Andries Dequae. De zelfgenoegzaamheid van een koloniaal bestuur (1950-1954). (Bram Cleys) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
In deze bijlage worden een aantal protagonisten van het netwerk rond Dequae die in deze verhandeling aan bod gekomen zijn, geïdentificeerd. Noch in de selectie van de personen, noch in de geselecteerde informatie hebben de volgende pagina’s de bedoeling volledig te zijn.
Eugène Jungers[439]
Geboren : 10 juli 1888, Messancy
Overleden : 17 september 1958, Brussel
Promoveert in oktober 1910 tot doctor in de rechten aan de Université de Liège
Koloniale carrière :
begint koloniale loopbaan in april 1911 als hulpmagistraat bij directie voor justitie in Boma
hij wordt in de daaropvolgende jaren substituut van de procureur des konings, procureur des konings, raadsheer bij het Hof van Beroep in Leopoldstad en in 1928 voorzitter van dit hof
op 30 januari 1932 benoemd tot vice-gouverneur-generaal in Ruanda-Urundi, waar hij zich vooral toelegt op de ontwikkeling van de landbouw en veeteelt
wordt in juli 1946 aangesteld als plaatsvervanger van Pierre Ryckmans als gouverneur-generaal, in december van dat jaar wordt deze benoeming definitief gemaakt
zet zich als gouverneur-generaal vooral in om de economische situatie van de kolonie en haar bevolking te verbeteren.
treedt, na een normale termijn van vijf jaar, in december 1951 terug als gouverneur-generaal
beëindigt zijn koloniale loopbaan als voorzitter van Otraco
Léon Pétillon[440]
Geboren : 22 mei 1903, Esneux
Overleden : 1996, Elsene
Promoveert tot doctor in de rechten aan de KUL
Koloniale carrière :
vanaf 1929 werkzaam op het ministerie van Koloniën, eerst in de administratie, later op de kabinetten van de ministers Jaspar, Rubbens en de Vleeschauwer
in 1939 komt hij aan het hoofd van het kabinet van gouverneur-generaal Ryckmans
na de oorlog keert hij terug naar Brussel en wordt er achtereenvolgens kabinetschef van minister de Bruyne en van Godding
na de benoeming van Jungers tot gouverneur-generaal in 1946 wordt hij aangesteld tot vice-gouverneur-generaal
in augustus 1948 keert hij evenwel tijdelijk terug naar het ministerie om er het mandaat van interim secretaris-generaal op te nemen. In die hoedanigheid is hij van dichtbij betrokken bij de uitwerking van het Tienjarenplan
in juli 1949 keert hij dan terug naar Ruanda-Urundi, waar hij zelf een Tienjarenplan zal uitwerken voor de mandaatgebieden en deze koppelt aan de afkondiging van een politieke hervorming die een vorm van politieke participatie van de inlandse bevolking voorziet
in januari 1952 wordt hij dan, volgens Stenmans en Reyntjens op voorstel van Dequae, benoemd tot gouverneur-generaal van Belgisch Kongo. Het is in deze functie dat hij zijn project van de Belgo-Kongolese Gemeenschap uitwerkte en voorstelde.
in 1958, nadat zijn mandaat eerder al voor 2 jaar was verlengd, treedt hij terug als gouverneur-generaal
in juli van dat jaar zou dan als technicus toetreden tot de regering-Eyskens en het mandaat van minister van Koloniën opnemen. Hij zou hierin echter al in november worden opgevolgd door van Hemelryck. Deze laatste stelde hem wel aan als voorzitter van de Groupe de Travail pour l’étude du problème politique en Congo, die Pétillon zelf had opgericht. Deze werkgroep moest een hervorming van het koloniale bestel uitwerken
Pétillon schrijft drie boeken over zijn carrière in dienst van de kolonie: Témoignage et réflexions (1967), Courts métrages africains pour servir à l'histoire (1979) en Récit : Congo 1929 – 1958 (1985).
Hendrik Cornelis[441]
Geboren : 18 september 1910, Beveren (Oudenaarde)
Overleden : 1999, Chaumont - Gistoux
Promoveert tot doctor in de Handelswetenschappen aan de RUG en is licentiaat Consulaire en Koloniale Wetenschappen aan dezelfde instelling
Koloniale carrière :
begint in februari 1934 zijn koloniale loopbaan in de gewestadministratie
hij klimt op in de administratie en wordt in 1946 onderdirecteur van de dienst voor Economische Zaken in Leopoldstad
in 1948 wordt hij directeur van deze dienst en is van nabij betrokken bij de uitwerking van het Tienjarenplan
in 1951 wordt hij door Dequae benoemd tot Commissaris van het Tienjarenplan en wordt hij belast met de coördinatie van de uitvoering van het plan
in 1953 wordt hij dan gepromoveerd tot vice-gouverneur-generaal en tussen 1958 en 1960 bekleedt hij als laatste de post van gouverneur-generaal van Belgisch Kongo. Deze benoeming was verrassend in die zin dat hij zich steeds geprofileerd had als een overtuigd flamingant met socialistische sympathieën, twee denkstromingen die niet echt populair waren in de koloniale administratie
Julien Vanhove[442]
Geboren : 28 januari 1905, Luik
Overleden : 1976
Is doctor in de rechten en licentiaat politieke en sociale wetenschappen aan de Université de Liège
Koloniale carrière :
wordt in de na-oorlogse periode regeringscommissaris in het FIW en lid van de beheerraad van het Fonds Reine Elisabeth pour l’assistance médicale aux indigènes du Congo belge
is in de periode 1950-1954 hoofd van de directie van de administratie van het ministerie van Koloniën in Brussel die zich bezighoudt met de inlanderspolitiek en daardoor verantwoordelijk voor de uitwerking hiervan
wordt in de laatste jaren voor de onafhankelijkheid van Belgisch Kongo Koninklijk Inspecteur van Koloniën en hoofd van het tweede directoraat-generaal (verantwoordelijk voor “inheemse zaken, cultuur, religie en missies, onderwijs voor Europeanen en Afrikanen, wetenschappelijke activiteiten en vzw’s)
doceert vergelijkend recht aan de universiteit van Luik en het Univog
Jean-Félix de Hemptinne[443]
Geboren : 8 december 1876, Gent
Overleden : 6 februari 1958, Elisabethstad
Treedt op 5 december 1895 in in de benedictijnenabdij van Maredsous en wordt er in augustus 1901 tot priester gewijd. In hetzelfde jaar behaalt hij eveneens zijn doctoraat in de theologie in Rome
Koloniale carrière :
wordt op 6 augustus 1910 aangeduid als apostolisch prefect in Katanga, dat pas als missiegebied was aangeduid. De provincie zou onder zijn leiding geëvangeliseerd worden.
wordt in 1932 tot bisschop gewijd van het verdwenen bisdom Mileva en aangesteld tot apostolisch vicaris in Katanga
mengt zich vanaf dan steeds meer in politieke kwesties en wekt vooral opschudding door zijn aanklacht tegen de houding van de regering in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Die zou Kongo enkel zien als een economisch wingewest, zonder rekening te houden met sociale consequenties. Het is uit deze periode dat zijn bijnaam De Leeuw van Katanga stemt.
is na de Tweede Wereldoorlog lid van de Commission permanente pour la protection des indgènes, van het Comité protecteur des centres extra-coutumiers en van de Katangese provincieraad
pleitte in sociale kwesties voor een verbetering van het lot van de inlandse bevolking, waarbij hij de overheid verweet te sterk te focussen op het probleem van de évolués. Ondanks deze sociaal bewogen pleidooien was hij een hevig tegenstander van inlandse vakbonden, die volgens hem te veel in de kaart van het socialisme en het liberalisme speelden. Als benedictijner pater behoorde hij dan ook tot de conservatieve vleugel van de Katholieke Kerk in Kongo.
Albert Brys[444]
Geboren : 19 augustus 1900, Harelbeke
Overleden : 17 december 1973, Halle
Brys treedt na zijn humaniorastudies in bij de missionarissen van Scheut, waar hij op 23 augustus 1927 tot priester gewijd wordt
Koloniale carrière :
vertrekt vrijwel meteen naar de kolonie, waar hij begint te werken als leraar in een van de missiescholen van de scheutisten
in 1930 wordt hij directeur van het klein-seminarie van de scheutisten en raadgever van de provinciaal-overste
tussen 1937 en 1939 verblijft hij in België, waar hij samen met prof. Van der Schueren s.j. aan de basis ligt van het Koloniaal Universitair Centrum (KOLUC). Dit centrum wou de interesse van de studenten in Leuven voor koloniale kwesties aanwakkeren.
