 926-927, 1128-1129, 1742-1743, 1901-1902, 2234-2235; 2347-2348, 2470-2471, 2575-2576, 2950-2951, 3076-3077; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 76; Kort, 'Repertorium op de lenen van de hofstede Altena', 199-200; Kort, 'Repertorium op de lenen van Oudheusden', 133; Lans, 'Krimpenerwaard', 25;  Pabon, Hofboeken, 343-344.

 

Pietersz., Klaas Duyst,

(K. komt in de bronnen vooral voor als 'Duyst Pietersz.')

1. ? - >1494

2. -

3. -

4. Duyst Pietersz.?

5. -

6. Jan Klaasz. Duyst? (bode van het Hof van Holland)

7. -

8. klerk van controleur Gillis de Cabotre 1461-1462; onbezoldigd secretaris 1478-1479, 1481, 1491, 1494; procureur-postulant 1482; substituut-procureur-generaal 13-06-1480 -- 11-09-1480, 1483, 1489-1490; procureur-generaal 30-01-1484 -- 15-03-1489

9. -

10. -

11. K. was schutter in het Sint-Jorisschuttersgilde in 1485 (?)

12. -

13. -

14. -

15. -

DHOA 2839; DHSJ 10 f. 6r; HvH 479 sen. 13; RekRek 4426 f. 9r, 4430 f. 15v, 4431 f. 21v; Damen, Staat, 482.

 

Pietersz., Simon,

1. ca. 1451 - 1499/1500

2. meester

3. Haarlem

4. Pieter Hermansz.

5. Alijd

6. S. is kinderloos gestorven.

7. Leuven 1466

8. onbezoldigd raadsheer 1486-1499

9. -

10. chirurgijn/barbier in Haarlem

11. -

12. -

13. -

14. -

15. In 1500 procedeerde de weduwe van S., Alijd, vanwege de schade die haar berokkend was tijdens een gijzelingsdrama waar S. bij betrokken was. S. was met enige andere Hollanders door Dirk van Wittenhorst op het slot "De Waerden" van de jonker van Culemborgh gevangen gezet in verband met een vordering op Holland. Alijd kreeg het voor elkaar dat de Staten de vrijlating van Simon zouden bevorderen op kosten van het land, en dat zij haar onkosten vergoed zou krijgen die ze had opgelopen omdat haar lakenhandel stil was komen te liggen. Ondertussen waren de gijzelaars ontsnapt, maar Simon werd weer gepakt. Uiteindelijk kreeg Alijd haar man tegen betaling van een losprijs vrij nadat ze persoonlijk naar de hertog van Kleef was gegaan (de heren van Wittenhorst waren zijn onderdanen). Alijd kreeg later inderdaad de schadevergoeding betaald.

ASH 1737; HvH 477-481 passim, 1787-1789 passim, 1029 passim; SAH 369 [19-59] f. 37r, 381 [19-72] f. 26r; Beroepen II, dossier 194; Haarlemmers, nr. 42, 57; Wils, Matricule II, 178.

 

Pijnsen, Jacob,

1. ca. 1453 - 1518/1519

2. meester, doctor, heer van Offem, heer van de ambachtsheerlijkheid van de parochie 's-Heeraartsberg 1502

3. Delft

4. Willem Pijnsen (burgemeester en schepen van Delft) x Haze Hendriksdr.

5. 1 Clementia de Heuyter, dochter van Jan de Heuyter Klaasz.*, 2 Gerarda, dochter van Klaas Corf*

6. Bij Clementia de Heuyter: Clementia x Jacob de Jonge*, zoon van Cornelis de Jonge. Bij Gerarda Corf*: Willem (raadsheer 1536-1545) x Geertruid de Heuyter?; Geertruid x Jan de Heuyter Jansz.*; Ghijsbrecht; Hadewij x Adam van der Duyn. Bij Clementia of Gerarda: Jan (baljuw van Wassenaar en Egmond) x Johanna, dochter van Cornelis van den Abeele; Dirk; Aelbrecht x Cornelia Brouwers; Cornelis; Simon Frederik; Pieter; Frank

7. Leuven 1468; Bologna 1478-1481

8. advocaat-fiscaal 1-6-1490 -- 29-10-1515; onbezoldigd raadsheer 1517

9. -

10. hoofdingeland van het hoogheemraadschap Delfland; stadsadvocaat van Leiden <1486 - 1500

11. J. liet een royaal en goedogend huis bouwen in de Nobelstraat, met een ruim voorerf. J. verkocht in 1513 aan het Sacramentsgasthuis in Den Haag een rente van zes Hollandse ponden waarvoor hij van het gasthuis een stuk erf langs zijn huis kreeg. Hierdoor kon hij zijn huis en erf in de Nobelstraat verbinden. J. bezat circa 1512 niet minder dan vijf percelen aan de noordzijde van de Nobelstraat en de Jonkvrouw Ydenstraat. J. en zijn echtgenote lieten in 1518 in hun testament bepalen dat ze in de Sint-Jacobskerk begraven wilden worden voor het altaar van Sint Aubertus. J. liet een mis lezen door de geestelijken van het Sint-Nicolaasgasthuis. J. schonk geschilderd glas aan de Sint-Jacobskerk. J. betaalde aan de kapelaans van de Sint-Jacobskerk een vast bedrag om er voor te zorgen dat hij en zijn echtgenote iedere zondag op de stoel genoemd werden. J.s erfgenamen stichtten meerdere missen voor hem en zijn echtgenote.

12. 1 Thomas Beukelaar: vriend?; 2 Reinier de Jonge: zwager

13. -

14. -

15. Na de dood van J.s weduwe in 1537 schonken zijn zoons en schoonzoons aan het kartuizerklooster te Delft 5 1/2 gemet land, waarvoor het klooster eens in de vasten een zalm moest kopen, aan iedere conventuaal een pint rijnwijn moest uitdelen en voor hun ouders moest bidden. Rond 1530-1531 wordt er een vicarie vermeld voor J. bij het altaar van Sint Jacobus in de parochie van Sint Hippolytus te Delft.

DHHG 876; DHMM 1 p. 81; DHSN 18 f. 168r; HvH 490 passim; RekRek 187 f. 52r; SAL 558 f. 119v, 559 f. 165r, 580 f. 88r; Vre 248 f. 11v, f. 19v; MR, xlvi; Al, 'Een schout in opspraak', 130; Van  den Brandeler, De Groote- of St. Jacobskerk, 10-11, 121; Van Dinther, 'Repertorium op de lenen van de hofstad te Werve', 558; Grijpink, Vicariën, 29; Hoek, 'De voormalige hofstad Steenhuizen', 39; Hoek, 'Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland', 106, 126; Hoek, 'Repertorium op de lenen van de Lek', 219; Van Kan, Databank; Kort,'Repertorium op de grafelijke lenen in de Krimpenerwaard', 330-331; Pabon, Hofboeken, 360-361; Raadsveld, Inventaris van het Archief van het Sacramentsgasthuis, regest 108; Stal, 'Van stinkput tot stokerij', 43-45; Tervoort, Iter Italicum, biographies 103; Wüstenhoff, 'Pijnssen', 432, 434-436.

 

Rietveld, Jan van,

1. ? - >1495

2. -

3. Leiden?

4. Adriaan van Rietveld x Ermgaard

5. Johanna van Egmond

6. Maria x Timan van Waveren; Adriaan? (baljuw van Gooiland 1487); Janne?; Margriet? In 1465 werd vermeld dat J. zes kleine kinderen heeft. Bastaard: Jan* (bij Baef Jacobsdochter, legitimatie in 1497) x. Aleid Hendriksdr.

7. -

8. procureur-generaal 17-6-1480 -- 30-1-1484; raadsheer 30-1-1484 -- 5-1-1489

9. pachter van het land van Vlieland 1458-1467, (en ook schout) <1484 - 1493; bezit bode-ambacht op de zeedijk in het dijkgraafschap van Medemblik 1458-; pachter van de duinen in de Haarlemmerhout 1460-; baljuw van Rijnland 1463-1468; burggraaf van Rozendaal (Gelre) 1473-1474; kapitein, kastelein en baljuw van Muiden en Gooiland 1484-

10. stalmeester van Karel van Charolais 1462; stadhouder van Frank van Borselen als houtvester van de Haarlemmerhout en kastelein van Teilingen 1458- (net als zijn vader)

11. J. was schutter in het Sint-Jorisschuttersgilde in 1487 en stapte hetzelfde jaar of een jaar later uit de broederschap.

12. -

13. -

14. J. was een Kabeljauw.

15. In 1465 pleegt J. samen met zijn knechten doodslag op zijn halfbroer Willem van Dolre n.a.v. een geschil over de begrafeniskosten van J.s vader. Hij verwierf een remissiebrief van de hertog tegen betaling van 2000 schilden. Op 24 mei 1493 procedeerden de rentmeester-generaal en de procureur-generaal (Thomas Beukelaar en Dirk van Zwieten) tegen J. betreffende een jaar pacht van het land van Vlieland. Uiteindelijk werd Jan veroordeeld tot een boete van honderd gouden andriesguldens. 

DHSJ 12 deel 2 f. 11v, f. 12r, f. 20r; HvH 1026 sen. 176, 1031 sen. 475; RekRek 181 f. 14v, 183 f. 35r, 187 f. 39v, 189 f. 10v; 4432 f. 3v-4r; Divisiekroniek, f. 227r-v; Kluit, Historie, 406-407.

 

Rijswijk, Dirk van,

1. ?-  1500/1501

2. meester (vermoedelijk vanwege ambt van rekenmeester)

3. Holland

4. -

5. Katrien

6. Christina; Dirk? (in 1512 voor 10 jaar verbannen uit Den Haag)

7. -

8. onbezoldigd raadsheer 1496-1497

9. rekenmeester in de Haagse rekenkamer 5-7-1477 -- 5-5-1495; tollenaar van Gorinchem samen met Jacob de Buyser < 1465; tollenaar van Gorinchem 1467-1472; schout van Oudenvliet en Pernisse <1498 - > 1500; schout van Poortugaal <1498 - >1500

10. hoogheemraad van Schieland 1490

11. D. bezat een stuk land in de venen die Filips van Bourgondië uitgaf en lagen achter het Nieuwland. D. had drie percelen in de Nobelstraat en oostzijde van de Toornstraat waaronder een hoekhuis. D. bezat ook nog een perceel bij de westzijde van de Beek en land ten noorden van de Hout en in de buurt van de Denneweg. D. stichtte meerdere memories in de Sint-Jacobskerk.

12. -

13. -

14. -

15. -

DHMM 1 p. 136, 412 lijsten achterin; HvH 1788-1789 passim, 1029 passim, 481 sen. 87; Vre 248 f. 21v; RekRek 194 f. 45r-v, 196 f. 56v-57r, 4438 f. 11r; Damen, Staat, 487; Pabon, Hofboeken, 32-33, 179, 226, 300-301, 329, 331; Verbeek 'Register van den vonnissen', 168.

 

Ruychrock van de Werve, Filips,

1. ca. 1431 - > 1501 < 15-02-1507

2. meester

3. Holland/Zeeland (schreef zich in Orléans in als inwoner van Rijswijk)

4. Jan Ruychrock x Zoete Willemsdr. van Domburg

5. Johanna, dochter van Willem de bastaard van Holland

6. Joost; Maria x 1 Jan van Dongen, 2 Floris, bastaardzoon van Gijsbrecht van Brederode, 3 Willem Oom van Wijngaarden*

7. Parijs 1450; Orléans 1451 (procurator Germaanse natie 1452) ; Leuven 1446 < 1453

8. raadsheer 7-1-1464 -- 17-6-1474, 30-5-1480 -- 30-1-1484; onbezoldigd raadsheer 1474-1477, 1485-1501/1502

9. baljuw van Den Haag 1458-1467 (benoemd vanwege de goede verdiensten van zijn vader, en resigneerde het ambt aan zijn broer Willem); raadsheer-rekwestmeester in de Grote Raad 1477-1480

10. rentmeester van Frank van Borselen van het land van Hoogstraten 1459-1464 namens zijn vader Jan en vanaf 1467-1470 in eigen naam; charterbewaarder vanwege Karel van Charolais 1465; raadsheer van Margareta van York 1488

11. F. bezat rond 1466 een perceel aan het westeinde van de Papestraat en oostzijde van de Toornstraat. F. was schutter van het Sint-Jorisschuttersgilde in 1487 en 1494. F. stichtte een memorie in de Sint-Jacobskerk.

