Andries Dequae. De zelfgenoegzaamheid van een koloniaal bestuur (1950-1954). (Bram Cleys)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Voorwoord

 

Deze verhandeling zou nooit geworden zijn tot wat ze nu is, zonder de steun van vele mensen.  Op de eerste plaats bedank ik mijn co-promotor en begeleider dr. P. van Kemseke voor zijn vele inspanningen.  Het is grotendeels in gesprekken met hem dat deze studie vorm heeft gekregen.  Daarnaast richt ik ook een woord van dank aan mijn promotor prof. dr. E. Lamberts voor zijn steun en kritische opmerkingen tijdens de seminaries. 

 

Ik dank Luc Schokkaert en het personeel van het KADOC voor hun nimmer aflatende bereidwilligheid en hulp.  Zij hebben er mee voor gezorgd dat mijn onderzoek erg vlot is kunnen verlopen.  Ook Claudine Dekais (Afrikaans Archief) verdient een aparte vermelding omwille van haar hulp en tips.

Andries Dequae en Maurice Lenain bedank ik van harte om mij verder te helpen in mijn onderzoek.  Dhr. Dequae door een interview met hem toe te staan, dhr. Lenain door mij deel te maken met zijn herinneringen aan Kongo in de periode 1950-1954.

Daarnaast ben ik dank verschuldigd aan een aantal mensen omwille van hun tips en raadgevingen.  Dat geldt voor Frederik Neyens, Ingeborg Vijgen en W. Cornelis.

 

Mijn studiegenoten van de tweede licentie Moderne Geschiedenis dank ik voor de stimulerende omgeving die ze steeds gevormd hebben.  Tot slot bedank ik mijn familie, zonder wiens steun ik nooit zo ver gekomen was.  En Katrien, jou bedank ik op de eerste plaats voor het erg grondige nalezen, maar daarnaast nog veel meer voor er de voorbije jaren gewoon altijd geweest te zijn.  Bedankt...

 

Leuven, 2002

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende