Gebruik van
de ‘theory of constraints’
bij de optimalisatie van managementbeslissingen
Tom Van Havermaet
Eindwerk ingediend tot het behalen van de graad van licentiaat in de handelswetenschappen.
Academiejaar 2004-2005
CAMPUS VLEKHO - Departement Handelswetenschappen
van de
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst
Promotor: Prof. dr. C. SIAU
home | lijst scripties | Deze verhandeling is enkel beschikbaar in pdf-versie (1 mb) |
Dit eindwerk bespreekt de ‘theory of constraints’, een wat onbekende managementfilosofie die, net als Activity-Based Management (ABM), Total Quality Management (TQM) en Just-In-Time (JIT), de idee van ‘voortdurende verbetering’ beklemtoont.
Probleemstelling
Bedrijven hebben het niet gemakkelijk vandaag de dag. De internationale concurrentiestrijd woedt heviger dan ooit. Klanten worden steeds veeleisender op het vlak van kwaliteit en leveringstermijn. De levenscyclus van producten wordt steeds korter. De race om de beste concurrentiepositie is misschien nog het beste zichtbaar bij de steeds hogere voorraadrotaties. Dit eindwerk bespreekt een mogelijke oplossing voor deze problemen.
Wat is de ‘theory of constraints’?
De theory of constraints (TOC) is een managementfilosofie die in de jaren ‘80 ontwikkeld werd door Eli Goldratt. Zijn theorie verwierf internationale bekendheid dankzij het boek ‘Het Doel’. Rond de theorie van Goldratt is ondertussen een heel netwerk van consultants uitgebouwd.
De TOC bestaat uit drie aparte, maar met elkaar verbonden thema’s: (1) prestatiemeting, (2) logistiek en (3) logisch denken.
Het is dus veel meer dan enkel de productie versnellen door het wegwerken van knelpunten.
Enkele begrippen
Centraal in de TOC staat het begrip ‘constraint’ (beperking). Dit is alles wat een systeem belet om z’n doel te bereiken. Een systeem is een set van elementen (bijv. machines) waartussen er onderling afhankelijke verbanden bestaan. Goldratt is ervan overtuigd dat een bedrijf maar één ultiem doel heeft, nl. geld genereren. Ieder systeem heeft minstens één constraint, zoniet zou een bedrijf oneindige productie en winsten kunnen halen. Constraints worden ingedeeld in interne en externe constraints. Interne constraints betreffen beperkingen binnen het bedrijf, bijv. gedragsmatige–, leidinggevende– en capaciteitsbeperkingen. Als de capaciteit van een productiemiddel kleiner dan of gelijk is aan de vraag, spreekt men over een bottleneck. Externe constraints bevinden zich buiten het bedrijf. Het zijn bijv. de markt-beperkingen. De vraag is steeds gelimiteerd.
Prestatiemaatstaven
Om te beoordelen of een bedrijf in de richting van het doel (geld genereren) evolueert, ontwikkelde Goldratt een geheel van maatstaven. De belangrijkste financiële maatstaven zijn nettowinst, rendement op het geïnvesteerde vermogen en cashflow. Goldratt betwijfelt echter de bruikbaarheid van deze maatstaven in het dagelijks beleid. Daarom stelt hij ook drie operationele maatstaven voor (in volgorde van belangrijkheid): (1) throughput, (2) voorraad en (3) operationele kosten.
Throughput is de mate waarin het systeem geld voortbrengt door verkopen. Het is gelijk aan de omzet min de kost van de grondstoffen. Throughput is dus het verschil tussen het geld dat binnenstroomt en het geld dat betaald wordt aan externe leveranciers, onderaannemers en verkopers. De throughput moet gemaximaliseerd worden.
Voorraad zijn al de geldmiddelen die het systeem geïnvesteerd heeft in de aankoop van activa die zij wil/kan gaan verkopen. Net als bij JIT, hecht de TOC ook veel belang aan voorraadreductie.
Operationele kosten zijn alle kosten die een systeem maakt bij het transformeren van voorraden in throughput. Dit zijn dus alle andere kosten dan de materiaalkost, zoals de arbeids-, administratie- en energiekost en de afschrijvingen.
Er zijn ook verbanden tussen de financiële en de operationele maatstaven. De nettowinst is gelijk aan de throughput min de operationele kosten. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen is gelijk aan de nettowinst gedeeld door de voorraad.
Logistiek
Het thema ‘logistiek’ is wellicht het meest bekende onderdeel van de TOC. Het behandelt o.a. het vijfstappenproces van continue verbetering en de drum-buffer-rope methode. Het vijfstappenproces van continue verbetering heeft tot doel constraints op te sporen in het systeem en ze weg te werken. De 5 stappen zijn: (1) spoor de constraint op, (2) benut de constraint optimaal, (3) maak al het overige ondergeschikt aan het vorige, (4) versterk of doorbreek de constraint en (5) ga terug naar stap (1), maar vermijd dat er door inertie een nieuwe constraint ontstaat. Inertie verwijst naar managers die zich niet aanpassen aan veranderende omstandigheden.