12. -

13. -

14. F. heeft zich bewust neutraal opgesteld tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten.

15. F. werd als raadsheer-rekwestmeester herhaaldelijk belast met missies naar Holland, zoals het onderzoek naar een vechtpartij tussen de knechten van Wolfert van Borselen en Lieven van Kats*. Hij was als commissaris betrokken bij de Enqueste van 1494.

DHMM 1 p. 26; DHSJ 12 deel 2 f. 12r, 16 f. 3v; HvH 477-482 passim, 1787-1789 passim, 1029 passim; SAL 581 f. 79v; Damen, Staat, 488; Van Gent, 'Pertijelike Saken', 208-210, 234; Pabon, Hofboeken, 226; De Ridder-Symoens, Studenten uit het bisdom Utrecht, 91.

 

Ruysch, Jacob,

1. ca. 1439 - 28-4-1519

2. meester, doctor in de beide rechten

3. Amsterdam 

4. Jacob Ruysch

5. -

6. bastaarden: Jacob; Heyman?; Maria x Vincent Cornelisz. van Mierop*

7. Leuven 1454; Padua 1465

8. raadsheer 17-6-1474 -- 7-9-1511; raadsheer extra-ordinaris met pensioen 7-9-1511 -- 28-4-1519

9. deken van de Hofkapel 1474-1519

10. pensionaris van Amsterdam 1467-1473; deken van Sint-Maartensdijk 1473-1486; deken van de Sint-Lebuïnuskerk te Deventer 1477-; kapelaan in de Mariakerk van Amsterdam 1477/78-; pastoor van Noordwijk 1482-1518; pastoor van de Nieuwe Kerk te Delft 1487-; samen met Jacob van Almonde (?) kapelaan van de Sint-Lambertuskerk in Oostvoorne 1493/94-; kanunnik van Oudmunster 1507-1508

11. In 1486 kocht Jacob een huis in het Voorhout. In 1504 kocht hij een woning en hofstede in de Nieuwstraat vlakbij de Kloosterkerk. Circa 1512 bezat J. nog een perceel bij de jonkvrouw Ydenstraat en de Molenstraat. J. is begraven in de Hofkapel. J.s schoonzoon stichtte drie memories voor hem in de Hofkapel.

12. Cornelis van Dorp: vriend

13. -

14. -

15. J. werd tot priester gewijd op 25 april 1473.

Van Dam, Vissen, 35; Damen, Staat, 489; De Moor, 'Magister Jacob Ruysch', 87, 96, 106; Pabon, Hofboeken, 131-132, 252-253, 341-342, 355-357; Tervoort, Iter Italicum, biographies 94-95.

 

Schoonhoven, Jan van,

1. ? - 16-6-1503

2. meester

3. Haarlem?

4. J. was  de bastaardzoon van Jan van Schoonhoven of de zoon van Gerard van Schoonhoven.

5. Sofie van Vuytwijck

6. Joost x Jacobine van Teylingen, dochter van Pieter van Teylingen*; Johanna? x Pieter, heer van Rhoon en Pendrecht

7. Keulen 1463?; Leuven 1475?

8. onbezoldigd raadsheer 1480-1481; raadsheer 25-5-1481 -- 16-6-1503

9. secretaris in de Kanselarij van Bourgondië-Vlaanderen 1449, 1453, 1458, 1467; charterbewaarder in de Kanselarij van Bourgondië-Vlaanderen in 1462; secretaris in de Kanselarij van Brabant 1456-1467; charterbewaarder in de Kanselarij van Brabant 1467-1481; raadsheer-rekwestmeester van Maximiliaan; rentmeester-generaal van de espargnes en extraordinaire partijen 1490 (onder de hand van Jan Willemsz.)

10. pensionaris van Dordrecht (voor mei 1480)

11. J. bezat een perceel tussen de Nieuwstraat en het Voorhout.

12. Filips van Spangen: buurman

13. -

14. -

15. J.s zoon Joost trouwde tegen de zin van zijn moeder, Sofie van Vuytwijck, met Jacobine van Teylingen. Sofie vond dat de bruidsschat te laag was. 

DHHG 827; HvH 486 sen. 157; RekReg 4 f. 94r, f. 96r; RekRek 337 f. 164v; Beroepen III, dossier 224; Damen, Staat, 490; Pabon, Hofboeken, 341-342.

 

Spangen, Filips van,

1. ca. 1430 - 1509

2. ridder 1486, heer van Spangen, Vlijmen, 's Gravenmoer en Nagtegaal, heer van Raamsdonk en Waspik 1473, 1474

3. Holland (Schieland)

4. Engelbert van Spangen x Stephana van Alkemade

5. 1 Johanna, dochter van Dirk van de Merwede; 2 Anna van Grimbergen; 3 Gillisje, dochter van Jan van der Leck

6. Bij Johanna: Cornelis* x Maria Immerzeel, dochter van Jan Immerzeel. Bij Johanna, Anna of Gillisje: Filips; Engelbert (abt van sint Bertijns in Artois); Cornelis; Anton (monnik in de abdij Sint-Bernard in Antwerpen); Kasper (kapitein van Breda); Margriete x Jan van Panst; Steventje; Elizabeth x Hendrik van Hemricourt; Maria en Machteld (kanunnikessen te Bergen); Anna (kanunnikes te Nivelle); Josine (non in Loosduinen)

7. -

8. onbezoldigd raadsheer 1488, 1491; raadsheer 9-8-1494 -- 7-3-1508   

9. -

10. hoogheemraad van Schieland 1484, 1488, 1492, 1503

11. F. bezat rond 1512 een perceel tussen de Nieuwstraat en het Voorhout.

12. Jan van Schoonhoven: buurman

13. Jan II van Wassenaar, zoon van Jan van Wassenaar: F. deed in 1497 leenhulde voor hem.

14. F. kan tot het Kabeljauwse netwerk gerekend worden.

15. Het geslacht Van Spangen zou afkomstig zijn uit dat van de burggraven van Leiden. In 1501 procedeerde F.tegen de Staten van Holland en de procureur-generaal. Het ging over de tijd dat Rotterdam was ingenomen door jonker Frans en zijn adherenten. F. had toen schade ondervonden aan het slot van Spangen dat niet ver van Rotterdam lag. De schade was veroorzaakt door enige kapiteinen en knechten van de verweerders. F. won en moest 600 ponden betaald krijgen.

HvH 478-479 passim, 1786 passim, 482 sen. 42; RekRek 194 f. 94r, 342 f. 140r; Van der Aa, Biografisch woordenboek XVII, 883; Dek, 'Het nageslacht van Filips van Duivenvoorde', 126; Van Gouthoeven, D'oude chronijcke, 203; Hoek,'Lenen van de proosdij van Oud-Munster', 581; Hoek, 'Repertorium op de lenen van de Lek en Polanen gelegen in Delfland', 211; Janse, 'Leenbezit', 169; Janse, Ridderschap, 454; Kort, 'Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland', 134; Pabon, Hofboeken, 341-342; Verbeek, 'Register van den vonnissen', 76, 97-98, 168.

 

Veer, Evert de,

1. ca. 1468 - 12-1-1532

2. meester, doctor

3. Gorinchem

4. Klaas de Veer

5. -

6. Klaas (geestelijke); Laurens; Cornelis; Françoise; Ellert? x Wendelina Elders

7. Leuven 1483; Orléans 1487-1488

8. onbezoldigd raadsheer 1502-1504; raadsheer 14-3-1504 -- 21-7-1513

9. raadsheer in de Grote Raad van Mechelen; raadsheer in de Raad van Brabant 1521-1532

10. pensionaris van Gorinchem 1497-1500; schepen van Gorinchem 1497-1500; tresorier van Gorinchem 1500

11. -

12. -

13. -

14. -

15. E. was weldoener van het kartuizerklooster "Het Hollandse huis" bij Geertruidenberg.

HvH 482-484 passim, 486 sen. 79; RekRek 338 f. 170v-171r; MR, xlv; Procurateurs, 128-129; Penninck, 'Genealogie', 257; Wijnaendts, 'Geslacht de Veer', 344-347.