op 15 juli 1939 keert hij terug naar Kongo waar hij dezelfde functies als voordien opneemt
in augustus 1946 wordt hij dan definitief teruggeroepen naar België, hij zal nog wel verschillende reizen in de kolonie maken
Verdere koloniale engagementen :
professor Lingala te Scheut en algemeen secretaris van de missie-animatie
proost van het Katholiek Secretariaat voor Kolonialen
directeur van het Centre d’Etudes, de Documentation et d’Informations Coloniales (CEDIC) en van SIBELAC
lid van de studiecommissie Koloniën van de CVP
leraar aan de koloniale sectie van de Rijkstuinbouwschool (Vilvoorde), aan de Katholieke Sociale Koloniale School (Brussel) en aan het Univog (Antwerpen)
hij ontpopte zich in de jaren vijftig tot een woordvoerder van het katholieke missie-onderwijs in Kongo en zette zich in voor de aanwerving van leerkrachten voor deze scholen
Guy Malengreau[445]
Geboren : 19 mei 1911
Overleden : onbekend
Promoveert tot doctor in de rechten en in de geschiedenis aan de KUL
Doceert na de Tweede Wereldoorlog een hele reeks vakken over koloniale aangelegenheden aan de KUL
Is de drijvende kracht achter de pogingen van enkele professoren van de KUL om in Kongo een universiteit op te richten
Is van 1947 tot 1960 onafgebroken secretaris-generaal van de beheerraad van het Centre Universitaire Congolais Lovanium, later van de Université de Lovanium
Als publicist is hij een fel verdediger van universitair onderwijs voor de Kongolese bevolking en keert hij zich in het algemeen tegen elke vorm van exploitatie en dominantie. Hij uitte dan ook soms felle kritiek op de koloniale overheid die volgens hem te lang wachtte met concrete maatregelen om de deelname van de inlandse bevolking aan het openbare leven mogelijk te maken
Charles de Maleingreau d’Hembise[446]
Geboren : 4 november 1898, Sint-Kruis (Brugge)
Overleden : 6 april 1974, Elsene
Koloniale carrière :
vestigt zich in 1921 met zijn broer in Kivu, waar ze samen een plantage uitbouwen
moeten in het begin van de jaren dertig hun plantage en de kolonie achterlaten als gevolg van de wereldwijde recessie, maar Charles keert enkele jaren later al terug en bouwt een nieuwe plantage uit
wordt na de Tweede Wereldoorlog woordvoerder van de colons in Kivu en in 1949 de eerste voorzitter van Fédacol
is lid van de provincieraad en de gouvernementsraad
neemt deel aan de derde zitting van de Commissie voor het Kolonaat in 1953 waar hij pleit voor gelijke rechten voor blanken en zwarten
Oscar Defawe[447]
Geboren : 2 december 1891, Ougrée
Overleden : 17 november 1952, Elisabehtstad
Koloniale carrière :
treedt bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in in het Belgische leger, maar stapt al snel over naar de Force Publique
verlaat de Kongolese weermacht weer na afloop van de oorlog en begint een carrière in de gewestadministratie
is achtereenvolgens gewestbeheerder, districtcommissaris en in 1928 resident van Urundi
verlaat de administratie in het begin van de jaren dertig en wordt directeur-generaal van de groep-Empain in Usumbura
Verdere koloniale engagementen :
vestigt zich na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij actief was in het verzet, definitief in Elisabethstad als colon
wordt voorzitter van de Association des anciens combattants
engageert zich in de zaak van de colons en wordt voorzitter van Ucol, beheerder van de Société de Crédit au Colonat
is daarnaast lid van het comité urbain van Elisabethstad, van de provincieraad, van de gouvernementsraad en van de Permanente Deputatie
Alfred Marzorati[448]
Geboren : 28 september 1881, Doornik
Overleden : 11 december 1955, Elsene
Beëindigd in 1904 zijn studies aan de ULB als doctor in de rechten
Enkele jaren advocaat bij het Hof van Beroep in Brussel
Voltooid in 1911 studies aan juridische afdeling van Koloniale School en vertrekt naar Kongo
Koloniale carrière :
vanaf februari 1912 hulpmagistraat in Elisabethstad
combineert tussen november 1914 en maart 1915 functie als districtscommissaris te Lomani en rechter bij de territoriale rechtbank
wordt vanaf 1917 ingepast in het bestuur van het pas veroverde Duits Oost-Afrika (vanaf het verdrag van Saint-Germain-en-Laye in 1919 de mandaatgebieden Ruanda-Urundi)
in december 1919 plaatsvervanger van de commissaris-generaal in Ruanda-Urundi, in 1922 officieel benoemd tot commissaris-generaal
in 1926, na het beëindigen van het militaire bestuur, wordt hij vice-gouverneur-generaal in de mandaatgebieden; komt in deze functie herhaaldelijk in botsing met de resident van Ruanda, de latere gouverneur-generaal Pierre Ryckmans, die hem verwijt meer begaan te zijn met zijn eigen carrière dan met het lot van de inlandse bevolking