Bij de derde stap kan men gebruik maken van drum-buffer-rope (DBR) om de productie te plannen. Deze drieledige benaming is geïnspireerd op metaforen in de boeken van Goldratt. De drum (trommel) is het productietempo voor de hele fabriek, dat bepaald wordt door de constraint.
Buffers zijn strategisch geplaatste voorraden om de systeemoutput te beschermen tegen onvoorziene omstandigheden. Er worden drie soorten buffers voorzien in DBR: (1) de constraint buffer beschermt de constraint tegen stilstanden door het aanleggen van een reservevoorraad vóór de constraint, (2) de assemblagebuffer en (3) de verzendingsbuffer. Buffermanagement is het beheren van de buffergroottes.
De rope (koord) is het mechanisme dat gebruikt wordt voor de materiaalvrijgave. Materialen worden pas vrijgegeven op basis van de planning van de constraint.
Logisch denken
De kracht van managementfilosofieën zoals de TOC bestaat erin dat ze gebaseerd zijn op gezond verstand. De denkprocessen die Goldratt ontwikkelde zijn een set van instrumenten en processen die toelaten om een probleem op te lossen en/of een bepaalde strategie te ontwikkelen. Deze denkprocessen vormen het nieuwste en minst bekende deel van de TOC. Het zijn de methoden die Goldratt gebruikte om te komen tot de andere onderdelen van de TOC, maar die hij pas nadien publiceerde. De Current Reality Tree (CRT) bijvoorbeeld is een instrument geschikt voor het identificeren van kernproblemen.
Throughput Accounting (TA)
TA is een winstrapporteringsmethode gebaseerd op de TOC. Enkel throughput (= omzet min materiaalkost) wordt toegewezen aan producten. Personeelskosten en alle andere operationele kosten worden als vaste periodekosten beschouwd. Het gebruik van TA vereist een grondige mentaliteitswijziging: men moet overschakelen van de ‘kostenwereld’ naar de ‘throughputwereld’.
Activity-Based Costing (ABC)
In ABC worden kosten van middelen toegewezen aan activiteiten d.m.v. resource drivers. Vervolgens worden deze activiteitskosten toegewezen aan producten, klanten, e.d. op basis van activity drivers. Kenmerkend voor ABC zijn ook de verschillende niveaus van variabiliteit: eenheids-, serie-, product- en facilityniveau. We onthouden ook dat de (kost van de) beschikbare capaciteit gelijk is aan de (kost van de) verbruikte capaciteit + de (kost van de) onbenutte capaciteit.
ABM is het managen van de capaciteit op basis van ABC-informatie. Net als de TOC is dit een methode van continue verbetering. Activiteiten met toegevoegde waarde worden efficiënter gemaakt. Activiteiten zonder toegevoegde waarde moet men zoveel mogelijk elimineren.
TOC/TA versus ABC/ABM
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen deze twee methoden. Zo is TOC meer gericht op korte termijn en ABC meer op lange termijn. In ABC ligt de klemtoon op de kosten, bij TOC op de throughput. In TOC wordt ook rekening gehouden met bottlenecks, wat bij ABC niet het geval is.
Ondanks deze grote verschillen geraken meer en meer experts het erover eens dat de combinatie van beide methoden nuttig is. Ze vullen elkaar immers perfect aan. Op lange termijn kan het zelfs gevaarlijk zijn enkel op TA beroep te doen, omdat men het (vaak grote) blok aan vaste kosten negeert.
Voorbeelden in het eindwerk tonen ook aan dat verbeteringen in het systeem (verminderen van de omsteltijd, verminderen van het uitvalpercentage, gebruik van overuren) nuttigst zijn op het knelpunt. Dit is wat Goldratt bedoelt met ‘de zwakste schakel’. Als men het werkcenter of de machine met het grootste capaciteitstekort verbetert, zal dit de performantie van het ganse systeem optimaliseren. Bij dergelijke optimalisaties maakt men gebruik van lineaire programmering.
Besluit
De TOC heeft zeker z’n plaats verdiend tussen andere grote managementfilosofieën zoals ABM, JIT en TQM. Het toepassingsgebied van de TOC is quasi onbeperkt: in het begin werd het enkel toegepast op productie, maar ondertussen zijn er ook succesvolle toepassingen geweest op het vlak van financiën en maatstaven, projectbeheer, distributie, marketing en verkoop, personeelsbeleid, strategie, enz.
Tom Van Havermaet,
11 december 2005
home | lijst scripties | Deze verhandeling is enkel beschikbaar in pdf-versie (1 mb) |