 

Wassenaar, Filips van,

1. ? - 18-2-1493

2. ridder 1461 (bij de kroning van Lodewijk XI van Frankrijk), heer van Voorburg

3. Holland

4. Jan van Wassenaar (raadsheer 1428-1430, 1432, 1434-1444) x Haze van Kats

5. 1 Catharina van Reimerswaal, dochter van Adriaan heer van Lodijke, 2 Gijsberta, dochter van Arend van Zevenbergen

6. Bij Catharina van Reimerswaal: Jan; dochter; Margareta (non in het klooster Mariënpoel). Bij Gijsberta: Filips

7. -

8. onbezoldigd raadsheer 1467-1469; raadsheer 2-5-1477 -- 1-12-1479, 22-5-1482 -- 18-2-1493

9. rentmeester van Amstelland, Waterland en Zeevang 1462-1465; portier van de west- en oostpoort van het hertogelijk bos in Den Haag 1468-1474; baljuw van Den Haag 1469-1475, 1491-1493; plaatvervanger van Anton de bastaard van Bourgondië als houtvester van de Haarlemmerhout en kastelein van Teilingen 1471-1477; kastelein van Medemblik 1482-1492; baljuw en dijkgraaf van Delfland 1482-1494 (in de plaats van Cornelis van Dorp); kapitein van Leiden 1481. F. liet Jacob Clamp van 1486 tot 1492 het ambt van rentmeester van het Haagse bos onder zijn hand uitoefenen.

10. raadsheer-kamerling van Karel van Charolais 1462-; hoogheemraad van Rijnland 1465-; dijkgraaf van de West-Friese omringdijk 1478

11. F. bezat rond 1474 een perceel aan de westzijde van de Beek. Tussen 1462 en 1475 bezat hij een perceel bij de Denneweg. In 1466 had hij een hoekhuis en een stal op het westeinde van de Vijverberg dat later overging op de heer van Egmond. F. was schutter van de Sint-Jorisschutterij in 1485 en hoofdman in 1486 en 1491.

12. 1 Jan van Wassenaar: neef en medehoofdman van de Sint-Jorisschutterij in 1486 en 1491; 2 Jan van Egmond: deken van de Sint-Jorisschutterij in 1491 toen F. hoofdman was en Kabeljauwse bondgenoot; 3 Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: medehoofdman van de Sint-Jorisschutterij in 1486.

13. -

14. F. was een Kabeljauwse voorman.

15. In 1478 had F. samen met Jan van Wassenaar, Jan Oom van Wijngaarden de oude en enkele andere edelen een conflict met stadhouder Wolfert van Borselen over de eigendomsrechten van de Hollandse duinen. In 1479 kregen de knechten van de beide Wassenaars ruzie met knechten van de stadhouder. De ruzie escaleerde en leidde uiteindelijk tot de belegering en plundering van het Binnenhof onder leiding van de Van Wassenaars en andere edelen. In 1481 werd F. als kapitein van Leiden gevangen genomen door de Hoeken. In 1472 werd hij veroordeeld door de Grote Raad tot een boete van 1000 pond (van 40 groten) voor diverse excessen en ambtsmisbruik, waarschijnlijk in verband met de houtvesterij.

DHSJ 10 f. 6r, 12 deel 1, 12 deel 2 f. 12r ; RekRek 177 f. 18r en f. 58r, 188 f. 19r, 190 f. 40v, 189 f. 52r, 1977-1983, 3934 inkomsten; Brokken, Heren van stand, 44; Damen, Staat, 495-496; Van Gent, 'Pertijelike saken', 208; Pabon, Hofboeken, 36-37, 41, 46-48, 251-252.