moet in 1929 Afrika verlaten om gezondheidsredenen
Verdere koloniale engagementen :
vanaf 1931 doceert hij een aantal cursussen m.b.t. koloniale aangelegenheden aan de ULB, later ook aan de Hogere Koloniale School te Antwerpen (vanaf 1949 Universitair Instituut voor Overzeese Gebieden)
zetelt in een hele reeks koloniale instituten en beleidsorganen (onder meer in de raad van beheer van het Univog en van het FIW)
wordt in de jaren dertig ook actief in de BWP (vanaf 1945 BSP), waar hij tot in de jaren vijftig sterk zal wegen op de koloniale politiek
treedt in 1946 toe tot de Koloniale Raad
in december 1952 gaan mee onder zijn initiatief de Journées Interuniversitaire d’Etudes Coloniales voor het eerst door, waarmee hij de academische interesse voor koloniale kwesties wil aanwakkeren
pleit als publicist na de Tweede
Wereldoorlog voor politieke participatie van de zwarte bevolking, al
beklemtoont hij tegelijkertijd dat deze voorafgegaan moet door economische
zelfstandigheid
Paul Coppens[449]
Geboren : 8 juli 1892, Elsene
Overleden : 22 februari 1969, Elsene
Vat in 1910 zijn rechtenstudies aan aan de KUL
Onderbreekt deze bij het begin van de Eerste Wereldoorlog en treedt in augustus 1914 in als vrijwilligers in het Belgische Leger
Wordt bij een van zijn eerste gevechten krijgsgevangen gemaakt, maar zal in juli 1915 vrijgelaten worden
Biedt meteen zijn diensten weer aan aan de regering, die hem naar het front in Afrika stuurt
Koloniale carrière :
arriveert eind april 1916 in Boma
krijgt van de militaire overheid wel een aantal opdrachten, maar zal nooit ingeschakeld worden in gevechten
wordt, omwille van zijn juridische competenties, ingeschakeld in het bestuur van Duits Oost-Afrika
wordt in juni 1918 benoemd tot gewestbeheerder in Kasulu, maar keert na het beëindigen van de oorlog in Europa, in december 1918 terug naar België
Terug in België maakt hij zijn rechtenstudie af en in de jaren twintig en dertig zal hij een carrière uitbouwen als advocaat bij het Hof van Beroep in Brussel
Verdere koloniale engagementen :
tussen januari 1920 en februari 1922 juridisch adviseur bij Huileries du Congo Belge
in 1930 opnieuw juridisch adviseur bij een onderneming in Kongo
na de Tweede Wereldoorlog benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de KUL, waar hij Droit Colonial en Histoire politique et diplomatique du Congo doceert
is daarnaast secretaris-generaal van het Permanent Comité van het Nationaal Koloniaal Congres, voorzitter van de Association pour la protection des mulâtres en van het Comité métropolitain du Groupement congolais de la Lique des Familles Nombreuses
behoort in de jaren veertig en vijftig tot het invloedrijke Belgische koloniale milieu dat zich in alle belangrijke koloniale debatten mengt. Hij pleitte in die hoedanigheid onder meer voor een actieve Belgische bevolkingspolitiek, maar ook voor het opzetten van een systeem van politieke vertegenwoordiging op lokaal niveau
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[439] VAN DEN ABEELE, M. “Jungers” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VI, 562-566.
[440] Who’s Who, 496; LEGRAIN, Le dictionnaire des Belges, 399; HASQUIN, Dictionnaire d’histoire de Belgique, 225; STENMANS, La pensée politique, 10.
[441] Who’s Who, 114; LEGRAIN, Le dictionnaire des Belges, 97; HASQUIN, Dictionnaire d’histoire de Belgique, 75; VANTHEMSCHE, Génèse et portée du Plan Décennal, 72 (noot 37).
[442] Who’s Who, 644; LEGRAIN, Le dictionnaire des Belges, 526; VAN HOVE, Histoire du Ministère des Colonies, 93.
[443] PETILLON, A. “de Hemptinne, Jean-Félix” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VII/A, 291-299; ETAMBALA, Arbeidersopstanden en het ontstaan van inlandse syndicaten, 82.
[444] STORME, M. “Brys, Albert” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VII/B, 41-42.
[445] Who’s Who, 422; DE BIE, P. A Guy Malengreau, 9-12.
[446] WILLAERT, M. “De Maleingreau d’Hembise, Charles” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VII/B, 250-251.
[447] DERKINDEREN, G. “Defawe, Oscar” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VII/A, 163-165.
[448] VIJGEN, Alfred Marzorati, 233-247; WALRAET, M. “Marzorati, Alfred” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VI, 695-704.
[449] Le Livre bleu, 95; STENMANS, A. “Coppens, Paul” in: Belgische Overzeese Biografie, deel VII/B, 67-86.