 

Wassenaar, Jan van,

1. 1426 - 22-2-1496

2. baccalaureus in Romeins recht, ridder 1452, burggraaf van Leiden 1452, heer van Wassenaar en Valkenburg 1452, Voorschoten en Katwijk 1459, Wimmenum en Oegstgeest 1474, Zuidwijk, Leiderdorp, Sassenheim, Rijnsaterwoude, Burggravenveen

3. Holland

4. Hendrik van Wassenaar x Catharina van Gruuthuse

5. 1 Catharina van Craon, dochter van Jacques heer van Dommart en Bernardville; 2 Johanna, dochter van Joost van Halewijn

6. Bij Catharina van Craon: François; Joost; Clara; Maria; Joost; Jan (allen jong gestroven en begraven in de Kloosterkerk);  Barbara x Floris van Borselen, bastaardzoon van Frank van Borselen; Bonne of Goedelyne x Ponce, kleinzoon van Willem van Lalaing. Bij Johanna van Halewijn: Margareta (jong gestorven en begraven in de Kloosterkerk); Joost; Jan x Josina, dochter van Jan van Egmond; Catharina x Joost, zoon van Jan van Kruiningen

7. Leuven 1439; Orléans 1444-1445

8. onbezoldigd raadsheer 1456-1457; 1484-1485, 1488; raadsheer 28-3-1459 -- 30-6-1463, 19-10-1492 -- 22-2-1496

9. raadsheer-kamerling van Filips de Goede 1455-; bewaarder van de Katwijkse duinen 1460-; raadsheer-kamerling van Karel de Stoute;  baljuw van Schoonhoven 1468-1475; kastelein van Schoonhoven 1468-1477 (na 1477 conflict met Gerrit Gerritsz. van Poelgeest die de stad en het slot in beslag neemt); raad en kamerling van Maria van Bourgondië 1477; baljuw, rentmeester en dijkgraaf van Woerden 1479 - >1489

10. hoogheemraad van Delfland; baljuw van Brielle en het land van Voorne in dienst van Margaretha van York 1484-1488 

11. J. bezat een perceel bij de Denneweg. J. nam na 1466 een perceel over in het Voorhout van Tielman Oom van Wijngaarden*. J. was schutter van de Sint-Jorisschutterij in 1485, 1487 en 1494 en hoofdman in 1486 en 1491. J. liet zeven van zijn jonggestorven kinderen in de Kloosterkerk begraven. Later liet J. er zich bij zijn eerste echtgenote Catharina van Craon begraven.

12. 1 Filips van Wassenaar: neef en medehoofdman van de Sint-Jorisschutterij in 1486 en 1491; 2 Jan van Egmond: deken van de Sint-Jorisschutterij in 1491 toen J. hoofdman was en Kabeljauwse bondgenoot; 3 Jan Oom van Wijngaarden de oude: leenman; 4 Cornelis van Dorp: leenman; 5 Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: medehoofdman van de Sint-Jorisschutterij in 1486

13. 1 Frank van Borselen: vriend; 2 Lieven van Kats*: vertrouweling

14. J. was een Kabeljauwse voorman.

15. In 1478 had J. samen met Filips van Wassenaar, Jan Oom van Wijngaarden de oude en enkele andere edelen een conflict met stadhouder Wolfert van Borselen over de eigendomsrechten van de Hollandse duinen. In juli 1479 bezette hij samen met onder anderen Jan van Egmond Leiden met een Kabeljauwse troepenmacht. Kort daarna nam hij deel aan de belegering van het Binnenhof waar het personeel van de stadhouder zich schuilhield.

DHSJ 10 f. 6r, 12 deel 1, 12 deel 2 f. 11r, 16 f. 8r; HvH 477 passim, 478 sen. 47; RekRek 183 f. 31r, 185 f. 23r; Divisiekroniek, f. 227r-v; Brokken, Heren van stand, 44, 52-53; Damen, Staat, 496; Van Gent, 'Pertijelike saken', 208;  Janse, Ridderschap, 455; Hoek, 'De leenkamers van  de heren  van Wassenaar', 77, 609;  Mulder, 'Kloosterkerk', 423-424; Pabon, Hofboeken, 46, 48, 201-203.

 

Wissenkerke (ook: Middelburch), Jan van

1. ca. 1461? - 25-6-1494

2. meester

3. Middelburg

4. Jan van Wissenkerke Hendriksz.(klerk van Hendrik van Borselen 1440, rentmeester van Bewestenschelde 1446-1448, burgemeester van Middelburg 1439, 1443, 1445) x Beatrix van Groeneveld

5. -

6. -

7. Leuven 1476?

8. onbezoldigd raadsheer 1482-1486; raadsheer 13-10-1486 -- 25-6-1494

9. -

10. -

11. J. dolf in 1486 turf in het bos van Den Haag. J. lag in 1486 ziek in Den Haag en is daar ook gestorven.

12. -

13. -

14. -

15. J. is de broer van Klaas van Wissenkerke die raadsheer was vanaf 1477, maar in 1479 wegens ziekte werd opgevolgd door Jan van Kats*. Hendrik (de oude) van Wissenkerke was ook een broer en raadsheer van 1463 tot 1467.

HvH 477 passim; RekRek 182 f. 56r, 190 f. 56v; SAL 558 f. 166v, 1977 f. 2r; Damen, Staat, 498; Wils, Matricule II,  355.

 

Zevenbergen (ook: Strijen), Arend van,

1. ?- 17-7-1492

2. ridder 1458, heer van Zevenbergen

3. Holland

4. Arend van Zevenbergen x Maria van Rotselaar

5. Gerarda, dochter van Gijsbrecht van Vianen

6. Joost; Maria x Cornelis van Bergen; Gijsberta x Filips van Wassenaar. Bastaard: Lancelot.

7. -

8. raadsheer 30-5-1480 -- 17-7-1492

9. échanson van het hof van Filips de Goede 1438, 1445, 1449, 1452; baljuw van Amstelland, Waterland en Zeevang 1477- >1484

10. -

11. A. was schutter in 1485 en 1487. De heren van Zevenbergen (en vermoedelijk ook A.) begunstigden de Sint-Jacobskerk met glaswerk.

12. -

13. -

14. A. was een Kabeljauw.

15. -

DHSJ 10 f. 6r, 12 deel 2 f. 3v; RekRek 180 f. 32r, 181 f. 35r, 188 f. 45v; Van den Brandeler, De Groote- of St. Jacobskerk, 10-11; Damen, Staat, 499; Van Gent, 'Pertijelike Saken', 260.

 

Zwieten, Dirk van,

1. ? - 22-8-1502

2. -

3. Den Haag

4. Willem (de bastaard) van Zwieten (substituut-procureur-generaal 1456-1464; procureur-generaal 1467-1474; griffier 1463-1467, 1477-1482) x Catharina, dochter van Jan van Bordendam

5. Agatha, dochter van Dirk van der Does

6.  Agatha x Pieter Schaert (schepen van Dordrecht 1501 en 1515); Anna x  Frans van Leeuwen (baljuw van Schieland)

7. -

8. onbezoldigd secretaris 1482?, 1489-1490; procureur-generaal 22-9-1490 -- 14-7-1494; onbezoldigd raadsheer 1495, 1497-1502

9. baljuw van Beverwijk 1480-1487

10. -

11. D. bezat  een huis aan de Vijverberg (het Hof van Culemborg). In 1483 nam Floris Oom van Wijngaarden Florisz. een aantal stukken land over van zijn schoonmoeder Catharina van Zwieten. In 1484 deed hij ze over aan D. D. bezat een huis bij het Tennenhout dat eerst van zijn vader was. D. was schutter in het Sint-Jorisschuttersgilde in 1487. D. is begraven in de Sint-Jacobskerk.

12. Floris Oom van Wijngaarden Florisz.: zwager

13. -

14. D.s vader was een Kabeljauw.

15. D. was poorter van Leiden in 1479. Als procureur-generaal moest D. in verband met de Jonker Frans-oorlogen verschillende keren op pad om Hoeken te arresteren.

DHSJ 12 deel 2 f. 3v; HvH 480-482 passim, 1028-1029 passim; RekRek 177 f. 64r, 187 f. 51v, 190 f. 61v, 4430 f. 17v-18r, 4431 f. 14v; Damen, Staat, 502; Van Gent, 'Pertijelike saken', 227; Van Kan, 'Het middeleeuwse riddermatige geslacht van Zwieten (tweede stuk)', 77-79; Pabon, Hofboeken, 33, 35, 130, 201-202; Van Rooijen, '16de eeuwse overlijdensdata', 232.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende